Instellingsbesluit Rijksbrede Commissie Beoordeling Meerjarenontwikkelingsprogramma’s Grotestedenbeleid

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 26-12-2004 t/m 31-12-2005

Instellingsbesluit Rijksbrede Commissie Beoordeling Meerjarenontwikkelingsprogramma’s Grotestedenbeleid

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. GSB III periode: de derde convenantsperiode van het Grotestedenbeleid;

  • b. programma: Het meerjarenontwikkelingsprogramma van een gemeente waarin de voorgestelde resultaten op outputindicatoren in de GSB III periode zijn opgenomen;

  • c. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Er is een Rijksbrede Commissie Beoordeling Meerjarenontwikkelings-programma’s Grotestedenbeleid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De commissie heeft tot taak:

  • a. de beoordeling van het conceptprogramma;

  • b. het opstellen van een schriftelijk oordeel over het conceptprogramma;

  • c. het opstellen van een advies over het conceptprogramma;

  • d. de beoordeling van het programma;

  • e. het opstellen van een schriftelijk oordeel over het programma;

  • f. het opstellen van een advies over het programma, en

  • g. de voorbereiding van de onderhandelingen met de gemeente over het conceptprogramma dan wel het programma.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De commissie brengt de schriftelijke oordelen en de adviezen, bedoeld in artikel 3, uit aan de Interdepartementale Commissie Bestuur en aan de Raad voor Bestuur en Openbare Dienst.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De commissie bestaat uit:

    • a. een lid, dat fungeert als voorzitter, aan te wijzen door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

    • b. een lid aan te wijzen door de Minister van Justitie;

    • c. een lid aan te wijzen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • d. een lid aan te wijzen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • e. een lid aan te wijzen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • f. een lid aan te wijzen door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • g. een lid aan te wijzen door de Minister van Economische Zaken;

    • h. een lid aan te wijzen door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, en

    • i. een per programma wisselend door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan te wijzen lid.

  • 2 Het secretariaat van de commissie berust bij het Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, werkt terug tot en met 15 juni 2004, en vervalt met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Rijksbrede Commissie Beoordeling Meerjarenontwikkelingsprogramma’s Grotestedenbeleid.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th.C. de Graaf

Naar boven