Inkomstenbelasting, winst uit onderneming, verblijfskosten eigen rijders

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 04-04-2005 t/m 31-12-2005

Inkomstenbelasting, winst uit onderneming, verblijfskosten eigen rijders

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

In het besluit van 15 november 2002, nr. CPP2002/3362M, is goedgekeurd dat transportondernemers die meerdaagse of op meer dagen internationale ritten maken onder bepaalde voorwaarden als verblijfkosten € 25 per gereden dag ten laste van hun winst mogen brengen.

Overeenkomstig het vermelde in paragraaf 4 van voornoemd besluit wordt het als verblijfkosten in aanmerking te nemen bedrag jaarlijks aangepast. Voor het jaar 2003 is dit gebeurd bij besluit van 8 april 2003, nr. CPP2003/809M (€ 25,50) en voor het jaar 2004 bij besluit van 8 april 2004, nr. CPP2004/617M (€ 26).

Dit besluit strekt tot vervanging van de voormelde drie besluiten, waarbij de voor de opeenvolgende jaren geldende bedragen per gereden dag nu zijn opgenomen in een – jaarlijks aan te vullen – bijlage bij het besluit.

Ik merk hierbij op dat de in paragraaf 4 van het besluit omschreven aanpassing met ingang van het jaar 2005 plaatsvindt aan de hand van de consumentenprijsindex voor restaurants en cafés in Nederland respectievelijk het Europa van de 25 landen. Voor het overige is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling zoals omschreven in voormeld besluit van 15 november 2002.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

In 1999 is voor transportondernemers die meerdaagse internationale ritten maken een regeling getroffen inzake de aftrek van verblijfskosten bij het vaststellen van de winst uit onderneming.

Mede uit doelmatigheidoverwegingen, administratieve lastenverlichting en ter harmonisatie van de uitvoeringspraktijk heb ik toen ingestemd met een vaste normering van deze kosten. Deze regeling was verwoord in het besluit van 16 december 1999, nr. DB99/3622M, en gold voor de jaren 1999 tot en met 2001.

Voormeld besluit is inmiddels in overleg met de brancheorganisaties TLN en VERN geëvalueerd. De evaluatie heeft tot de conclusie geleid dat de regeling kan worden verlengd en onder voorwaarden ook kan worden toegepast ten aanzien transportondernemers die dagelijks vanuit een andere plaats dan hun woonadres internationale ritten maken.

In paragraaf 2 van dit besluit is aangegeven in welke situaties een vast bedrag aan verblijfskosten ten laste van de winst mag worden gebracht. In paragraaf 3 is dit verduidelijkt aan de hand van een aantal voorbeelden.

Tot slot is in paragraaf 4 ingegaan op de werkingsduur van dit besluit en op de wijze waarop het bedrag per gereden dag jaarlijks zal worden aangepast.

2. Goedkeuring verblijfkosten

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Ik keur goed dat transportondernemers die meerdaagse internationale ritten maken als verblijfkosten het in de bijlage bij dit besluit vermelde vaste bedrag per gereden dag ten laste van hun winst mogen brengen. Hierbij tellen de vertrek- en terugkomstdag elk voor de helft mee. Onder meerdaagse, internationale ritten worden ritten verstaan die langer dan 24 uur duren en waarbij de verste bestemming niet in Nederland ligt.

Een gelijke goedkeuring geldt voor transportondernemers die vanuit één of meer plaatsen, die meer dan 50 km buiten hun woonadres is/zijn gelegen internationale ritten maken, welke elk korter (kunnen) duren dan 24 uur; dit onder de voorwaarde dat:

  • a. deze ritten op aaneengesloten dagen plaatsvinden (eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft); en

  • b. het traject van elke zodanige rit zich geheel bevindt buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de transportondernemer.

Belastingplichtigen moeten hun aantal gereden dagen aannemelijk maken. Dit kan door middel van bijv. tachograafschijven, facturen en rittenstaten.

De keuze om van deze goedkeuring gebruik te maken moet per jaar worden gemaakt en geldt voor alle meerdaagse en/of op meer dagen gemaakte internationale ritten in dat jaar.

Indien een belastingplichtige gebruik maakt van de hiervoor vermelde aftrek van verblijfkosten van een vast bedrag per gereden dag, hoeft hij voor de verblijfkosten tijdens deze ritten geen bescheiden enz. als bedoeld in artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen te bewaren.

Indien een belastingplichtige aannemelijk kan maken dat zijn werkelijke verblijfkosten gedurende het desbetreffende jaar hoger zijn dan het vaste bedrag per gereden dag kunnen uiteraard de werkelijke kosten ten laste van de winst worden gebracht. Artikel 52 van de AWR is in dit geval volledig van toepassing.

Teneinde misverstanden te voorkomen merk ik op dat bovenstaande goedkeuring onverlet laat dat op de op deze wijze vastgestelde aftrek aan verblijfkosten artikel 3.15, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (zoals deze bepaling thans luidt) nog moet worden toegepast.

3. Voorbeelden

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Voorbeeld 1

Vertrek op maandag 04.00 uur en terug op vrijdag 20.00 uur. Het betreft een meerdaagse, internationale rit.

Uitwerking: vertrek- en terugkomstdag tellen elk voor de helft mee (2 x ½ = 1) en 3 hele dagen. In totaal 4 x het vaste bedrag per dag.

Voorbeeld 2

Rit naar Rusland gedurende 3 weken. Vertrek op maandag 04.00 uur in week 1 en terug zaterdag 20.00 uur in week 3. Tussenliggende dagen: 18.

Uitwerking: vertrek- en terugkomstdag tellen voor de helft mee (2 x ½ = 1) en 18 hele dagen. In totaal 19 x het vaste bedrag per dag.

Voorbeeld 3

Transportondernemer woont in Hoogeveen. Vertrekt zondagavond om 22.00 uur naar Rotterdam en van daaruit naar Frankrijk; dinsdagmiddag om 14.00 uur terug in Rotterdam. Woensdag om 1.00 uur vertrek naar Duitsland (Ruhrgebied); terug om 22.00. De overige dagen staat de auto één dag in de garage (onderhoud), terwijl twee dagen in Nederland wordt gereden.

Uitwerking: De rit naar Duitsland voltrekt zich over een traject geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres. Deze rit vindt aansluitend op de terugkomstdag uit Frankrijk plaats, zodat woensdag als terugkomstdag geldt. Zondag en woensdag tellen elk voor de helft mee (2 x ½ = 1) en 2 hele dagen. In totaal 3 x het vaste bedrag per dag.

Wanneer het traject naar Duitsland niet buiten 50 km van het woonadres van de transportondernemer zou liggen, is de uitwerking: De rit naar Frankrijk vertrek- en terugkomstdag tellen voor de helft mee (2 x ½ = 1) en 1 hele dag. In totaal 2 x het vaste bedrag per dag.

De ritten in Nederland betreffen geen internationaal vervoer. Voor de ritten in Nederland kunnen wel de aannemelijk te maken werkelijke verblijfkosten in aftrek worden gebracht. Voor de dag dat de auto in de garage staat kunnen geen verblijfkosten in aftrek worden gebracht.

Voorbeeld 4

Transportondernemer woont in Groningen. Hij vertrekt op maandagmorgen 03.00 uur om vanuit Rotterdam containers naar Duitsland (Ruhrgebied) te vervoeren en weer terug naar Rotterdam. Om tijd te besparen rijdt hij ’s avonds niet terug naar huis. Hij komt vrijdag om 20.00 uur weer thuis.

Uitwerking: Er is in deze situatie sprake van internationale ritten op meer aaneengesloten dagen op een traject buiten 50 km van het woonadres. Maandag en vrijdag tellen als vertrek- en terugkomstdag elk voor de helft mee (2 x ½ = 1) en 3 hele dagen. In totaal 4 x het vaste bedrag per dag.

Voorbeeld 5

Transportondernemer woont in Heerenveen. Hij vertrekt maandagmorgen 3.00 uur om gedurende de week vanuit Rotterdam containers te vervoeren naar verschillende plaatsen.

Hij rijdt ’s avonds niet naar huis, maar blijft in Rotterdam. Vrijdagavond 18.00 uur is hij weer thuis. Op maandag en dinsdag vervoert hij containers naar het Ruhrgebied; op woensdag naar Amsterdam; op donderdag en vrijdag naar Antwerpen.

Uitwerking: Woensdag is er geen internationale rit. Maandag en dinsdag tellen voor de helft mee (2 x ½ = 1); ook donderdag en vrijdag tellen voor de helft mee (2 x ½ = 1). In totaal dus 2 x het vaste bedrag per dag.

Wanneer vrijdag niet weer naar Antwerpen maar – evenals woensdag naar Amsterdam zou zijn gereden, is er op donderdag geen sprake van een internationale rit die aansluit bij zodanige rit op de dag ervoor of erna. In dat geval blijft de vaste aftrek beperkt tot de maandag en dinsdag: 2 x ½ = 1 x het vaste bedrag per dag.

Voor de ritten in Nederland en op donderdag naar Antwerpen kunnen de aannemelijk te maken werkelijke verblijfskosten in aftrek worden gebracht.

4. Duur van het besluit: aanpassing bedrag per gereden dag

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De in dit besluit opgenomen regeling is van toepassing vanaf het belastingjaar 2002 en geldt tot wederopzegging vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarin de regeling niet langer zal gelden.

Het bedrag per gereden dag zal jaarlijks in het eerste kwartaal van het desbetreffende jaar worden aangepast aan de hand van de CBS-consumentenprijsindex in januari van dat jaar voor restaurants en cafés in Nederland binnenland respectievelijk Europa (50/50), waarbij het bedrag zal worden afgerond op een veelvoud van € 0,50.

5. Intrekking eerdere besluiten

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De volgende besluiten worden per heden ingetrokken:

  • 14 november 2000, nr. CPP2000/2310M

  • 15 november 2002, nr. CPP2002/3362M

  • 8 april 2003, nr. CPP2003/809M

  • 8 april 2004, nr. CPP2004/617M.

Bijlage

[Regeling vervallen per 07-05-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het vaste bedrag aan verblijfskosten per gereden dag voor transportondernemers als omschreven in onderdeel 2 van dit besluit is voor het jaar:

2001: f 49,00

2002: € 25,00

2003: € 25,50

2004: € 26,00

2005: € 27,00

Naar boven