Regeling vrijstelling oliepijpdoorboringsapparaten

[Regeling vervallen per 05-12-2008.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 20-05-2004 t/m 04-12-2008

Regeling houdende vrijstelling van artikel 13, eerste lid, van de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen (RVGZ) bij het vervoer van oliepijpdoorboringsapparaten per zeeschip van en naar zee (Regeling vrijstelling oliepijpdoorboringsapparaten)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 05-12-2008]

Vrijstelling wordt verleend van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen (RVGZ), ten behoeve van het vervoer van of naar zee met zeeschepen, voor zover het betreft het direct vervoer van en naar mijnbouwinstallaties die zich op het Nederlands continentaal plat bevinden, van oliepijpdoorboringsapparaten (jet perforating guns, charged), gevarenklasse 1, classificatiecode 1.1D, United Nations Number (UN.No.) 0124, zonder ontstekingmiddelen, bestaande uit stalen kokers dan wel metalen strips, die voorwerpen met een holle lading bevatten, welke voorwerpen onderling zijn verbonden door slagsnoer.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 05-12-2008]

Aan de in artikel 1 bedoelde vrijstelling worden de navolgende voorschriften verbonden:

  • a. de oliepijpdoorboringspapparaten worden vervoerd in gesloten containers die getest zijn volgens de normen van de ‘International Convention for Safe Containers (CSC)’ of daaraan gelijkwaardige normen en zijn conform gekenmerkt;

  • b. de containers bezitten voldoende sterkte om bestand te zijn tegen de dynamische hijs- en stootkrachten die kunnen optreden wanneer de container op open zee in slecht weer en bij ruwe zee wordt behandeld, met verwijzing naar de Guidelines for the approval of offshore containers handled in open seas, afgekondigd door middel van circulaire Maritime Safety Committee/Circulaire (MSC/Circ.) 860 van de Internationale Maritieme Organisatie;

  • c. de containers zijn inwendig geheel voorzien van een vaste bekleding van hout;

  • d. de oliepijpdoorboringsapparaten zijn zodanig in de containers vastgezet dat elke beweging gedurende normale transportcondities is uitgesloten;

  • e. in dezelfde containers bevinden zich geen andere explosieve stoffen of voorwerpen;

  • f. voor het vervoer van deze containers met niet verpakte oliepijpdoorborings-apparaten zijn door de bevoegde autoriteit verleende toestemmingen (z.g. approvals) afgegeven op grond van de International Maritime Dangerous Goods (IMDG-)code, welke approvals bij het vervoer aanwezig zijn;

  • g. de totale hoeveelheid ontplofbare stof der voorwerpen bedraagt per container ten hoogste 20 kg netto en per zeeschip 40 kg netto;

  • h. de overige voorschriften op grond van de IMDG-code zijn volledig nageleefd;

  • i. elk vervoer, waaronder begrepen laden en lossen, wordt ten minste 4 uren voor de verwachte vertrektijd (Estimated Time of Departure (ETD)) onderscheidenlijk verwachte aankomsttijd (Estimated Time of Arrival (ETA)) gemeld aan het Vervoerinformatiecentrum (tel. 070-3052444; faxnummer 070-3052424) alsmede aan de bevoegde plaatselijke autoriteit.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 05-12-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 05-12-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vrijstelling oliepijpdoorboringsapparaten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat

K.M.H. Peijs

Naar boven