Goedkeuringsregeling Verordening wijziging Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 13-07-2004 t/m 31-12-2012

Goedkeuringsregeling Verordening wijziging Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing

De Minister van Financiën,

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende overdracht van de zorg voor de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (Stb. 175);

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;

Gezien de Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing, zoals deze is vastgesteld door de ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten op 8 juni 2004;

Besluit:

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Goed te keuren de Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing, zoals deze is vastgesteld door de ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten op 8 juni 2004 en in de hier bijgevoegde bijlage is opgenomen, voor zover deze goedkeuring vereist is ingevolge artikel 24, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.

De

Minister

van Financiën,
namens deze:
de

Directeur Financiële Markten

,

B. ter Haar

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing

(vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 8 juni 2004, afgekondigd in de Staatscourant van 27 juli 2004, nr. 141)

De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. De accountant verleent medewerking aan de toetsing van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van het accountantskantoor waarin hij optreedt.

3. De Raad legt, indien hij van oordeel is dat uit het handelen of nalaten van de accountant kan worden afgeleid dat deze niet aan zijn in het tweede lid vermelde verplichting voldoet, dit handelen of nalaten voor aan de Raad van Tucht voor registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De Raad geeft aan een accountantskantoor minimaal zes weken van tevoren te kennen dat bij het kantoor een toetsing zal plaatsvinden.

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. De Raad doet mededeling van de samenstelling van het toetsingsteam, alsmede van de termijn waarbinnen een verzoek als bedoeld in het derde lid van dit artikel kan worden ingediend.

C

Het vierde lid van artikel 10 komt te luiden:

4. Het toetsingsteam kan, bij het voorstel voor een oordeel zoals omschreven in artikel 11 derde lid, tevens aanbevelingen doen voor het treffen van maatregelen ter verbetering.

D

Het tweede, derde en vierde lid van artikel 11 komen te luiden:

2. De Raad beperkt zich tot een marginale toetsing van het toetsingsverslag en stelt naar aanleiding hiervan en het eventuele commentaar als bedoeld in het vorige lid een eindoordeel vast, al dan niet voorzien van aanbevelingen, dat hij binnen zes weken na afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn ter kennis brengt van het accountantskantoor.

3. Het eindoordeel kan als volgt luiden:

  • a. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet aan de daaraan te stellen eisen;

  • b. het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen.

4. In het geval het eindoordeel luidt als omschreven in het derde lid, onder b van dit artikel, stelt de Raad een termijn waarbinnen het stelsel van kwaliteitsbeheersing dient te worden aangepast aan de normen als bedoeld in artikel 3.

E

In artikel 15, vierde lid, wordt ‘acht weken’ vervangen door: zestien weken.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Goedgekeurd bij beschikking van de Minister van Financiën van 13 juli 2004, nr. FM 2004-796 M.

Naar boven