Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Beleidsvoornemen Kleine Wapens voor financiering van maatschappelijke organisaties
uit het Stabiliteitsfonds 2004
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het Fonds Kleine Wapens is per 1 januari 2004 opgegaan in het Stabiliteitsfonds. De
financiële middelen die hiervoor zijn gereserveerd zijn in het Stabiliteitsfonds opgenomen,
waarbij de huidige uitgavenniveaus zullen richtsnoer blijven voor de toekomst. De
aan de Tweede Kamer verzonden brieven van 3 oktober 2003 en 12 maart 2004 inzake het
Stabiliteitsfonds vormen het beoordelingskader voor mogelijk uit het Fonds te financieren
activiteiten op het gebied van kleine wapens. Ongeveer driekwart van de hieronder
genoemde beschikbare middelen dient, conform de criteria van het Stabiliteitsfonds,
te worden uitgegeven in de prioritaire regio’s (de Westelijke Balkan, de Hoorn van
Afrika en de Grote Meren regio) en Afghanistan.
1. Het kleine-wapensprobleem
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Wereldwijd zijn ruim een half miljard kleine wapens in omloop. Door het gebruik van
kleine wapens vinden zo’n 500.000 mensen per jaar de dood, met name door criminaliteit
en gewapende conflicten. Dat zijn ruim 1300 doden per dag. Naast het humanitaire leed
vormt de kleine-wapensproblematiek een belemmering voor de stabiliteit en ontwikkeling
van een land alsmede regionale vrede en veiligheid.
De dreiging die uitgaat van ongecontroleerde verspreiding en accumulatie van kleine
wapens en het risico van proliferatie naar criminele organisaties en terroristische
groeperingen is sinds de gebeurtenissen op 11 september 2001 nog actueler geworden.
Daarom hecht de regering groot belang aan de uitvoering van de afspraken die in VN-,
OVSE- en EU-verband zijn gemaakt om de ongecontroleerde verspreiding van kleine wapens
tegen te gaan.
Om illegale handel in kleine wapens tegen te gaan, is een adequate wet- en regelgeving
inzake productie, handel, doorvoer en bezit van kleine wapens noodzakelijk. Er moet
een goede controle zijn op de tussenhandel (brokering) in wapens. Wapens moeten traceerbaar
zijn en derhalve zijn voorzien van een duidelijke markering. Bovendien moet er een
registratie terzake worden bijgehouden en moet deze informatie kunnen worden uitgewisseld.
Om te voorkomen dat kleine wapens in het illegale circuit terechtkomen, is adequaat
voorraadbeheer, veilig transport en opslag en vernietiging van overtollige wapens
noodzakelijk.
Er zijn zowel op mondiaal als op regionaal niveau een aantal belangrijke documenten
en verklaringen aanvaard, zoals het Actieprogramma van de Verenigde Naties (VN), het
Document inzake kleine wapens van de Organisatie voor Vrede en Stabiliteit in Europa
(OVSE), de Joint Action van de Europese Unie (EU) en verklaringen van de Organisatie
van Amerikaanse Staten (OAS), de Southern African Development Community (SADC), de
Economic Community of West African States (ECOWAS) en de landen uit de Grote Meren
Regio (Nairobi Declaration), waarin afspraken op deze terreinen zijn gemaakt.
De Nederlandse regering ondersteunt activiteiten van landen die daar zelf niet toe
in staat zijn en helpt bij de uitvoering van de internationale afspraken. Het Fonds
Kleine Wapens (€ 2,3 mln. jaarlijks) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is
in het leven geroepen om concrete activiteiten die op de implementatie van bovengenoemde
verklaringen zijn gericht, te ondersteunen. Het Fonds is sinds 1 januari 2004 opgegaan
in Stabiliteitsfonds, waarin het uitgavenniveau van het Fonds Kleine Wapens als richtsnoer
is meegenomen.
2. Pijlers Nederlandse kleine-wapensbeleid
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het Nederlandse beleid inzake het tegengaan van ongecontroleerde verspreiding van
kleine wapens steunt op drie pijlers:
-
1.
Tegengaan van illegale handel: Dit vereist dat wapens in het illegale circuit moeten worden opgespoord, dat wapens
derhalve goed traceerbaar moeten zijn, dat adequaat voorraadbeheer moet plaatsvinden
en een goede registratie terzake, dat transport van wapens goed moet worden beveiligd
en dat landen worden geholpen bij de vernietiging van grote overtollige voorraden.
-
2.
Regulering legale handel: Het is niet mogelijk greep te krijgen op de illegale wapenhandel indien de legale
handel in wapens onvoldoende wordt gereguleerd. Hiervoor is van belang dat strikte
wet- en regelgeving wordt gehanteerd op het gebied van productie, bezit, handel, tussenhandel
(brokering) en doorvoer van kleine wapens.
-
3.
Wapenvernietiging: De derde pijler betreft het innemen, opslaan en vernietigen van overtollige kleine
wapens. Dit kunnen ingezamelde- of geconfisqueerde kleine wapens zijn of overtollige
voorraden van leger en politie.
3. Strategie
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Nederland geeft concreet invulling aan het beleid inzake kleine wapens door activiteiten
te ondersteunen in landen die moeten worden geholpen bij het bestrijden van het kleine
wapens probleem. Deze hulp is in de eerste plaats gericht op ondersteuning van activiteiten
ter implementatie van het VN-Actieprogramma of bestaande regionale verklaringen tegen
illegale handel in kleine wapens en vindt plaats binnen de algemene, thematische en
regionale uitgangspunten van het Stabiliteitsfonds. Om deze reden zal ongeveer driekwart
van de beschikbare middelen in dienen te worden gezet in de voor het Stabiliteitsfonds
prioritaire regio’s (de Westelijke Balkan, de Hoorn van Afrika en de Grote Meren regio),
alsmede Afghanistan.
Nederland geeft de voorkeur aan activiteiten van maatschappelijke organisaties die
ervaring hebben met het opzetten en uitvoeren van projecten op het gebied van kleine
wapens. Bovendien moet de ondersteuning van het project breed worden gedragen. Dat
betekent dat Nederland in principe geen losse opzichzelfstaande activiteiten steunt,
waarin evenmin bijdragen van anderen voorkomen.
In het Stabiliteitsfonds is als richtsnoer opgenomen dat jaarlijks 2,3 miljoen euro
beschikbaar is voor het ondersteunen van projecten op het gebied van kleine wapens.
Hiervan is 1 miljoen euro beschikbaar voor financiering van maatschappelijke organisaties
op de hierna onder A–C genoemde terreinen. Daartoe wordt één maal per jaar een subsidieplafonds
vastgesteld en gepubliceerd. Het beschikbare budget maakt deel uit van de Official
Development Assistance (ODA) van de minister. Dit houdt in dat voor subsidiering alleen
activiteiten in aanmerking komen die worden uitgevoerd in deel 1 van de OESO/DAC lijst.
De volgende activiteiten komen in aanmerking voor financiering.
A. Implementatie van internationale afspraken in mondiale of regionale verklaringen
en actie programma’s
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Projecten die zijn gericht op de tenuitvoerlegging van de internationale afspraken
die zijn gemaakt in het kader van de bestrijding van de illegale wapenhandel in al
zijn aspecten. Dat betekent ook dat aandacht zal worden besteed aan de regulering
van de legale handel. Nederland zal uitvoering geven aan mondiale en regionale afspraken
die zijn vastgelegd in verschillende documenten, zoals bijvoorbeeld de EU-Joint Action,
het OVSE-document inzake Kleine Wapens, het VN-Actieprogramma, het SADC-Actieprogramma
en SADC-vuurwapenprototocol, de verklaringen van Nairobi en Bamako en het ECOWAS-moratorium.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken wil assistentie verlenen bij de implementatie
van deze afspraken door het financieel ondersteunen van activiteiten die hieraan bijdragen.
Hierbij moet worden gedacht aan activiteiten op het gebied van:
-
1. Het opzetten van een goed systeem van exportcontrole en het opstellen of harmoniseren
van wet- en regelgeving inzake productie en handel in kleine wapens
-
2. Training op het gebied van grenscontrole en uitwisseling van informatie
-
3. Regulering van wapenhandelaren en brokers.
-
4. Vernietiging van in beslag genomen wapens.
-
5. Beveiliging en registratie van wapenvoorraden van de strijdkrachten en de politie.
-
6. Het ontwikkelen van indicatoren voor het bepalen van overtollige voorraden kleine
wapens.
-
7. Het ontwikkelen van een mechanisme voor het markeren en traceren van kleine wapens
-
8. Het organiseren van activiteiten die er toe bijdragen dat het uitvoeren van de internationale
afspraken efficiënter kan plaatsvinden, zoals het opstellen van nationale actieplannen
en het opzetten van nationale en regionale ‘focal points’ .
B. Wapeninzameling en -vernietiging
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Activiteiten op het gebied van wapeninzameling en wapenvernietiging komen in beginsel
in aanmerking voor financiering.
C. Bewustwording en onderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Activiteiten op het gebied van bewustwording en onderzoek die concreet bijdragen aan
de oplossing of aan de verduidelijking van het kleine-wapens probleem kunnen door
het Ministerie van Buitenlandse Zaken financieel worden ondersteund. Dit geldt eveneens
voor activiteiten gericht op versterking van het beleid, waaronder het verrichten
van studie naar een juridisch bindend instrument voor brokering of de traceerbaarheid
van wapens, of activiteiten die tot doel hebben de voortgang van de implementatie
te bevorderen of de assistentie daarbij beter te organiseren.
4. Procedureel
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Subsidieaanvragen dienen te worden ingediend bij de Directie Veiligheidsbeleid, Afdeling
Wapenbeheersing en Wapenexportbeleid (DVB/WW) van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst en worden getoetst
aan de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken, uitgangspunten en richtlijnen van het Stabiliteitsfonds en het onderhavige beleidskader.
Aanvragen die hier niet aan voldoen komen niet in aanmerking voor financiering.