Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2005

[Regeling vervallen per 24-07-2008.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 05-02-2007 t/m 23-07-2008

Ministeriële regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan, en de Minister van Financiën van 12 oktober 2004, nr. WJZ/2004/46206(8150), houdende vaststelling van een nieuwe indemniteitsregeling voor het bruikleenverkeer tussen museale instellingen op grond van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2005)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan, en de Minister van Financiën;

Gelet op de artikelen 2, 5, 5b, 11, vijfde lid, 12, tweede lid, 32, eerste lid, 33, eerste lid, onder a, 48 en 49 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;

Besluiten:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b. Besluit: het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;

  • c. instelling: een in belangrijke mate door de Staat of een ander overheidslichaam structureel gefinancierde instelling die gespecialiseerd is in het beheren van museale collecties, het organiseren van tentoonstellingen, of het tentoonstellen van langdurig in bruikleen gegeven voorwerpen;

  • d. voorwerp: een voorwerp van cultuurhistorische betekenis met de daarbij behorende verpakking, lijst, raam, kader, sokkel en dergelijke;

  • e. tentoonstelling: een tijdelijke tentoonstelling in Nederland, georganiseerd door een instelling, die naar het oordeel van de minister van uitzonderlijk belang is door:

    • 1°. een belangrijke visie te bieden op periodes, kwesties, personen of produkten van cultuurhistorische betekenis;

    • 2°. een overtuigende waardering op te willen wekken voor de onder 1° genoemde zaken of personen; en

    • 3°. een omvangrijke compilatie te bieden van belangrijke voorwerpen in een samenhang die men normaliter niet in Nederland te zien krijgt;

  • f.  langdurige bruikleen: het gedurende tenminste een jaar en ten hoogste vijf jaar in bruikleen geven aan een instelling van een uit het buitenland afkomstig voorwerp dat naar het oordeel van de minister van uitzonderlijk belang is door een presentatie bij die instelling van dat voorwerp in een samenhang die men normaliter niet in Nederland te zien krijgt;

  • g.  indemniteitsverklaring: beschikking waarbij een voorwaardelijke aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 2 wordt verleend.

Paragraaf 2. Indemniteitsverklaring

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

  • 1 De minister kan, in overeenstemming met de Minister van Financiën, aan een instelling ten behoeve van een tentoonstelling of van een langdurige bruikleen een aanspraak op financiële middelen verlenen onder de opschortende voorwaarde van verlies van of schade aan de door derden in bruikleen afgestane voorwerpen.

  • 2 De aanspraak wordt verleend:

    • a.  in geval van een tentoonstelling: voorzover de exploitatie van die tentoonstelling een tekort vertoont, of

    • b.  in geval van een langdurige bruikleen: voorzover een door de instelling verschuldigde eigen bijdrage wordt overschreden.

  • 3 Het totaal van de aanspraken op financiële middelen in een begrotingsjaar op grond van indemniteitsverklaringen gaat op enig moment het bedrag van € 230.000.000 niet te boven.

  • 4 Van het bedrag, bedoeld in het derde lid, kan in een begrotingsjaar ten hoogste tien procent worden bestemd voor langdurige bruikleen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

  • 1 Een indemniteitsverklaring kan slechts worden verleend indien een instelling naar het oordeel van de minister, in overeenstemming met de Minister van Financiën, heeft aangetoond, dat een indemniteitsverklaring een besparing op de verzekeringskosten ter zake van de desbetreffende tentoonstelling of van de langdurige bruikleen ten gevolge heeft.

  • 2 Een indemniteitsverklaring kan voorts slechts worden verleend indien er naar het oordeel van de minister een acceptabele verhouding aanwezig is tussen enerzijds het belang van de tentoonstelling of van de langdurige bruikleen en de besparing, bedoeld in het eerste lid, en anderzijds het door de Staat te aanvaarden risico.

  • 3 De voorwaarden die gelden voor de verzekering in verband waarmee de indemniteitsverlaring wordt verleend, zijn van overeenkomstige toepassing op de indemniteitsverklaring.

Paragraaf 3. Aanvraag

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

  • 1 De aanvraag voor een indemniteitsverklaring gaat, onverminderd artikel 11 van het Besluit, vergezeld van tenminste één verzekeringsofferte.

  • 2 Een aanvraag die verschillende voorwerpen betreft, gaat tevens vergezeld van een lijst van in bruikleen te geven voorwerpen.

  • 3 In geval van een aanvraag ten behoeve van een tentoonstelling wordt tevens een tentoonstellingsplan overgelegd.

  • 4 Bij de beoordeling van een aanvraag en de voorbereiding van de verlening van een indemniteitsverklaring kan de minister verzoeken om een actuele risico-inventarisatie en -analyse over te leggen, om informatie te verschaffen over de in acht te nemen veiligheid, beveiliging en bewaking van de bruiklenen waarop de aanvraag betrekking heeft, of om hem op locatie de organisatorische, bouwkundige en elektronische veiligheidsvoorzieningen te tonen, een en ander als bedoeld onder 1, 4 en 5, van de bijlage bij deze regeling.

Paragraaf 4. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Op de aanvragen wordt beslist in de volgorde waarin zij door de minister zijn ontvangen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Een indemniteitsverklaring vervalt, indien de instelling waaraan die verklaring is verleend, niet binnen vier maanden na het einde van de desbetreffende tentoonstelling of langdurige bruikleen aan de minister heeft bericht, dat zich naar haar oordeel verlies van of schade heeft voorgedaan aan voorwerpen waarop de indemniteitsverklaring betrekking heeft.

Paragraaf 5. Verplichtingen

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Onverminderd de verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit, zijn voor de instelling waaraan een indemniteitsverklaring wordt verleend, aan die verlening de verplichtingen verbonden die met het oog op de veiligheid van tentoon te stellen voorwerpen zijn opgenomen in de bijlage die bij deze regeling hoort.

Paragraaf 6. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Indien zich in de periode waarvoor een indemniteitsverklaring geldt, verlies van of schade aan voorwerpen waarop de indemniteitsverklaring betrekking heeft, voordoet, zendt de subsidieontvanger aan de minister naast een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onder a, van het Besluit een overzicht met een berekening van de geleden schade.

Paragraaf 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.C. van der Laan

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm

Bijlage , bedoeld in artikel 7

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Verplichtingen in verband met de veiligheid

[Regeling vervallen per 24-07-2008]

Een instelling waaraan een indemniteitsverklaring wordt verleend, moet in de periode waarop die indemniteitsverklaring betrekking heeft, met het oog op de veiligheid van tentoon te stellen bruiklenen voldoen aan de volgende verplichtingen :

1. De instelling beschikt over een actuele risico-inventarisatie en -analyse voor alle voorwerpen die de instelling onder haar beheer heeft.

2. Door de instelling zijn op basis van de risicoanalyse, bedoeld onder 1, voldoende maatregelen getroffen ten behoeve van de bruiklenen waarop de indemniteitsverklaring betrekking heeft.

3. De instelling beschikt over een actueel calamiteitenplan voor personen, gebouwen en bruiklenen waarop de indemniteitsverklaring betrekking heeft.

4. De instelling verschaft de minister op diens verzoek informatie over de veiligheid, beveiliging en bewaking van de bruiklenen waarop de indemniteitsverklaring betrekking heeft.

5. De instelling toont de minister op diens verzoek op locatie de organisatorische, bouwkundige en elektronische veiligheidsvoorzieningen.

Naar boven