Sanctieregeling Zimbabwe 2004

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 16-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 9 september 2004, nr. DJZ/BR/0260-04, houdende bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Zimbabwe (Sanctieregeling Zimbabwe 2004)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van de Europese Unie van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (Pb EG L 55);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt nr. 2004/161/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 19 februari 2004 houdende verlenging van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (Pb EG L 50);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, 6 en 8 van Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe (Pb EG L 55).

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in gevallen waarin de artikelen 4, 4bis, 5, 7 of 7 bis, eerste, tweede of derde lid, van Verordening (EG) nr. 314/2004 van toepassing zijn.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar, personen, entiteiten of lichamen in Zimbabwe, of voor gebruik in Zimbabwe.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer, met vooraf verleende ontheffing van de bevoegde autoriteit, genoemd in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 314/2004 van:

    • a. niet-letale militaire uitrusting uitsluitend bestemd voor humanitair gebruik of beschermingsdoeleinden, of voor programma’s voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Gemeenschap; en

    • b. materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Verenigde Naties of de Europese Unie.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op de tijdelijke uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, of medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel.

Artikel 2a

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, artikel 4 bis, artikel 7, 7bis, tweede en derde lid, en artikel 8 van Verordening (EG) nr. 314/2004 is de Minister van Financiën voor zover het betreft financieringen of financiële bijstand, de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2 De bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 4, artikel 4bis, artikel 7, 7bis, tweede en derde lid, en artikel 8 van Verordening (EG) nr. 314/2004 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft technische bijstand dan wel de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

Naar boven