Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 27-08-2006 t/m 31-12-2006

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 27 juni 2004, nr. WJZ 4042090, houdende vaststelling van de vaste bedragen per kWh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2006 (Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006)

De Minister van Economische Zaken,

Handelend na overleg met de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. zuivere biomassa: producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken die geheel biologisch afbreekbaar zijn, alsmede industrieel en huishoudelijk afval dat geheel biologisch afbreekbaar is;

    • b. niet-zuivere biomassa: biomassa, niet zijnde zuivere biomassa;

    • c. afvalverbrandingsinstallatie: de productie-installatie waarin al dan niet de opgewekte warmte wordt teruggewonnen en die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor:

      • 1°. de verbranding door oxidatie van afvalstoffen;

      • 2°. een andere thermische behandeling van afvalstoffen dan bedoeld onder 1° ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand, of

      • 3°. de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling van afvalstoffen;

    • d. productie-installatie voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie op zee: een productie-installatie waarin elektriciteit wordt opgewekt met behulp van windenergie, die is opgericht in de territoriale zee of in de exclusieve economische zone;

    • e. productie-installatie voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie op land: een productie-installatie waarin elektriciteit wordt opgewekt met behulp van windenergie, niet zijnde een productie-installatie als bedoeld in onderdeel d;

    • f. NTA 8003: de Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut, zoals deze luidde op 1 december 2003;

    • h. gasmotor: een inwendige explosiemotor met elektrische ontsteking of compressie-ontsteking.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, worden producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede industrieel en huishoudelijk afval met een aandeel onvermijdbare kunststoffen en ander materiaal van langcyclisch organische oorsprong van ten hoogste drie massaprocent per partij geacht geheel biologisch afbreekbaar te zijn.

  • 3 Het rendement voor afvalverbrandingsinstallaties wordt berekend door de som van:

    • a. de opgewekte en aan het net of aan andere productie-installaties dan de productie-installatie die de elektriciteit opwekt te leveren elektriciteit, en

    • b. tweederde van de opgewekte en nuttig aan te wenden warmte, te delen door het product van de massa van het te verwerken afval en de calorische onderwaarde van dit afval.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen tot en met 10 MW, niet zijnde een afvalverbrandingsinstallatie, bedraagt bij subsidieverlening in de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006:

  • a. indien zuivere biomassa, met uitzondering van stortgas en biogas uit afvalwater- en rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt omgezet in elektriciteit € 0,097 per kWh;

  • b. indien niet-zuivere biomassa wordt omgezet in elektriciteit € 0,025 per kWh.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen groter dan 10 MW tot en met 50 MW, niet zijnde een afvalverbrandingsinstallatie, bedraagt bij subsidieverlening in de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006:

  • a. indien zuivere biomassa, met uitzondering van stortgas en biogas uit afvalwater- en rioolwaterzuiveringsinstallaties en biomassa als bedoeld in de nummers 541 tot en met 549 van de NTA 8003 wordt omgezet in elektriciteit € 0,097 per kWh;

  • b. indien zuivere biomassa als bedoeld in de nummers 541 tot en met 549 van de NTA 8003 wordt omgezet in elektriciteit € 0,06 per kWh;

  • c. indien niet-zuivere biomassa wordt omgezet in elektriciteit € 0,025 per kWh.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen van meer dan 50 MW, niet zijnde een afvalverbrandingsinstallatie, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006:

  • a. indien zuivere biomassa wordt omgezet in elektriciteit € 0,00 per kWh;

  • b. indien niet-zuivere biomassa wordt omgezet in elektriciteit € 0,00 per kWh.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit opgewekt met behulp van een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van stortgas, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,021 per kWh.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, met uitzondering van elektriciteit opgewekt met behulp van stortgas of biogas uit slibvergisting, opgewekt in een afvalverbrandingsinstallatie met een minimum rendement van 26%, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,029 per kWh.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,077 per kWh.

  • 2 Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op zee, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,00 per kWh.

  • 3 In afwijking van het eerste lid bedraagt het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-⁠installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie op land waarvoor een ontheffing voor renovatie als bedoeld in artikel 72m, derde lid, onderdeel b, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is verkregen, bij subsidieverlening in de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,017 per kWh.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van zonne-energie, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,097 per kWh.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van golfenergie of van getijdenenergie, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,097 per kWh.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor duurzame elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van waterkracht, bedraagt bij subsidieverlening in de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 € 0,097 per kWh.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor elektriciteit, opgewekt in een installatie voor warmtekrachtkoppeling met behulp van een gasmotor die op of na 1 januari 1997 in gebruik is genomen, bedraagt, voorzover de installatie voor warmtekrachtkoppeling is aangesloten op het net, in 2006 € 0,033 per kWh.

  • 2 Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor elektriciteit, opgewekt in een installatie voor warmtekrachtkoppeling anders dan met behulp van een gasmotor en met een vermogen van 120 MW of meer die op of na 1 januari 1997 in gebruik is genomen, bedraagt, voorzover de installatie voor warmtekrachtkoppeling is aangesloten op het net, in 2006 € 0,018 per kWh.

  • 3 Het vaste bedrag ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor elektriciteit, opgewekt in een installatie voor warmtekrachtkoppeling anders dan met behulp van een gasmotor en met een vermogen van minder dan 120 MW die op of na 1 januari 1997 in gebruik is genomen, bedraagt, voorzover de installatie voor warmtekrachtkoppeling is aangesloten op het net, in 2006 € 0,033 per kWh.

  • 4 Indien een producent in 2006 elektriciteit op een installatie invoedt, wordt het totaalbedrag van de voor deze periode verkregen subsidie verminderd met het voordeel dat de producent in 2006 heeft genoten van het niet belastbaar zijn van op de installatie ingevoede elektriciteit afkomstig van een installatie voor warmtekrachtkoppeling op grond van artikel 36c, vijfde lid, onder d, van de Wet belastingen op milieugrondslag.

  • 5 Het voordeel, bedoeld in het vierde lid, bedraagt:

    • a. voor zover elektriciteit, zowel afkomstig van de installatie voor warmtekrachtkoppeling als van andere bronnen, die op een installatie wordt ingevoed:

      • 1°. in 2006 niet meer bedraagt dan 10.000 kWh, per ingevoede kWh € 0.0705;

      • 2°. in 2006 meer dan 10.000 kWh, maar niet meer dan 50.000 kWh bedraagt, per ingevoede kWh € 0,0343;

      • 3°. in 2006 meer dan 50.000 kWh, maar niet meer dan 10 miljoen kWh bedraagt, per ingevoede kWh € 0,0094;

      • 4°. in 2006 meer bedraagt dan 10 miljoen kWh, per ingevoede kWh € 0,001 voor niet-zakelijk verbruik en per ingevoede kWh € 0,0005 voor zakelijk verbruik;

    • b. verminderd met het bedrag dat de leverancier over 2006 inzake de levering van elektriciteit aan de producent aan belasting verschuldigd is op grond van hoofdstuk VA van de Wet belastingen op milieugrondslag.

  • 6 Het bedrag bedoeld in het derde lid, onderdeel a, onder 4o, wordt niet berekend indien aan de producent op grond van artikel 36q van de Wet belastingen op milieugrondslag voor 2006 een vrijstelling is verleend voor de belasting over elektriciteit boven een gebruik van 10 miljoen kWh per verbruiksperiode van twaalf maanden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2004

De

Minister

van Economische Zaken

L.J. Brinkhorst

Naar boven