Artikel 1
[Regeling vervallen per 25-05-2011]
-
a. op de vaarweg tussen de zee en Harlingen, varend via het Stortemelk, de Vliestroom,
de Blauwe Slenk en het vaarwater langs de Pollendam, en een diepgang heeft van 5 meter
of meer, dan wel een lengte van 85 meter of meer;
-
b. in een betonde vaarweg tussen de zee en de haven van Den Helder, en een diepgang heeft
van 5 meter of meer;
-
c. in de haven van Scheveningen, en een diepgang heeft van 5 meter of meer, dan wel een
lengte van 80 meter of meer;
-
d. in het Noordzeekanaal of in één van de zijkanalen daarvan, met inbegrip van de Voorzaan
noordwaarts tot aan de Zaansluizen en het IJ, daaronder begrepen de havens aan deze
vaarwegen, en een diepgang heeft van 8 meter of meer;
-
e. in de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas, het Beerkanaal of het Calandkanaal,
daaronder begrepen de havens aan deze vaarwegen, en een diepgang heeft van 9 meter
of meer;
-
f. in de Oude Maas, daaronder begrepen de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft
van 7 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;
-
g. in de Dordtsche Kil of de daarop aansluitende vaarweg naar de havens van het Industrie-
en Havenschap Moerdijk, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang
heeft van 5,5 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;
-
h. in de Sloehaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van
200 meter of meer;
-
i. in het Zeehavenkanaal of de Handelshaven te Delfzijl, en een diepgang heeft van 8
meter of meer, dan wel een lengte van 150 meter of meer;
-
j. in de Eemshaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van
200 meter of meer.