Wijzigingsbesluit Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 11-02-2005 t/m 31-12-2019

Besluit van 25 januari 2005, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 december 2004, nr. AP/PSW/2004/58616 (B50), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs; artikel 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 38a, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 17 januari 2005, nr. W05.04.0603/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 20 januari 2005, nr. AP/PSW/2005/2968 (B50), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs.]

Artikel II. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Op de betrokkene wiens eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte is gelegen voor 1 januari 2004 blijven de artikelen 4, 5, 6, 7, 13, 20, 39, 40, 41, 42 en 43 van toepassing zoals deze luidden op de dag voor de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Bij de vaststelling van de periode van vier weken blijven perioden, waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, buiten beschouwing.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Indien deze datum is gelegen op of na 1 april 2005, werkt het besluit terug tot en met 1 april 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 januari 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,

C. P. Veerman

Uitgegeven de tiende februari 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven