Bijlage 2
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Beleidsvoornemen inzake het beurzenprogramma voor opleidingen met een academische
graad, van één tot enkele jaren (NFP-AP) en het beurzenprogramma voor korte opleidingen
en (tailor-made) trainingen, van maximaal 1 jaar (NFP-TP)
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Doelstelling en doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De Nederlandse regering acht het belangrijk dat er beurzenprogramma’s bestaan die
mensen uit ontwikkelingslanden in staat stellen deel te nemen aan academische graadverlenende
(Masters, PhD) opleidingen van een tot enkele jaren, en aan diplomacursussen en tailor-made
groepstrainingen, van maximaal 1 jaar, die geheel of gedeeltelijk door Nederlandse
organisaties worden verzorgd. Deze programma's voorzien hierin. De programma’s concentreren
zich op het tegemoetkomen aan behoeftes aan bijscholing op de korte termijn, gericht
op capaciteitsopbouw in een breed spectrum van overheids-, privé- en niet-gouvernementele
organisaties (onderwijsinstellingen, planningsinstituten, ministeries, basisorganisaties,
bedrijven etcetera). De doelgroep bestaat uit personen die reeds afgestudeerd en werkzaam
zijn. Zij dienen door hun werkgever te worden voorgedragen voor deelname aan een van
de opleidingen.
De programma’s zijn breed inzetbaar en niet beperkt tot de bilaterale OS-samenwerkingsterreinen.
De programma’s bieden ook mogelijkheden voor financiering van zogenaamde refresher
courses ter opfrissing van ‘verouderde’ kennis die alumni bij eerdere door Nederlandse
organisaties aangeboden opleidingen hebben opgedaan. Refresher courses vergroten de
impact en de duurzaamheid van de eerder gevolgde opleiding.
Landenlijst
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het programma staat open voor 57 landen (zie de annex).
Vraagidentificatie
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Ter vergroting van de impact van de beurzen op capaciteitsopbouw wordt de beursverlening
gekoppeld aan de institutionele ontwikkeling van organisaties in ontwikkelingslanden.
Beurzen zullen weliswaar op individuele basis worden verstrekt maar de individuele
opleidingsbehoefte van kandidaten dient ingebed te zijn binnen de institutionele ontwikkeling
van de lokale organisaties waarvoor zij werkzaam zijn. Dat kunnen opleidingsinstituten
zijn, maar ook overheidsdiensten, midden- en kleinbedrijf, NGO’s, etcetera. Vraaggerichtheid
staat centraal. Vooralsnog kunnen kandidaten uit alle 57 landen zich individueel aanmelden.
Daarnaast wordt, om te beginnen in 11 landen, een nieuwe vorm van vraagidentificatie
ingevoerd. Daarbij worden op nationaal niveau organisaties geïdentificeerd waarmee
meerjarenafspraken gemaakt worden en die hun stafleden voor kunnen dragen voor deelname
aan een opleiding. Afhankelijk van de ervaringen kan het aantal landen in een later
stadium uitgebreid worden.
Wat betreft tailor-made trainingen komen alleen bijscholingsverzoeken afkomstig van
een (groep van) lokale organisatie(s) in aanmerking. Deze verzoeken dienen bij de
Nederlandse ambassades ingediend te worden.
Aanvragen voor refresher courses kunnen vanuit ontwikkelingslanden maar ook vanuit
de Nederlandse organisaties ingediend worden.
Opleidingenaanbod
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Om zo breed mogelijk tegemoet te kunnen komen aan de vraag worden binnen dit programma
beurzen verstrekt voor een groot deel van de door Nederlandse organisaties aangeboden
opleidingen. Voor het NFP-TP kunnen dat zijn internationale cursussen waaraan geen
graad is verbonden (bijv diplomacursussen of modules van Mastersopleidingen) maar
ook tailor-made trainingen die nog ontwikkeld moeten worden. Voor het NFP-AP zijn
dat post-graduate Masters en PhD opleidingen. Wat de bestaande cursussen betreft moet
het aanbod aan bepaalde minimumeisen voldoen om opgenomen te worden in een voor het
programma samen te stellen opleidingenlijst. Deze minimumeisen (zoals formele erkenning
opleidingsinstituut en opleiding, OS-relevantie en toepassingsgerichtheid van de opleiding,
faciliteiten voor buitenlandse studenten, etcetera) zijn vastgesteld door de Minister.
Om adequaat en flexibel op nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen zal de opleidingenlijst
elk jaar opnieuw worden vastgesteld.
De tailor-made trainingen en refresher courses maken geen onderdeel van deze lijst
uit. De in te schakelen Nederlandse expertise hoeft zich niet te beperken tot formele
onderwijsinstellingen. Ook andere kenniscentra zoals onderzoeksinstellingen en trainingsinstituten
kunnen hun korte opleidingen aanbieden of ingeschakeld worden voor het verzorgen van
een tailor-made training.
Selectie van beursaanvragen en vraag-aanbod koppeling
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Wat betreft de selectie van beursaanvragen voor de academische graadverlenende opleidingen
en de korte diplomacursussen wordt de verdeling van beurzen over de verschillende
opleidingen gerelateerd aan het totaal van de gekwalificeerde aanvragen en aan de
mate waarin de opleidingen een ‘studie in de regio’-component bevatten. Bij de selectie
van kandidaten wordt voorkeur gegeven aan zich kwalificerende kandidaten afkomstig
van geïdentificeerde partnerorganisaties in de 10 landen.
Voor nog te ontwikkelen tailor-made trainingen zal uit het gehele in Nederland aanwezige
aanbod geput kunnen worden. Teneinde op een zo transparant en objectief mogelijke
wijze het meest geschikte aanbod bij de vraag te kunnen vinden wordt voor subsidies
die meer bedragen dan € 50.000 een tenderprocedure gehanteerd.
De administratieve en logistieke ondersteuning van de beursverlening wordt in principe
door de Nederlandse instelling verleend.
Uitvoering en beheer
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De uitvoering van het programma is in 2002 door de Minister voor een periode van 4
jaar uitbesteed aan de stichting Nuffic. De Nuffic zal het beheer over het programma
voeren en, in nauwe samenwerking met de ambassades, een belangrijke rol vervullen
bij de vraagidentificatie, bij de bekendstelling van het aanbod, bij de vraag-aanbod
koppeling en bij de externe monitoring en evaluatie van de tailor-made trainingen.
Verder zal de Nuffic namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking subsidies (in
de vorm van beurzen) verlenen aan Nederlandse organisaties voor deelname van geselecteerde
beursaanvragers aan de desbetreffende opleiding of voor het opzetten en uitvoeren
van een tailor-made training.
Verdeling van middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De voor beide programma’s in totaal beschikbare middelen, dat wil zeggen inclusief
de vergoeding voor de Nuffic, bedragen op jaarbasis € 24.500.000 minus de voor de
afbouw van de voormalige beurzenprogramma’s benodigde middelen.
Er zal geen sprake zijn van landenallocaties vooraf of van een verdeling van fondsen
vooraf over de organisaties in de 11 landen waarmee meerjarenafspraken worden gemaakt.
Deze afspraken zullen wel een indicatie bevatten. De Nuffic zal in de financiële planning
op programmaniveau rekening houden met de meerjarenafspraken die met de zuidelijke
organisaties worden gemaakt.
Het streven is minimaal 50% van de programmamiddelen aan bursalen afkomstig uit sub-Sahara
Afrika te besteden en minimaal 50% van de beurzen aan vrouwen te verlenen.
Annex: Landenlijst NFP
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
1. Afghanistan
2. Albanië
3. Armenië
4. Bangladesh
5. Benin
6. Bhutan
7. Bolivia
8. Bosnië-Herzegowina
9. Brazilië
10. Burkina Faso
11. Cambodja
12. China
13. Colombia
14. Costa Rica
15. Cuba
16. Ecuador *)
17. Egypte *)
18. El Salvador
19. Eritrea
20. Ethiopië *)
21. Filippijnen
22. Georgië
23. Ghana
24. Guatemala *)
25. Guinee Bissau
26. Honduras
27. India
28. Indonesië
29. Iran
30. Ivoorkust
31. Jemen *)
32. Jordanië
33. Kaapverdië
34. Kenia
35. Macedonië
36. Mali
37. Moldavië
38. Mongolië
39. Mozambique
40. Namibië
41. Nepal
42. Nicaragua
43. Nigeria
44. Oeganda *)
45. Pakistan
46. Palestijnse autoriteit
47. Peru
48. Rwanda *)
49. Senegal
50. Sri Lanka
51. Suriname
52. Tanzania *)
53. Thailand
54. Vietnam *)
55. Zambia
56. Zimbabwe
57. Zuid-Afrika *)
*) Landen waarin meerjarenafspraken worden gemaakt.