Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 17-04-2005 t/m 31-12-2005

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 december 2004, nr. TRCJZ/2004/6414, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen de aanvragen van LTO-Nederland, het Hoofdproductschap Akkerbouw, NFO, KAVB, en NBvB;

Gezien het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 22 november 2004;

Gezien de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen van 16 en 21 december 2004; 18 november 2004 voor Previcur N;

Gezien de beoordeling van de aanvragen door de Plantenziektenkundige Dienst van 24 en 29 december 2004;

Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel I van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voor handen of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel I van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon die ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Van het verbod van artikel 10, eerste lid, van de wet om te handelen in strijd met de krachtens de artikelen 5, tweede, derde, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 5a, eerste en tweede lid, en 9, tweede en derde lid, vastgestelde voorschriften wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel II van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel II van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing voorzover het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen plaats vindt ten behoeve van de bestrijding van de ziekte of plaag in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voorzover het gehalte aan werkzame stof en de verdere samenstelling, kleur, vorm, afwerking, verpakking, aanduiding en overige vermeldingen op, aan of bij de verpakking van het gewasbeschermingsmiddel zijn aangebracht in overeenstemming met hetgeen daaromtrent is bepaald in:

    • 1°. de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten dan wel de Regeling samenstelling bestrijdingsmiddelen, zoals die voor het betrokken middel op het tijdstip waarop dat middel laatstelijk was toegelaten van kracht waren;

    • 2°. de paragrafen II (samenstelling, vorm en afwerking) en IV (verpakking en etikettering) van het toelatingsbesluit van het college, zoals dat laatstelijk voor het betrokken middel gold, met uitzondering van het wettelijk gebruiksvoorschrift, de gebruiksaanwijzing, de gevaarsaanduiding en de veiligheidsaanbevelingen, en

    • 3°. de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing, zoals die voor de betrokken werkzame stof zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2 De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voor zover de administratieve voorschriften in deel III van de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2005.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de

Directeur-Generaal

,

R.M. Bergkamp

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deel I. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

I.A. Knelpunt Biologische appelteelt – Appelschurft

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Polisolfuro di Calcio

Gehalte werkzame stof: 230 g/l kalkzwavel

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: –

Knelpunt: Appel – Schurft.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van appel, van 15 maart tot en met 30 juni 2005.

Veiligheidstermijn: 30 dagen voor appel.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen en de huid. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Draag een geschikt adembeschermingsmiddel gedurende het legen van de verpakking en het aanmaken van de spuitvloeistof.

  • Spuitnevel niet inademen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.

Toepassing

Appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis).

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen tot en met juni. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering: 15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange, Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25 °C.

Attentie

  • Calcium polysulfide heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt toegepast.

  • Het middel niet vermengd met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen verspuiten.

  • Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

I.B. Knelpunt Appel – Vruchtdunning

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Sevin SL

Gehalte werkzame stof: 480 g/l carbaryl

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 8786 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Appel – Vruchtdunning.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2005 met dien verstande dat maximaal 2 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen de toepassing uitsluitend toegestaan indien:

  • tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm is geplaatst en het windscherm niet wordt bespoten, en/of

  • in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een tunnelspuit, en/of

  • in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een dwarsboomspuit die van een reflectiescherm is voorzien, en/of

  • de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten.

Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing en bij opname door de mond. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, zowel bij toepassen als bij werkzaamheden in behandeld gewas tot 2 weken na de toepassing.

  • Tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Vruchtdunning bij appels

Het middel toepassen na afloop van de bloei. Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning. In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte moet meer vloeistof boven in de boom komen. Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk.

Dosering: 50–200 ml per 100 liter water, afhankelijk van het ras.

Attentie

  • Het juiste bespuitingsmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras.

  • Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben.

I.C. Boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond – bodeminsecten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond – bodeminsecten.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 maart 2005 tot en met 30 september 2005, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van boomkwekerijgewassen en vaste planten, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Teelten in de vollegrond van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.), aardrupsen (larve van Agrotis spp.), engerlingen (larve van Scarabaeidae spp.), wortelduizendpoten (Symp⁠hyla spp.) en springstaarten (Collembola spp.).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

I.D. Bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 april tot en met 31 oktober 2005, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden Freesia.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van Freesia, ter bestrijding van bonenvlieg (Delia platura).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

I.E. Snijbloemen in de vollegrond – emelten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: Snijbloemen in de vollegrond – emelten.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van snijbloemen, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden. Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Teelten in de vollegrond van snijbloemen, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

I.F. Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – wortelduizendpoot

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – wortelduizendpoot.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. op klei-, veen- en zavelgronden;

  • b. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005, en

  • c. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, met dien verstande dat maximaal 10 hectare per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Symphyla spp.). Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

I.G. Bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 maart tot en met 30 november 2005, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier door middel van een grondbehandeling ten behoeve van de vollegrondsteelt van bloembollen en bolbloemen, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Bloembollen en bolbloemen, tegen ritnaalden (larven van Agrotes spp.) en emelten (larven van vnl. Tipula spp.). Deze bodeminsecten treden vooral op bij teelten op gescheurd grasland. Als aantasting wordt verwacht kan tijdens het planten het middel in de open regel worden gestrooid en in één arbeidsgang worden ondergewerkt. Bij gladiolen wordt door een behandeling tevens bonenvlieg (Delia platura) bestreden.

Dosering: 32 kg/ha.

Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

II.A. Knelpunt Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als gewasbehandeling in de bedekte teelt van groene potplanten vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005 met maximaal 2 toepassing(en) per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen, en gewaswerkzaamheden.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken. Direct een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 °C behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudo-coccidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.B. Knelpunt Peterselie – Valse meeldauw

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Peterselie – Valse meeldauw.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel, met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen:

  • a. in de teelt onder glas van peterselie vanaf 1 september tot en met 30 november 2005.

  • b. in de vollegrondsteelt van peterselie vanaf 1 april tot en met 30 november 2005.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 weken voor peterselie.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Maximaal per dag 0,5 ha behandelen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Peterselie, ter voorkoming van valse meeldauw (Plasmopara spp.).

Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.

Dosering: 0,5% (500 ml middel per 100 liter water).

II.C. Knelpunt Spaanse peper – spint en trips

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Spaanse peper – spint en trips.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte en grondgebonden teelt van Spaanse peper vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005, waarbij voor de periode van 1 november 2005 tot 31 december 2005 geldt dat het gebruik uitsluitend toegestaan is vóór de bloei voor zetting.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid en is irriterend voor de ogen. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie (P2-voorfilter + A2-koolfilter).

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:

  • Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven.

  • Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.

  • Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen voor Spaanse peper.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel bestrijdt spint (volwassen mijten en onvolwassen stadia) en trips. Het maximale effect tegen spint wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae).

Toepassen zodra schade wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen.

Het middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,025% (25 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis). Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.D. Knelpunt Radijs onder glas – mineervlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Radijs – mineervlieg Vertimec.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte teelt van radijs in de periode van 1 maart tot en met 31 december 2005.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid en is irriterend voor de ogen. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie (P2-voorfilter + A2-koolfilter).

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:

    • Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven.

    • Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.

    • Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen voor radijs.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel bestrijdt alle larvale stadia van de mineervlieg. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.

Toepassingen

In de bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van larven van mineervlieg (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. Bryoniae).

Toepassen zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 2x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1000 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.E. Knelpunt Kool (rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool, en broccoli) – melige koolluis en perzikluis

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Admire

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 11483 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: kool (rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool, en broccoli) – melige koolluis en perzikluis.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als een traybehandeling vóór het planten van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, sluitkool, broccoli en spruitkool met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2005.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen. Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool en broccoli, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.

Dosering: 5 gram middel per 1000 planten.

Attentie

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weg.

II.F. Knelpunt Bloementeelt van dahlia’s – spint

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Nissorun Vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 250 g/l hexythiazox

Toelatingsnummer: 10379 N

Toelatingshouder: Certis Europe B.V.

Knelpunt: Bloementeelt van dahlia’s – spint.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel in de bloementeelt van Dahlia in de periode 1 mei tot en met 30 september 2005, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het niet handmatig toegepast mag worden en dat er neerwaarts gespoten dient te worden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Stof en spuitnevel niet inademen.

  • Aanraking met de ogen vermijden.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel is werkzaam tegen eieren en alle larvenstadia van spintmijten. De werking tegen volwassen spintmijten is beperkt. Het middel heeft een trage aanvangswerking.

Om de kans op ontwikkeling van resistentie te verkleinen heeft het de voorkeur dat het middel wordt afgewisseld met andere daarvoor toegelaten middelen met een ander werkingsmechanisme of gecombineerd met deze middelen wordt toegepast.

Het middel toepassen met voldoende water om optimale bevochtiging te bereiken van zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren.

Toepassingen

Bloementeelt van dahlia’s, ter bestrijding van spint (Tetranchidae). Een bespuiting uitvoeren zodra een beginnende aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7–10 dagen herhalen.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).

Attentie

Om zichtbaar residu te voorkomen desgewenst een uitvloeier toevoegen. Het verdient aanbeveling middels een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling verdraagt.

II.G. Knelpunt Andijvie en radicchio rosso – bladluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer Copscience B.V.

Knelpunt: Andijvie en Radicchio rosso – bladluizen.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden in de periode van 1 mei tot en met 30 september 2005 ten behoeve van de onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso ter voorkoming van aantasting door insecten.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Draag als adembeschermingsmiddel een volgelaatsmasker met verse luchttoevoer tijdens het gebruik (mengen, laden, afzakken en schoonmaken doseersysteem).

  • In geval van inslikken, onmiddellijk arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

Volgteelt

Na de teelt van andijvie en Radicchio rosso, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, andijvie, radicchio rosso of een niet-consumptiegewas. Als andijvie en Radicchio rosso eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Gaucho is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid.

Toepassingen

Onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).

Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand. In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden gespoten met een daarvoor toegelaten middel.

Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.

Waarschuwing

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden. Bij combinatie met andere insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd.

Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.H. Knelpunt zaadteelt van Veldbeemdgras – straatgras

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Boxer

Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb

Toelatingsnummer: 10701 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV

Knelpunt: Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober 2005 in de zaadteelt van veldbeemdgras. Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding.

  • Draag geschikte handschoenen.

  • Draag tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:

    • Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is voorgeschreven.

    • Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.

    • Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten, paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente), knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeet-mij-niet, echte kamille en hennepnetel. Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt. Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden wordt een tankmengsel aanbevolen.

Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.

Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel. Waterhoeveelheid: 200–400 liter per hectare.

Toepassingen

In de zaadteelt van veldbeemdgras ter bestrijding van straatgras. Het middel toepassen na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerstejaars graszaad. Het tijdstip hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer dan het grotere.

Dosering: 4 l middel per hectare.

II.I. Knelpunt bollen – schimmels

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Jet 5

Gehalte werkzame stof: 220 g/l waterstofperoxide, 55 g/l perazijnzuur

Toelatingsnummer: 12134 N

Toelatingshouder: Certis Europe B.V.

Knelpunt: Dompeling van bollen tegen schimmelaantastingen.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel ten behoeve van de teelt van bollen, waaronder tulpen, vanaf 1 maart tot en met 31 december 2005, door middel van een dompeling. Dit middel is schadelijk bij inademing en aanraking met de huid. Het middel is giftig bij opname door de mond en kan ernstige brandwonden en oogletsel veroorzaken. Ook is er ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten toestand. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Gesloten verpakking op een koele plaats bewaren.

  • Verwijderd houden van brandbare materialen, zuren, reducerende stoffen en metaalzouten.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Deze stof en de verpakking op veilige wijze afvoeren.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Jet 5 is een middel op basis van een krachtige oxidator.

Voorkom tijdens het gebruik opspatten en nevelvorming.

Metalen zoals koper, brons, aluminium en zink kunnen bij toepassing verkleuren.

Toepassingen

Plantgoedbehandeling van bollen, ter voorkoming van diverse schimmelaantastingen, waaronder zuur bij tulp (Fusarium spp). De bollen gedurende 15 minuten dompelen. Bij voorkeur een behandeling uitvoeren kort na de oogst of voor het in bewaring brengen. Het product niet mengen met fungiciden.

Dosering: 0,5% (500 ml per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen plantgoed steeds uitgegaan van een standaard ontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II.J. Knelpunt Plantgoedbehandeling lelie – bollenmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Plantgoedbehandeling lelie tegen bollenmijt.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel bij plantgoedbehandeling ten behoeve van de teelt van lelie vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005. Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen, en gewaswerkzaamheden.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken. Direct een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 °C behandelen. Het middel is geschikt voor de bestrijding van mijten bij plantgoed. De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.

Toepassingen

Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini). De schubben, kort na de oogst en vóór het in bewaring brengen, dompelen in een oplossing van het middel.

Na het dompelen de schubben opslaan bij een temperatuur van 10 tot 23 graden (of hoger) en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde schubben afdekken met plastic.

Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II.K. Spaanse pepers – Phytophthora

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l prop⁠amocarbhydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Spaanse pepers – Phytophthora.

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse pepers in de periode van 1 september tot en met 31 december 2005.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Spaanse peper in grondgebonden bedekte teelt, ter voorkoming van uitval door Phytophthora.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed).

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water) per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten.

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100–150 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.L. Adijvie onder glas – voetrot

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l prop⁠amocarbhydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Andijvie – Voetrot.

Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de bedekte teelt van andijvie vanaf 1 september tot en met 31 oktober 2005.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 weken.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Andijvie in de bedekte teelt, ter voorkoming van voetrot.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed).

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken.

Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten.

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.M. Knelpunt: bloeiende potplanten en orchideeën onder glas-, wol- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Actellic 50

Gehalte werkzame stof:

500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer:

6469 N

Toelatingshouder:

Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt:

Bloeiende potplanten en orchideeën onder glas tegen wol- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel middels gewasbehandeling in de bedekte teelten van orchideeën en bloeiende potplanten, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen én alléén in de vegetatieve fase van de planten, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond en irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 °C behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van orchideeën en bloeiende potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae) en schildluis (o.a. Aspidiotus nerii). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering:

0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook potplanten) is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.N. Knelpunt: Spitskool, bloemkool, broccoli – koolgalmug

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Admire

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

11483 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience BV

Knelpunt:

Spitskool, bloemkool, broccoli – koolgalmug

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart tot en met 31 augustus 2005 met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van spitskool, bloemkool, en broccoli als traybehandeling vóór het planten.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.

Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Het middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Attentie:

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Spitskool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii):

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.

Dosering:

5 gram middel per 1000 planten.

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.

II.O. Knelpunt: chinese kool – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Admire

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

11483 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience BV

Knelpunt:

Chinese kool- bladluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart tot en met 31 augustus 2005 met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van Chinese kool, als traybehandeling vóór het planten.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.

Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Het middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Attentie:

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Chinese kool, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.

Dosering:

5 gram middel per 1000 planten.

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.

II.P. Knelpunt: knolvenkel – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof:

360 g/l clomazone

Toelatingsnummer:

12148 N

Toelatingshouder:

Belchim Crop Protection

Knelpunt:

knolvenkel – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2005, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de onbedekte teelt van knolvenkel.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

Onbedekte teelt van knolvenkel, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen kort na het planten of na het zaaien van het gewas.

Dosering:

0,25 L middel per hectare.

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode rond de toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard en hebben in het onderzoek nimmer negatieve effecten op de opbrengst veroorzaakt.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan wordt afgeraden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

II.Q. Knelpunt: rabarber – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof:

360 g/l clomazone

Toelatingsnummer:

12148 N

Toelatingshouder:

Belchim Crop Protection

Knelpunt:

rabarber – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, vanaf 1 maart tot en met 31 juli 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen,

in de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaars teelten van rabarber.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

In de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaarsteelten van rabarber, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen rondom opkomst van het gewas.

Dosering:

0,25 L middel per hectare.

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode rond de toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard en hebben in het onderzoek nimmer negatieve effecten op de opbrengst veroorzaakt.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan wordt afgeraden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

II.R. Knelpunt: Onkruid in de teelt van vaste planten

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Goltix WG

Gehalte werkzame stof:

70% metamitron

Toelatingsnummer:

8629 N

Toelatingshouder:

Makhteshim-Agan Holland B.V.

Knelpunt:

Onkruid in de teelt van vaste planten

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van vaste planten in de volle grond.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte van minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Teelt van vaste planten in de vollegrond, toepassen na-opkomst. Goede ervaringen zijn opgedaan in Salvia, Pulmonaria, Achilea, Hosta en Hemerocallis.

Dosering:

1–2 kg/ha.

N.B. voor alle toepassingen in vaste planten geldt:

  • Beproef Goltix WG altijd eerst op een kleine oppervlakte alvorens meerdere plekken te behandelen.

  • Goltix WG niet toepassen op spuittuinen en diepgeploegde zandgronden.

  • Spuiten op een droog gewas en niet kort na of voor nachtvorst.

  • Op de dag van spuiten moet het droog weer zijn.

  • Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG wisselvallig.

N.B. Voor alle toepassingen in vaste planten geldt: Indien hem geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken of het middel wordt verdragen. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.

II.S. Knelpunt: prei-trips

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof:

500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer:

11720 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

prei – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005 met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen:

in de productieteelt van prei, mits:

  • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot.

  • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, of

  • een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte van minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en andere niet-doelwit-arthropoden. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief worden bezocht door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is giftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel voor de ogen.

  • Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.

  • Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.

  • Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

In de productieteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering:

eerste bespuiting 1,5 l/ha, volgbespuiting 1,0 l/ha.

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.T. Knelpunt: zaadteelt van veldbeemdgras – onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Targa Prestige

Gehalte werkzame stof:

50 g/l quizalofop-P-ethyl

Toelatingsnummer:

11155 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

zaadteelt van veldbeemdgras – onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 september tot en met 31 oktober 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de graszaadteelt van veldbeemdgras.

Binnen 4 weken na behandeling mag niet worden beweid of gemaaid ten behoeve van voederdoeleinden.

Het middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing, irriterend voor de huid, kan ernstig oogletsel en overgevoeligheid bij contact met de huid veroorzaken en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Targa Prestige is een systemisch contactherbicide dat door het blad wordt opgenomen. Targa Prestige bevat de werkzame stof quizalofop-P-ethyl, afkomstig uit de groep van fenoxypropionverbindingen. Het werkingsmechanisme berust op remming van de vetzuursynthese. Na opname verspreidt het middel zich door de gehele plant (inclusief eventuele wortelstokken). Het hoopt zich op in het groeipunt van de planten waar, na ongeveer één week, de eerste afstervingsverschijnselen zichtbaar worden. De onkruiden kwijnen langzaam weg; volledige afsterving wordt pas na 3-4 weken bereikt.

Targa Prestige bestrijdt onkruidgrassen zoals duist, windhalm, hanenpoot, wilde haver, opslag van raaigrassen, graanopslag en kweek. Hergroei van kweek wordt in belangrijke mate tegengegaan. De werking op straatgras is onvoldoende.

Eénjarige grassen en graanopslag zijn tot in de uitstoelingsfase gevoelig voor Targa Prestige, maar kunnen het best in het 3-5-bladstadium worden bestreden. Kweek wordt het best bestreden bij een lengte vanaf 15 cm. Bestrijding is mogelijk zo lang het gewas niet te groot is om onkruiden goed te raken.

Toepassingen

Graszaadteelt van veldbeemdgras, ter bestrijding van graanopslag.

Bij voorkeur een toepassing uitvoeren rond half oktober. Het gewas moet goed ontwikkeld en gezond zijn.

Dosering:

0,2 liter per hectare.

De toevoeging van uitvloeier (0,5 liter per hectare Agral) verbetert de werking.

II.U. Knelpunt: spruitkool-bietencystenaaltje

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Vydate 10G

Gehalte werkzame stof:

10% oxamyl

Toelatingsnummer:

12409 N

Toelatingshouder:

Du Pont de Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt:

spruitkool – bietencystenaaltje

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als grondbehandelingsmiddel vanaf 1 april tot en met 30 juni 2005 ter bestrijding van aaltjes met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de teelt van:

spruitkool in de vollegrond, met dien verstande dat het middel in één arbeidsgang wordt toegepast en ingewerkt en dat maximaal 5 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel is vergiftig bij opname door de mond en vergiftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht genomen worden:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Draag een geschikte adembescherming gedurende het mengen en laden van het middel.

  • Deze stof en de verpakking op veilige wijze afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Vydate 10G is een systemisch werkend middel in granulaatvorm dat insecten- en aaltjesdodende eigenschappen bezit. Het wordt in de grond gebracht en van daaruit door de plantwortels opgenomen en in de plant verspreid.

De volgende soorten worden onder andere bestreden: Bietencystenaaltjes, vrijlevende aaltjes, wortelknobbelaaltjes, aardappelcystenaaltjes, wortellesieaaltjes, bietenkevertje, springstaarten.

Toepassingen

Teelt in de vollegrond van spruitkool, ter bestrijding van bietencystenaaltjes.

Vydate 10G moet homogeen worden verdeeld. Het vereist goed afgestelde strooiapparatuur om niet behandelde gedeelten en overdosering te vermijden. Ter beperking van schade door bietencystenaaltjes het middel kort voor het uitplanten strooien en direct inwerken met een frees of een ander werktuig waarmee een gelijkmatige menging wordt bereikt.

Dosering:

40 kg per hectare.

II.V. Knelpunt: aardbeien – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Vertimec

Gehalte werkzame stof:

18 g/l abamectine

Toelatingsnummer:

10020 N

Toelatingshouder:

Syngenta Crop Protection

Knelpunt:

Aardbei ter bestrijding van trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel van 1 maart tot en met 31 oktober 2005 met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte productieteelt van aardbei.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag Volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter))

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen voor aardbei.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Algemeen

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per ha. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de bedekte productieteelt van aardbei, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).

Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 3 maal per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering:

0,05% (50 ml per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.W. Knelpunt: Biologische appel – appelbloesemkever

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Spruzit vloeibaar

Gehalte werkzame stof:

160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer:

7229 N

Toelatingshouder:

W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt:

Biologische appel – appelbloesemkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 april tot en met 30 april 2005 met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van appels.

In verband met het risico voor waterorganismen dient tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

Het middel is ontvlambaar. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het risico hierop is verwaarloosbaar klein, indien de veiligheidsaanbevelingen gevolgd worden. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel voor de ogen.

  • Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.

  • Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.

  • Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Biologische teelt van appels, ter bestrijding van de appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur overdag, op een zonnige dag spuiten aangezien dan de kevers het meest actief zijn. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering:

0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.X. Knelpunt: Biologische pruim – melige pruimenluis

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam:

Spruzit vloeibaar

Gehalte werkzame stof:

160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer:

7229 N

Toelatingshouder:

W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt:

Biologische pruimmelige pruimenluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen: in de biologische teelt van pruimen vanaf 1 april tot en met 30 juni 2005.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en/of bij toepassing na 1 mei dient tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Het middel is ontvlambaar. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het risico hierop is verwaarloosbaar klein, indien de veiligheidsaanbevelingen gevolgd worden. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel voor de ogen.

  • Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.

  • Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.

  • Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Gebruiksaanwijzing

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Toepassingen

Biologische teelt van pruimen, ter bestrijding van de melige pruimenluis (Hyalopterus pruni).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden; in het bijzonder de onderkant van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering:

0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.Y. Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Ethrel-A

Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon

Toelatingsnummer: 6355 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal (dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 1,2 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2005.

Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Een bescherming voor de ogen dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor zure kers.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter spuitvloeistof is daarom aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas en als niet direct regen wordt verwacht.

Toepassingen

Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.

Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.

Dosering

0,75 l middel per ha

II.Z. Knelpunt: Pruim – pruimeroest

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Folicur

Gehalte werkzame stof: 25% tebuconazool

Toelatingsnummer: 11765 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Pruim – pruimeroest

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van pruim vanaf 1 juli tot en met 31 augustus 2005, waarbij langs watergangen de toepassing alleen is toegestaan indien het middel verspoten wordt met een tunnelspuit met maximaal 1000 l water/ha of tussen de boomgaard en de watergang een windsingel is geplaatst.

Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor pruim.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel mag in het kader van resistentiemanagement maximaal 3 keer per seizoen worden toegepast.

Toepassingen

Pruim, ter bestrijding van pruimeroest (Tranzchelia pruni-spinosa).

De eerste bespuiting uitvoeren zodra de eerste aantasting zichtbaar wordt. De behandeling afhankelijk van de druk herhalen.

Dosering

0,05% (50 gram middel per 100 liter water)

II.AA. Knelpunt: Boerenkool – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Boerenkool – bladluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling van zaden met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boerenkool vanaf 1 mei tot en met 31 juli 2005.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Na de teelt van boerenkool, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als boerenkool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gaucho is een systemisch insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boerenkool, ter voorkoming van aantasting door melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus percsicae).

Dosering

215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.AB. Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van sluitkool vanaf 1 juli tot en met 30 september 2005, mits

  • a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;

  • d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor sluitkool.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van niet-doelwit arthropoden.

Toepassingen

Sluitkool, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 L middel per ha

Volgbespuiting: 1,0 L middel per ha

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.

II.AC. Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.

Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia en de onbedekte bloemzaadteelt vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluitin de Staatscourant tot en met 30 juni 2005.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar. Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij toepassingen na opkomst is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend toepassingen na opkomst. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van bloemenzaad, toepassen voor- en na-opkomst van het gewas eventueel in combinatie met andere middelen.

Dosering

3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS

N.B. voor de toepassingen in de bloemenzaadteelt geldt:

Beproef Goltix WG altijd eerst op een kleine oppervlakte alvorens meerdere plekken te behandelen.

Onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia. Toepassen voor en na opkomst van het gewas, eventueel in combinatie met andere middelen.

Dosering:

3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS.

N.B. Voor alle toepassingen in bloemenzaadteelt en buitenbloemen geldt: Indien hem geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken of het middel wordt verdragen. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.

II.AD. Knelpunt: Sla – valse meeldauw

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Acrobat DF

Gehalte werkzame stof: 667 g/kg mancozeb en 75 g/kg dimethomorph

Toelatingsnummer: 12518 N

Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.

Knelpunt: Sla – valse meeldauw

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 31 oktober 2005 in de onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.) met uitzondering van veldsla.

Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden; vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Stof niet inademen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.), ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae).

Het tijdstip van de bespuiting is afhankelijk van de infectiedruk en de weersomstandigheden. Bremia lactucae kan zich onder vochtige omstandigheden en temperaturen rond de 20 °C explosief verspreiden. In veel gevallen dient binnen 10 dagen na het planten een bespuiting te worden toegepast. Indien nodig de bespuiting herhalen met een spuitinterval van 7–12 dagen.

Dosering

2,2 kg middel per ha.

II.AE. Knelpunt: Kersen – kersenvlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Danadim Progress

Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat

Toelatingsnummer: 9978 N

Toelatingshouder: Cheminova A/S

Knelpunt: Kersen – kersenvlieg

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van kersen vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2005.

In verband met het off-field risico voor nuttige insecten en mijten is toepassing uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel of dient er gebruik gemaakt te worden van een tunnelspuit of dient tussen aangrenzende percelen en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan twee weken.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

Kersen, ter bestrijding van de kersenvlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens).

Dosering

0,75 liter middel per ha.

II.AF. Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met gebruikmaking van driftreducerende doppen van 90% met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen

in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en vogels. Niet toegestaan is toepassing in gewassen of op plaatsen waar bijen, hommels en vogels actief naar voedsel zoeken. Niet toegestaan is toepassing wanneer er bloeiende gewassen of bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas;

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep;

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen;

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen;

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen;

  • Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen;

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval van 7–14 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds omdat de kevers ’s nachts actief zijn.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water)

II.AG. Knelpunt: Knolselderij – wantsen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Perfekthion

Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat

Toelatingsnummer: 6169 N

Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.

Knelpunt: Knolselderij – wantsen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van knolselderij vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2005

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 21 dagen voor knolselderij.

Toepassing met behulp van van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en kan ernstig oogletsel veroorzaken. Bij langdurige blootstelling bij opname door de mond is er gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan na verslikken longschade veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In onbedekte teelt van knolselderij, ter bestrijding van wantsen.

Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.

Dosering

0,5 liter per hectare

II.AH. Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Shirlan

Gehalte werkzame stof: 500 g/l fluazinam

Toelatingsnummer: 12205 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van ginseng vanaf 1 mei tot en met 30 september 2005

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dit middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Shirlan, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Ginseng, ter voorkoming van aantasting door Phytophthora cactorum.

Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas en het weer. Meestal wordt na opkomst van het gewas met de bespuiting begonnen. Afhankelijk van de weersomstandigheden dienen de behandelingen om de 7–10 dagen te worden herhaald.

Dosering

0,4 liter per hectare

II.AI. Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience BV

Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van de zaadproductie en de veredeling van prei vanaf 1 mei tot en met 31 oktober 2005 en in de onbedekte veredelingsteelt van prei vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005 mits:

  • a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;

  • d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en andere niet-doelwit-arthropoden. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief worden bezocht door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is giftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In de bedekte en onbedekte veredelingsteelt en de bedekte zaadteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Thrips frankliniella)

Dosering:

Eerste bespuiting: 1,5 L/ha

Volgbespuiting: 1,0 L/ha

De bespuiting zonodig maximaal 3 maal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.AJ. Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen mits alléén toegepast op een niet bloeiend gewas vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van niet-doelwit arthropoden.

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Frankliniella occidentalis).

Alléén toepassen op een niet bloeiend gewas.

Bij aanwezigheid van trips een bespuiting toepassen. De bespuiting zonodig éénmalig na 7 tot 10 dagen herhalen.

Dosering

0,1% (100 ml/100 l water)

Gewasverdraagzaamheid

Indien nog een ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting te worden uitgevoerd teneinde de gewasverdraagzaamheid van het gewas te testen.

II.AK. Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mycotal

Gehalte werkzame stof: 1010 sporen Verticillium lecanii per gram

Toelatingsnummer: 10980 N

Toelatingshouder: Koppert BV

Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005

Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt in acht nemen.

Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.

Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas, wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.

Werking

Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor infectie van insecten zorg kunnen dragen.

Klimaatsomstandigheden

De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

relatieve luchtvochtigheid: ≥ 75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;

temperatuur: 18–30°C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na de behandeling.

Bereiding spuitvloeistof

De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20°C in een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik 3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsen.

Spuitapparatuur

Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.

Menging

Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of drie dagen na toepassing van Mycotal.

Toepassingen

Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips

Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer herhalen met een interval van ± 7 dagen.

Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden. Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende gewassen.

Dosering

0,1% (100 gram middel per 100 liter water)

II.AL. Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2005

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat de spuitvloeistof is opgedroogd.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie (P2-voorfilter + A2-koolfilter).

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten (Eriophyidae).

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.

Dosering:

0,025% (25 ml per 100 liter water).

II.AM. Knelpunt: Meekrap – onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: LONTREL 100

Gehalte werkzame stof: 100 g/l clopyralid

Toelatingsnummer: 11526 N

Toelatingshouder: Dow AgroSciences BV

Knelpunt: Meekrap – onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van meekrap in de periode van twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 juli.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding

  • Niet roken tijdens gebruik

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van ±15ºC en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25ºC of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.

Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 l/ha

Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.

Toepassingstijdstip.

Stadium van de akkerdistel: ± 15–30 cm, vóórdat de bloemknop is gevormd.

Stadium van de melkdistel: 6 á 10 bladeren.

Dosering:

Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 l water).

Met een veldspuit: 1,5 L/ha voor de te behandelen perceelsgedeelten.

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.

Toepassingstijdstip.

Bij voorkeur spuiten op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.

Dosering

Direct na het planten: volvelds 1,5 L/ha Lontrel 100

Gedurende het groeiseizoen van het gewas: 3 x 0,5 L/ha Lontrel 100.

II.AN. Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Titus

Gehalte werkzame stof: 25% rimsulfuron

Toelatingsnummer: 11393 N

Toelatingshouder: Dupont De Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2005, mits niet meer dan 70 gram middel per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.

Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag op speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium blijkt erg gevoelig.

Toepassingen

Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.

Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het kiemlobstadium.

Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.

Dosering

Maximaal 30 gram/ha per toepassing en maximaal 70 gram/ha per teelt of teeltseizoen. Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.

II.AO. Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV

Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per jaar in de onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2005.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen. Het middel kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei, ter bestrijding van onkruiden.

Toepassen na het uitplanten (op kleine onkruiden), eventueel in combinatie met fenmedifam.

Dosering

1 kg Goltix WG per ha

Deel III. Administratieve voorschriften, bedoeld in artikel 5, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1. Fabrikanten, importeurs en handelaren houden in een daartoe bestemd register met betrekking tot de door hen in voorraad gehouden, ontvangen of afgeleverde hoeveelheden van de in deel I van deze bijlage vermelde gewasbeschermingsmiddelen op overzichtelijke wijze en naar waarheid de volgende gegevens bij:

    • a. de naam, zoals die op de verpakking is vermeld, en het nummer van het middel, zoals voor dat middel aangegeven in deel I van deze bijlage;

    • b. de voorraad op de datum waarop dit besluit in werking treedt;

    • c. de geleverde hoeveelheid per levering, met vermelding van de datum van de levering;

    • d. de afgenomen hoeveelheid voorraad, niet zijnde de geleverde hoeveelheid, met vermelding van de datum waarop die afname heeft plaatsgevonden;

    • e. de van leveranciers ontvangen hoeveelheid per aflevering, met vermelding van de datum waarop de aflevering heeft plaatsgevonden;

    • f. de toegenomen hoeveelheid voorraad, met vermelding van de datum waarop de toename heeft plaatsgevonden;

    • g. de naam, het adres en de woonplaats van de leverancier, onderscheidenlijk afnemer, van het gewasbeschermingsmiddel;

    • h. de voorraad op de datum met ingang waarvan dit besluit vervalt.

  • 2. De in punt 1 bedoelde gegevens, met uitzondering van de in punt 1, onder b, bedoelde gegevens, worden in het register opgenomen binnen 3 dagen nadat de voorraadmutatie heeft plaatsgevonden of het gewasbeschermingsmiddel is ontvangen of geleverd. Het in punt 1, onder b, bedoelde gegeven wordt binnen één maand na de aldaar aangegeven datum in het register opgenomen.

  • 3. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren bewaren alle desbetreffende aantekeningen en bescheiden, waaronder mede begrepen nota’s, brieven en andere bewijsstukken, boeken, registers of andere hulpmiddelen waarin die gegevens zijn vastgelegd, op overzichtelijke wijze gedurende zeven kalenderjaren gerekend vanaf het tijdstip van hun opstelling of verkrijging.

  • 4. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren die tevens toelatinghouders zijn, verstrekken aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit binnen drie maanden na afloop van de periode van vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel door middel van het formulier dat is vastgesteld in de bijlage bij de Regeling administratievoorschriften gewasbeschermingsmiddelen 2001:

    • a. per geleverd gewasbeschermingsmiddel dat voor gebruik in Nederland bestemd is, de naam, het toelatingsnummer en de geleverde hoeveelheid in kilogrammen of liters;

    • b. per hoeveelheid geleverd gewasbeschermingsmiddel, de hoeveelheid werkzame stof, gespecificeerd naar werkzame stof in kilogrammen.

  • 5. Het in punt 4 bepaalde is niet van toepassing op fabrikanten, importeurs en handelaren indien binnen de gestelde termijn de gegevens over de door hen afgeleverde hoeveelheid werkzame stoffen, gespecificeerd naar werkzame stof, door de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, Nefyto, onderscheidenlijk de vereniging Agrodis aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden verstrekt.

Naar boven