Bijlage 1
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Model ten behoeve van de vaststelling van nadere regels per blok betreffende het stelsel
van classificatie
A. (De in het blok aanwezige onroerende zaken)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In het blok worden aangetroffen:
-
a. cultuurgronden in gebruik als bouwland, grasland, tuingrond, boomgaard en boomkwekerij;
-
b. erven en tuinen;
-
c. bosgronden, houtwallen, woeste gronden en onland;
-
d. wegen;
-
e. waterlopen, sloten en plassen;
-
f. dijken en kaden;
-
g. spoorwegen;
-
h. sport- en recreatieterreinen;
-
i. gebouwen, werken en beplantingen;
-
j. overige, namelijk ..........
B. (De in het blok voorkomende gronden)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In het blok worden de volgende gronden aangetroffen:
C. (De indeling van de te schatten gronden in klassen met vermelding van de bij elke
klasse behorende agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Rekening houdend met het bepaalde in artikel 2 van de regeling worden de gronden als volgt geschat:
-
a. cultuurgronden in klassen van ........ tot en met ........ per ha, met intervallen
van ........, zonder rekening te houden met de cultuurtoestand;
-
b. erven en tuinen als aangrenzende grond;
-
c. bosgronden, houtwallen, woeste gronden en onland in klassen van ........ tot en met
........ per ha met intervallen van ........, met uitzondering van houtwallen smaller
dan ........ meter, welke worden geschat als aangrenzende grond;
-
d. wegen, wanneer zij openbaar zijn of kennelijk als zodanig worden gebruikt, op ........
per ha. De overige wegen worden als cultuurgrond of onland geschat;
-
e. waterlopen in beheer en onderhoud bij openbare lichamen alsmede plassen op ........
per ha;
-
f. particuliere sloten
-
– met een geringere bovenbreedte dan ........ meter als aangrenzende grond,
-
– breder dan ........ meter voor de gehele breedte op ........ per hectare;
-
g. dijken en kaden in klassen van ........ tot en met ........ per ha met intervallen
van ........ per ha;
-
h. spoorwegen en de daartoe behorende gronden op ........ per ha, als cultuurgrond of
onland, afhankelijk van het gebruik;
-
i. sport- en recreatieterreinen als aangrenzende grond of in de klasse ........ per ha,
afhankelijk van de plaatselijke situatie;
-
j. overige, namelijk ..........
D. (Objectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve factoren, bedoeld in artikel 4 van de regeling, worden als volgt gewaardeerd:
-
a. De afstand van de kavels tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in ........
klassen van respectievelijk ........, ........, en ........;
-
b. De afstand van gebouwen tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in ........
klassen van respectievelijk ........, ........, en ........;
-
c. De waterhuishoudkundige toestand van de kavels in ........ klassen van respectievelijk
........, ........, en ........
Bijlage 1a. behorende bij artikel 6 van de Regeling herverkaveling
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Nadere regels per blok betreffende het stelsel van classificatie voor de herinrichting
‘Schoonebeek’
A. (De in het blok aanwezige onroerende zaken)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In het blok worden aangetroffen:
-
a. cultuurgronden in gebruik als grasland, bouwland, tuingrond en boomkwekerij;
-
b. erven en tuinen;
-
c. bosgronden, houtwallen, woeste gronden en onland;
-
d. wegen;
-
e. waterlopen, sloten en plassen;
-
f. dijken en kaden;
-
g. spoorwegen;
-
h. sport- en recreatieterreinen;
-
i. gebouwen, werken en beplantingen;
-
j. overige, namelijk Gasunie-/NAM locaties en NAM wegen en industrieterreinen.
B. (De in het blok voorkomende gronden)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
In het blok worden de volgende gronden aangetroffen:
-
a. veengronden;
-
b. moerige gronden;
-
c. zandgronden.
C. (De indeling van de te schatten gronden in klassen met vermelding van de bij elke
klasse behorende agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Rekening houdend met het bepaalde in artikel 2 van de regeling worden de gronden als volgt geschat:
-
a. cultuurgronden in klassen van € 16.000,– tot en met € 24.000,– per ha, met intervallen
van € 1.000,–, zonder rekening te houden met de cultuurtoestand;
-
b. erven en tuinen als aangrenzende grond;
-
c. bosgronden, houtwallen, woeste gronden en onland op € 7.000,– per ha, met uitzondering
van houtwallen smaller dan 5 meter, welke worden geschat als aangrenzende grond;
-
d. wegen, wanneer zij openbaar zijn of kennelijk als zodanig worden gebruikt, op € 0,–
per ha. De overige wegen worden als aanliggende grond geschat.
-
e. waterlopen in beheer en onderhoud bij openbare lichamen alsmede plassen op € 0,– per
ha;
-
f. particuliere sloten;
-
– met een geringere bovenbreedte dan 6 meter als aangrenzende grond,
-
– breder dan 6 meter voor de gehele breedte op € 0,– per hectare;
-
g. dijken en kaden worden als aangrenzende grond geschat;
-
h. spoorwegen en de daartoe behorende gronden op € 0,– per ha, als cultuurgrond of onland,
afhankelijk van het gebruik;
-
i. sport- en recreatieterreinen als aangrenzende grond;
-
j. Gasunie-/NAM locaties en NAM wegen en industrieterreinen als aangrenzende grond.
D. (Objectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve factoren, bedoeld in artikel 4 van de regeling, worden als volgt gewaardeerd:
-
a. De afstand van de kavels tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in 3 klassen
van respectievelijk goed, matig en slecht;
-
b. De afstand van gebouwen tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in 3 klassen
van respectievelijk goed, matig en slecht;
-
c. De waterhuishoudkundige toestand van de kavels in 3 klassen van respectievelijk goed,
matig en slecht.
Bijlage 2
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Model ten behoeve van de vaststelling van nadere regels per blok betreffende de tweede
schatting
A. (Objectieve en subjectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve en subjectieve factoren, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de regeling, worden als volgt in punten (of in geldbedragen) gewaardeerd:
-
a. De afstand van de kavels tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in ........
klassen van respectievelijk ........, ........, en ........ punten (of geldbedrag) per hectare;
-
b. De afstand van gebouwen tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in ........
klassen van respectievelijk ........, ........, en ........ punten (of geldbedrag) per gebouw c.q. complex van gebouwen;
-
c. De waterhuishoudkundige toestand van de kavels in ........ klassen van respectievelijk
........, ........, en ........ punten (of geldbedrag) per hectare;
-
d. De verkaveling omvattende vorm, grootte, aantal, afstand tot de gebouwen en mate van
kavelconcentratie in ........ klassen van ........ tot en met ........ punten (of geldbedrag) per hectare met intervallen van ........ punten;
-
e. De bepaling van de waardeveranderingen als gevolg van landinrichting in de objectieve
en subjectieve factoren geschiedt per eigendom (of per bedrijf) door vergelijking
van de toegedeelde kavels met de ingebrachte kavels. Bij de beoordeling van de ingebrachte
kavels wordt de invloed van reeds uitgevoerde landinrichtingswerken geëlimineerd,
behoudens die van kavelverbeteringswerken.
B. (Verandering van de agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Een verandering van de agrarische waarde, bedoeld in artikel 2 van de regeling, wordt bepaald op het verschil tussen de waarde bij de eerste schatting
en de waarde bij de tweede schatting, waarbij laatstgenoemde waarde met inachtneming
van het stelsel van classificatie wordt geschat in klassen van ........ tot en met
........ per hectare, met intervallen van ........
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De waarde van de onroerende zaken die een waardeverandering als bedoeld in artikel 3 van de regeling ondergaan wordt met inachtneming van het stelsel van classificatie
geschat in klassen van ........ tot en met ........ per hectare, met intervallen van
........
D. (Verrekenposten)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De verrekenposten, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de regeling, worden als
volgt geschat:
-
a. de aanwezigheid van hoogspanningsmasten op ........ per stuk en overspanningen op
........ per m1 (strekkende meter) zakelijk rechtstrook;
-
b. de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen, waarvoor een beperkt recht is
gevestigd, op ........ per m1 (strekkende meter);
-
c. erfdienstbaarheden op ........ per geval;
-
d. de aanwezigheid van verontreinigingen in of op de bodem als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming met een door deskundigen vast te stellen bedrag,
-
e. overige, namelijk ........
E. (Overig)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
1. Over- en onderbedeling worden verrekend, door de waarde van de schatting, bedoeld
in artikel 166 van de wet, te vermenigvuldigen met een factor ........
2. De vastgestelde waardeveranderingen, bedoeld in de onderdelen B en C worden verrekend
na vermenigvuldiging met de factor, bedoeld in het eerste lid.
Bijlage 2a. , behorende bij artikel 21 van de Regeling herverkaveling
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Nadere regels per blok betreffende de tweede schatting voor de ruilverkaveling ‘Land
van Thorn’
A. (Objectieve en subjectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve en subjectieve factoren, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de regeling, worden als volgt in geldbedragen gewaardeerd:
-
a. De ligging van de kavels ten opzichte van het openbare (of kennelijk openbare) wegenstelsel,
rekening houdend met de wegkwaliteit in 3 klassen van respectievelijk € 0,–, € 100,–
en € 200,– per hectare;
-
b. De ligging van de gebouwen ten opzichte van het openbare (of kennelijk openbare) wegenstelsel
rekening houdend met de wegkwaliteit in 3 klassen van respectievelijk € 0,–, € 500,–
en € 1.000,– per gebouw;
-
c. De waterhuishoudkundige toestand van de kavels in 3 klassen van respectievelijk €
0,–, € 100,– en € 200,– per hectare;
-
d. De verkaveling omvattende vorm, grootte, aantal, afstand tot de gebouwen en mate van
kavelconcentratie in 5 klassen van € 0,– tot en met € 400,– per hectare met intervallen
van € 100,–;
-
e. De bepaling van de waardeveranderingen als gevolg van landinrichting in de objectieve
en subjectieve factoren geschiedt per eigendom (of per bedrijf) door vergelijking
van de toegedeelde kavels met de ingebrachte kavels. Bij de beoordeling van de ingebrachte
kavels wordt de invloed van reeds uitgevoerde landinrichtingswerken geëlimineerd,
behoudens die van kavelverbeteringswerken.
B. (Verandering van de agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Een verandering van de agrarische waarde, bedoeld in artikel 2 van de regeling, wordt bepaald op het verschil tussen de waarde bij de eerste schatting
en de waarde bij de tweede schatting, waarbij laatstgenoemde waarde met inachtneming
van het stelsel van classificatie wordt geschat in klassen van € 0,–, € 4.538,– en
€ 9.075,– tot en met € 22.690,– per hectare, met intervallen van € 1.135,–.
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De waarde van de onroerende zaken die een waardeverandering als bedoeld in artikel 3 van de regeling ondergaan wordt met inachtneming van het stelsel van classificatie
geschat in klassen van € 0,–, € 4.538,– en € 9.075,– tot en met € 22.690,– per hectare,
met intervallen van € 1.135,–.
D. (Verrekenposten)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De verrekenposten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de regeling, worden als volgt geschat:
-
a. de aanwezigheid van hoogspanningsmasten op € 545,– per stuk en overspanningen op €
0,11 per m2 (vierkante meter) zakelijk rechtstrook;
-
b. de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen, waarvoor een beperkt recht is
gevestigd, op € 0,65 per m2 (vierkante meter);
-
c. erfdienstbaarheden tot een maximum van € 1.200,– per geval met intervallen van € 120,–;
-
d. de aanwezigheid van verontreinigingen in of op de bodem als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming met een door deskundigen vast te stellen bedrag;
-
e. extreme schaduw- en wortelwerking, gebaseerd op een vergelijking tussen inbreng en
toedeling met een nader te bepalen bedrag, gerelateerd aan de schattingswaarde van
de grond;
-
f. de mate van vlakligging van het maaiveld tot een maximum van € 1.130,– per ha met
intervallen van € 565,–;
-
g. de aanwezigheid van beregeningsputten en leidingen op basis van een per situatie bepaalde
restwaarde tot een maximum van € 703,– plus € 64,– voor iedere meter die de put dieper
is dan 10 meter;
-
h. te handhaven obstakels tot een maximum van € 920,– per obstakel met intervallen van
€ 92,–;
-
i. drainages tot een maximum van € 920,– per ha met intervallen van € 92,–.
E. (Overig)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
1. Over- en onderbedeling worden verrekend, door de waarde van de schatting, bedoeld
in artikel 166 van de wet, te vermenigvuldigen met een factor 0,711.
2. De vastgestelde waardeveranderingen, bedoeld in de onderdelen B en C worden verrekend
na vermenigvuldiging met de factor, bedoeld in het eerste lid.
Bijlage 2b. , behorende bij artikel 21 van de Regeling herverkaveling
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Nadere regels per blok betreffende de tweede schatting voor de ruilverkaveling ‘Volthe’
A. (Objectieve en subjectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve en subjectieve factoren, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de regeling, worden als volgt in punten gewaardeerd:
-
a. De afstand van de kavels tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in 4 klassen
van respectievelijk 0, 5, 10 en 15 punten per hectare;
-
b. De afstand van gebouwen tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg in 3 klassen
van respectievelijk 2,5; 5 en 7,5 punten per gebouw c.q. complex van gebouwen;
-
c. De waterhuishoudkundige toestand van de kavels in 4 klassen van respectievelijk 0,
10, 20 en 30 punten per hectare;
-
d. De verkaveling omvattende vorm, grootte, aantal, afstand tot de gebouwen en mate van
kavelconcentratie in 5 klassen van 0 tot en met 40 punten per hectare met intervallen
van 10 punten;
-
e. De bepaling van de waardeveranderingen als gevolg van landinrichting in de objectieve
en subjectieve factoren geschiedt per eigendom (of per bedrijf) door vergelijking
van de toegedeelde kavels met de ingebrachte kavels. Bij de beoordeling van de ingebrachte
kavels wordt de invloed van reeds uitgevoerde landinrichtingswerken geëlimineerd,
behoudens die van kavelverbeteringswerken.
B. (Verandering van de agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Een verandering van de agrarische waarde, bedoeld in artikel 2 van de regeling, wordt bepaald op het verschil tussen de waarde bij de eerste schatting
en de waarde bij de tweede schatting, waarbij laatstgenoemde waarde met inachtneming
van het stelsel van classificatie wordt geschat in klassen van € 1.815,– tot en met
€ 28.134,– per hectare, met intervallen van € 908,–.
C. (Waardeveranderingen als bedoeld in het artikel 71 van de wet)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De waarde van de onroerende zaken die een waardeverandering als bedoeld in artikel 3 van de regeling ondergaan wordt met inachtneming van het stelsel van classificatie
geschat in klassen van € 1.815,– tot en met € 28.134,– per hectare, met intervallen
van € 908,–.
D. (Verrekenposten)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De verrekenposten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de regeling, worden als volgt geschat:
-
a. erfdienstbaarheden op € 500,– tot € 10.000,– per geval;
-
b. de aanwezigheid van verontreinigingen in of op de bodem als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming met een door deskundigen vast te stellen bedrag;
-
c. overige, namelijk:
-
– schaduw- en wortelschade in 4 klassen van € 0,– , € 4,– , € 8,– , tot € 12,– per strekkende
meter perceelsrand;
-
– vlakligging van de percelen in 5 klassen van € 0,– , € 200,– , € 400,– , € 600,– ,
en € 800,– per hectare;
-
– drainage in 5 klassen van € 0,–, € 200,– , € 400,– , € 800,– , € 1.200,– per hectare;
-
– filterbuizen t.b.v. beregeningsinstallaties en/of veedrenking en drinkputten met
een door deskundigen vast te stellen bedrag.
E. (Overig)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
1. Over- en onderbedeling worden verrekend, door de waarde van de schatting, bedoeld
in artikel 166 van de wet, te vermenigvuldigen met een factor 1,71.
2. De vastgestelde waardeveranderingen, bedoeld in de onderdelen B en C worden verrekend
na vermenigvuldiging met de factor, bedoeld in het eerste lid.
Bijlage 2c. , behorende bij artikel 21 van de Regeling herverkaveling
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Nadere regels per blok betreffende de tweede schatting voor de ruilverkaveling ‘St.
Oedenrode: blokdeel Zijtaart-Vressel’
A. (Objectieve en subjectieve factoren)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De objectieve en subjectieve factoren, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de regeling, worden als volgt in geldbedragen gewaardeerd:
-
a. De kwaliteit van de openbare ontsluitingswegen voor kavels in 4 klassen van respectievelijk
€ 0,–, € 135,–, € 270,– en € 405,– per hectare;
-
b. De kwaliteit van de openbare ontsluitingswegen voor woningen in 2 klassen van respectievelijk
€ 0,– en € 225,– per woning;
-
c. De kwaliteit van de openbare ontsluitingswegen voor bedrijfsgebouwen in 2 klassen
van respectievelijk € 0,– en € 1.135,– per bedrijfsgebouw;
-
d. De kwaliteit van de openbare ontsluitingswegen voor woning + bedrijfsgebouwen in 2
klassen van respectievelijk € 0,– en € 1.360,–;
-
e. De verkaveling omvattende vorm, grootte, aantal, afstand tot de gebouwen en mate van
kavelconcentratie in 6 klassen van respectievelijk € 0,–, € 200,–, € 450,–, € 750,–,
€ 1.100,– en € 1.500,– per hectare;
-
f. De bepaling van de waardeveranderingen als gevolg van landinrichting in de objectieve
en subjectieve factoren geschiedt per eigendom (of per bedrijf) door vergelijking
van de toegedeelde kavels met de ingebrachte kavels. Bij de beoordeling van de ingebrachte
kavels wordt de invloed van reeds uitgevoerde landinrichtingswerken geëlimineerd,
behoudens die van kavelverbeteringswerken.
B. (Verandering van de agrarische waarde)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Een verandering van de agrarische waarde, bedoeld in artikel 2 van de regeling, wordt bepaald op het verschil tussen de waarde bij de eerste schatting
en de waarde bij de tweede schatting, waarbij laatstgenoemde waarde met inachtneming
van het stelsel van classificatie wordt geschat in klassen van € 0,– tot en met €
22.689,– per hectare, met intervallen van € 908,–.
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De waarde van de onroerende zaken die een waardeverandering als bedoeld in artikel 3 van de regeling ondergaan wordt met inachtneming van het stelsel van classificatie
geschat in klassen van € 0,– tot en met € 22.689,– per hectare, met intervallen van
€ 908,–.
D. (Verrekenposten)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
De verrekenposten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de regeling, worden als volgt geschat:
-
a. de aanwezigheid van hoogspanningsmasten van het 150 kV-net en het 380 kV-net op respectievelijk
€ 1.125,– en € 1.350,– per mast en de kabeloverspanningen van beide netten op € 0,15
per m2 (vierkante meter) zakelijk rechtstrook;
-
b. de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen, waarvoor een beperkt recht is
gevestigd, op € 0,70 per m2 (vierkante meter);
-
c. de aanwezigheid van afsluiterkooien behorende bij transportleidingen op € 412,– per
kooi;
-
d. de aanwezigheid van pootrechten op € 2,25 per strekkende meter en de geschatte houtopstanden;
-
e. de aanwezigheid van verontreinigingen in of op de bodem als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming met een door deskundigen vast te stellen bedrag.
E. (Overig)
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
1. Over- en onderbedeling worden verrekend, door de waarde van de schatting, bedoeld
in artikel 166 van de wet, te vermenigvuldigen met een factor 2,–.
2. De vastgestelde waardeveranderingen, bedoeld in de onderdelen B en C worden verrekend
na vermenigvuldiging met de factor, bedoeld in het eerste lid.