Beleidsregels uitvoering Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 28-06-2004 t/m 31-12-2005

Beleidsregels van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties omtrent de uitvoering van het Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999 (Beleidsregels uitvoering Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 2, vijfde lid, onderdeel b, 4 en 20 van het Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Bij de uitvoering van het Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999, hierna te noemen Bijdragebesluit, worden de volgende beleidsregels in acht genomen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Van schuld of nalatigheid van de gemeente als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, onderdeel b, van het Bijdragebesluit, is in ieder geval sprake indien:

  • a. bij het vooronderzoek geen of onvoldoende rekening is gehouden met de veiligheid, het milieu, de gezondheid en risico's voor de bevolking;

  • b. in geval van opsporingswerkzaamheden in springputten, loopgraven, schutterputten, bomkraters, kraters van geschutsmunitie en vliegtuigwrakken bij het vooronderzoek geen of onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijke aanwezigheid van asbest;

  • c. in geval van opsporingswerkzaamheden naar vliegtuigwrakken in bomkraters en kraters van geschutsmunitie bij het vooronderzoek geen of onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijke aanwezigheid van radioactieve straling;

  • d. geen of een onvoldoende dekking biedende verzekering is afgesloten tegen de financiële gevolgen van het onverwachts detoneren van explosieven tijdens de opsporingswerkzaamheden, te weten het detecteren, ontgraven, benaderen, identificeren, veiligstellen, demonteren, transporteren, opslaan en opgeslagen houden in een voorziening die is ingericht voor het opslaan van explosieven in afwachting van de vernietiging door of de overdracht aan de EOD;

  • e. de vereiste vergunningen niet of niet tijdig zijn aangevraagd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De kosten van vooronderzoek, genoemd in artikel 4, onderdeel a, van het Bijdragebesluit hebben betrekking op kosten die gemaakt worden bij het lokaliseren van de ligging van het vermoedelijke explosief en waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende hulpmiddelen:

    • a. archieven;

    • b. kraterkaarten/schadekaarten;

    • c. luchtfoto's;

    • d. processen-verbaal;

    • e. getuigenverklaringen;

    • f. uitkomsten van literatuuronderzoek.

  • 2 De kosten, genoemd in het eerste lid, komen in beginsel voor vergoeding in aanmerking, tenzij deze kosten in verhouding tot de opsporingskosten of de bereikte besparingen op de opsporingskosten onevenredig hoog zijn.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Tot kosten van opsporingswerkzaamheden bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van het Bijdragebesluit, die in beginsel voor een bijdrage in aanmerking komen behoren uitsluitend:

    • a. kosten van milieutechnisch- en grondmechanisch bodemonderzoek;

    • b. kosten van exterieure taxatie van de belendende percelen;

    • c. verzekeringskosten;

    • d. kosten in verband met afzettingen van het werkterrein;

    • e. kosten betreffende af- en aanvoer van materieel en materiaal;

    • f. kosten in verband met het inrichten van het werkterrein zoals het verwijderen van obstakels, het omleggen van kabels en leidingen, het ontgraven van grond, het aanbrengen en verwijderen van damwanden, de aanleg, de instandhouding en afvoer van (retour) bemaling, het gebruik van een boorinstallatie, het gebruik van een graafmachine categorieën II of I en het gebruik van detectieapparatuur;

    • g. kosten in verband met noodzakelijke dienstverblijven en de aansluitingen op de nutsvoorzieningen daarop;

    • h. kosten in verband met voorzieningen voor het opslaan van munitie;

    • i. kosten in verband met de inrichting van een vernietigingslocatie;

    • j. kosten van een opruimer explosieven, munitie herkenners, bedrijfsleider, (hoofd) uitvoerder, grondwerkers en bewakingsmedewerkers voor wat betreft de loonkosten, reisuren en reiskosten, risicotoeslag en overnachtingskosten;

    • k. de kosten van veiligheidsvoorzieningen zoals containers, Megablocks, beschermende wanden en het gebruik van scherfwerende doeken;

    • l. kosten in verband met herstelwerkzaamheden op de opsporings- en vernietigingslocaties.

  • 2 In afwijking van het eerste lid komen de kosten die zijn uitgezonderd in artikel 6 niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

In verband met haar taak als opdrachtgever en toezichthouder komen de door de gemeente gemaakte kosten van één toezichthouder voor een bijdrage in aanmerking, ongeacht of die toezichthouder door de gemeente wordt aangesteld of dat die door de gemeente is ingehuurd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Kosten die niet vallen onder de kostensoorten, genoemd in artikel 4 van het Bijdragebesluit, en derhalve niet voor een bijdrage in aanmerking komen, betreffen in elk geval:

    • a. kosten met betrekking tot het uitbrengen van offertes;

    • b. de door het opsporingsbedrijf in rekening gebrachte kosten met betrekking tot de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV), de Regeling van de Verhouding tussen opdrachtgever en het adviserende Ingenieursbureau (RVOI), de kosten met betrekking tot de Organisatie van Advies- en Ingenieursbureaus (ONRI) en bijdragen Fonds Collectief onderzoek GWW (Grond, Weg en Water), voorzover zij niet het gevolg zijn van civieltechnische werkzaamheden;

    • c. kosten met betrekking tot de zogenaamde Vrij Van Explosieven (VVE) verklaringen;

    • d. kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze onderdeel uitmaken van het gehanteerde tarief dat door de in artikel 1 onderdeel i van het Bijdragebesluit omschreven opsporingsbedrijven in rekening worden gebracht;

    • e. kosten waarvan aangenomen mag worden dat ze tot de normale taakuitoefening van de gemeente behoren.

  • 2 Tot de kosten die over het algemeen deel uitmaken van het door het opsporingsbedrijf gehanteerde tarief worden gerekend:

    • a. kosten van werkvoorbereiding;

    • b. kosten van verbruikersmateriaal;

    • c. algemene kosten;

    • d. winst en risico;

    • e. kosten met betrekking tot het verwerken van meldingen van het Kabels, Leidingen en Informatie Centrum, de zogenaamde KLIC meldingen.

  • 3 Tot de kosten die in verband met opsporings- en ruimingswerkzaamheden deel uitmaken van de normale taakuitoefening van de gemeente worden onder andere gerekend:

    • a. administratieve kosten;

    • b. kosten in verband met voorlichting;

    • c. kosten in verband met juridische ondersteuning;

    • d. kosten van projectmanagement en projectbegeleiding;

    • e. kosten in verband met de inzet van hulpverleningsdiensten;

    • f. kosten in verband met evacuatie van personen en dieren;

    • g. kosten in verband met opleidingen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De bewijsstukken genoemd in artikel 20, eerste lid, van het Bijdragebesluit, betreffen in ieder geval de originele facturen of kopieën daarvan en de daarbij behorende dag- of weekrapporten. In geval van doorberekening van door derden gemaakte kosten dienen ook de originele facturen of kopieën daarvan te worden toegevoegd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 29-12-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitvoering Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999.

Deze beleidsregels worden in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven