Planningsbesluit orgaantransplantatie 2005

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 14-02-2007 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2005, houdende vaststelling van het Planningsbesluit orgaantransplantatie 2005

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Deze regeling heeft betrekking op verrichtingen strekkende tot:

    • a. transplantatie van het hart;

    • b. transplantatie van de nier;

    • c. transplantatie van de pancreas;

    • d. transplantatie van de long;

    • e. transplantatie van de lever;

    • f. transplantatie van de dunne darm;

    • g. transplantatie van delen of cellen van de onder a tot en met f genoemde organen;

    • h. implantatie van kunstorganen, voor zover betrekking hebbend op de organen, genoemd onder a tot en met f.

  • 2 De omvang van de behoefte aan verrichtingen, genoemd in het eerste lid, en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien, zijn neergelegd in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van de onderdelen c en f van artikel 1, eerste lid, welke in werking treden op een nader te bepalen tijdstip.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Planningsbesluit orgaantransplantatie 2005.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijbehorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Bijlage

Behoefte aan orgaantransplantatie en de wijze waarop in die behoefte kan worden voorzien

Inleiding

Er zijn in Nederland acht academische centra, waarvan er zeven een vergunning hebben voor één of meer vormen van orgaantransplantatie.

Hierna is een overzicht opgenomen van de huidige spreiding van de verschillende vormen van transplantaties over de academische centra. Daarbij geef ik per vorm van transplantatie mijn opvattingen weer over een eventuele behoefte aan uitbreiding van de centra.

Algemeen

a. harttransplantaties

Harttransplantaties vinden plaats in de academische centra van Utrecht en Rotterdam. Om de verwachte groei van harttransplantaties in de komende jaren op te vangen, is het gewenst om een derde harttransplantatiecentrum aan te wijzen. Het UMCG in Groningen komt daarvoor in aanmerking.

b. niertransplantaties

Er zijn in Nederland zeven academische centra die een vergunning hebben voor niertransplantaties. Dat zijn de centra in Groningen, Rotterdam, Utrecht, Leiden, Nijmegen, Maastricht en Amsterdam (AMC). Vier daarvan (Leiden, Groningen, Rotterdam en Utrecht) voeren daarnaast ook andere vormen van transplantatie uit. De overige drie richten zich alleen op niertransplantaties.

Niertransplantaties met levende donoren vallen onder de reikwijdte van de vergunning. Deze behandelingen worden steeds meer toegepast. Gelet op de huidige capaciteit is er behoefte aan uitbreiding van het aantal niertransplantatiecentra met één centrum. Het VU medisch centrum komt in aanmerking voor een niertransplantatievergunning.

c. pancreastransplantaties

De pancreas wordt veelal in combinatie met de nier getransplanteerd omdat de afstotingsbehandeling bij de transplantatie van de nieren reeds noodzakelijk is. In 2004 vonden er 18 nier-pancreastransplantaties plaats en 4 transplantaties van alleen de pancreas. Omdat het hier een beperkt transplantatieprogram betreft, is een aantal van 2 vergunninghoudende centra ruim voldoende. Het beperken tot het afgeven van één vergunninghouder zou gevaar kunnen opleveren voor de continuïteit in de uitvoering van het transplantatieprogram. De academische centra van Leiden en Groningen zijn de twee centra in Nederland die pancreas- en nier-pancreastransplantatieprogramma’s uitvoeren. In de loop der jaren hebben zij daar veel kennis en ervaring mee opgedaan. Daarom wijs ik het LUMC en het UMCG aan als centra die in aanmerking komen voor een vergunning voor pancreastransplantaties.

d. longtransplantaties

In 2004 zijn in Nederland 54 longtransplantaties verricht, die in de academische centra van Groningen, Utrecht en Rotterdam plaatsvonden. De laatste twee centra hebben een vergunning voor een gecombineerd longtransplantatieprogram. Deze vergunning is in 2001 afgegeven nadat was gebleken dat de situatie van één vergunninghouder (het UMCG) kwetsbaar is voor de continuïteit.

Gelet op het aantal transplantaties per jaar is het aantal van drie centra voor longtransplantaties voldoende en is er op dit moment geen behoefte aan uitbreiding van het aantal centra.

e. levertransplantaties

In 2004 zijn in Nederland 106 levertransplantaties per jaar verricht. Daarvoor hebben drie centra een vergunning. Dat zijn de academische centra van Leiden, Groningen en Rotterdam.

Gelet op het aantal transplantaties per jaar is het aantal van drie centra voor levertransplantaties op dit moment voldoende.

Levertransplantaties met levende donoren is een nieuwe ontwikkeling die internationaal in toenemende mate wordt toegepast. Ook in Nederland is men begonnen met de voorbereidingen hiervoor. De behandeling is nog in ontwikkeling. In Nederland is nog niet veel ervaring met deze vorm van transplantatie opgedaan. De behandeling valt onder de reikwijdte van de vergunning voor levertransplantaties.

f. dunnedarmtransplantaties

Dunnedarmtransplantatie is een voor Nederland nieuwe transplantatievorm. De ervaring is hiermee beperkt. Er moet nog veel onderzoek plaatsvinden. Op basis van de huidige inzichten is in Nederland één centrum voor dunnedarmtransplantaties in beginsel voldoende. Uitbreiding met een eventueel tweede centrum is wenselijk indien beide centra intensief samenwerken bij het uitvoeren van een landelijk transplantatie- en onderzoeksprogram. Vanwege het experimentele karakter van het transplantatieprogram zal alleen een tijdelijke vergunning worden verstrekt.

g. transplantaties van de eilandjes van Langerhans

In het academisch centrum van Leiden vinden de transplantaties – het inbrengen van cellen – van de eilandjes van Langerhans plaats. Vanwege het experimentele karakter is daarvoor een tijdelijke vergunning voor een periode van drie jaar afgegeven. In het belang van het verdere wetenschappelijke onderzoek naar deze transplantatievorm is er ruimte voor het afgeven van een tweede vergunning. Het academische centrum van Groningen heeft reeds aantoonbare expertise opgebouwd met de technische aspecten van de transplantatie van de eilandjes van Langerhans. Om die reden wijs ik het UMCG aan als tweede centrum dat in aanmerking komt voor een tijdelijke vergunning.

h. implantatie van kunstorganen

Op dit moment vindt dit alleen plaats ten aanzien van het hart, in de vorm van Left Ventricular Assist Device (LVAD).

De LVAD is een steunhart, dat in het lichaam wordt geïmplanteerd en verbonden met de linker hartkamer en de aorta. In Nederland is met name onderzoek gedaan naar de toepassing van de LVAD bij patiënten die de tijd tot een harttransplantatie moeten overbruggen (bridge to transplant). Vanwege de raakvlakken met de kennis en de deskundigheid die bij de harttransplantatieteams aanwezig zijn, kunnen de LVAD’s alleen worden toegepast in de academische centra van Rotterdam en Utrecht.

Deze verrichting werd geacht deel uit te maken van de bijzondere interventies aan het hart. Met de inwerkingtreding van de onderhavige regeling wordt deze verrichting onttrokken aan het Planningsbesluit bijzondere interventies aan het hart.

Bijzondere vormen

Transplantatie van een combinatie van organen

Een centrum mag een combinatie van organen inbrengen in een ontvangend lichaam indien het centrum vergunningen heeft voor het transplanteren van de afzonderlijke organen die deel uitmaken van de combinatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om de nier-pancreastransplantaties, de nier-levertransplantaties, de lever-longtransplantaties en de hart-longtransplantaties. Transplantatie van een combinatie van organen vereist aanvullende expertise en deskundigheid. Het is de verantwoordelijkheid van het centrum om erop toe te zien dat aan alle voorwaarden is voldaan om met een transplantatie van een combinatie van organen te starten.

Uitzondering op de hierboven geformuleerde regeling vormt het UMCG. Dit centrum heeft een vergunning voor longtransplantatie. De vergunning is uitgebreid met het verrichten van hart-longtransplantaties. Dit betekent dat er in het UMCG uitsluitend longtransplantaties en hart-longtransplantaties mogen worden uitgevoerd; de gecombineerde hart-longvergunning geldt niet als vergunning voor enkel harttransplantaties.

Orgaantransplantaties bij kinderen

Een vergunning voor een bepaalde vorm van orgaantransplantatie geldt zowel voor de behandeling van volwassenen als van kinderen. Orgaantransplantatie bij kinderen vereist wel aanvullende expertise en deskundigheid. Het is de verantwoordelijkheid van het centrum om erop toe te zien dat aan alle voorwaarden is voldaan om een bepaalde vorm van orgaantransplantatie bij kinderen uit te voeren.

Naar boven