Wet extern klachtrecht

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Wet van 3 februari 2005 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman, alsmede daarmee samenhangende wijziging van de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wet extern klachtrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het, gelet op de artikelen 78a, derde lid, en 107, tweede lid, van de Grondwet wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door een ombudsman, alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een landelijk dekkend stelsel van externe klachtvoorzieningen en in verband daarmee wijzigingen aan te brengen in de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VIb

[Red: Wijzigt de Wet aanvulling Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen.]

Artikel VIg

[Red: Wijzigt de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling.]

Artikel VIh

[Red: Wijzigt de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.]

Artikel VIII

Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel IX

  • 2 Ten aanzien van bestuursorganen van provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen waarop tot de inwerkingtreding van artikel II van deze wet, de Wet Nationale ombudsman niet van toepassing was, stelt de Nationale ombudsman geen onderzoek in voorzover het gaat om gedragingen die plaats vonden voordat artikel II van deze wet in werking was getreden.

Artikel X

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 3 februari 2005

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,

J. W. Remkes

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven