Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
II.A. Knelpunt Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Actellic 50
Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl
Toelatingsnummer: 6469 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als gewasbehandeling
in de bedekte teelt van groene potplanten vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005
met maximaal 2 toepassing(en) per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat het
middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater
terecht kan komen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen
en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven,
vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de
ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen,
en gewaswerkzaamheden.
-
– Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.
-
– Bij inslikken niet het braken opwekken. Direct een arts raadplegen (indien mogelijk
hem dit etiket tonen).
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel
kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 °C behandelen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudo-coccidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii)
en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae).
Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling
maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.
Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).
N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het
middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van
een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster)
en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting
uit te voeren.
II.B. Knelpunt Peterselie – Valse meeldauw
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Peterselie – Valse meeldauw.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel, met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen:
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
3 weken voor peterselie.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
– Maximaal per dag 0,5 ha behandelen.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels,
die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora-
en Aphanomyces-soorten.
Toepassingen
Peterselie, ter voorkoming van valse meeldauw (Plasmopara spp.).
Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling
maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.
Dosering: 0,5% (500 ml middel per 100 liter water).
II.C. Knelpunt Spaanse peper – spint en trips
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Spaanse peper – spint en trips.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte
en grondgebonden teelt van Spaanse peper vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005,
waarbij voor de periode van 1 november 2005 tot 31 december 2005 geldt dat het gebruik
uitsluitend toegestaan is vóór de bloei voor zetting.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
– een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
– een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).
Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde
onder veiligheidsaanbevelingen.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen
strikt in acht nemen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen
dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid
en is irriterend voor de ogen. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat
de spuitvloeistof is opgedroogd.
-
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.
-
– Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie
(P2-voorfilter + A2-koolfilter).
-
– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te
worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en
op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke
zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is
voorgeschreven.
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.
-
– Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een
KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen
voor Spaanse peper.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel bestrijdt spint (volwassen mijten en onvolwassen stadia) en trips. Het
maximale effect tegen spint wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit
het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven-
als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.
Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae).
Toepassen zodra schade wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen.
Het middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.
Dosering: 0,025% (25 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per
ha.
In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis). Toepassen zodra
larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal
4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.
Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per
ha.
Attentie
Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product
wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie
tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.
II.D. Knelpunt Radijs onder glas – mineervlieg
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Radijs – mineervlieg Vertimec.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte
teelt van radijs in de periode van 1 maart tot en met 31 december 2005.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
– een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
– een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).
Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde
onder veiligheidsaanbevelingen.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen
strikt in acht nemen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen
dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid
en is irriterend voor de ogen. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat
de spuitvloeistof is opgedroogd.
-
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.
-
– Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie
(P2-voorfilter + A2-koolfilter).
-
– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te
worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en
op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke
zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is
voorgeschreven.
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.
-
– Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een
KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen
voor radijs.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel bestrijdt alle larvale stadia van de mineervlieg. Verspuit het middel onder
hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde
van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.
Toepassingen
In de bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van larven van mineervlieg (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis,
L. Bryoniae).
Toepassen zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig
herhalen. Het middel maximaal 2x per teelt toepassen met een interval van minimaal
7 dagen.
Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1000 liter water per
ha.
Attentie
Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product
wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie
tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.
II.E. Knelpunt Kool (rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool,
en broccoli) – melige koolluis en perzikluis
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Admire
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 11483 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: kool (rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool,
en broccoli) – melige koolluis en perzikluis.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als een traybehandeling
vóór het planten van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, sluitkool, broccoli
en spruitkool met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf 1 februari
tot en met 31 augustus 2005.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond. Het volgende moet daarom in acht
worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Volgteelt
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die
volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen. Deze restrictie
geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De
werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.
Toepassingen
Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, spruitkool, sluitkool en broccoli, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend
de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten
met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.
Dosering: 5 gram middel per 1000 planten.
Attentie
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal
weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand
laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3
weken weg.
II.F. Knelpunt Bloementeelt van dahlia’s – spint
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Nissorun Vloeibaar
Gehalte werkzame stof: 250 g/l hexythiazox
Toelatingsnummer: 10379 N
Toelatingshouder: Certis Europe B.V.
Knelpunt: Bloementeelt van dahlia’s – spint.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel in de bloementeelt
van Dahlia in de periode 1 mei tot en met 30 september 2005, met maximaal 2 toepassingen
per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het niet handmatig toegepast mag
worden en dat er neerwaarts gespoten dient te worden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Stof en spuitnevel niet inademen.
-
– Aanraking met de ogen vermijden.
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel is werkzaam tegen eieren en alle larvenstadia van spintmijten. De werking
tegen volwassen spintmijten is beperkt. Het middel heeft een trage aanvangswerking.
Om de kans op ontwikkeling van resistentie te verkleinen heeft het de voorkeur dat
het middel wordt afgewisseld met andere daarvoor toegelaten middelen met een ander
werkingsmechanisme of gecombineerd met deze middelen wordt toegepast.
Het middel toepassen met voldoende water om optimale bevochtiging te bereiken van
zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren.
Toepassingen
Bloementeelt van dahlia’s, ter bestrijding van spint (Tetranchidae). Een bespuiting uitvoeren zodra een beginnende
aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7–10 dagen herhalen.
Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).
Attentie
Om zichtbaar residu te voorkomen desgewenst een uitvloeier toevoegen. Het verdient
aanbeveling middels een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling
verdraagt.
II.G. Knelpunt Andijvie en radicchio rosso – bladluizen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Gaucho Tuinbouw
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 12341 N
Toelatingshouder: Bayer Copscience B.V.
Knelpunt: Andijvie en Radicchio rosso – bladluizen.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden in
de periode van 1 mei tot en met 30 september 2005 ten behoeve van de onbedekte teelt
van andijvie en Radicchio rosso ter voorkoming van aantasting door insecten.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Draag als adembeschermingsmiddel een volgelaatsmasker met verse luchttoevoer tijdens
het gebruik (mengen, laden, afzakken en schoonmaken doseersysteem).
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
-
– Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.
Volgteelt
Na de teelt van andijvie en Radicchio rosso, die direct gezaaid worden op het zaaibed,
zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool,
boerenkool, andijvie, radicchio rosso of een niet-consumptiegewas. Als andijvie en
Radicchio rosso eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt
uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld
heeft plaatsgevonden.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Gaucho is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en
door de hele plant verspreid.
Toepassingen
Onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).
Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand. In de laatste weken voor
de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden gespoten met een daarvoor
toegelaten middel.
Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.
Waarschuwing
Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden. Bij combinatie met andere
insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd.
Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden
in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld
niet meer zichtbaar.
II.H. Knelpunt zaadteelt van Veldbeemdgras – straatgras
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Boxer
Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb
Toelatingsnummer: 10701 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV
Knelpunt: Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de periode
van 1 juli tot en met 31 oktober 2005 in de zaadteelt van veldbeemdgras. Dit middel
is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de
huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding.
-
– Draag geschikte handschoenen.
-
– Draag tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. (Deze zin hoeft niet te
worden vermeld op het etiket indien u deelneemt aan het verpakkingenconvenant, en
op het etiket het STORL-vignet voert, en ingevolge dit convenant de toepasselijke
zin uit de volgende verwijderingszinnen op het etiket vermeldt:
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld, zoals wettelijk is
voorgeschreven.
-
– Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd.
-
– Deze verpakking dient nadat deze volledig is geleegd te worden ingeleverd bij een
KCA-depot. (Informeer bij uw gemeente).
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden
worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm
en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten,
paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente),
knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeet-mij-niet, echte kamille en hennepnetel.
Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen
zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder
gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt.
Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden
wordt een tankmengsel aanbevolen.
Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming
van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.
Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden
zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort
na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel. Waterhoeveelheid: 200–400
liter per hectare.
Toepassingen
In de zaadteelt van veldbeemdgras ter bestrijding van straatgras. Het middel toepassen
na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerstejaars graszaad. Het tijdstip
hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer
dan het grotere.
Dosering: 4 l middel per hectare.
II.I. Knelpunt bollen – schimmels
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Jet 5
Gehalte werkzame stof: 220 g/l waterstofperoxide, 55 g/l perazijnzuur
Toelatingsnummer: 12134 N
Toelatingshouder: Certis Europe B.V.
Knelpunt: Dompeling van bollen tegen schimmelaantastingen.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel ten behoeve van
de teelt van bollen, waaronder tulpen, vanaf 1 maart tot en met 31 december 2005,
door middel van een dompeling. Dit middel is schadelijk bij inademing en aanraking
met de huid. Het middel is giftig bij opname door de mond en kan ernstige brandwonden
en oogletsel veroorzaken. Ook is er ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten
toestand. Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Gesloten verpakking op een koele plaats bewaren.
-
– Verwijderd houden van brandbare materialen, zuren, reducerende stoffen en metaalzouten.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen
en deskundig medisch advies inwinnen.
-
– Deze stof en de verpakking op veilige wijze afvoeren.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Jet 5 is een middel op basis van een krachtige oxidator.
Voorkom tijdens het gebruik opspatten en nevelvorming.
Metalen zoals koper, brons, aluminium en zink kunnen bij toepassing verkleuren.
Toepassingen
Plantgoedbehandeling van bollen, ter voorkoming van diverse schimmelaantastingen, waaronder zuur bij tulp (Fusarium
spp). De bollen gedurende 15 minuten dompelen. Bij voorkeur een behandeling uitvoeren
kort na de oogst of voor het in bewaring brengen. Het product niet mengen met fungiciden.
Dosering: 0,5% (500 ml per 100 liter water).
Plantgoedbehandeling algemeen
In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen plantgoed steeds
uitgegaan van een standaard ontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar
minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten
ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof
bloembollen en -knollen’.
II.J. Knelpunt Plantgoedbehandeling lelie – bollenmijt
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Actellic 50
Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl
Toelatingsnummer: 6469 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Plantgoedbehandeling lelie tegen bollenmijt.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel bij plantgoedbehandeling
ten behoeve van de teelt van lelie vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005. Dit
middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de ogen
en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen,
en gewaswerkzaamheden.
-
– Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.
-
– Bij inslikken niet het braken opwekken. Direct een arts raadplegen (indien mogelijk
hem dit etiket tonen).
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 °C behandelen. Het middel is geschikt voor de bestrijding van mijten bij plantgoed.
De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.
Toepassingen
Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini). De schubben, kort na de oogst
en vóór het in bewaring brengen, dompelen in een oplossing van het middel.
Na het dompelen de schubben opslaan bij een temperatuur van 10 tot 23 graden (of hoger)
en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg
er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde
schubben afdekken met plastic.
Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).
Plantgoedbehandeling algemeen
In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed
steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden
naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van
restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof
bloembollen en -knollen’.
II.K. Spaanse pepers – Phytophthora
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarbhydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Spaanse pepers – Phytophthora.
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de grondgebonden
bedekte teelt van Spaanse pepers in de periode van 1 september tot en met 31 december
2005.
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels,
die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora-
en Aphanomyces-soorten.
Toepassingen
Spaanse peper in grondgebonden bedekte teelt, ter voorkoming van uitval door Phytophthora.
Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed).
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water) per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone
te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.
Behandeling na het uitplanten.
Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100–150 ml oplossing gebruiken.
Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.
II.L. Adijvie onder glas – voetrot
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarbhydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Andijvie – Voetrot.
Gebruiksvoorschrift
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de bedekte
teelt van andijvie vanaf 1 september tot en met 31 oktober 2005.
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 weken.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels,
die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora-
en Aphanomyces-soorten.
Toepassingen
Andijvie in de bedekte teelt, ter voorkoming van voetrot.
Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed).
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken.
Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de
bladeren af te spoelen.
Behandeling na het uitplanten.
Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken.
Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.
II.M. Knelpunt: bloeiende potplanten en orchideeën onder glas-, wol- en schildluizen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Actellic 50
|
Gehalte werkzame stof:
|
500 g/l pirimifos-methyl
|
Toelatingsnummer:
|
6469 N
|
Toelatingshouder:
|
Syngenta Crop Protection B.V.
|
Knelpunt:
|
Bloeiende potplanten en orchideeën onder glas tegen wol- en schildluizen
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel middels gewasbehandeling
in de bedekte teelten van orchideeën en bloeiende potplanten, met maximaal 2 toepassingen
per teelt of teeltseizoen én alléén in de vegetatieve fase van de planten, met dien
verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater
in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven,
vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen
en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond en irriterend
voor de ogen en de ademhalingswegen en kan na verslikken longschade veroorzaken. Het
middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch
milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
-
– Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking
of het etiket tonen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel
kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 °C behandelen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van orchideeën en bloeiende potplanten, ter bestrijding van wolluis
(Pseudococcidae) en schildluis (o.a. Aspidiotus nerii). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.
Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling
maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.
Dosering:
0,2% (200 ml middel per 100 liter water).
N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook potplanten)
is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering
van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia (syn. Poinsettia,
kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden
een proefbespuiting uit te voeren.
II.N. Knelpunt: Spitskool, bloemkool, broccoli – koolgalmug
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Admire
|
Gehalte werkzame stof:
|
70% imidacloprid
|
Toelatingsnummer:
|
11483 N
|
Toelatingshouder:
|
Bayer CropScience BV
|
Knelpunt:
|
Spitskool, bloemkool, broccoli – koolgalmug
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart
tot en met 31 augustus 2005 met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen
in de teelt van spitskool, bloemkool, en broccoli als traybehandeling vóór het planten.
Volgteelt
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die
volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.
Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld
heeft plaatsgevonden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels.
Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Het middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Attentie:
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Algemeen
Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen
en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de
activiteit van het gewas.
Toepassingen
Spitskool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii):
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend
de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten
met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.
Dosering:
5 gram middel per 1000 planten.
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal
weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand
laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3
weken weer weg.
II.O. Knelpunt: chinese kool – bladluis
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Admire
|
Gehalte werkzame stof:
|
70% imidacloprid
|
Toelatingsnummer:
|
11483 N
|
Toelatingshouder:
|
Bayer CropScience BV
|
Knelpunt:
|
Chinese kool- bladluis
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart
tot en met 31 augustus 2005 met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen
in de teelt van Chinese kool, als traybehandeling vóór het planten.
Volgteelt
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die
volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.
Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld
heeft plaatsgevonden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels.
Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Het middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Attentie:
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Algemeen
Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen
en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de
activiteit van het gewas.
Toepassingen
Chinese kool, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend
de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten
met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.
Dosering:
5 gram middel per 1000 planten.
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal
weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand
laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3
weken weer weg.
II.P. Knelpunt: knolvenkel – breedbladig onkruid
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Centium 360 CS
|
Gehalte werkzame stof:
|
360 g/l clomazone
|
Toelatingsnummer:
|
12148 N
|
Toelatingshouder:
|
Belchim Crop Protection
|
Knelpunt:
|
knolvenkel – breedbladig onkruid
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 mei tot
en met 31 augustus 2005, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de
onbedekte teelt van knolvenkel.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht genomen worden:
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden
Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd.
Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
Toepassingen
Onbedekte teelt van knolvenkel, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen kort na het planten of na het zaaien van het gewas.
Dosering:
0,25 L middel per hectare.
Waarschuwing
Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring
(chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de
periode rond de toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard
en hebben in het onderzoek nimmer negatieve effecten op de opbrengst veroorzaakt.
Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan wordt afgeraden
om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als
vervanggewas te gebruiken.
Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder
fruitbomen en andere houtige beplantingen.
II.Q. Knelpunt: rabarber – breedbladig onkruid
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Centium 360 CS
|
Gehalte werkzame stof:
|
360 g/l clomazone
|
Toelatingsnummer:
|
12148 N
|
Toelatingshouder:
|
Belchim Crop Protection
|
Knelpunt:
|
rabarber – breedbladig onkruid
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, vanaf 1 maart
tot en met 31 juli 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen,
in de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaars teelten van rabarber.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht genomen worden:
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden
Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd.
Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
Toepassingen
In de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaarsteelten van rabarber, ter bestrijding
van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen rondom opkomst van het gewas.
Dosering:
0,25 L middel per hectare.
Waarschuwing
Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring
(chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de
periode rond de toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard
en hebben in het onderzoek nimmer negatieve effecten op de opbrengst veroorzaakt.
Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan wordt afgeraden
om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als
vervanggewas te gebruiken.
Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder
fruitbomen en andere houtige beplantingen.
II.R. Knelpunt: Onkruid in de teelt van vaste planten
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Goltix WG
|
Gehalte werkzame stof:
|
70% metamitron
|
Toelatingsnummer:
|
8629 N
|
Toelatingshouder:
|
Makhteshim-Agan Holland B.V.
|
Knelpunt:
|
Onkruid in de teelt van vaste planten
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 maart
tot en met 30 juni 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de
teelt van vaste planten in de volle grond.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch
stofgehalte van minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende
organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide,
bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850
g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient
de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix
WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Toepassingen
Teelt van vaste planten in de vollegrond, toepassen na-opkomst. Goede ervaringen zijn
opgedaan in Salvia, Pulmonaria, Achilea, Hosta en Hemerocallis.
Dosering:
1–2 kg/ha.
N.B. voor alle toepassingen in vaste planten geldt:
-
– Beproef Goltix WG altijd eerst op een kleine oppervlakte alvorens meerdere plekken
te behandelen.
-
– Goltix WG niet toepassen op spuittuinen en diepgeploegde zandgronden.
-
– Spuiten op een droog gewas en niet kort na of voor nachtvorst.
-
– Op de dag van spuiten moet het droog weer zijn.
-
– Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG wisselvallig.
N.B. Voor alle toepassingen in vaste planten geldt: Indien hem geen ervaringen bekend
zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken
of het middel wordt verdragen. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG een
ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst
of de fabrikant.
II.S. Knelpunt: prei-trips
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Mesurol 500 SC
|
Gehalte werkzame stof:
|
500 g/l methiocarb
|
Toelatingsnummer:
|
11720 N
|
Toelatingshouder:
|
Bayer CropScience B.V.
|
Knelpunt:
|
prei – trips
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 juni
tot en met 30 september 2005 met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen:
in de productieteelt van prei, mits:
-
– bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van
het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal
90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de
sloot.
-
– bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek
van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende
doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, of
-
– een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste
gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen
binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;
-
– het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch
stofgehalte van minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en andere niet-doelwit-arthropoden. Niet
toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer
deze actief worden bezocht door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer
bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Dit middel is giftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende
organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel
voor de ogen.
-
– Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.
-
– Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.
-
– Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk hem dit etiket tonen).
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken
voor prei.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Toepassingen
In de productieteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).
Dosering:
eerste bespuiting 1,5 l/ha, volgbespuiting 1,0 l/ha.
De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 10 dagen herhalen.
II.T. Knelpunt: zaadteelt van veldbeemdgras – onkruid
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Targa Prestige
|
Gehalte werkzame stof:
|
50 g/l quizalofop-P-ethyl
|
Toelatingsnummer:
|
11155 N
|
Toelatingshouder:
|
Bayer CropScience B.V.
|
Knelpunt:
|
zaadteelt van veldbeemdgras – onkruid
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel vanaf 1 september
tot en met 31 oktober 2005 met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in
de graszaadteelt van veldbeemdgras.
Binnen 4 weken na behandeling mag niet worden beweid of gemaaid ten behoeve van voederdoeleinden.
Het middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing, irriterend voor de huid, kan
ernstig oogletsel en overgevoeligheid bij contact met de huid veroorzaken en kan na
verslikken longschade veroorzaken. Het middel is vergiftig voor in het water levende
organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht genomen worden:
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
de ogen/het gezicht.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
-
– Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking
of het etiket tonen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Targa Prestige is een systemisch contactherbicide dat door het blad wordt opgenomen.
Targa Prestige bevat de werkzame stof quizalofop-P-ethyl, afkomstig uit de groep van
fenoxypropionverbindingen. Het werkingsmechanisme berust op remming van de vetzuursynthese.
Na opname verspreidt het middel zich door de gehele plant (inclusief eventuele wortelstokken).
Het hoopt zich op in het groeipunt van de planten waar, na ongeveer één week, de eerste
afstervingsverschijnselen zichtbaar worden. De onkruiden kwijnen langzaam weg; volledige
afsterving wordt pas na 3-4 weken bereikt.
Targa Prestige bestrijdt onkruidgrassen zoals duist, windhalm, hanenpoot, wilde haver,
opslag van raaigrassen, graanopslag en kweek. Hergroei van kweek wordt in belangrijke
mate tegengegaan. De werking op straatgras is onvoldoende.
Eénjarige grassen en graanopslag zijn tot in de uitstoelingsfase gevoelig voor Targa
Prestige, maar kunnen het best in het 3-5-bladstadium worden bestreden. Kweek wordt
het best bestreden bij een lengte vanaf 15 cm. Bestrijding is mogelijk zo lang het
gewas niet te groot is om onkruiden goed te raken.
Toepassingen
Graszaadteelt van veldbeemdgras, ter bestrijding van graanopslag.
Bij voorkeur een toepassing uitvoeren rond half oktober. Het gewas moet goed ontwikkeld
en gezond zijn.
Dosering:
0,2 liter per hectare.
De toevoeging van uitvloeier (0,5 liter per hectare Agral) verbetert de werking.
II.U. Knelpunt: spruitkool-bietencystenaaltje
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Vydate 10G
|
Gehalte werkzame stof:
|
10% oxamyl
|
Toelatingsnummer:
|
12409 N
|
Toelatingshouder:
|
Du Pont de Nemours (Nederland) B.V.
|
Knelpunt:
|
spruitkool – bietencystenaaltje
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als grondbehandelingsmiddel vanaf 1 april tot
en met 30 juni 2005 ter bestrijding van aaltjes met maximaal 1 toepassing per teelt
of teeltseizoen, in de teelt van:
spruitkool in de vollegrond, met dien verstande dat het middel in één arbeidsgang
wordt toegepast en ingewerkt en dat maximaal 5 ha per persoon per dag mag worden behandeld.
Het middel is vergiftig bij opname door de mond en vergiftig voor in water levende
organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht genomen worden:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Draag een geschikte adembescherming gedurende het mengen en laden van het middel.
-
– Deze stof en de verpakking op veilige wijze afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Vydate 10G is een systemisch werkend middel in granulaatvorm dat insecten- en aaltjesdodende
eigenschappen bezit. Het wordt in de grond gebracht en van daaruit door de plantwortels
opgenomen en in de plant verspreid.
De volgende soorten worden onder andere bestreden: Bietencystenaaltjes, vrijlevende
aaltjes, wortelknobbelaaltjes, aardappelcystenaaltjes, wortellesieaaltjes, bietenkevertje,
springstaarten.
Toepassingen
Teelt in de vollegrond van spruitkool, ter bestrijding van bietencystenaaltjes.
Vydate 10G moet homogeen worden verdeeld. Het vereist goed afgestelde strooiapparatuur
om niet behandelde gedeelten en overdosering te vermijden. Ter beperking van schade
door bietencystenaaltjes het middel kort voor het uitplanten strooien en direct inwerken
met een frees of een ander werktuig waarmee een gelijkmatige menging wordt bereikt.
Dosering:
40 kg per hectare.
II.V. Knelpunt: aardbeien – trips
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Vertimec
|
Gehalte werkzame stof:
|
18 g/l abamectine
|
Toelatingsnummer:
|
10020 N
|
Toelatingshouder:
|
Syngenta Crop Protection
|
Knelpunt:
|
Aardbei ter bestrijding van trips
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel van 1 maart tot
en met 31 oktober 2005 met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de
bedekte productieteelt van aardbei.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
– een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
– een ruimtebehandeling met een Laag Volume vernevelaar (Low Volume Misters).
Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde
onder veiligheidsaanbevelingen.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen
strikt in acht nemen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de
ogen en de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is
zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op
lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat
de spuitvloeistof is opgedroogd.
-
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.
-
– Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met
aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter))
-
– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen
voor aardbei.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Algemeen
Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over
zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel
per ha. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
Toepassingen
In de bedekte productieteelt van aardbei, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).
Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het
middel maximaal 3 maal per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.
Dosering:
0,05% (50 ml per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.
Attentie
Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product
wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie
tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.
II.W. Knelpunt: Biologische appel – appelbloesemkever
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Spruzit vloeibaar
|
Gehalte werkzame stof:
|
160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen
|
Toelatingsnummer:
|
7229 N
|
Toelatingshouder:
|
W. Neudorff GmbH KG
|
Knelpunt:
|
Biologische appel – appelbloesemkever
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel vanaf 1 april
tot en met 30 april 2005 met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in
de biologische teelt van appels.
In verband met het risico voor waterorganismen dient tussen de watergang en de buitenste
bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.
Veiligheidstermijn:
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.
Het middel is ontvlambaar. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het risico
hierop is verwaarloosbaar klein, indien de veiligheidsaanbevelingen gevolgd worden.
Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is
zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu
op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel
voor de ogen.
-
– Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.
-
– Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.
-
– Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.
-
– Afval niet in de gootsteen werpen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Toepassingen
Biologische teelt van appels, ter bestrijding van de appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).
Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden. Bespuiting zonodig na een
week herhalen. Bij voorkeur overdag, op een zonnige dag spuiten aangezien dan de kevers
het meest actief zijn. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte
oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.
Dosering:
0,1% (100 ml op 100 liter water).
II.X. Knelpunt: Biologische pruim – melige pruimenluis
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam:
|
Spruzit vloeibaar
|
Gehalte werkzame stof:
|
160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen
|
Toelatingsnummer:
|
7229 N
|
Toelatingshouder:
|
W. Neudorff GmbH KG
|
Knelpunt:
|
Biologische pruimmelige pruimenluis
|
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen: in de biologische teelt van pruimen vanaf
1 april tot en met 30 juni 2005.
Veiligheidstermijn:
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.
In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen
aan watergangen uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij
in de richting van het perceel en/of bij toepassing na 1 mei dient tussen de watergang
en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.
Het middel is ontvlambaar. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het risico
hierop is verwaarloosbaar klein, indien de veiligheidsaanbevelingen gevolgd worden.
Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is
zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu
op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel
voor de ogen.
-
– Tijdens de toepassing een geschikte adembescherming dragen.
-
– Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.
-
– Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.
-
– Afval niet in de gootsteen werpen.
Gebruiksaanwijzing
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Toepassingen
Biologische teelt van pruimen, ter bestrijding van de melige pruimenluis (Hyalopterus pruni).
Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden; in het bijzonder de onderkant
van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen
voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is.
Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.
Dosering:
0,1% (100 ml op 100 liter water).
II.Y. Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Ethrel-A
Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon
Toelatingsnummer: 6355 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing
per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal
(dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 1,2 ha per persoon per
dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei tot en met 30 juni
2005.
Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk
voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn
schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld
gewas.
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
– Een bescherming voor de ogen dragen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen
voor zure kers.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige
bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter
spuitvloeistof is daarom aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas
en als niet direct regen wordt verwacht.
Toepassingen
Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.
Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.
Dosering
0,75 l middel per ha
II.Z. Knelpunt: Pruim – pruimeroest
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Folicur
Gehalte werkzame stof: 25% tebuconazool
Toelatingsnummer: 11765 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Pruim – pruimeroest
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van pruim vanaf 1 juli tot en
met 31 augustus 2005, waarbij langs watergangen de toepassing alleen is toegestaan
indien het middel verspoten wordt met een tunnelspuit met maximaal 1000 l water/ha
of tussen de boomgaard en de watergang een windsingel is geplaatst.
Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Dit middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch
milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen
voor pruim.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel mag in het kader van resistentiemanagement maximaal 3 keer per seizoen
worden toegepast.
Toepassingen
Pruim, ter bestrijding van pruimeroest (Tranzchelia pruni-spinosa).
De eerste bespuiting uitvoeren zodra de eerste aantasting zichtbaar wordt. De behandeling
afhankelijk van de druk herhalen.
Dosering
0,05% (50 gram middel per 100 liter water)
II.AA. Knelpunt: Boerenkool – bladluis
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Gaucho Tuinbouw
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 12341 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Boerenkool – bladluis
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van
behandeling van zaden met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte
teelt van boerenkool vanaf 1 mei tot en met 31 juli 2005.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken
bij contact met de huid. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen
en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming
dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming
met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.
-
– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Volgteelt
Na de teelt van boerenkool, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen
de volgende volggewassen mogelijk: sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool,
andijvie, Radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.
Als boerenkool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant
geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld
heeft plaatsgevonden.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Gaucho is een systemisch insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en
door de gehele plant verspreid.
Toepassingen
In de onbedekte teelt van boerenkool, ter voorkoming van aantasting door melige koolluis
(Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus percsicae).
Dosering
215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).
Waarschuwing
Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, echter niet in combinatie
met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging
in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment
van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.
II.AB. Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Mesurol 500 SC
Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb
Toelatingsnummer: 11720 N
Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.
Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van sluitkool vanaf 1 juli tot
en met 30 september 2005, mits
-
a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van
het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal
90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van
de sloot;
-
b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek
van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende
doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand
van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste
3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden
bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van
14 meter vanaf de insteek van de sloot;
-
c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de
Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;
-
d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen
of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan
is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water
levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke
effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk dit etiket tonen).
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken
voor sluitkool.
Gebruiksaanwijzing
Attentie
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van
niet-doelwit arthropoden.
Toepassingen
Sluitkool, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).
Dosering
Eerste bespuiting: 1,5 L middel per ha
Volgbespuiting: 1,0 L middel per ha
De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.
II.AC. Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Goltix WG
Gehalte werkzame stof: 70% metamitron
Toelatingsnummer: 8629 N
Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.
Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1
toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia en de onbedekte bloemzaadteelt vanaf twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking
van dit besluitin de Staatscourant tot en met 30 juni 2005.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer,
daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch
stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar. Het middel is schadelijk bij
opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het
aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide,
bij toepassingen na opkomst is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850
g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient
de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend toepassingen na opkomst. Ongevoelig voor
Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Toepassingen
Onbedekte teelt van bloemenzaad, toepassen voor- en na-opkomst van het gewas eventueel
in combinatie met andere middelen.
Dosering
3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS
N.B. voor de toepassingen in de bloemenzaadteelt geldt:
Beproef Goltix WG altijd eerst op een kleine oppervlakte alvorens meerdere plekken
te behandelen.
Onbedekte teelt van de zomerbloemen Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Helianthus annuus, Phlox en Paeonia. Toepassen voor en na opkomst van het gewas, eventueel in combinatie met andere middelen.
Dosering:
3 kg/ha voor opkomst en 0,5 kg/ha na opkomst in een LDS.
N.B. Voor alle toepassingen in bloemenzaadteelt en buitenbloemen geldt: Indien hem
geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine
proefbespuiting te onderzoeken of het middel wordt verdragen. Een deel van het sortiment
verdraagt Goltix WG een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten
bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.
II.AD. Knelpunt: Sla – valse meeldauw
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Acrobat DF
Gehalte werkzame stof: 667 g/kg mancozeb en 75 g/kg dimethomorph
Toelatingsnummer: 12518 N
Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.
Knelpunt: Sla – valse meeldauw
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni tot en met 31 oktober 2005 in
de onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.) met uitzondering van veldsla.
Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden; vermijd onnodige blootstelling.
Dit middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen en kan overgevoeligheid
veroorzaken bij inademing of bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig
voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn
schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Stof niet inademen.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
In onbedekte teelt van sla (Lactuca spp.), ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae).
Het tijdstip van de bespuiting is afhankelijk van de infectiedruk en de weersomstandigheden.
Bremia lactucae kan zich onder vochtige omstandigheden en temperaturen rond de 20 °C explosief verspreiden.
In veel gevallen dient binnen 10 dagen na het planten een bespuiting te worden toegepast.
Indien nodig de bespuiting herhalen met een spuitinterval van 7–12 dagen.
Dosering
2,2 kg middel per ha.
II.AE. Knelpunt: Kersen – kersenvlieg
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Danadim Progress
Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat
Toelatingsnummer: 9978 N
Toelatingshouder: Cheminova A/S
Knelpunt: Kersen – kersenvlieg
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van kersen vanaf 1 mei
tot en met 30 juni 2005.
In verband met het off-field risico voor nuttige insecten en mijten is toepassing
uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting
van het perceel of dient er gebruik gemaakt te worden van een tunnelspuit of dient
tussen aangrenzende percelen en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm
aanwezig te zijn.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet
gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar
bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei
staand onkruid.
Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Toepassing met behulp van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking
met de huid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in
het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan twee
weken.
Gebruiksaanwijzing
Attentie
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Toepassingen
Kersen, ter bestrijding van de kersenvlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens).
Dosering
0,75 liter middel per ha.
II.AF. Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Curater vloeibaar
Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran
Toelatingsnummer: 7823 N
Toelatingshouder: FMC Chemical
Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met gebruikmaking
van driftreducerende doppen van 90% met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen
in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een
gewasbehandeling vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en vogels. Niet toegestaan is toepassing
in gewassen of op plaatsen waar bijen, hommels en vogels actief naar voedsel zoeken.
Niet toegestaan is toepassing wanneer er bloeiende gewassen of bloeiende onkruiden
aanwezig zijn.
Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit
middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel
is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op
lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden
aan behandeld gewas;
-
– Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep;
-
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen;
-
– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen;
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en
indien mogelijk dit etiket tonen;
-
– Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen;
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Algemeen
Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende
gewas de behandeling verdraagt.
Toepassingen
In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van
de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp).
Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval
van 7–14 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds omdat de kevers
’s nachts actief zijn.
Dosering
0,1% (100 ml per 100 liter water)
II.AG. Knelpunt: Knolselderij – wantsen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Perfekthion
Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat
Toelatingsnummer: 6169 N
Toelatingshouder: BASF Nederland B.V.
Knelpunt: Knolselderij – wantsen
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van knolselderij vanaf
1 juni tot en met 31 augustus 2005
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 21 dagen
voor knolselderij.
Toepassing met behulp van van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels.
Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en kan ernstig oogletsel veroorzaken.
Bij langdurige blootstelling bij opname door de mond is er gevaar voor ernstige schade
aan de gezondheid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en
kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het
middel kan na verslikken longschade veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
de ogen.
-
– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Attentie
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Toepassingen
In onbedekte teelt van knolselderij, ter bestrijding van wantsen.
Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.
Dosering
0,5 liter per hectare
II.AH. Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Shirlan
Gehalte werkzame stof: 500 g/l fluazinam
Toelatingsnummer: 12205 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Ginseng – Phytophthora cactorum
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal
5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van ginseng vanaf 1 mei tot en
met 30 september 2005
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dit middel is
zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu
op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Niet roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld
gewas.
-
– Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Shirlan, niet meer
werken met dit product of met dit product behandelde planten.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Ginseng, ter voorkoming van aantasting door Phytophthora cactorum.
Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas
en het weer. Meestal wordt na opkomst van het gewas met de bespuiting begonnen. Afhankelijk
van de weersomstandigheden dienen de behandelingen om de 7–10 dagen te worden herhaald.
Dosering
0,4 liter per hectare
II.AI. Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Mesurol 500 SC
Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb
Toelatingsnummer: 11720 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience BV
Knelpunt: Veredeling en zaadteelt prei
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
4 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van de zaadproductie
en de veredeling van prei vanaf 1 mei tot en met 31 oktober 2005 en in de onbedekte
veredelingsteelt van prei vanaf 1 juni tot en met 30 september 2005 mits:
-
a. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van
het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal
90 % driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van
de sloot;
-
b. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek
van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van driftreducerende
doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij binnen een afstand
van 14 meter vanaf de insteek van de sloot, dan wel een teeltvrije zone van tenminste
3 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden
bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van
14 meter vanaf de insteek van de sloot;
-
c. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de
Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar;
-
d. het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar met het oog op driftbeperking.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen, hommels en andere niet-doelwit-arthropoden. Niet
toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer
deze actief worden bezocht door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer
bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Dit middel is giftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in water levende
organismen; kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk hem dit etiket tonen)
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken
voor prei.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Toepassingen
In de bedekte en onbedekte veredelingsteelt en de bedekte zaadteelt van prei, ter
bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Thrips frankliniella)
Dosering:
Eerste bespuiting: 1,5 L/ha
Volgbespuiting: 1,0 L/ha
De bespuiting zonodig maximaal 3 maal met een interval van 10 dagen herhalen.
II.AJ. Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Mesurol 500 SC
Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb
Toelatingsnummer: 11720 N
Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.
Knelpunt: Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – trips
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen
mits alléén toegepast op een niet bloeiend gewas vanaf twee dagen na de dagtekening
van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen
of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan
is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Dit middel is vergiftig bij opname door de mond en zeer vergiftig voor in het water
levende organismen. Dit middel kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke
effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk dit etiket tonen).
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Attentie
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Vermijd onnodige blootstelling van
niet-doelwit arthropoden.
Toepassingen
Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Frankliniella occidentalis).
Alléén toepassen op een niet bloeiend gewas.
Bij aanwezigheid van trips een bespuiting toepassen. De bespuiting zonodig éénmalig
na 7 tot 10 dagen herhalen.
Dosering
0,1% (100 ml/100 l water)
Gewasverdraagzaamheid
Indien nog een ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting te worden
uitgevoerd teneinde de gewasverdraagzaamheid van het gewas te testen.
II.AK. Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Mycotal
Gehalte werkzame stof: 1010 sporen Verticillium lecanii per gram
Toelatingsnummer: 10980 N
Toelatingshouder: Koppert BV
Knelpunt: Sperzie- en snijbonen – trips
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door
middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen
in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf twee dagen na de dagtekening
van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2005
Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt
in acht nemen.
Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel.
Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht.
-
– Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen
van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.
Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas,
wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een
toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten
om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.
Werking
Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het
insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect
na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert
de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor
infectie van insecten zorg kunnen dragen.
Klimaatsomstandigheden
De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve
luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking
moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
relatieve luchtvochtigheid: ≥ 75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur
volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling
van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;
temperatuur: 18–30°C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na
de behandeling.
Bereiding spuitvloeistof
De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20°C in
een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik
3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid
water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in
direct zonlicht plaatsen.
Spuitapparatuur
Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.
Menging
Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen
voor of drie dagen na toepassing van Mycotal.
Toepassingen
Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips
Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer
herhalen met een interval van ± 7 dagen.
Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden.
Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare
te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende
gewassen.
Dosering
0,1% (100 gram middel per 100 liter water)
II.AL. Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2
toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen
vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2005
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen
en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.
Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend
voor de ogen en de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische
milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
– Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding en handschoenen betreden totdat
de spuitvloeistof is opgedroogd.
-
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.
-
– Draag een geschikte adembescherming (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatie
(P2-voorfilter + A2-koolfilter).
-
– In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
-
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt.
Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over
zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel
per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
Toepassingen
In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten
(Eriophyidae).
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig
eenmaal herhalen.
Dosering:
0,025% (25 ml per 100 liter water).
II.AM. Knelpunt: Meekrap – onkruid
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: LONTREL 100
Gehalte werkzame stof: 100 g/l clopyralid
Toelatingsnummer: 11526 N
Toelatingshouder: Dow AgroSciences BV
Knelpunt: Meekrap – onkruid
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte
teelt van meekrap in de periode van twee dagen na de dagtekening van de bekendmaking
van dit besluit in de Staatscourant tot en met 31 juli.
Het volgende moet in acht worden genomen:
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam
weer, bij temperaturen van ±15ºC en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen
hoger dan 25ºC of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.
Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 l/ha
Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.
Toepassingen
Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en
melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.
Toepassingstijdstip.
Stadium van de akkerdistel: ± 15–30 cm, vóórdat de bloemknop is gevormd.
Stadium van de melkdistel: 6 á 10 bladeren.
Dosering:
Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 l water).
Met een veldspuit: 1,5 L/ha voor de te behandelen perceelsgedeelten.
Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.
Toepassingstijdstip.
Bij voorkeur spuiten op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie
en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte
nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.
Dosering
Direct na het planten: volvelds 1,5 L/ha Lontrel 100
Gedurende het groeiseizoen van het gewas: 3 x 0,5 L/ha Lontrel 100.
II.AN. Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Titus
Gehalte werkzame stof: 25% rimsulfuron
Toelatingsnummer: 11393 N
Toelatingshouder: Dupont De Nemours (Nederland) B.V.
Knelpunt: Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van
raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2005, mits niet meer dan 70 gram middel
per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.
Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische
milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet
volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken
en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium
blijkt erg gevoelig.
Toepassingen
Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.
Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het
kiemlobstadium.
Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.
Dosering
Maximaal 30 gram/ha per toepassing en maximaal 70 gram/ha per teelt of teeltseizoen.
Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml
Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst
van onkruiden.
II.AO. Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Gebruiksvoorschrift
Merknaam: Goltix WG
Gehalte werkzame stof: 70% metamitron
Toelatingsnummer: 8629 N
Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV
Knelpunt: Vermeerderingsteelt aardbei – onkruiden
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1
toepassing per jaar in de onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei vanaf 1 maart
tot en met 30 juni 2005.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer,
daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting
zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch
stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende
organismen. Het middel kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten
veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;
-
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket
tonen.
-
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide,
bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850
g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient
de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix
WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Toepassingen
Onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei, ter bestrijding van onkruiden.
Toepassen na het uitplanten (op kleine onkruiden), eventueel in combinatie met fenmedifam.
Dosering
1 kg Goltix WG per ha