Omzetbelasting, vrijstelling voor diensten door een fysiotherapeut

[Regeling vervallen per 05-04-2007.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 22-06-2004 t/m 04-04-2007

Omzetbelasting, vrijstelling voor diensten door een fysiotherapeut

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Er zijn vragen gesteld met betrekking tot de reikwijdte van de vrijstelling van omzetbelasting voor de diensten verricht door fysiotherapeuten.

Inleiding

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

De Wet op de omzetbelasting 1968 (de wet) kent in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, een vrijstelling voor diensten door beoefenaren van een beroep waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG). In de wet BIG is een aantal (in artikel 3) met name genoemde beroepen geregeld. Voor deze beroepen zijn registers ingesteld. Alleen geregistreerde personen mogen de beroepstitel voeren. Ook vallen zij onder het tuchtrecht en zijn er opleidingseisen gesteld. Het beroep van fysiotherapeut is geregeld in de wet BIG.

Wet BIG

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

De wet BIG verstaat onder handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg alle verrichtingen – het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen – rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en er toe strekkende diens gezondheid te bevorderen of te bewaken.

Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst verstaat de wet BIG alle verrichtingen – het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen –, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel verloskundige bijstand te verlenen.

Register

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Voor de toepassing van artikel 3 van de Wet BIG kunnen slechts diegenen die zijn ingeschreven in het door het ministerie van VWS bijgehouden register worden aangemerkt als beoefenaren van een artikel 3-beroep. Degenen die zich niet kunnen of willen inschrijven in het register kunnen, gelet op de huidige redactie van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de wet, geen aanspraak maken op een BTW-vrijstelling van de door hen verrichte diensten. Om in het desbetreffende register als fysiotherapeut te kunnen worden ingeschreven, wordt vereist het bezit van een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene voldoet aan de daartoe bij algemene maatregel van bestuur gestelde opleidingseisen.

Deskundigheidsgebied

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Voor het beroep van fysiotherapeut zijn regels met betrekking tot de deskundigheid gesteld.

Tot het gebied van deskundigheid van de fysiotherapeut wordt op grond van de artikelen 28 en 29 van de wet BIG gerekend:

  • 1. het verrichten van bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven handelingen op het gebied van de fysiotherapie, voor zover zij liggen op het gebied van de geneeskunst en het verrichten ervan geschiedt op grond van een door een arts afgegeven verwijzing die aan bij de maatregel te stellen eisen voldoet;

  • 2. het verrichten van handelingen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende diens gezondheidstoestand te bevorderen of te bewaken, welke overeenkomen met de krachtens het eerste gedachtestreepje omschreven handelingen, doch niet liggende op het gebied van de geneeskunst.

Ad 1. Artikel 5 van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied fysiotherapeut (Besluit) somt de handelingen op die tot de deskundigheid van de fysiotherapeut behoren, te weten:

  • a. het onderzoeken van de patiënt op de aanwezigheid van een belemmering of bedreiging van diens bewegend functioneren en de mate waarin daarvan sprake is, en op basis van de verkregen gegevens opstellen van een behandelplan;

  • b. behandelen van de patiënt door het toepassen van fysiotherapeutische methoden, strekkende tot het opheffen, verminderen of compenseren van stoornissen of beperkingen van het steun- en bewegingsapparaat en de daarbij betrokken organen en regelsystemen, alsmede het normaliseren van het houdings- en bewegingsvermogen;

  • c. het geven van advies aan de betrokken patiënt;

Artikel 5, tweede lid, van het Besluit geeft aan wat de fysiotherapeutische methoden zijn die zijn genoemd in het eerste lid, onder b:

  • a. bewegingstherapie

  • b. massagetherapie

  • c. fysische therapie in engere zin, waaronder wordt verstaan het aan de patiënt toedienen van fysische prikkels, niet zijnde ioniserende stralen.

Ad 2. Het verrichten van handelingen welke overeenkomen met de in artikel 5 van het Besluit genoemde handelingen, maar die niet liggen op het gebied van de geneeskunst, betreft werkzaamheden waarvoor wel de deskundigheid, het inzicht en de visie van een fysiotherapeut noodzakelijk is, maar die geen geneeskundig doel hebben. Het gaat hierbij niet om de behandeling van personen met een aandoening of afwijking, maar om personen in een bepaalde hoedanigheid.

Gedacht kan worden aan het geven van zwangerschapsgymnastiek aan zwangeren, gymnastiek aan ouderen om gezonder te blijven en klachten te voorkomen. Met het verrichten van deze werkzaamheden, die aan groepen wordt gegeven, wordt de gezondheidstoestand van de deelnemende persoon bevorderd. Deze werkzaamheden kunnen als preventie worden beschouwd ter voorkoming van pathologische aandoeningen.

Verwijzing

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

In de Wet BIG is sprake van een verwijzingsvoorwaarde. De vraag is of de diensten door beoefenaren van een beroep dat is geregeld bij of krachtens de wet BIG kunnen zijn vrijgesteld indien ze niet op verwijzing van een (huis)arts plaatsvinden, terwijl de op die beroepsbeoefenaren betrekking hebbende regelgeving wél melding maakt van een verwijzingsvoorwaarde. Na overleg met het ministerie van VWS is geconcludeerd dat binnen het systeem van de Wet BIG voor het bepalen van de bevoegdheid van de desbetreffende paramedische beroepsbeoefenaren, dat wil zeggen het bepalen of de prestaties van die personen vallen binnen het kader van het desbetreffende beroep, het verwijsbriefje geen enkele betekenis heeft. De vermelding van de verwijzingsvoorwaarde is uitsluitend gebeurd omdat ‘het op verwijzing leren werken’ één van de eindtermen is van de desbetreffende beroepsopleidingen. Dit betekent dat door het opnemen van ‘het op verwijzing (leren) werken’ als examenonderdeel, de opleiding wordt geacht voldoende aan te sluiten bij de eisen die de uitoefening van het beroep stelt aan de afgestudeerden. In de praktijk heeft het verwijzingsbriefje uitsluitend betekenis in het kader van de verzekeringswetgeving: voor ziekenfondsverzekerden is de financiering van de op verwijzing verrichte behandeling in elk geval gewaarborgd.

Vrijstelling van BTW

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Vrijgesteld van BTW zijn die diensten door een fysiotherapeut die bestaan in handelingen, die tot zijn deskundigheid behoren én die rechtstreeks betrekking hebben op een individuele persoon én die er toe strekken diens gezondheid te bevorderen of te bewaken of de patiënt van een ziekte te genezen of daarvoor te behoeden. De fysiotherapeut moet gediplomeerd zijn én zijn ingeschreven in het register dat op grond van de Wet BIG is ingesteld. Het moet gaan om handelingen als genoemd in artikel 5 van het Besluit, voor zover zij liggen op het gebied van de geneeskunst en om handelingen welke overeenkomen met de in artikel 5 van het Besluit genoemde handelingen voor zover zij niet liggen op het gebied van de geneeskunst.

Reikwijdte vrijstelling

[Regeling vervallen per 05-04-2007]

Fysiotherapeuten houden zich in toenemende mate bezig met andere- of nevenwerkzaamheden. In verband daarmee zijn vragen gesteld met betrekking tot de reikwijdte van de vrijstelling. Voor de beoordeling van de vraag of de verrichte werkzaamheden behoren tot het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut moet als uitgangspunt worden genomen dat de deskundigheid van de fysiotherapie gericht is op het bewegend functioneren van de patiënt. De fysiotherapeut houdt zich bezig met het behandelen van de functionele gevolgen van aandoeningen en niet met de aandoeningen zelf. Het onderzoek, dat vooraf gaat aan het opstellen van een behandelplan, en het eventuele advies dat de fysiotherapeut aan de patiënt geeft, zijn geen op zichzelf staande vorm van deskundigheid van de fysiotherapeut, maar moeten worden gezien in samenhang met de andere in artikel 5 van het Besluit genoemde werkzaamheden. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat het consult of de behandeling van een patiënt door de fysiotherapeut als één dienst moet worden beschouwd.

Een en ander betekent dat een fysiotherapeut, die zich gaat bezighouden met andere, alternatieve, geneeswijzen, en zich in het onderzoek en de behandeling van de patiënt gaat richten op de aandoeningen zelf, in plaats van op de functionele klachten die door de aandoening wordt veroorzaakt, daarmee buiten het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut treedt. Dat de fysiotherapeut vervolgens in de behandeling van de patiënt gebruik maakt van één van de fysiotherapeutische behandelmethodes van artikel 5 van het Besluit, zoals bijvoorbeeld manuele therapie of massage, doet daar niet aan af. Omdat het consult of de behandeling als één prestatie beschouwd moet worden, kan deze niet delen in de vrijstelling.

Dat is anders indien de fysiotherapeut zijn werkzaamheden vanuit een bepaalde levensbeschouwing verricht. Zolang de fysiotherapeut zich richt op het onderzoeken en behandelen van klachten met betrekking tot het bewegend functioneren van de patiënt én de behandeling plaatsvindt met fysiotherapeutische behandelmethoden, is het niet van belang vanuit welke levensbeschouwing de werkzaamheden worden verricht. In dat geval doet evenmin ter zake onder welke benaming de fysiotherapeut werkzaam is.

Voorbeelden

In de volgende situaties is er sprake van werkzaamheden die tot het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut gerekend kunnen worden; de prestaties zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet:

  • Fysiotherapie op haptonomische of antroposofische basis.

    Bij de beoordeling of bepaalde werkzaamheden door een fysiotherapeut tot het hiervoor omschreven deskundigheidsgebied gerekend kunnen worden, is het voor de toepassing van de vrijstelling niet van belang vanuit welke levensbeschouwing of maatschappij opvatting de fysiotherapeut werkt, zolang de patiënt behandeld wordt met fysiotherapeutische methoden. Er is dan sprake van een behandeling die op zichzelf als fysiotherapie kan worden gekwalificeerd en die niet afwijkt van andere fysiotherapeutische behandelingen. De behandelend fysiotherapeut heeft een haptonomische of antroposofische levensbeschouwing en trekt uit dien hoofde een bepaalde groep van patiënten aan. Voor toepassing van de BTW-vrijstelling maakt het niet uit vanuit welke levensbeschouwing de fysiotherapeutische behandeling wordt verricht.

  • Groepsbehandelingen door fysiotherapeuten aan patiënten met een bepaalde ziekte of gebrek, of aan bejaarden die met gebreken kampen of aan personen met een sportblessure.

    Deze groepsbehandelingen zijn aan te merken als fysiotherapeutische handelingen in de zin van artikel 29, tweede lid, van de Wet BIG. De handelingen door een fysiotherapeut moeten namelijk rechtstreeks betrekking hebben op een persoon en ertoe strekken zijn gezondheidstoestand te bevorderen of te bewaken. Dit betekent dat elke persoon, ook binnen de groepsbehandeling, wordt behandeld voor zijn of haar specifieke stoornis of beperking.

In de volgende situaties is er geen sprake van werkzaamheden die tot het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut gerekend kunnen worden; de prestaties zijn aan de heffing van omzetbelasting naar het algemene tarief onderworpen:

  • Een fysiotherapeut heeft een opleiding in de haptotherapie gevolgd en is uitsluitend werkzaam als haptotherapeut. Een haptotherapeut is een beroepsbeoefenaar die therapeutisch werkzaam is op basis van de inzichten en de verschijnselen vanuit de haptonomie. Een haptotherapeut begeleidt en adviseert mensen met emotionele problemen en met vragen omtrent de kwaliteit van het leven. De dienstverlening door een haptotherapeut is niet aan te merken als de dienstverlening door een fysiotherapeut als zodanig. De haptotherapeut verricht geen fysiotherapeutische behandeling. De diensten door een haptotherapeut zijn niet vrijgesteld.

  • Een fysiotherapeut heeft een opleiding tot osteopaat gevolgd en is uitsluitend werkzaam als osteopaat. Een osteopaat zoekt naar de achterliggende oorzaak van de klachten over het bewegend functioneren en gaat eerst de oorzaak behandelen en richt zich vervolgens zonodig op de klachten met betrekking tot het bewegend functioneren van de patiënt. Anders dan een fysiotherapeut stelt de osteopaat zelfstandig diagnosen op basis waarvan hij komt tot het opstellen, uitvoeren, en eventueel aanpassen van behandelplannen, al dan niet met toepassing van alternatieve geneeswijzen. Daarmee begeeft de osteopaat zich op terreinen die niet tot het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut behoren en maakt hij gebruik van behandelmethoden die niet kunnen worden gerekend tot de in het Besluit genoemde fysiotherapeutische behandelmethoden. Van belang hierbij is, dat juist deze verschillen ten opzichte van de reguliere fysiotherapeutische behandeling essentieel en kenmerkend zijn voor de behandeling door een osteopaat als zodanig. De omstandigheid dat, afhankelijk van de aard van de aandoening, in meer of mindere mate gebruik wordt gemaakt van fysiotherapeutische behandelmethoden in de zin van het Besluit, doet aan deze constatering niet af.

  • Groepstrainingen door een fysiotherapeut bestaande in het geven van gymnastiek of fitness (anders dan aan personen in een specifieke hoedanigheid ter bewaking en/of bevordering van hun gezondheid) c.q. het optreden als sportinstructeur in een sportschool. De fysiotherapeut verricht deze handelingen niet als zodanig, omdat de deelnemers aan de trainingen niet individueel worden behandeld na een onderzoek met betrekking tot hun bewegend functioneren en er geen sprake is van behandelen met fysiotherapeutische methoden.

Het Besluit van 19 augustus 1999, nr. VB99/1701, heeft zijn belang verloren en wordt hierbij ingetrokken.

Naar boven