Vaststellingsbesluit selectielijst neerslag handelingen op het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden [...] van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 11-07-2004 t/m heden

Vaststellingsbesluit selectielijst neerslag handelingen op het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit, sector Onderwijs en Wetenschappen over de periode 1945–2000 (Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 18 december 2003, nr. arc-2003.6426/4);

Besluit:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 4 mei 2004

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

Algemene Rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

BSD leraar onder voorwaarden

Basisselectiedocument Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen 1945-2000

Samenstelling:

drs. B.J. Abels

Ministerie van OCW / Rijksarchiefdienst PIVOT

Vastgestelde versie / juni 2004

Afkortingen

ABC: Algemeen Bijzondere Centrale

ABP: Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

ABVA/KABO: Algemene Bond van Ambtenaren / Katholieke Ambtenarenbond

AC: Ambtenarencentrum

ACOP: Algemene Centrale van Overheidspersoneel

ACP: Algemeen Christelijke Politiebond

ADV: Arbeidsduurverkorting

AFMP: Algemene Federatie van Militair Personeel

AMvB: Algemene maatregel van bestuur

AOb: Algemene Onderwijsbond

AOP: Adviescommissie Overheidspersoneelsbeleid

ARAR: Algemeen Rijksambtenaren Reglement

AVS: Algemene Vereniging van Schoolleiders

BAPO: Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen

BBA: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen

BBRA: Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren

BDTO: Bond van Docenten bij Tertiair Onderwijs

BGZ: Bedrijfsgezondheidszorg

BPCO: Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs

BVE: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

BVE-raad: Koepelorganisatie van instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

BWO: Bestuurlijk Werkgeversoverleg

BWOO: Besluit Werkloosheid Onderwijs en Onderzoekpersoneel

BZA: Besluit Ziekte en Arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel

CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst

CAOP: Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel

CBOO-VNG: Contactcentrum Bevordering Openbaar Onderwijs

CCOO: Centrale Commissie voor Onderwijsoverleg

CCOOP: Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel

CFO: Christelijke Federatie Overheidspersoneel

CGOA: Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken

CMHF: Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen

CNV: Christelijk Nederlands Vakverbond

COBO: Centraal Overleg Beroepsbegeleidend Onderwijs

COPWO: Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs

COS: Commissie Overleg Sectorraden

DOP: Wet Bevordering Doorstroming Onderwijspersoneel

FAOP: Fonds Arbeidsongeschiktheidsverzekering Overheidspersoneel

FNV: Federatie Nederlandse Vakbeweging

FPU: Flexibele pensioenen en uittreding

FRE: Formatie reken-eenheid

GO: Georganiseerd overleg

HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs

HBO: Hoger Beroepsonderwijs

HBO-raad: Koepelorganisatie van instellingen voor het hoger beroepsonderwijs

HOOP: Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan

HREP: Harmonisatie Rechtspositie Exploitatie Personeel

ISOVSO: Interimwet Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

IVA: Instituut voor Arbeidsvraagstukken

IZK: Interimregeling Ziektekosten Ambtenaren

KNAW: Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen

LNO: Lager Nijverheidsonderwijs

LOM: (onderwijs voor kinderen met) leer- en opvoedingsmoeilijkheden

Marver: Marechausseevereniging

MAVO: Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs

MLK: Moeilijk lerende kinderen

MNO: Middelbaar Nijverheidsonderwijs

MvT: Memorie van toelichting

NABS: Nederlandse Algemene Bijzondere Schoolraad

NFTO: Nederlandse Federatie Tertiair Onderwijs

NIOD: Nederlands instituut voor oorlogsdocumentatie

NKSR: Nederlandse Katholieke Schoolraad

NO: Nijverheidsonderwijs

NPB: Nederlandse Politiebond

NPCS: Stichting Nederlandse Protestants-Christelijke Schoolraad

NWO: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

OCenW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (ministerie van)

OCNV: Onderwijsbonden Christelijk Nationaal Vakverbond

OOVO: Overlegorgaan voor het Voortgezet Onderwijs

OOW: Overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

OPVO: Onderwijsoverleg Primair en Voortgezet Onderwijs

OSV: Organisatiewet Sociale Verzekeringen

OTO: Stichting Overlegorgaan Tertiair Onderwijs

PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn

PO: Primair onderwijs

RAS: Premiespaarregeling Rijksambtenaren

RIOD: Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie

ROP: Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

RRAZ: Rechtspositieregeling Academische Ziekenhuizen

RPBO: Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel

RRWO: Rechtspositieregeling Wetenschappelijk Onderzoek

SBL: Stichting Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren

SBO: Sectorbestuur voor de Onderwijsarbeidsmarkt

SCO: Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel

SCOW: Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen

Stb.: Staatsblad

SOR: Sectoroverleg Rijkspersoneel

SVO: Speciaal voortgezet onderwijs

TK: Tweede Kamer

USZO: Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs

VAZ: Vereniging van Academische Ziekenhuizen

VBKO: Vereniging van Besturenorganisaties van Katholieke Onderwijsinstellingen

VBO: Voorbereidend Beroepsonderwijs

VBS: Verenigde Bijzondere Scholen

VDBZ: Vereniging Dienst Buitenlandse Zaken

VMBO: Voortgezet middelbaar beroepsonderwijs

VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VO: Voortgezet onderwijs

VOS/ABB: Vereniging Openbare Scholen / Algemene Besturenbond

VSNU: Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten

VSO: Verbond Sectorwerkgevers Overheid

VSWO: Vereniging van Samenwerkende Werkgevers Onderwijs

VWO: Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

VUT: Vervroegde uittreding

WBO: Wet op het Basisonderwijs

WCAO: Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst

WEB: Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WHW: Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek

WO: Wetenschappelijk Onderwijs

WPO: Wet op het Primair onderwijs

WVO: Wet op het Voortgezet onderwijs

WVOI: Werkgeversvereniging onderzoeksinstellingen

ZVO: Ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel

Hoofdstuk 1: Verantwoording

1.1. Doel van Basisselectiedocument

Het PIVOT-rapport ‘Leraar onder voorwaarden’ een institutioneel onderzoek naar Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen 1945–2000 vormt de basis voor dit bassisselectiedocument (BSD). Het rapport en het BSD zijn het resultaat van de institutionele onderzoeken welke zijn uitgevoerd binnen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in overeenstemming met de afspraken die gemaakt zijn bij convenant van 9 februari 1995 tussen de loco Secretaris-Generaal van het Ministerie van OCenW en de Algemene Rijksarchivaris.

Het rapport beschrijft de taken en handelingen van de verschillende actoren op het beleidsterrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit voor de sector onderwijs.

In het BSD wordt de neerslag van de handelingen, zoals beschreven in het rapport, onderscheiden in aan het Algemeen Rijksarchief over te dragen neerslag, en neerslag die op termijn te vernietigen is. Op basis van het BSD kan de daadwerkelijke selectie van archiefbescheiden uitgevoerd worden. Onder archiefbescheiden worden zowel de papieren bescheiden als gedigitaliseerde bescheiden verstaan; deze gedigitaliseerde bestanden vallen namelijk ook onder de Archiefwet 1995.

Het BSD is als volgt samengesteld:

  • een korte omschrijving van het beleidsterrein (voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar het rapport)

  • een beschrijving van de actoren

  • een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde criteria

  • de lijsten met gewaardeerde handelingen

1.2. Het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen

Het beleidsterrein ‘Arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit in de sector onderwijs’ omvat het beleid voor de arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid van het personeel in onderwijs en onderzoek, alsmede de beroepskwaliteit van de leraar.

Het gaat hierbij om:

het ontwikkelen, vormgeven en instandhouden van het algemeen geldend arbeidsvoorwaarden- en werkgelegenheidsbeleid ten behoeve van personeel in het onderwijs,

het ontwikkelen, vormgeven en instandhouden van het algemene beleid ten aanzien van het leraarschap en de kwaliteit van het personeel,

het scheppen van de randvoorwaarden voor en het vormgeven van een optimale personeelsvoorziening in de sector onderwijs, cultuur en wetenschappen.

Arbeidsvoorwaardenvorming omvat al die handelingen en regels van marktpartijen en overheid die zijn gericht op het overeenkomen van de voorwaarden waaronder arbeid wordt verricht. De arbeidsvoorwaarden van het onderwijspersoneel worden door de overheid vanuit de algemene middelen bekostigd. Daarom oefent de overheid, in de persoon van de minister van onderwijs, grote invloed uit op de vorm en inhoud van die arbeidsvoorwaarden. Naast de minister zijn ook de centrales van overheids- en onderwijspersoneel, en de besturenorganisaties bij de vorming van de arbeidsvoorwaarden betrokken.

Bij beroepskwaliteit gaat het om de verbetering van de beroepskwaliteit van de leraren; de versterking van de schoolorganisaties; en de vormgeving van een arbeidsmarktbeleid. Daartoe wordt veel beleidsvoorbereidend en evaluerend onderzoek verricht. Daarnaast worden overeenkomsten afgesloten met werkgevers en werknemers, experimentele projecten op individuele scholen ondersteund, en wordt voorlichting gegeven.

Voor een beschrijving van de historische ontwikkelingen op dit beleidsterrein wordt verwezen naar het: T. I. van Galen-Steegstra, Leraar onder voorwaaren. Een institutioneel onderzoek naar de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen 1945–2000 (Den Haag, 2000) PIVOT-rapport nr. 128.

1.3. Beleidsdoelstelling

Het Ministerie van OCenW is o.a. belast met de zorg voor het onderwijs(beleid). Belangrijke aspecten daarbij zijn het stellen van kwalitatieve en kwantitatieve eisen aan het onderwijs bij scholen en instellingen, en het scheppen van de (rand)voorwaarden waardoor scholen en instellingen aan die eisen kunnen voldoen.

Voor het waarborgen van de aanwezigheid van goed en gekwalificeerd onderwijspersoneel zet het ministerie met name beleidsinstrumenten in de sfeer van de arbeidsvoorwaarden in.

Onderwijs staat of valt met de man of vrouw voor de klas. Formeel is het onderwijzend personeel in dienst van het bevoegd gezag (meestal het bestuur) van de onderwijsinstellingen. De subsidiëring van de salarissen van het onderwijspersoneel komt echter ten laste van de begroting van de minister van onderwijs. Hoewel de minister dus formeel gezien niet de ‘werkgever’ van het onderwijspersoneel is, staat hij wel in een zekere verantwoordelijkheidsrelatie ten opzichte van het onderwijzend personeel. Vanuit deze hoedanigheid is de minister van onderwijs belast met de zorg voor voldoende, en voldoende gekwalificeerde, onderwijzers en onderzoekers. Goede arbeidvoorwaarden, zowel primaire als secundaire, kunnen bijdragen aan voldoende beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardig personeel op de middellange en lange termijn.

1.4. Afbakening van het onderzoek

Het beleidsterrein arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van onderwijzend en wetenschappelijk personeel heeft twee grote raakvlakken met andere taakgebieden van de overheid. Enerzijds raakt het alle onderwijsbeleid zoals dat binnen het ministerie van OCenW gevoerd wordt. Anderzijds raakt het gedeeltelijk aan het ambtenarenrecht zoals dat binnen andere overheidssectoren geldt.

Onderwijsbeleid

Binnen het ministerie van OCenW zijn verschillende institutionele onderzoeken verricht naar het beleid ten aanzien van de vele onderwijssoorten:

  • Klaar af; een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein Basisonderwijs, 1945–1998

  • Speciaal centraal; een institutioneel onderzoek naar het deelbeleidsterrein speciaal onderwijs, 1950–1996

  • Mammoetsporen, deel I; een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein voortgezet onderwijs, 1968–1998

  • Mammoetsporen, deel II; een institutioneel onderzoek naar het handelen van de (rijks)overheid op het beleidsterrein middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), periode augustus 1968–juni 1999

  • De draden van de Web; een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de periode 1945–1995/1996

  • Hoger beroepsonderwijs; een institutioneel onderzoek naar het handelen van nationale overheidsorganen op het beleidsterrein hoger beroepsonderwijs, (1945) 1968–1998

  • Een academische zaak, deel II; een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein wetenschappelijk onderwijs, (1945) 1960–1997

Bij al deze rapporten ligt de nadruk op de beleidsontwikkelingen, de wetgeving, en het handelen van de overheid op dat (deel)beleidsterrein. De arbeidsvoorwaarden komen in deze rapporten vaak wel zijdelings aan bod, maar zijn primair het onderwerp van ‘Leraar onder voorwaarden’.

Dat betekent dat er een zekere overlap bestaat tussen het onderhavige BSD en de overige onderwijs BSD’s die op grond van de bovenstaande rapporten zijn opgesteld. Omdat niet op voorhand bleek aan te geven om welke handelingen het precies gaat, is met het ministerie van OCenW afgesproken (afstemmingsoverleg 19 september 2000) is het volgende afgesproken:

Het BSD AB wordt vastgesteld zonder intrekking van handelingen in de andere BSD's. Voor de bewerking gebruikt de CAS AB, bij eventuele overlap heeft AB de voorkeur. De CAS signaleert en bespreekt de overlap in het bewerkingsoverleg. Dit wordt vastgelegd en gebruikt bij actualisaties van de onderwijs BSD's.

Overheidspersoneelsbeleid

Op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in het kader van PIVOT institutioneel onderzoek gedaan dat betrekking heeft op het overheidspersoneelsbeleid. Dit onderzoek is beschreven in de volgende rapporten:

  • Arbeidsverhoudingen bij de overheid; een institutioneel onderzoek op het deelbeleidsterrein Arbeidsverhoudingen bij het overheidspersoneel in de periode 1945–1995 (1997)

  • Arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel; een institutioneel onderzoek naar het deelbeleidsterrein Arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren en arbeidscontractanten in de sector Rijk in de periode 1945–1996

  • Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit; een institutioneel onderzoek naar het deelbeleidsterrein formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit bij de (rijks)overheid in de periode 1945–1996

  • Arbeidsomstandigheden bij de overheid; een institutioneel onderzoek naar het deelbeleidsterrein Arbeidsomstandigheden bij de overheid in de periode 1945–1996

  • Personeelsinformatievoorziening en personeelsadministratie; een institutioneel onderzoek naar het deelbeleidsterrein personeelsinformatievoorziening en –adminstratie bij de overheid in de periode 1945–1996.

  • Buiten- en bovensectorale arbeidsvoorwaarden

In deze rapporten komen onder andere de aanstelling en beloning conform het ambtenarenrecht aan bod. Voor zover de in de rapporten overheidspersoneelsbeleid beschreven algemene regelingen ook gelden voor de sector Onderwijs en Wetenschappen, hebben deze onderzoeken tevens betrekking op het onderwijzend en wetenschappelijk personeel. Binnen de sector onderwijs en wetenschappen kent men eigen rechtspositiebesluiten. Deze specifieke regelingen komen in het onderhavige rapport aan bod.

Hoofdstuk 2: Taakgebieden en beleidsterreinen op ministerieel niveau

2.1 Taken en beleidsterreinen

Bij K.B. van 25 september 1918 (Stb.1918/551) werd het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ingesteld. De naam van het departement werd bij K.B. van 14 april 1965 (Stb.1965/146) gewijzigd in Onderwijs en Wetenschappen, en laatstelijk in Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) bij K.B. van 22 augustus 1994.

In deze sector zijn de voornaamste taken van dit departement de zorg voor het openbaar onderwijs, het waarborgen van de vrijheden van stichting, richting en inrichting van het bijzonder onderwijs, de zorg voor de structurering, de bekostiging naar gelijke maatstaf, het toezicht, het examineren en de studiefinanciering. Het departement bevordert ook de vernieuwing van het onderwijs. De minister is tevens belast met de coördinatie van het wetenschapsbeleid. Het toezicht op het onderwijs wordt door verschillende onderwijswetten opgedragen aan de minister van Onderwijs en werd tot het eind van de jaren negentig onder zijn gezag uitgeoefend door de Inspectie van het onderwijs. Inmiddels is de Onderwijsinspectie verzelfstandigd.

Een belangrijk aspect van het onderwijsbeleid is het stellen van kwalitatieve en kwantitatieve eisen aan het onderwijs bij scholen en instellingen. Dit gebeurt enerzijds door het treffen van regelingen voor de toedeling van middelen, en anderzijds door het stellen van voorwaarden waaraan de scholen en instellingen moeten voldoen.

Hoewel het onderwijzend personeel formeel in dienst is van het bevoegd gezag (meestal het bestuur) van de onderwijsinstellingen, komt de subsidiëring van de salarissen van het onderwijspersoneel ten laste van de begroting van de minister van onderwijs. De minister is dus geen ‘werkgever’ van het onderwijspersoneel, maar staat wel in een zekere verantwoordelijkheidsrelatie ten opzichte van het onderwijzend personeel. Voor het waarborgen van de aanwezigheid van goed en gekwalificeerd personeel zet het ministerie met name beleidsinstrumenten in de sfeer van de arbeidsvoorwaarden in.

Bij het arbeidsvoorwaardenbeleid hebben de verschillende partijen hun eigen verantwoordelijkheden. Vanuit haar verantwoordelijkheid voor de omvang en kwaliteit van de personeelsvoorziening heeft de overheid een belangrijke taak in het goed laten functioneren van het stelsel waarbinnen de arbeidsvoorwaarden tot stand komen. Daarnaast dragen de sociale partners (de besturenorganisaties in het onderwijs samen met de vakcentrales en de minister van Onderwijs) – afhankelijk van de onderwijssector in kwestie – een eigen verantwoordelijkheid bij de vormgeving van de arbeidsvoorwaarden, waarover in decentrale CAO’s eventueel afspraken kunnen worden vastgelegd. Binnen het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten zijn schoolbesturen en schoolleiders verantwoordelijk voor het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid op het niveau van de instellingen.

Het beleidsterrein ‘Arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit’ omvat binnen het Ministerie van OCenW het beleid voor de arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid van het personeel in onderwijs en onderzoek, alsmede de beroepskwaliteit van de leraar.

Het gaat hierbij om het ontwikkelen, vormgeven en instandhouden van:

  • Het algemeen geldend arbeidsvoorwaarden- en werkgelegenheidsbeleid ten behoeve van personeel in het onderwijs.

  • Het algemene beleid ten aanzien van het leraarschap en de kwaliteit van het personeel.

Daarnaast omvat het tevens het scheppen van randvoorwaarden voor en het vormgeven van een optimale personeelsvoorziening in de sector onderwijs, cultuur en wetenschappen.

2.2 Directie Arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit

De directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit (AB) is één van de aspectdirecties van het Ministerie van OCenW. Het kenmerk van een aspectdirectie is dat zij een beleidsontwikkelende functie heeft, gericht op algemene, sectoroverstijgende zaken.

In de directie AB zijn dus beleidsmatige taken met betrekking tot arbeidsvoorwaarden verenigd van alle velddirecties. Het sectoroverstijgende karakter van de directie AB is goed te zien aan de vroegere organisatie van het ministerie: elke velddirectie (d.w.z. de vroegere directoraten-generaal) had zijn eigen afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid. Daarnaast, of daarboven, was er nog een coördinerende afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid die de gemeenschappelijke aangelegenheden behartigde.

2.2.1 taken van de directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit

Zoals gezegd, wordt binnen het ministerie van OCenW het beleid met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid van het personeel in onderwijs, alsmede ten aanzien van de beroepskwaliteit van de leraar vormgegeven. De taken van de directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit zijn:

  • 1. Het ontwikkelen, vormgeven en instandhouden van algemeen geldend arbeidsvoorwaarden- en werkgelegenheidsbeleid ten behoeve van het onderwijspersoneel.

  • 2. Het ontwikkelen, vormgeven en instandhouden van algemeen beleid ten aanzien van het leraarschap en de kwaliteit van het personeel.

  • 3. Het behartigen van het beleid van het Ministerie van OCenW bij het overleg ten aanzien van het arbeidsvoorwaarden- en beroepskwaliteitsbeleid en het werkgelegenheidbeleid.

  • 4. Het structureren, voorbereiden en voeren van intern, departementaal en extern overleg over het beleidsterrein.

2.2.2 ministeriële organisatie

Tussen 1918 en 1965 vond de behartiging van arbeidsvoorwaarden binnen het ministerie van Onderwijs nagenoeg geheel verspreid plaats als onderdeel van de (onder-)afdelingen Personeelszaken van de diverse velddirecties.

Het ministerie van Onderwijs kent sinds 1965 een aparte afdeling op het gebied van de rechtspositie. Binnen het Directoraat-generaal voor het Onderwijs werd in dat jaar de Hoofdafdeling Rechtspositiezaken onderwijs opgericht. In 1972 werd deze afdeling omgedoopt in Directie Rechtspositiezaken Onderwijs (RO). Daarnaast had het ministerie een afdeling Personeelszaken voor het Wetenschappelijk onderwijs.

Sedert 1974 viel de Directie Rechtspositiezaken Onderwijs onder het Directoraat-generaal voor de Diensten Onderwijs en Inspectie (DGDI). De naam van de Directie Rechtspositiezaken Onderwijs werd in 1976 veranderd in de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid.

In 1992 werd besloten de taken van de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid en een deel van de Directie Personeel en Beleid van het Directoraat-generaal voor het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek centraal te positioneren. Hieruit ontstond de Directie Arbeidsvoorwaarden en Beroepskwaliteit.

1918–1965: Tussen 1918 en 1965 vond de behartiging van arbeidsvoorwaarden binnen het ministerie van Onderwijs nagenoeg geheel verspreid plaats als onderdeel van de (onder-)afdelingen Personeelszaken van de diverse velddirecties.

1965–1975: Directoraat-generaal voor het Onderwijs

- Hoofdafdeling / Directie Rechtspositiezaken Onderwijs

Directoraat-generaal voor de Wetenschappen

– Hoofdafdeling Personeelszaken Wetenschappen

1975–1991: Centrale Directie Organisatie / (na 1990) Centrale Directie Organisatie en Automatisering

Afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, Juridische zaken en Overlegzaken

Directoraat-generaal Basis- en Speciaal Onderwijs

Stafbureau Arbeidsvoorwaarden Beleid

Directie Basisonderwijs

Afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid

Directie Speciaal Onderwijs

Hoofdafdeling Juridische en Personele Zaken

Directoraat-generaal voor het Voortgezet Onderwijs

Directie Algemeen Voortgezet Onderwijs, Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs en Voorbereidend Beroepsonderwijs

Hoofdafdeling Juridische Zaken en Arbeidsvoorwaardenbeleid

Afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid3

Directie Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Hoofdafdeling Algemene Beleidszaken

Afdeling Arbeidsvoorwaarden

Directoraat-generaal voor de Diensten Onderwijs en Inspectie

Directie Rechtspositiezaken Onderwijs / (na 1976) Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid

Afdeling Beleidsinformatie en Onderzoek

Afdeling Juridische Zaken

Afdeling Financiële arbeidsvoorwaarden en Formatiezaken

1992–: Aspectdirectie Arbeidsvoorwaarden en (vanaf 1996) Beroepskwaliteit

Deze aspectdirectie bestond op het moment van schrijven van dit rapport uit vijf afdelingen, met de volgende taken:

  • Arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen (AenA); deze afdeling is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het arbeidsvoorwaardenbeleid, waaronder begrepen de totstandbrenging en uitwerking van de cao voor de sector onderwijs; voor de monitoring van relevante ontwikkelingen op het terrein; en voor de arbeidsverhoudingen en medezeggenschap

  • Beroepskwaliteit, arbeidsmarkt en personeelsvoorziening (BAP); deze afdeling is verantwoordelijk voor de verbetering van de beroepskwaliteit van de leraren; voor de versterking van de schoolorganisaties tot professionele arbeidsorganisaties; en voor de vormgeving van een arbeidsmarktbeleid, waaronder ook doelgroepenbeleid en het bevorderen van mobiliteit. Hierbinnen valt het Projectbureau leraren; dit bureau is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van aangekondigde en aanvullende maatregelen ter voorkoming van dreigende tekorten aan leraren in het onderwijs

  • Pensioenen, sociale zekerheid en wachtgelden(PSW); deze afdeling is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het beleid inzake pensioenen, sociale zekerheid en wachtgelden, in het bijzonder het stelsel van sociale zekerheid, werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid en pensioenen

  • Financiën en informatievoorziening(FenI); deze afdeling is verantwoordelijk voor de financiële aspecten van het arbeidsvoorwaardenbeleid en de beroepskwaliteit. De afdeling vervult binnen de directie een initiërende taak in het begrotingsproces op het gebied van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit. Daarnaast is het de taak van de afdeling de kosten van de arbeidsvoorwaarden te berekenen en af te stemmen, zowel met andere directies van het departement, als interdepartementaal.

  • Stafbureau logistiek, planning en apparaatszorg (Stafbureau LPA).

Hoofdstuk 3: Actoren

De arbeidsvoorwaarden voor de sector onderwijs en wetenschappen komen tot stand in een omvangrijk besluitvormingsproces. Dit proces speelt zich af op verschillende niveaus waarbij een groot aantal actoren is betrokken. Belangrijke actoren zijn het kabinet, het parlement en de organisaties van werkgevers en werknemers. De actoren komen elkaar in verschillende rollen en aan verscheidene onderhandelingstafels tegen.

Kabinet

In het kabinet wordt jaarlijks in het kader van de begrotingsonderhandelingen de arbeidsvoorwaardenruimte vastgesteld. Daarnaast komt ook een veelheid van meer specifieke zaken rond arbeidsvoorwaarden in het kabinet aan de orde. Overleg over de arbeidsvoorwaarden vindt met name in de Raad voor de Rijksdienst (RRDIA) plaats (onderraad van de MR). Van deze actor zijn geen handelingen opgenomen.

De minister van Onderwijs (1945–)

De minister van Onderwijs speelt de hoofdrol op het terrein van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen. De minister vertegenwoordigt het Kabinet naar werkgevers en werknemers in het onderwijsveld, zorgt voor de bekostiging van het onderwijs en stelt wet- en regelgeving op.

De minister van Landbouw (1945–)

De minister van Landbouw speelt de hoofdrol op het terrein van de arbeidsvoorwaarden voor het onderwijzend en wetenschappelijk personeel in de sector landbouw en natuurlijke omgeving. De minister vertegenwoordigt het Kabinet naar werkgevers en werknemers in het landbouwonderwijs, zorgt voor de bekostiging van het landbouwonderwijs en stelt wet- en regelgeving op.

De minister van Binnenlandse Zaken (1945–)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is coördinerend bewindspersoon voor het arbeidsvoorwaardenbeleid bij de rijksoverheid. Vanaf 1993 vindt het overleg over de arbeidsvoorwaarden van het rijkspersoneel plaats in acht sectoren. Over een beperkt aantal onderwerpen, waaronder pensioenen, wordt door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nog steeds centraal overlegd in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid.

Vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen

Het overleg tussen de Staten-Generaal en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vindt voornamelijk plaats in de Vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen.

Adviescommissie Overheidspersoneelsbeleid (AOP)

De Adviescommissie Overheidspersoneelsbeleid is het ambtelijke voorportaal van de Raad voor de Rijksdienst (RRDIA) en heeft als taak het al dan niet op diens verzoek adviseren van de minister van BZK over maatregelen die betrekking hebben op het overheidspersoneel.

Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) (1992–)

Het Verbond Sectorwerkgevers Overheid in eind 1992 ingesteld bij een overeenkomst tussen de ministers van Binnenlandse Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van Defensie, van Justitie, en het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en de Unie van Waterschappen. Het verbond heeft tot taak het arbeidsvoorwaardenbeleid in de verschillende sectoren op hoofdlijnen op elkaar af te stemmen, de gezamenlijke inbreng van de sectorwerkgevers ten behoeve van kabinetsbeslissingen voor te bereiden, alsook te fungeren als centraal coördinatiepunt voor de verzameling en verwerking van noodzakelijk geachte gegevens inzake arbeidsvoorwaarden, inkomen, werkgelegenheid en arbeidsmarkt bij de overheid. Het secretariaat van het VSO wordt gevoerd door de directie Arbeidszaken overheid, onderdeel van het Directoraat-generaal voor Management en Personeelsbeleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Het VSO fungeert als centraal werkgeversplatform voor de overheidssectoren. Het VSO heeft een bestuurlijke en een ambtelijke geleding. Het bestuurlijk VSO, voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken adviseert het kabinet over de strategische hoofdlijnen voor het arbeidsvoorwaardenbeleid. De dagelijkse coördinatie berust bij het ambtelijk VSO. Voor de feitelijke voorbereiding en uitwerking van het beleid is een aantal werkgroepen ingesteld, die aan het ambtelijk VSO rapporteren. Het VSO is vertegenwoordigd in een aantal paritaire bestuursorganen als ROP en ABP.

De Centrale Commissie Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA),(1945–1995)

De Centrale Commissie Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken is ingesteld bij Wet van 20 december 1919 (Stb.1919/819). In de CGOA werd overleg gepleegd tussen de Centrale Commissie, waarin vertegenwoordigers van de centrales van overheidspersoneel zitting hadden, en de minister van Binnenlandse Zaken. In artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement was vastgelegd dat over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van ambtenaren niet werd beslist, dan nadat door de minister van Binnenlandse Zaken daarover met de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken overleg was gepleegd.

De Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken bestond uit vertegenwoordigers van: de Algemene Centrale van Overheidspersoneel; de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel; het Ambtenarencentrum; de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen; en vertegenwoordigers van andere tot het overleg toegelaten verenigingen van ambtenaren.

De CGOA is in 1995 vervangen door de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, als gevolg van de invoering van het sectorenmodel.

Commissie Centraal Onderwijs Overleg (CCOO) (1977–1995)

De Commissie Centraal Onderwijs Overleg werd in 1977 ingesteld door minister Van Veen. Gedurende de eerste twee jaar van haar bestaan heette de commissie: Centraal Onderwijsoverleg (COO), en bestond ze uit een Centrale Overlegraad (COR) en 5 sectorraden. In 1979 werd de instellingsbeschikking gewijzigd. Bij deze wijziging kreeg de commissie de naam Commissie Centraal Onderwijs Overleg, en werden de sectorraden opgeheven.

Tijdens haar ruim twintig jarig bestaan was de Commissie Centraal Onderwijs Overleg het belangrijkste overlegorgaan in het primair en het voortgezet onderwijs. De CCOO had als doelstellingen het voeren van overleg, met name over voorgelegde problemen in het kleuter, lager en voortgezet onderwijs, en zo mogelijk tot een gemeenschappelijk standpunt te komen over de problemen en de eventuele verschillen in opvattingen te signaleren. Aan het overleg in de CCOO namen vier landelijke overkoepelende organisaties deel: de Nederlandse Algemene Bijzondere Schoolraad (NABS), het Contactcentrum Bevordering Openbaar Onderwijs (CBO-VNG), de Stichting Nederlandse Protestants-Christelijke Schoolraad (NPCS), en de Nederlandse Katholieke Schoolraad (NKSR). Met de ingrijpende wijziging van het overlegstelsel in 1995 is de CCOO opgegaan in het Onderwijsoverleg Primair en Voortgezet Onderwijs (OPVO).

Onderwijsoverleg Primair en Voortgezet Onderwijs (OPVO) (1995–)

In 1995 werd het Onderwijsoverleg Primair en Voortgezet Onderwijs ingesteld als opvolger van het Overlegorgaan voor het Voortgezet Onderwijs (OOVO) en de Commissie Centraal Onderwijs Overleg. De OPVO kent geledingen voor schoolbesturen, ouder, onderwijzend personeel, schoolleiders, en leerlingen. Enkele tientallen organisaties treden via dit orgaan in overleg met de centrale overheid over beleidsvoorstellen die het primaire en voortgezet onderwijs betreffen.

Bijzondere Commissie Onderwijspersoneel ([1975]–1992)

Artikel 113 van het ARAR geeft elke minister de mogelijkheid (indien het aantal ambtenaren werkzaam bij het ministerie en/of bij een of meer daaronder ressorterende diensten, bedrijven of instellingen dit wettigt) te bepalen, dat over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van die ambtenaren inclusief het personeelsbeleid, niet wordt beslist, dan nadat daarover overleg is gepleegd met een Bijzondere Commissie. In de periode voor 1975 had de minister van Onderwijs een aantal Bijzondere Commissies ingesteld, voor verscheidene onderwijssectoren.

In 1975 werd bij KB de Bijzondere Commissie Onderwijspersoneel ingesteld. Met deze Bijzondere Commissie diende vervolgens overleg gepleegd te worden alvorens een verandering in de rechtstoestand van het onderwijzend personeel kon worden doorgevoerd.

In 1992 is de commissie samen met het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs opgegaan in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen (SCOW). In deze Sectorcommissie wordt overleg gevoerd over zaken van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel van instellingen voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs (COPWO) (1974–1992)

Voor het personeel van de rijksinstellingen van wetenschappelijk onderwijs was in 1974 het Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk personeel tot stand gekomen. Naar dit besluit wordt ook wel verwezen met de term ‘COPWO-Statuut’, omdat bij dit besluit het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs (COPWO) werd ingesteld. De minister van Onderwijs is ingevolge artikel 3 van het besluit verplicht met het COPWO te overleggen over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel wetenschappelijk onderwijs, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd.

Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen (SCOW) (1992–)

In 1992 kwam de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen (SCOW) voort uit de Bijzondere Commissie Onderwijspersoneel en het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs. Met de SCOW wordt door of namens de minister van Onderwijs overleg gevoerd met de werknemersorganisaties over zaken van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijs- en onderzoekpersoneel, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd. De Sectorcommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de vier centrales voor overheidspersoneel (ACOP, CCOOP, AC, en CMHF). De voorzitter van de SCOW wordt aangewezen door de minister van Onderwijs, en vertegenwoordigt hem ook. De voorzitter van de SCOW kan terzijde worden gestaan door adviseurs die door de minister zijn aangewezen.

De sectorcommissie vindt zijn wettelijke basis in het Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, alsook in de overlegbepalingen van de verscheidene onderwijswetten.

Werkgeversoverleg primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (WGO)

Het overleg dat de minister van Onderwijs voert met de werkgeversorganisaties vindt éémaal per maand plaats in het Werkgeversoverleg Onderwijs. In dit overleg wordt overlegd over rechtspositionele en schoolorganisatorische aangelegenheden voor de sectoren PO, VO en BVE.

In het WGO participeren de vertegenwoordigers van de werkgevers in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en de minister van Onderwijs als sectorwerkgever. Onderwerpen van overleg zijn: aangelegenheden die ook onderwerp van overleg zijn in de SCOW en die de (school)organisatie raken; werkgeversaangelegenheden waarover de minister overleg voert in het Kabinet, het VSO en in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid; informatie-uitwisseling met betrekking tot de totstandkoming en de inhoud van de subsectorale CAO’s.

Werkgeversberaad Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WBHW)

In het Werkgeversberaad Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek wordt overleg gevoerd door of namens de minister van Onderwijs en de verenigingen van instellingen voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek over de hoofdlijnen van arbeidsvoorwaardelijke zaken waarover door de minister als sectorwerkgever overleg wordt gevoerd met de SCOW, alsook over de hoofdlijnen van zaken waarover de minister in het belang van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek overleg voert met het kabinet.

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) (1995–)

In de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid overleggen de sectorwerkgevers van de overheid met de centrales onder leiding van een onafhankelijke voorzitter, met het doel te komen tot aanbevelingen voor het sectoroverleg. Onder de ROP ressorteert een groot aantal werkgroepen.

Onderwijsraad

De Onderwijsraad is een belangrijk adviesorgaan van het ministerie van OCenW. De Raad is in 1919 opgericht naar aanleiding van de pacificatie en de grondwetswijziging van 1917. De oorspronkelijke functie van de Onderwijsraad is ‘het waarborgen van een gelijkwaardige behandeling van het openbaar en bijzonder onderwijs met inachtneming van de eigen positie van beide, en het voorkomen van de negatieve concurrentie tussen de onderwijsstelsel en het voorkomen van een nieuwe schoolstrijd’. De Onderwijsraad heeft tot taak de minister van OCenW desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over vraagstukken van algemeen onderwijsbeleid. Ook adviseert zij de minister van LNV met betrekking tot het landbouwonderwijs.

De Projectorganisatie Normalisatie Overlegstelsel

De Projectorganisatie Normalisatie Overlegstelsel is op 13 augustus 1992 ingesteld bij ministeriële beschikking. De Projectorganisatie had als taak: ‘Het voorbereiden van besluitvorming door de Bestuursraad over – aan de nieuwe overlegstructuur en werkgeversrol aangepaste – werkwijze, bevoegdheidsverdeling, organisatie, en instrumentarium voor arbeidsvoorwaardenvorming, overlegprocedures, beheersing van arbeidsvoorwaardenruimte, en de hierop betrekking hebbende informatievoorziening; het coördineren van beleidsinitiatieven van en naar het (boven)sectorale overleg in de nieuwe structuur en rol; het zorgdragen voor tijdige en effectieve inbreng van de producten van de projectorganisatie in het onderhandelingstraject van het arbeidsvoorwaardenpakket 1993; het zorgdragen voor het tijdig formuleren van te stellen eisen aan toekomstige sectoralisatie van bovenwettelijke sociale en aanvullende pensioenregelingen’.

De projectorganisatie bestond uit één stuurgroep en twee werkgroepen; één voor financiële arbeidsvoorwaardenvorming en één voor informatievoorziening.

Het Fonds arbeidsongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel (FAOP), (1994–)

In 1994 werd bij de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP (Stb.1994/302) een publiekrechtelijk orgaan ingesteld met als doel het bijeenbrengen van middelen en het beheren van die middelen. De bestuursleden van dit Fonds arbeidsongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel worden benoemd door de sectorwerkgeverd overheid en door de centrales van overheidspersoneel. De minister van Binnenlandse Zaken oefent toezicht uit op het fonds. De uitvoering wordt gedaan door de stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs (USZO).

De Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs (VF/BGZ), (1992–)

De Stichting VF/BGZ is een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan, op initiatief van het ministerie van OCenW opgericht op 1 januari 1992. De positie van de Stichting is verankerd in de onderwijswetten en het Besluit VF. De Stichting Vervangingsfonds heeft twee taken: de aangesloten scholen waarborgen bieden voor de kosten van vervanging bij afwezigheid van personeel; en de bedrijfsgezondheidszorg in het onderwijs invoeren en instandhouden en de kwaliteit van die zorg bevorderen en bewaken.

De Stichting Participatiefonds (PF) (1995–)

De Stichting PF is een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan, op initiatief van het ministerie van OCenW opgericht op 1 augustus 1995. De Wet PF en het Besluit PF zijn de formele documenten waaraan de Stichting PF haar positie ontleent. De Stichting Participatiefonds heeft tot taak: de aangesloten scholen waarborgen bieden voor de kosten van werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden voor gewezen onderwijspersoneel; en de arbeidsparticipatie van gewezen onderwijspersoneel bevorderen met het oog op beheersing van de kosten van de werkloosheidsuitkeringen en herplaatsingswachtgelden.

De Stichting Uitvoeringsinstelling sociale zekerheid voor overheid en onderwijs (USZO), (1995–)

Bij de Wet houdende regels met betrekking tot de oprichting van de Stichting Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs stelde de minister van Binnenlandse Zaken in 1995 de USZO in. De USZO heeft tot taak het administratief uitvoeren van regelingen op het terrein van de sociale zekerheid voor (gewezen) overheids- en onderwijspersoneel.

De Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs ([1998– ] )

De Minister van Onderwijs stelt jaarlijks een budget beschikbaar ten behoeve van de vergoeding van de kosten van werkzaamheden in verband met het georganiseerd overleg en voor vakbondswerkzaamheden voor onderwijspersoneel van de instellingen. Op grond van de Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998 verdeeld de Stichting Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs dit budget over de centrales voor onderwijspersoneel.

De centrales voor overheidspersoneel:

Algemene Onderwijsbond (AOB)

De Algemene Onderwijsbond is aangesloten bij de FNV. De bond is op 1 januari 1997 ontstaan door een fusie van de onderwijsbonden ABOP en NGL.

Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijzend Personeel (CCOOP)

De CCOOP is een samenwerkingsverband van zeven CNV-bonden voor de collectieve sector. De aangesloten bonden zijn:

  • CFO (o.a. rijksambtenaren)

  • Onderwijsbonden CNV

  • ACP (Algemeen Christelijke Politiebond)

  • ACOM (CNV-bond van Militairen)

  • Marver (Marechausseevereniging)

  • CNV Bedrijvenbond

  • VDBZ (Vereniging Dienst Buitenlandse Zaken)

Ambtenarencentrum (AC)

Doel van het Ambtenarencentrum is de materiële en immateriële belangenbehartiging van ambtenaren en onderwijspersoneel. Bij immateriële belangenbehartiging moet men vooral denken aan ambtelijke beroepsethiek. Het Ambtenarencentrum is volgens zijn statuten onafhankelijk van enige geestelijke stroming, levensbeschouwelijke en politieke overtuiging. Concrete doelen die het Ambtenarencentrum nastreeft zijn onder meer:

  • gelijke salarisontwikkeling voor ambtenaren en onderwijspersoneel als in het bedrijfsleven

  • handhaving van de werkgelegenheid bij de overheid

  • geen aantasting van de rechtspositie

  • verbetering van de medezeggenschap

Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF)

De CMHF overkoepelt 54 verenigingen van (semi-)overheidspersoneel. Bij de collectieve en individuele belangenbehartiging ligt het accent op de rechten en belangen van middelbare en hogere functionarissen. De CMHF, die geen binding heeft met religieuze of politieke groepen, stelt zich ten doel conflicten te vermijden door in goed overleg zaken te regelen, met kracht van argumenten. De CMHF is aangesloten bij de Vakcentrale MHP.

Hoofdstuk 4: Selectie

4.1 Doelstelling selectie

De selectie richt zich op de neerslag van handelingen van overheidsorganen, voor zover deze vallen onder de werking van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276). De selectielijst is tot stand gekomen op grond van een wettelijk voorgeschreven procedure. Deze procedure is neergelegd in de artikelen 2 tot en met 5 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671).

De hoofddoelstelling van de selectie is het maken van een onderscheid tussen de te bewaren (en dus naar de Rijksarchiefdienst overgebracht worden) en de te vernietigen gegevens van de bedoelde actoren. Met de bewaarde gegevens moet een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen op het desbetreffende beleidsterrein mogelijk zijn.

In dit BSD worden de handelingen van de verschillende organisaties geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie gaat het erom welke gegevensbestanden, voortkomend uit welke handeling, en opgeslagen bij welke actor, bewaard moeten blijven. Het doel hiervan is dat met deze gegevensbestanden het handelen van de rijksoverheid inzake het wetenschapsbeleid op hoofdlijnen gereconstrueerd kan worden.

Het handelen van overheidsorganen bestaat uit verschillende fasen in het beleidsproces. Deze zijn o.m. agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsvaststelling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie. Om het handelen van de overheid op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren dient dus met name de neerslag van de eerste vier en de laatste fase van het beleidsproces bewaard te blijven. De te bewaren gegevensbestanden kunnen zowel uit papieren documenten als uit digitale bestanden bestaan.

Wanneer de neerslag van een handeling in aanmerking komt voor bewaren, dan wordt in het BSD de handeling met een ‘B’ gewaardeerd. De neerslag van een handeling wordt bewaard als aan de selectiecriteria (zie de volgende paragraaf) wordt voldaan. Indien de neerslag van een handeling in aanmerking komt voor vernietiging, dan wordt in het BSD de handeling met een ‘V’ gewaardeerd. Hierbij wordt tevens de vernietigingstermijn vermeld. Deze gaat in nadat de expiratiedatum verlopen is of na de afdoening van de neerslag, tenzij anders vermeld.

4.2 Selectiecriteria

Voor het operationaliseren van de selectiedoelstelling zijn de in het RIO Leraar onder voorwaarden. Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden- en beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen, in de periode 1945–2000 geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van algemene selectiecriteria, zoals die door PIVOT zijn opgesteld.

Belangen ex art. 2, sub c en d van het Archiefbesluit 1995 Archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed

De selectiedoelstelling van de Rijksarchiefdienst is dat met de te bewaren gegevens een reconstructie van het handelen van de rijksoverheid op hoofdlijnen ten opzichte van haar omgeving mogelijk moet zijn, waardoor bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Om de selectiedoelstelling te realiseren, worden 6 selectiecriteria gebruikt om tot een waardering te komen:

Algemene selectiecrriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (ewaren)

Algemeen selectiecriterium

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waar op beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

‘Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.’

4.3 Vaststelling BSD

Op 30 augustus 2001 is het ontwerp-BSD door de ministers van Financiën, LNV en OCW aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 2 juli 2003 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de betrokken zorgdragers, het Ministerie van OCW en de rijksarchieven in de provincie / regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant.

Op 18 december 2003 bracht de RvC advies uit (arc-2003.6426/4), hetwelk [naast enkele tekstuele correcties] aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst:

  • de waardering van handeling 4, 45, 53, 81, 88, 108, 111, 124, 128, 129, 130, 137, 172, 188, 199–204, 223, 224, 225, 232, 233, 235, 246, 247, 289, 294, 306, 322, 323–326, 329, 333, 336, 343, 418 en 452 is gewijzigd van B in V, 10 jaar. Uit oogpunt van consistentie van waarderen is, in overleg met de Raad, besloten om ook van de handelingen 40, 54, 74, 82, 116, 126, 127, 274, 291, 302 en 363, welke vergelijkbaar zijn met de voornoemde, de waardering te wijzigen in V, 10 jaar;

  • aan de waardering V, 5 jaar van handeling 13, 58, 97, 141, 161, 252, 278, 310 en 347 is toegevoegd: m.u.v. de jaarverslagen: B (3);

  • de vernietigingstermijn van handelingen met financiële neerslag is gewijzigd van 10 in 7 jaar.

Daarop werd het BSD op 4 mei 2004 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Ministers van OCW (C/S/04/811), Financiën (C/S/04/813) en LNV (C/S/04/814) vastgesteld.

Hoofdstuk 5: Selectielijsten

In dit hoofdstuk zijn de selectielijsten van de actoren op het beleidsterrein Arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit in de sector Onderwijs en Wetenschappen opgenomen. Als eerste komen de lijsten van de minister van Onderwijs en die van Landbouw aan de orde, welke op dit terrein de meeste handelingen verrichten. In deze omvangrijke lijsten is onwille van de overzichtelijkheid de hoofdstukindeling van het RIO gehandhaafd. Daarop volgen de lijsten van de overige ministers en, in alfabetische volgorde, de resterende actoren.

De handelingen uit het RIO in de navolgende selectielijsten zijn opgenomen, zijn allemaal op dezelfde wijze opgetekend. Hieronder volgt een leeswijzer voor deze handelingenblokken.

(Nr.) Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is uniek voor de handeling en correspondeert met het nummer van de handeling in het bijbehorende basisselectiedocument.

Actor: Hier staat het orgaan dat formeel verantwoordelijk is voor de uitvoering van de handeling.

Wanneer meer organen dezelfde handeling verrichten, dan worden deze actoren onder elkaar vermeld. In dit rapport komt het regelmatig voor dat zowel de minister van Onderwijs als de minister van Landbouw als actor voor één en dezelfde handeling worden genoemd. De minister van Landbouw voert die handeling dan uit voor zover het het landbouwonderwijs betreft.

In het geval van elkaar opvolgende verantwoordelijkheid, geven de jaartallen aan in welke periode welke actor verantwoordelijkheid droeg.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die door een actor verricht worden ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling veelal overeen met een procedure of een werkproces.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld, dan wordt de handeling op het moment van het verschijnen van het rapport institutioneel onderzoek nog steeds uitgevoerd.

Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht. Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling is aan te wijzen, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.

Product: Hier staat het product vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren. Niet alle handelingen worden daadwerkelijk uitgevoerd. De gegeven opsomming van producten is niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven voorbeeld.

Opmerking: Indien de strekking van de handeling toelichting behoeft, wordt hier aanvullende informatie opgenomen.

Waardering: Door middel van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn, wordt het selectiecriterium vermeld dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke staat. Bij handelingen die met een V gewaardeerd zijn, wordt zo mogelijk de termijn aangegeven, waarna met de vernietiging begonnen kan worden.

Minister van Onderwijs

7. Algemene handelingen

1.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van onderwijzend en wetenschappelijk personeel.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking: De minister van Landbouw doet dit voor zover het het landbouwonderwijs betreft.

De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

2.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van onderwijzend en wetenschappelijk personeel.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

3.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het onderwijspersoneel.

Periode: 1945–

Product: Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RPBO) (Stb.1985/110)

Opmerking: In 1985 werden middels het RPBO vele regelingen en besluiten voor verscheidene onderwijssectoren verenigd in één veelomvattende regeling. In de loop van de jaren negentig van de twintigste eeuw is de toepasselijkheid van het RPBO voor opeenvolgende sectoren komen te vervallen ten gunste van een globalere regeling per sector.

Waardering: B (1)

4.

Handeling: Het geven van nadere regels omtrent de toepassing van het RPBO op het personeel van een rechtspersoon of instelling.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-A1; art.1-A7; en art.1-A8

Product: Ministerieel besluit, circulaire, beleidsregel

Opmerking: De minister kan het RPBO van toepassing verklaren op een rechtspersoon waarvan het personeel volgens de pensioenwet geheel of gedeeltelijk ambtenaar is.

Ook kan de minister het RPBO van toepassing verklaren op een publiekrechtelijke of uit de openbare kas bekostigde privaatrechtelijke instelling ter ondersteuning van de volwasseneneducatie.

Daarnaast dient de minister voorschriften te geven omtrent de toepassing van het RPBO in geval van samenvoegingen of splitsing van instellingen.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

5.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het primair onderwijs.

Periode: 1945–

Grondslag: Kleuteronderwijswet 1955, art.22; art.27; art.30; art.66

Lager onderwijswet 1920, art.30; art.36bis; art.39; art.89

Product: Rechtspositiebesluit KO/LO (Stb.1978/228)

Besluit tot wijziging van het Rechtspositiebesluit KO/LO (Stb.1980/662; Stb.1982/463; Stb.1982/464; Stb.1984/050; Stb.1985/098)

Waardering: B (1)

6.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden van het personeel in het voortgezet onderwijs.

Periode: 1945–

Grondslag: Wet op het voortgezet onderwijs, 1967, art.39, lid 2; art.43, lid 3; en art.53, lid 4

Product: Rechtspositiebesluit WVO (Stb.1968/377)

Besluit tot wijziging van het Rechtspositiebesluit WVO (Stb.1981/686; Stb.1981/774; Stb.1982/464; Stb.1984/560; Stb.1985/098).

Kaderbesluit Rechtspositie VO (Stb.1995/371).

Waardering: B (1)

7.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het nijverheidsonderwijs.

Periode: 1945–1967

Grondslag: Nijverheidsonderwijswet 1919, art.16, lid 1; art.28, lid 4

Product: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs (Stb.1935/501)

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs (Stb.1960/377)

Waardering: B (1)

8.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het hoger beroepsonderwijs.

Periode: 1945–1999

Product: Besluit voorlopige voorziening in de uitoefening van bevoegdheden inzake individuele personeelsaangelegenheden bij de landbouwhogeschool (Stb.1969/159)

Kaderbesluit rechtspositie HBO (Stb.1993/424)

Opmerking: Het Kaderbesluit rechtspositie HBO kwam voor het personeel in het hoger beroepsonderwijs ter vervanging van het RPBO uit 1985.

Waardering: B (1)

9.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.

Periode: 1945–

Product: Kaderbesluit rechtspositie BVE (Stb.1996/408)

Waardering: B (1)

10.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel van de universiteiten en onderzoeksinstellingen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Hoger onderwijswet (Stb.1876/102), art.67

Ambtenarenwet (Stb. 1929/530), art.12

Wet op het wetenschappelijk onderwijs (1960/559), art.64

Wet maatregelen 1987–1991 inzake voorzieningen w.o., 1987, art.6

Product: Besluit tot vaststelling van een voorlopig rechtspositiereglement hoogleraren, lectoren en wetenschappelijke staf van de technische hogescholen (Stb.1956/502).

Besluit betreffende de bevoegdheden van de curatoren der technische hogescholen ten aanzien van de rechtspositie van het technisch en administratief personeel (Stb.1957/005).

Besluit tot voorlopige voorziening in de uitoefening van bevoegdheden inzake individuele personeelsaangelegenheden openbare universiteiten en hogescholen (Stb.1963/115).

Besluit houdende regelen met betrekking tot de aanstelling in tijdelijke dienst op proef van een bepaalde categorie der wetenschappelijke medewerkers als bedoeld in artikel 63, tweede lid, onder f, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb.1975/081).

Rechtspositieregeling assistenten in opleiding (Stb.1986/430).

Besluit Sociaal Beleidskader II (Stb.1987/424).

Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek RWOO) (Stb.1995/394).

Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen (Stb.1997/369).

Besluit rechtspositie leden van colleges van bestuur van openbare universiteiten (Stb.1998/518).

Opmerking: De minister van Onderwijs doet dit voorzover het de Landbouwuniversiteit Wageningen aangaat.

Waardering: B (1)

11.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel van de academische ziekenhuizen.

Periode: 1945–1996

Grondslag: Wet op het wetenschappelijk onderwijs, 1986, art.108; art.109; art.154; art.159, lid 5; en art.163, lid 2

Product: Rechtspositiereglement academische ziekenhuizen (RRAZ) (Stb.1992/023).

Besluit decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming academische ziekenhuizen (Stb.1996/395).

Waardering: B (1)

12.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van regels voor loopbaanvorming, salariëring, het opmaken en vaststellen van beoordelingen van, en het voeren van functioneringsgesprekken met het personeel bij het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.3.1 en art.3.2

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (1)

13.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Opmerking: Het betreft hier de verslaggeving waarvoor geen grondslag kan worden aangewezen in de voor het beleidsterrein specifieke wet- en regelgeving.

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

14.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW, 1938/1946/1948, art.97

GW, 1953/1956/1972, art.104

GW, 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

15.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

16.

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikkingen

Waardering: V 15 jaar

17.

Handeling: Het opstellen van verweerschriften in beroepschriftprocedures betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschriften

Waardering: V 15 jaar

18.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

19.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

20.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindrapport wordt ook het in ontvangst nemen van een rapport verstaan.

Waardering: B (2)

21.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, brieven, notulen

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

22.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

23.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945 –

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

8. Geneeskundige keurig voor benoeming, akte van benoeming, verklaring omtrent gedrag en sollicitatiecode

24.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

25.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

26.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

27.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

28.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

29.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

30.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de aanstelling van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

31.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de aanstelling van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

32.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven, en instellingen betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

33.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B. Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

34.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

35.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

36.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

37.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

38.

Handeling: Het aanwijzen van een geneeskundige voor een (her)keuring voor de benoeming van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935/1960, art.9, lid 4

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 1; art.I-B4, lid 2

RPBO 1985, art.1-B1; art.1-B4

Product: Aanwijzing, beschikking

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 10 jaar, de beschikking zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

39.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een keuringsreglement voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 2

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.B1, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B7, lid 2

Product: Reglement voor keuring van personeel voor nijverheidsscholen (bijlage bij Stb.1935/501 en Stb.1960/377).

Keuringsleidraad onderwijs

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: B (5)

40.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot geneeskundige keuring bij aanstelling van personeel bij het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–1999

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.2.8

Product: Ministeriële regeling

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: B (5)

41.

Handeling: Het vaststellen van een model voor de geneeskundige verklaring voor benoeming.

Periode: 1945–1999

Bron /Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 4

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.B1, lid 3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 4

RPBO 1985, art.1-B1

Product: Model voor geneeskundige verklaring voor benoeming

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 5 jaar na vervallen

42.

Handeling: Het instellen van een geneeskundig onderzoek in verband met de aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.7, lid 1

Product: Geneeskundige verklaring

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 10 jaar na ontslag

43.

Handeling: Het vergoeden van de reis- en verblijfkosten die een persoon heeft gemaakt in verband met een geneeskundige keuring voor benoeming.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 6

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 6

RPBO 1985, art.1-B1

Product: Reis- en verblijfkostenvergoeding

Opmerking: Reis- en verblijfkosten die gemaakt zijn in verband met een geneeskundige keuring voor benoeming worden vergoed volgens de bepalingen van het Reisbesluit 1971.

In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 7 jaar

44.

Handeling: Het stellen van nadere voorschriften omtrent de inhoud van de akte van aanstelling van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.2-A8, lid 5

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

45.

Handeling: Het geven van voorschriften voor de wijze waarop aan een onderwijsinstelling twee directeuren benoemd kunnen worden.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-Q204

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

46.

Handeling: Het benoemen van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.50

RPBO 1985, art.1-P2; en art.1-Q104

Product: Beschikking, benoemingsbesluit

Opmerking: In dit benoemingsbesluit staan onder meer de functie en het salaris van de belanghebbende genoemd.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

47.

Handeling: Het goedkeuren van de aanstelling van bezoldigd niet-onderwijzend personeel in het nijverheidsonderwijs.

Periode: 1945–1960

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.6, lid 4

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.50

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

48.

Handeling: Het goedkeuren van de benoeming in vaste dienst van een betrokkenen die een geneeskundige geschiktverklaring voor bepaalde duur heeft.

Periode: 1978–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B2, lid 2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

49.

Handeling: Het verlenen van ontheffing voor de benoeming van een persoon die blijkens een geneeskundige keuring ongeschikt is verklaard.

Periode: 1960–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.10

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B3

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.B13

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B3

RPBO 1985, art.1-B3

Product: Beschikking

Opmerking: Op basis van dit artikel kan de minister toestemming verlenen voor het in dienst nemen van een persoon die na keuring medisch ongeschikt is verklaard voor de betrekking.

Een dergelijke ontheffing kan telkens voor ten hoogste één jaar worden verleend.

In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 75 jaar na geboorte

50.

Handeling: Het vaststellen van eisen van bekwaamheid waaraan het wetenschappelijk personeel moet voldoen om voor een aanstelling in aanmerking te komen.

Periode: 1987–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs, 1987, art.29

Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.13.5; en art.14.9

Product: Ministeriële regeling; eisen van bekwaamheid

Opmerking: Deze regeling geldt voor het wetenschappelijk personeel van de universiteiten en de Open Universiteit.

Waardering: B (5)

51.

Handeling: Het goedkeuren tot afwijking voor onbepaalde tijd van de eisen van benoembaarheid.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-N1

Product: Beschikking

Opmerking: Deze goedkeuring kan slechts verleend worden op schriftelijk verzoek van het bevoegd gezag. De minister dient voor het geven van een goedkeuring de Inspectie te horen.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

52.

Handeling: Het voeren van overleg met personeelsorganisaties inzake een vast te stellen sollicitatiecode.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-B9

Product: Vergaderstukken, notulen

Opmerking: Het bevoegd gezag mag een sollicitatiecode niet vaststellen zonder dat met de betrokken personeelsorganisaties overleg is gevoerd.

Waardering: V 10 jaar

53.

Handeling: Het vaststellen van een sollicitatiecode voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-B9

Product: Sollicitatiecode

Opmerking: Het bevoegd gezag mag een sollicitatiecode niet vaststellen zonder dat met de betrokken personeelsorganisaties overleg is gevoerd.

Waardering: V 10 jaar na vervallen

54.

Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van de werving en selectie van personeel bij het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.2.1

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

9. Vakantie en (buitengewoon) verlof

55.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, en coördineren van het beleid betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s beleidsnotities, rapporten, adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

56.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

57.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verlofbesluit lager onderwijs (Stb.1954/268)

Verlofbesluit kleuteronderwijs (Stb.1956/500)

Vakantieuitkeringsbesluit N.O. (Stb.1954/405)

Opmerking: Veel bepalingen ten aanzien van vakantie en verlof zijn opgenomen in meer omvattende kaderbesluiten en rechtspositieregelingen.

Waardering: B (1)

58.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleid ten aanzien van de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

59.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

60.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

61.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de vakantie of het (buitengewoon) verlof van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

62.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de vakantie of het (buitengewoon) verlof van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

63.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

64.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

65.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Waardering: B (2)

66.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notulen, brieven, notities

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

67.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

68.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de vakantie en het (buitengewoon) verlof van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

69.

Handeling: Het toekennen van een vakantie-uitkering aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-L1; art.1-L2; art.1-L3; en art.1-L4

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

70.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels met betrekking tot de schoolvakanties voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.22, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

71.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor het verlenen van vakantieverlof buiten de schoolvakanties.

Periode: 1978–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C2, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

72.

Handeling: Het vaststellen van een van de regels afwijkende periode van vakantieverlof voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.17, lid 2

Product: Beleidsregel, circulaire

Opmerking: Indien de minister niet het bevoegd gezag van een instelling is, dient hij aan de regeling zijn goedkeuring te geven.

Waardering: V 5 jaar na vervallen

73.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag een van de regels afwijkende periode van vakantieverlof voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen vaststelt.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.17, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 5 jaar

74

.Handeling: Het vaststellen van regels voor de duur van het vakantieverlof en hetgeen op de vakantie betrekking heeft voor het personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.16.12

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

75.

Handeling: Het vaststellen van de begindatum van de periode van verlof met Kerstmis en Pasen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-C19

Product: Beleidsregel, circulaire

Waardering: V 5 jaar

76.

Handeling: Het toekennen of intrekken van vakantieverlof van een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.19, lid 1

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.24, lid 1

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C5, lid 1; art.I-C2, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C5, lid 1

RPBO 1985, art.1-C7; art.1-C11; art.1-C16; en art.1-C22

Product: Beschikking

Opmerking: Het vakantieverlof kan worden ingetrokken in geval van rampen en andere zeer buitengewone omstandigheden.

De minister doet van zijn beslissing tot het intrekken van vakantieverlof mededeling aan de Inspectie.

Waardering: V 5 jaar

77.

Handeling: Het toekennen van een schadevergoeding in verband met de intrekking van het vakantieverlof van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.19, lid 2

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.24, lid 2

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C5, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C5, lid 2

RPBO 1985, art.1-C5; art.1-C8; art.1-C13; art.1-C18; en art.1-C26

Product: Vergoeding

Opmerking: Indien de minister niet zelf het bevoegd gezag is van een instelling, dient hij zijn goedkeuring aan het toekennen van de vergoeding te geven.

Waardering: V 7 jaar

78.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag van een onderwijsinstelling de materiële schade die een belanghebbende heeft geleden als gevolg van de intrekking van zijn vakantieverlof vergoedt.

Periode: 1945–1960

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.19, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 7 jaar

79.

Handeling: Het bepalen dat een betrokkene in de sector onderwijs en wetenschappen zich gedurende zijn vakantieverlof ter beschikking houdt ten behoeve van werkzaamheden van onderwijskundige of schoolorganisatorische aard.

Periode: 1960–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.22, lid 3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C3, lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De minister bepaalt dit in overleg met de belanghebbende; en doet van zijn beslissing mededeling aan de Inspectie.

Waardering: V 3 jaar

80.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van voorschriften voor het verlenen van buitengewoon verlof in verband met overleg- en advieswerkzaamheden.

Periode: 1978–

Bron: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C13

RPBO 1985, art.1-C38, lid 3

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

81.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor het verlenen van verlof in verband met niet genoten arbeidsduurverkorting aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-C41

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen

82.

Handeling: Het vaststellen van de regels voor buitengewoon verlof voor het personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.7.10

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

83.

Handeling: Het toekennen van buitengewoon verlof aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art,I-C6, lid 1; art.I-C7, lid 1 en lid 5

RPBO 1985, art.1-C3; art.1-C29, lid 1; art.1-C31, lid 1; en art.1-C38

Product: Beschikking

Opmerking: Het opschorten of intrekken van lang buitengewoon verlof gebeurt op verzoek van de belanghebbende.

Waardering: V 5 jaar

84.

Handeling: Het toekennen van buitengewoon verlof van lange duur ten behoeve van wetenschappelijke doeleinden aan een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.7.8

Product: Beschikking

Waardering: V 5 jaar

85.

Handeling: Het goedkeuren van de toekenning van buitengewoon verlof aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C6, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C11, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: Het gaat hier bijvoorbeeld om verlof voor het uitoefenen van het lidmaatschap van een examencommissie, voor het optreden als rijksgecommitteerde bij een examen, in het geval van zeer ernstige ziekte van echtgenoot, ouders of kinderen.

Waardering: V 5 jaar

86.

Handeling: Het opstellen van een verklaring dat het algemeen belang in overwegende mate wordt gediend met het verlenen van lang buitengewoon verlof aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen in het kader van internationale hulpverlening aan ontwikkelingslanden.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C11, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C10, lid 1d

Product: Verklaring

Opmerking: De minister van Onderwijs stelt deze verklaring in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken op.

Waardering: V 10 jaar

87.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake het opstellen van een verklaring dat het algemeen belang in overwegende mate gediend wordt met het verlenen van lang buitengewoon verlof aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen in het kader van internationale hulpverlening aan ontwikkelingslanden.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C11, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C10, lid 1d

Product: Overlegverslagen, notulen

Waardering: V 10 jaar

88.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor het al dan niet toekennen van bezoldiging in verband met buitengewoon verlof.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-C29, lid 3; en art.1-C31, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

89.

Handeling: Het goedkeuren van de toekenning en de voorwaarden voor het verlenen van lang buitengewoon verlof aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.20, lid 3

Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.32

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.25

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.27

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C7, lid 2

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.C6, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C7, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 5 jaar na vervallen

90.

Handeling: Het bepalen of een ongehuwde belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die verlof wegens militaire dienst geniet, als enige kostwinner wordt beschouwd.

Periode: 1945–

Grondslag: Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.25, lid 3

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.15, lid 3

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-D3, lid 3

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.D3, lid 3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-D3, lid 3; en art.I-D5, lid 3

RPBO 1985, art.1-D3, lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De bepaling of een belanghebbende enige kostwinner is of niet, is van belang voor de bepaling van de hoogte van de burgerlijke bezoldiging in verband met militaire dienst.

Waardering: V 10 jaar na het verlaten van de militaire dienst

10. Verlof en aanspraken wegens ziekte

91.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen

Waardering: B (1)

92.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

93.

Handeling: Het (mede)voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel (Stb.1995/251).

Besluit houdende wijziging van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel (Stb.1995/455).

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (Stb.1995/703).

Besluit houdende wijziging van het Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (Stb.1997/038).

Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (Besluit tot vervanging van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel door sectorale regelingen) (Stb.1997/357).

Besluit uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (Ministerie van Onderwijs: AB/A&A/1999-9472).

Waardering: B (1)

94.

Handeling: Het van toepassing verklaren van het Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel op een rechtspersoon.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijke besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.1b, ten 70

Product: Regeling van toepassingverklaring van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel en het Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel op de Vereniging landelijke organen beroepsonderwijs (COLO) (BVE/DenR/AV-9600.5843)

Waardering: V 5 jaar na vervallen

95.

Handeling: Het van toepassing verklaren van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel op categorieën van personen wier bezoldiging, uitkering of pensioen direct of indirect ten laste van het Rijk komen.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.4, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 5 jaar na vervallen

96.

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften met betrekking tot de ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.12

Product: Besluit uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (Ministerie van Onderwijs: AB/A&A/1999-9472).

Waardering: B (5)

97.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

98.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

99.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

100.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende het verlof of de aanspraken wegens ziekte van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

101.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende het verlof of de aanspraken wegens ziekte van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

102.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

103.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

104.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapporten

o.a.

Rapport Ziekteverzuimonderzoek 1997

Rapportage Ziekteverzuimcijfers PO/VO 1998

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

105.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

106.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

107.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

108.

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften volgens welke het bevoegd gezag kan worden verplicht aan de minister mededeling te doen van afwezigheid tijdens ziekte van een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E2, lid 1

RPBO 1985, art.1-E2, lid 1

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Opmerking: Indien de afwezigheid langer dan drie maanden duurt, doet het bevoegd gezag hiervan mededeling aan de Inspectie.

Waardering: V 10 jaar na vervallen

109.

Handeling: Het goedkeuren dat de bezoldiging wordt voortgezet van een belanghebbende die gedurende twee jaar ziekteverlof geniet.

Periode: 1945–

Grondslag: Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.5, lid 2

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.5, lid 2

Product: Beschikking, goedkeuringsbesluit

Waardering: V 75 jaar na geboorte

110.

Handeling: Het geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren van de aanspraak op bezoldiging tijdens ziekte, indien de belanghebbende zich niet houdt aan de voorschriften ten aanzien van ziekteverlof.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E12

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E12

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E12

RPBO 1985, art.1-E12

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.15, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: De bezoldiging kan bijvoorbeeld komen te vervallen indien een belanghebbende weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek, of indien hij tijdens de zijn ziekteverlof voor zichzelf of derden arbeid verricht.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

111.

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften omtrent het geneeskundig onderzoek.

Periode: 1968–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E16, lid 6

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E16, lid 6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

112.

Handeling: Het aanwijzen van een geneeskundige in verband met een geneeskundig onderzoek wegens ziekte.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.22, lid 2; art.23, lid 3; art.32, lid 1 en lid 2

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.31, lid 3; art.34, lid 2; en art.37, lid 2

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E1

Product: Beschikking

Opmerking: In het Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs uit 1935 is sprake van een tuberculose-arts.

Waardering: V 10 jaar

113.

Handeling: Het instellen van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die ziekteverlof geniet.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.22, lid 1; art.27

Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.6, lid 2

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.6, lid 2

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.29, lid 1; art.36

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E14; art.I-E16; art.I-E17, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E14; art.E16; art.E17

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E14; art.I-E16; art.I-E17, lid 1

RPBO 1985, art.1-E14; en art.1-E15

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.2, lid 4; art.17, lid 1; art.20, lid 1

Product: Beschikking, geneeskundige verklaring

Opmerking: De belanghebbende die bezwaar heeft tegen de conclusie van het geneeskundig onderzoek, kan daartegen bezwaar maken.

Waardering: V 10 jaar

114.

Handeling: Het instellen van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die niet reeds ziekteverlof geniet.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E15; en art.I-E16

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E15; en art.E16

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E15; en art.I-E16

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.18, lid 1

Product: Beschikking, geneeskundige verklaring

Opmerking: De minister kan een dergelijk onderzoek instellen indien naar zijn oordeel daarvoor gegronde redenen bestaan.

Indien een belanghebbende in verband met werkzaamheden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat, dan wel aan bijzondere gezondheidseisen moet voldoen, kan de minister hem aan periodiek geneeskundig onderzoek onderwerpen.

De belanghebbende die bezwaar heeft tegen de conclusie van het geneeskundig onderzoek, kan daartegen bezwaar maken.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

115.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift ingesteld tegen de conclusie van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die ziekteverlof geniet.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-E16

Product: Beschikking

Opmerking: Na ontvangst van het bezwaarschrift wordt hernieuwd geneeskundig onderzoek ingesteld. Hieraan kan een door de belanghebbende aangewezen geneeskundige deelnemen. De conclusie van deze geneeskundige commissie is bindend.

Waardering: V 10 jaar

116.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de bedrijfsgezondheidskundige begeleiding van het personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.8.1

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

117.

Handeling: Het vaststellen of de ziekte, uit hoofde waarvan de belanghebbende verlof geniet, in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.21B, lid 4

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E5, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E5, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E5, lid 1

RPBO 1985, art.1-E5, lid 1

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.6, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het bevoegd gezag doet van een zodanig ziektegeval zo spoedig mogelijk mededeling aan de minister. Deze vaststelling vindt plaats omdat in een dergelijk geval de belanghebbende langere tijd zijn volle bezoldiging ontvangt.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

118.

Handeling: Het aan een belanghebbende ontzeggen van de toegang tot een schoolgebouw in afwachting van de conclusie van een geneeskundig onderzoek.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.22, lid 5

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E2, lid 4

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E2, lid 4

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.3, lid 6

Product: Beschikking

Opmerking: Indien blijkens een geneeskundige verklaring gevaar voor besmetting met een besmettelijke ziekte bestaat, geldt dit verbod van rechtswege. Daarnaast kan de minister het opleggen in een dringend geval van medische aard.

In beide gevallen doet de minister hiervan mededeling aan de Inspectie.

Waardering: V 5 jaar

119.

Handeling: Het goedkeuren dat aan een belanghebbende door het bevoegd gezag de toegang tot het schoolgebouw wordt ontzegd, in verband met een gevaarlijke ziekte.

Periode: 1945–1960

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.48

Product: Beschikking, goedkeuringsbesluit

Opmerking: In dit artikel wordt ook als reden voor het ontzeggen van de toegang tot het schoolgebouw genoemd: het bewonen van hetzelfde perceel als iemand die lijdt aan pest, cholera, gele koorts, vlektyphus, pokken, roodvonk en andere besmettelijke ziekten.

Waardering: V 5 jaar

120.

Handeling: Het goedkeuren dat een directeur van een school een leraar of beambte, die door ziekte voor zijn omgeving gevaar oplevert, de toegang tot het schoolgebouw ontzegt.

Periode: 1960–1967

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.?

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 5 jaar

121.

Handeling: Het bepalen dat een belanghebbende die ziekteverlof geniet zijn dienst slechts zal mogen hervatten na verkrijging van een geneeskundige verklaring.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E7, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E7, lid 1

RPBO 1985, art.1-E7

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.8, lid 1

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

122.

Handeling: Het vaststellen van een reïntegratieplan voor een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die ziekteverlof geniet.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.11, lid 4

Product: Reïntegratieplan

Waardering: V 10 jaar

123.

Handeling: Het bepalen dat een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie dat wegens ziekte verhinderd is zijn functie te vervullen, zijn werk slechts zal mogen hervatten, nadat de minister van Onderwijs hiervoor zijn uitdrukkelijke toestemming heeft verleend.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.5.1, lid 5

Product: Beschikking

Opmerking: De minister overlegt hierover met de bedrijfsgeneeskundige dienst.

Waardering: V 10 jaar

124.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor het toekennen van reis- en verblijfkostenvergoeding aan onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.19, lid 5

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

125.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk terugvorderen een vergoeding van reis- en verblijfkosten die een belanghebbende in verband met geneeskundig onderzoek heeft gemaakt.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E16, lid 5

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E16, lid 5

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.19, lid 5

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

126.

Handeling: Het vaststellen van een regeling waarbij het bedrag van de toeslag en de aanvullende toeslag op een tegemoetkoming in de ziektekostenpremie worden vastgesteld.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.6, lid 3

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 5 jaar na vervallen

127.

Handeling: Het vaststellen van een model aanvraagformulier voor de tegemoetkoming in de ziektekostenpremie voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.7, lid 3

Product: Model aanvraagformulier tegemoetkoming in de ziektekostenpremie.

Waardering: V 5 jaar na vervallen

128.

Handeling: Het vaststellen van een regeling met nadere voorschriften voor de tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.13

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

129.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van nadere voorschriften voor de toekenning van een tegemoetkoming in de ziektekosten van een belanghebbende in het onderwijs.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E21; art.I-E22

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E21; art.E22

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E22; art.I-E23

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

130.

Handeling: Het vast stellen van een vergoedingenlijst van voor tegemoetkoming in de kosten in aanmerking komende geneeskundige verzorging.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.7, lid1b

Product: Besluit uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel (Ministerie van Onderwijs: AB/A&A/1999-9472).

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

131.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een tegemoetkoming in noodzakelijk gemaakte kosten die verband houden met de ziekte van een belanghebbende.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.32, lid 1 en lid 2

Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.20

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.20

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.43, lid 1 en lid 2

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E21; art.I-E22

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E22; art.I-E23

RPBO 1985, art.1-E21; en art.1-E22

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.42; art.43; en art.44, lid 1

Product: Beschikking, tegemoetkoming in ziektekosten

Opmerking: De tegemoetkoming wordt toegekend indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien; en indien de kosten redelijkerwijs niet ten laste van de belanghebbende kunnen blijven. De minister dient hieraan zijn goedkeuring te geven als hij niet zelf het bevoegd gezag van een instelling is.

De tegemoetkoming dient in overeenstemming te zijn met de door de minister van Binnenlandse Zaken gegeven voorschriften zoals bedoeld in de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Stb.1980/544).

In het Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs is tevens sprake van tuberculose.

Waardering: V 7 jaar

132.

Handeling: Het goedkeuren van de toekenning van een tegemoetkoming in de noodzakelijk gemaakte kosten die verband houden met de ziekte van een belanghebbende.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.32, lid 1 en lid 2

RPBO 1985, art.1-E21

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: De tegemoetkoming wordt toegekend indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien; en indien de kosten redelijkerwijs niet ten laste van de belanghebbende kunnen blijven. De minister dient hieraan zijn goedkeuring te geven als hij niet zelf het bevoegd gezag van een instelling is.

De tegemoetkoming dient in overeenstemming te zijn met de door de minister van Binnenlandse Zaken gegeven voorschriften zoals bedoeld in de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Stb.1980/544).

Waardering: V 7 jaar

133.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de toekenning van een tegemoetkoming in noodzakelijk gemaakte kosten, verband houdende met ziekte, aan een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositieregeling wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.8.5, lid 2; en art.8.6, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

134.

Handeling: Het toekennen van een tegemoetkoming in noodzakelijk gemaakte kosten, verband houdende met ziekte, aan een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.8.5, lid 1; en art.8.6, lid 1

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

135.

Handeling: Het ontslaan van een belanghebbende wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekte of gebrek.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.23

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E18

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E18

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E18

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.20, lid 2

Product: Beschikking, ontslag

Opmerking: Een dergelijk ontslag wegens ziekte is alleen toegestaan indien deze ongeschiktheid blijkt uit een onherroepelijk geworden beslissing als bedoeld in artikel P5 van de pensioenwet.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

136.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een uitkering aan een belanghebbende die is ontslagen wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekte of gebrek.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.1-E19; art.I-E20; art.I-E21

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E19; art.E20; art.E21

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E19; art.I-E20; art.I-E21

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.31, lid 1; en art.44, lid 1

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

137.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de toekenning van suppletie aan belanghebbenden in de sector onderwijs en wetenschappen die wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekte of gebrek zijn ontslagen.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.33, lid 1 en lid 2; art.35

Product: Regeling uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling (AB/PSW-9700.267)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

11. Rechten van nabestaanden bij overlijden

138.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

139.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

140.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

141.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

142.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

143.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

144.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

145.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedures betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

146.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

147.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

148.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Waardering: B (2)

149.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

150.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

151.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van nabestaanden bij overlijden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

152.

Handeling: Het toekennen van een uitkering bij overlijden aan de weduwe of weduwnaar, de minderjarige kinderen, ouder, broers of zusters van de overledene betrokkene die werkzaam was in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F1; art.I-F2; en art.I-F3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F1; art.I-F2; en art.I-F3

RPBO 1985, art.1-F2; en art.1-F3

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

153.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de aanspraak op een uitkering in verband met overlijden of vermissing van een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.5.8

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

154.

Handeling: Het toekennen van een schadevergoeding aan de achterblijvende gezinsleden indien zij de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid moeten verlaten.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F4, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.F4, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 1

RPBO 1985, art.1-F4, lid 1

Product: Schadevergoeding

Waardering: V 7 jaar

155.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag een schadevergoeding toekent aan de achterblijvende gezinsleden indien zij de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid moeten verlaten.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F4, lid 2

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.F4, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 1

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 7 jaar

156.

Handeling: Het toekennen van een vergoeding aan de achterblijvende gezinsleden indien zij vrijwillig de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid verlaten.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 2

Product: Vergoeding

Waardering: V 7 jaar

157.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag een vergoeding toekent aan de achterblijvende gezinsleden indien zij vrijwillig de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid verlaten.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 7 jaar

12. Afvloeiingsregeling

158.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

159.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

160.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

161.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

162.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de rechten van personeel bij opheffing or reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

163.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

164.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

165.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

166.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

167.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct blijft één exemplaar bewaard.

168.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapporten

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

169.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

170.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

171.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de rechten van personeel bij opheffing of reorganisatie van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

172.

Handeling: Het vaststellen van een afvloeiingsregeling voor het personeel van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-G2, lid 1

RPBO 1985, art.1-G2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Opmerking: Ontslag op grond van opheffing van de instelling of betrekking, dan wel wegens zodanige verandering in de inrichting of de dienst van de instelling dat de werkzaamheden van één of meer belanghebbenden overbodig worden, dient te gebeuren aan de hand van deze afvloeiingsregeling.

De afvloeiingsregeling wordt pas vastgesteld als met de verenigingen van werkgevers en werknemers overleg is gepleegd.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

13. Uitkering bij ontslag en vervroegde uittreding

173.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

174.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

175.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: o.a.:

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs (Stb.1957/370)

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs (Stb.1965/421)

Uitkeringsregeling lager onderwijs (Stb.1955/610)

Ontslaguitkering vakonderwijzers l.o. (Stb.1972/506)

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO (Stb.1971/479)

Bijzondere regeling ontslaguitkering KO/LO bij ontslag op eigen verzoek (Stb.1979/354)

Uitkeringsregeling NO (Stb.1957/042)

Uitkeringsregeling NO 1961 (Stb.1961/263)

Wachtgeldbesluit NO (Stb.1960/378)

Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel (Stb.1976/618)

Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel (Stb.1979/767)

Wet vervroegd uittreden exploitatiepersoneel onderwijs (Stb.1981/466)

Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Besluit regelen toekenning wachtgeld na opheffing van bijzondere handelsavondscholen (Stb.1971/160)

Besluit toekennen van ontslaguitkeringen aan buitenlandse onderwijzers (Stb.1981/538)

Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs (Stb.1992/381)

Wet natuurlijk verloop KO/LO (Stb.1983/619)

Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (Stb.1988/253)

Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel II (Stb.1989/283)

Besluit beperking van het aantal gedwongen ontslagen in het voortgezet onderwijs voor het schooljaar 1983–1984 via een systeem van natuurlijk verloop (Stb.1983/708)

Besluit beperking van het aantal gedwongen ontslagen in het voortgezet onderwijs voor het schooljaar 1984–1985 via een systeem van natuurlijk verloop (Stb.1985/351)

Besluit werkloosheid onderwijs en onderzoek (BWOO) (Stb.1994/100)

Verzamelregeling BWOO (OCenW: AB/IE-9601.4751)

Uitkeringsreglement BWOO (Stcrt.1997/247)

Waardering: B (1)

176.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Opmerking: Tot 1999 rapporteerde de minister driemaandelijks aan de Kamer over de ontwikkelingen van de wachtgelden in de sector onderwijs. In zijn brief van 25 januari 1999, waarin hij rapporteerde over de ontwikkelingen in 1998, schreef de minister dat het gezien de drie jaren dat de wachtgelduitgaven gedaald waren, minder noodzakelijk was elke drie maanden te rapporteren; voortaan zou er bij de Voorjaarsnota en de Najaarsnota een rapportage komen.

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

177.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

178.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

179.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de uitkering bij ontslag van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1957, art.24

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1965, art.29

Uitkeringsregeling lager onderwijs, 1955, art.21

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO, 1971, art.22

Ontslaguitkeringsregeling vakonderwijzers lager onderwijs, 1972, art.17

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1979, art.1-H25

Rechtspositiebesluit WVO, 1979, art.I-H25, lid 1

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1957, art.25

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1961, art.14

Wachtgeldbesluit nijverheidsonderwijs, 1960, art.17

Product: Beschikking

Opmerking: De minister vroeg hierover het advies van de bezwarencommissie die bij het Rijkswachtgeldbesluit was ingesteld.

Waardering: V 15 jaar

180.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de uitkering bij ontslag van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1979, art.I-H25, lid 2

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

181.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

182.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B. : van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

183.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapporten

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

184.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

185.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

186.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de uitkering bij ontslag van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

187.

Handeling: Het ontslaan van een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.58 en art.59

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.70 en art.71

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-D1, art.II-D2, en art.II-D4

RPBO 1985, art.2-D2 en art.2-D3

Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.12.1, lid 1 en art.12.2, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het ontslag kan op verzoek, imperatief, facultatief, of van rechtswege plaatsvinden, en kan al dan niet eervol verleend worden.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

188.

Handeling: Het geven van voorschriften voor het verlenen van een ontslaguitkering aan een vakonderwijzer die op eigen verzoek uit een betrekking in tijdelijke dienst is ontslagen.

Periode: 1982–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1982, art.IV-H2, lid 2

Product: Circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

189.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor het van toepassing verklaren van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel op een personeelslid of groep personeelsleden.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.1, lid 1

Product: Regeling tot van toepassingverklaring van het Besluit onderwijs- en onderzoekpersoneel op B3-instellingen voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (OCenW: WO/PR-9401.2553)

Regeling van toepassingverklaring van het Besluit onderwijs- en onderzoekpersoneel en het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel op de Vereniging landelijke organen beroepsonderwijs (COLO) (OCenW: BVE/DenR/AV-9600.5843)

Waardering: B (5)

190.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vaststelling van het aantal gewerkte arbeidsuren, in verband met een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.3

Product: Regeling verlies van arbeidsuren (OCenW: AB-9400.3197)

Regels om bij de berekening van het aantal arbeidsuren, uren waarin geen arbeid is verricht gelijk te stellen met arbeidsuren en uren waarin arbeid is verricht buiten beschouwing te laten (OCenW: AB-9400.3187)

Waardering: B (5)

191.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vaststelling van het aantal weken waarin arbeid is verricht, in verband met een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.4

Product: Regeling gelijkstelling weken waarin geen arbeid is verricht, met weken waarin arbeid is verricht (OCenW: AB-9400.3196)

Waardering: B (5)

192.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vaststelling van het recht op vakantie van onderwijs- en onderzoekpersoneel dat een werkloosheidsuitkering ontvangt.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.5

Product: Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering (OCenW: AB-9400.3195)

Regeling recht op uitkering bij verblijf in het buitenland (OCenW: AB-9400.0863)

Waardering: B (5)

193.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor het geheel of gedeeltelijk eindigen van het recht van onderwijs- en onderzoekpersoneel op een werkloosheidsuitkering bij samenloop.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.6

Product: Regeling geheel of gedeeltelijk eindigen van het recht op uitkering bij samenloop (OCenW: AB-9400.3193)

Waardering: B (5)

194.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vaststelling van de periode waarbinnen het recht op een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel kan herleven.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.7

Product: Regeling periode waarbinnen het recht op uitkering kan herleven (OCenW: AB-9400.3192)

Waardering: B (5)

195.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de inschrijvingsverplichting bij het uitvoeringsorgaan voor de werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.12

Product: Regeling inzake tijdstip van inschrijving van werknemers als werkzoekende bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (OCenW: AB-9400.0862)

Opmerking: De Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs (USZO) heeft ten uitvoering van artikel 12, lid 1c van het BWOO het Uitkeringsreglement BWOO vastgesteld (Stcrt.1997/247). In dit reglement worden voorschriften gegeven die een betrokkene dient op te volgen ten behoeve van een doelmatige controle op de uitkeringen.

Waardering: B (5)

196.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vrijstelling van de inschrijvingsverplichting bij het uitvoeringsorgaan voor de werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.13

Product: Regeling vrijstelling tot inschrijving bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (OcenW: AB-9400.3185)

Regeling maatregelen sector Onderwijs en Wetenschappen (OCenW: AB/PSW-9603.3235)

Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering (OCenW: AB-9400.3195)

Waardering: B (5)

197.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de gelijkstelling van werkloosheidsuitkeringen voor onderwijs- en onderzoekpersoneel met ouderdomspensioen.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.19

Product: Regeling gelijkstelling van uitkeringen met ouderdomspensioen (OCenW: AB-9400.3190)

Waardering: B (5)

198.

Handeling: Het vaststellen van het bedrag dat een betrokkene die een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt, zonder korting op zijn uitkering mag ontvangen uit of in verband met scholing of opleiding.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.20

Product: (art.V) Verzamelregeling BWOO (OCenW: AB/IE-9601.4751)

Waardering: V 10 jaar

199.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van nadere regels met betrekking tot het dagloon in verband met een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.27

Product: Dagloonregelen (OCenW: AB-9400.0864)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

200.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de indexering van het dagloon in verband met een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.28

Product: Regeling met betrekking tot indexering van het dagloon (OCenW: AB/IE-9404.2867)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

201.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling met betrekking tot het geheel of gedeeltelijk eindigen van het recht op een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel bij samenloop van uitkeringen.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.34d

Product: (art.VII) Verzamelregeling BWOO (OCenW: AB/IE-9601.4751)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

202.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling met betrekking tot het recht op een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel in geval van omscholing.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.35

Product: Regeling met betrekking tot scholing (OCenW: AB-9400.0866)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

203.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling met betrekking tot het afkopen van het recht op een werkloosheidsuitkering voor onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.49

Product: (art.VIII) Verzamelregeling BWOO (OCenW: AB/IE-9601.4751)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

204.

Handeling: Het vaststellen van richtlijnen voor de toekenning van een uitkering ter aanvulling van een invaliditeitspensioen aan ontslagen belanghebbenden.

Periode: 1979–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1979, art.I-H22, lid 5

Product: Richtlijnen, circulaires

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

205.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk intrekken van wachtgeld of een uitkering bij ontslag aan onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.65

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.73

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1957, art.2, art.13, art.15 en art.17

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1965, art.2, art.11, art.15 en art.23

Uitkeringsregeling lager onderwijs, 1955, art.3, art.5 en art.20

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO, 1971, art.2, art.5, art.8, art.18 en art.19

Ontslaguitkeringsregeling vakonderwijzers lager onderwijs, 1972, art.2, art.5, art.13 en art.14

Rechtspositiebesluit WVO, 1979, art.I-H2; art.I-H5; I-H8 en art.I-H19

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.H2; art.H5; art.H8; en art.H19

Rechtspositieregeling KO/LO, 1979, art.1-H2, art.1-H5, art.1-H8, art.1-H19 en art.1-H20

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1983, art.I-H8

Rechtspositiebesluit WLK, 1983, art.I-H8

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1957, art.2 en art.24

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1961, art.2, art.10 en art.11

Wachtgeldbesluit nijverheidsonderwijs, 1960, art.2, art.10 en art.12

Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

206.

Handeling: Het opschorten van de uitkering bij ontslag of het wachtgeld van onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1945–1979

Grondslag: Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1957, art.22

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1965, art.25, lid 2

Uitkeringsregeling lager onderwijs, 1955, art.16, lid 2

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO, 1971, art.20, lid 2

Ontslaguitkeringsregeling lager onderwijs, 1972, art.15, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1979, art.1-H21, lid 4

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1957, art.14, lid 2

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1961, art.12, lid 2

Wachtgeldbesluit nijverheidsonderwijs, 1960, art.14, lid 2

Product: Beschikking

Opmerking: De minister kan op verzoek van degenen die zich als militair of noodwachter in dienst moet begeven, zijn wachtgeld of uitkering bij ontslag voor de duur van de dienst opschorten.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

207.

Handeling: Het niet goedkeuren van een aanpassing in de uitkering bij ontslag bij vestiging in een andere gemeente van onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1955–1971

Grondslag: Uitkeringsregeling lager onderwijs, 1955, art.18, lid 2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

208.

Handeling: Het geheel of gedeeltelijk vervangen van een wachtgeld of uitkering bij ontslag van onderwijs- en onderzoekpersoneel door een afkoopsom.

Periode: 1945–

Grondslag: Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1957, art.8

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1965, art.12

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO, 1971, art.21

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1979, art.1-H24

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1957, art.10

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1961, art.15

Wachtgeldbesluit nijverheidsonderwijs, 1960, art.13

Rechtspositiebesluit WVO, 1979, art.I-H24

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.H21

Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.49

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

209.

Handeling: Het toekennen van een verhuisvergoeding aan onderwijs- en onderzoekpersoneel dat een uitkering bij ontslag of wachtgeld geniet, en dat elders arbeid gaat verrichten.

Periode: 1945–

Grondslag: Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1957, art.9

Wachtgeld- en uitkeringsregeling kleuteronderwijs, 1965, art.9

Regeling ontslaguitkeringen KO/LO, 1971, art.16

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1979, art.1-H17

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1957, art.21

Uitkeringsregeling nijverheidsonderwijs, 1961, art.14

Wachtgeldbesluit nijverheidsonderwijs, 1960, art.15

Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.48

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

210.

Handeling: Het toekennen van een overlijdensuitkering aan de nabestaanden van onderwijs- en onderzoekpersoneel dat een uitkering bij ontslag ontving.

Periode: 1994–

Grondslag: Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.41

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

211.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de budgettering van de wachtgelden en instelling van een Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag:

Product: Wet van 9 maart 1995, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de budgettering van ten last van het Rijk komende werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden in het onderwijs, alsmede de instelling van een Participatiefonds ten behoeve van de beheersing van de werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden.

Waardering: B (1)

212.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vaststelling van het percentage van de vergoeding van de salarissen dat scholen in verband met de kosten van vervanging van personeel en de kosten van werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden ontvangen.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het basisonderwijs, 1995, art.96d, lid 2

Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, 1995, art.93e, lid 2

Wet op het voortgezet onderwijs, 1995, art.84b, lid 2

Product: Regeling

Waardering: B (5)

213.

Handeling: Het toekennen van een vergoeding aan scholen in verband met de kosten van vervanging van personeel en de kosten van werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden.

Periode: 1995–

Grondslag

Product : Wet op het basisonderwijs, 1995, art.96d, lid 1

Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, 1995, art.93e, lid 1

Wet op het voortgezet onderwijs, 1995, art.84b, lid 1

Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.40, lid 2

Ministerieel besluit

Waardering: V 7 jaar

214.

Handeling: Het op verzoek verlenen van ontheffing op grond van bezwaren van godsdienstige of levensbeschouwelijke aard van de verplichting tot aansluiting bij het Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het basisonderwijs, 1995, art.114b, lid 3

Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, 1995, art.110b, lid 3

Wet op het voortgezet onderwijs, 1995, art.98b, lid 3

Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53a, lid 3 en art.3.72a, lid 3

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64a, lid 3

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: De minister verleent de ontheffing slechts indien het bevoegd gezag aantoont dat een afdoende andere voorziening is getroffen met betrekking tot de kosten van werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

215.

Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de werkzaamheden van het Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het basisonderwijs, 1995, art.116c, lid 2

Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, 1995, art.111b, lid 2

Wet op het voortgezet onderwijs, 1995, art.123b, lid 2

Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53b, lid 6 en art.3.72b, lid 2

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64b, lid 6

Product: Verslag

Opmerking: De minister dient dit evaluatieverslag vijf jaar na instelling van het Participatiefonds, en vervolgens telkens na vijf jaar naar de Tweede Kamer te zenden.

Waardering: B (3)

216.

Handeling: Het goedkeuren van de statuten of een wijziging van de statuten van het Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53b, lid 1a

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64b, lid 1a

Besluit Participatiefonds, 1996, art.4, lid 1 en lid 3

Product: Ministerieel besluit

Waardering: B (4)

217.

Handeling: Het goedkeuren van de bijdrage die jaarlijks door bevoegde gezagsorganen aan het Participatiefonds moet worden voldaan.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53b, lid 1b

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64b, lid 1b

Besluit Participatiefonds, 1996, art.5, lid 1

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 7 jaar

218.

Handeling: Het geven van aanwijzingen aan het Participatiefonds in verband met het algemene beleid inzake preventie van ontstaan van aanspraken op werkloosheidsuitkeringen of herplaatsingswachtgelden, of in verband met de verplichtingen die bij de wet aan het Participatiefonds zijn opgedragen.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53b, lid 1c t/m 1h

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64b, lid 1c t/m 1i

Product: Adviezen, ministerieel besluit

Waardering: B (3)

219.

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur geven van nadere voorschriften omtrent de uitoefening van de bevoegdheden van de minister van Onderwijs ten aanzien van het Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag: Wet op het basisonderwijs, 1995. Art.116c, lid 1

Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, 1995, art.111b, lid 1

Wet op het voortgezet onderwijs, 1995, art.123b, lid 1

Wet educatie en beroepsonderwijs, art.4.4.3, lid 4

Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, 1995, art.3.53b, lid 4

Wet op de onderwijsverzorging, 1995, art.64b, lid 4

Product: Besluit Participatiefonds (Stb.1996/384)

Waardering: B (5)

220.

Handeling: Het vaststellen van het bedrag dat een gemeente per jaar aan de minister van Onderwijs dient te voldoen in verband met de kosten van werkloosheidsuitkeringen voor de volwasseneneducatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Kaderwet volwasseneneducatie, 1995, art.18a, lid 4

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 7 jaar

221.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling inzake de bijdrage van gemeenten in de kosten van werkloosheidsuitkeringen voor de volwasseneneducatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Kaderwet volwasseneneducatie, 1995, art.18a, lid 6

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

222.

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur bepalen dat het bestuur van een instelling voor basiseducatie is aangesloten bij het Participatiefonds.

Periode: 1995–

Grondslag: Kaderwet volwasseneneducatie, 1995, art.61, lid 2

Product: AmvB

Waardering: 5 jaar na opheffen instelling

223.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de inhoud, vorm en frequentie van verstrekking van gegevens, zoals jaarverslag, begroting en jaarregeling, reglementen en dergelijke door het Participatiefonds.

Periode: 1996–

Grondslag: Besluit Participatiefonds, 1996, art.8, lid 3

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

224.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een tijdelijke regeling voor vermindering van de rijksbijdrage van werkloosheidsuitkeringen en suppleties inzake arbeidsongeschiktheid van gewezen personeel in de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.

Periode: 1998–

Grondslag: Regeling decentralisatie wachtgelduitgaven bve, 1998, art.IA. lid 1

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

225.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de verrekening van het saldo van ontvangsten en uitgaven van het Participatiefonds.

Periode: 1998–

Grondslag: Regeling decentralisatie wachtgelduitgaven bve, 1998, art.VI, lid 1

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

226.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vervroegde uittreding van onderwijspersoneel.

Periode: 1976–

Product: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel (Stb.1976/618)

Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel (Stb.1979/767)

Besluit bijzondere regeling ontslaguitkering lager onderwijs en kleuteronderwijs (Stb.1979/354)

Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (Stb.1988/253)

Waardering: B (1)

227.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de uitkering bij vervroegde uittreding van het aan een onderwijsinstelling verbonden exploitatiepersoneel.

Periode: 1980–1981

Product: Wet vervroegd uittreden exploitatiepersoneel onderwijs (Stb.1981/466)

Waardering: B (1)

228.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een algemene maatregel van bestuur omtrent het recht op uitkering bij vervroegde uittreding van het aan een onderwijsinstelling verbonden exploitatiepersoneel.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Wet vervroegd uittreden exploitatiepersoneel onderwijs, 1981, art.1

Product: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Opmerking: Het besluit is uitsluitend van toepassing op exploitatiepersoneel van scholen voor bijzonder kleuter-, lager of voortgezet onderwijs dan wel aan organen voor het leerlingwezen.

Waardering: B (1)

229.

Handeling: Het toekennen van buitengewoon verlof met behoud van 80% van zijn bezoldiging tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt aan een betrokkene in de sector onderwijs.

Periode: 1976–?

Grondslag: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel, 1976, art.2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

230.

Handeling: Het toekennen van een uitkering wegens vervroegd uittreden aan een belanghebbende in de sector onderwijs aan wie op eigen verzoek ontslag in verleend.

Periode: 1979–1985

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel, 1979, art.2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

231.

Handeling: Het toekennen van een uitkering aan een onderwijzer in het lager onderwijs of kleuteronderwijs voor een op eigen verzoek verleend ontslag per 1 augustus 1979.

Periode: 1979–?

Grondslag: Besluit bijzondere regeling ontslaguitkering lager onderwijs en kleuteronderwijs, 1979, art.2

Product: Beschikking

Opmerking: Het betreft een éénmalige regeling voor werknemers die op 1 augustus 1979 de leeftijd van 60 jaar hadden bereikt, en die met ingang van die datum vrijwillig ontslag namen.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

232.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel.

Periode: 1976–?

Grondslag: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel, 1976, art.10

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

233.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit vervroegd uittreden onderwijs.

Periode: 1979–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden onderwijs, 1979, art.5

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

234.

Handeling: Het toekennen van een uitkering wegens vervroegd uittreden aan een lid van het exploitatiepersoneel voor bijzonder onderwijs.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs, 1981, art.2 en art.6

Product: Beschikking

Opmerking: In artikel 6 is bepaald dat de minister, in bijzondere gevallen waarin het besluit niet voorziet of waarin de toepassing daarvan tot een onredelijke uitkomst leidt, bevoegd is een beslissing te nemen die met de strekking van het besluit overeen komt.

Waardering: V 75 jaar

235.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs, 1981, art.5

Product: Regelgeving, circulaires

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

237.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling ter stimulering van de reïntegratie van werkloos onderwijspersoneel in het arbeidsproces.

Periode: 1992–

Product: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs (Stb.1992/381)

Stimuleringsregeling reïntegratie wachtgelders primair onderwijs, Min OcenW, 1999, PO/PJ-99/10408

Opmerking: Bij de Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs is tevens de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs ingesteld.

In de akkoorden ‘De jaren tellen’ is afgesproken dat de wachtgelduitgaven in 2001 opnieuw op de agenda zullen worden geplaatst. Daarnaast zal op grond van artikel 4:24 AWB ten minste eenmaal in de vijf jaar een verslag worden gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de Stimuleringsregeling reïntegratie wachtgelders in de praktijk.

Waardering: B (1)

238.

Handeling: Het buiten toepassing verklaren van de Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs voor een instelling of groep van instellingen.

Periode: 1993–[1995 of 1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.5, lid 1 en lid 2

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: In de wet staat dat hij na twee jaar vervalt, maar dat een verlenging van maximaal twee jaar door middel van KB tot de mogelijkheden behoort.

Waardering: V 5 jaar na vervallen

239.

Handeling: Het jaarlijks rapporteren aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen met betrekking tot de samenwerkingsverbanden tussen bevoegde gezagsorganen die een beperking van de uitgaven voor wachtgelden en ontslaguitkeringen in het onderwijs ten doel hebben.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.5, lid 3

Product: Rapportage

Opmerking: De minister stelt zijn rapportage in overeenstemming met de minister van Landbouw op.

Waardering: B (3)

241.

Handeling: Het voordragen ter benoeming van een lid van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 4

Product: Voordracht ter benoeming

Opmerking: Hiernaast worden vier leden benoemd op bindende voordracht van door de minister als representatief aangemerkte organisaties van bevoegde gezagsorganen; en één lid op voordracht van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening.

Waardering: V 10 jaar, de benoeming zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

242.

Handeling: Het voorbereiden van een KB voor de benoeming van de voorzitter, secretaris en leden van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 3

Product: KB

Opmerking: De Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs is ingesteld bij artikel 10 van deze wet.

Waardering: V 10 jaar, de beschikking zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard.

243.

Handeling: Het toekennen van vacatiegeld aan de voorzitter en leden van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992– [1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 6

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

246.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de bepaling welke gegevens de instanties die wachtgelden uitkeren dienen te verstrekken aan de bemiddelende instanties ten behoeve van de uitvoering van de Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.13

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

247.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de bepaling met welke bescheiden kan worden aangetoond dat een vacature is vervuld met inachtneming van de Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.14, lid 2

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

248.

Handeling: Het toekennen van subsidie aan een bevoegd gezag in het primair onderwijs dat op of na 1 augustus 1998 een wachtgelder in dienst neemt.

Periode: 1998–

Grondslag: Stimuleringsregeling reïntegratie wachtgelders primair onderwijs, 1999, art.2, lid 1 en art.8, lid 2

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: De subsidievaststelling vindt ambtshalve plaats tegelijkertijd met de beslissing op de afrekening van de Rijksvergoeding.

Waardering: V 7 jaar

14. Verplaatsingskosten

249.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de verplaatsingskosten van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Waardering: B (1)

250.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de verplaatsingskosten van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

251.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking wet- en regelgeving betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Regeling vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen voor onderwijspersoneel (AB/IE-9308.5748)

Opmerking: Deze regeling trad in werking met ingang van 1 januari 1994

Waardering: B (1)

252.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

253.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

254.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

255.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

256.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

257.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

258.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard

259.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

260.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

261.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

262.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

263.

Handeling: Het opleggen van een verhuisverplichting aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 1; en art.1-J17

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

264.

Handeling: Het goedkeuren dat een bevoegd gezag een verhuisverplichting oplegt aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 1; en art.1-J17

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 10 jaar

265.

Handeling: Het verlenen of intrekken van een ontheffing van een verhuisplicht aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 2 en lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De ontheffing kan al dan niet op verzoek van de belanghebbende verleend worden.

Waardering: V 10 jaar

266.

Handeling: Het goedkeuren van het intrekken van een ontheffing van een verhuisplicht aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 3

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: De minister dient vooraf zijn goedkeuring aan de intrekking van een ontheffing van de verhuisplicht te geven, indien deze intrekking financiële gevolgen voor het Rijk heeft.

Waardering: V 10 jaar

267.

Handeling: Het opleggen van een verhuisverplichting aan een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.9.2

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

268.

Handeling: Het vaststellen van regels voor de bepaling van het bedrag voor opknapkosten die onderdeel uitmaken van een verhuiskostenvergoeding.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J7

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 5 jaar na vervallen

269.

Handeling: Het toekennen van een verhuiskostenvergoeding voor een verhuisplichtige in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J3

Product: Beschikking

Opmerking: De toekenning van de tegemoetkoming geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

270.

Handeling: Het goedkeuren van een verhuizing op medisch advies.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J3; en art.1-J5

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: Deze goedkeuring is nodig in verband met de aanspraak op een verhuiskostenvergoeding.

Waardering: V 7 jaar

271.

Handeling: Het toekennen van een functieverplaatsingstoelage in verband met verplaatsing van de instelling waaraan een belanghebbende is benoemd.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J22

Product: Beschikking

Opmerking: Het toekennen van de toelage geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

272.

Handeling: Het toekennen of intrekken van een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten aan verhuisplichtigen in afwachting van een verhuizing.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J9; en art.1-J20

Product: Beschikking

Opmerking: Het verlenen van de toekenning geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

273.

Handeling: Het toekennen of intrekken van een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten voor niet-verhuisplichtigen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J10; art.1-J13; art.1-J14; art.1-J15; art.1-J16; art.1-J18; en art.1-J20

Product: Beschikking

Opmerking: Het verlenen van de toekenning geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

274.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de vergoeding van reis- en verblijfkosten van personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.9.3

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

15. Gratificaties en toelagen

275.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de gratificaties voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

276.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de gratificaties voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

277.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Besluit tot toekenning van een huldeblijk bij ambtsjubilea aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs (Stb.1952/074)

Besluit tot toekenning van een gratificatie aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs (Stb.1954/271)

Besluit houdende een regeling voor het toekennen van een beloning aan onderwijzers, die een bevoegdheid behalen, die in het belang is van het uitgebreid lager onderwijs (Stb.1955/453)

Jubileumgratificatiebesluit lager onderwijs (Stb.1955/609)

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs (Stb.1958/061)

Jubileumgratificatiebesluit N.O. (Stb.1958/561)

Besluit houdende regeling toelagen senaatsfuncties (Stb.1963/432)

Besluit tot regeling van het verstrekken van toelagen enz. aan het personeel der gemeentelijke scholen voor voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs (Stb.1964/081)

Jubileumgratificatiebesluit lager onderwijs (Stb.1968/405)

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs (Stb.1968/406)

Jubileumgratificatiebesluit opleidingsscholen voor kleuterleidsters (Stb.1968/407)

Besluit tot intrekking van het Koninklijk besluit van 3 oktober 1955, Stb.453 (Stb.1979/013)

Besluit houdende schadeloosstelling voor te Lelystad wonend onderwijzend personeel (Stb.1970/134)

Waardering: B (1)

278.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, maanverslagen, kwartaalverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

279.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

280.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

281.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de gratificatie van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

282.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de gratificatie van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

283.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

284.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

285.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

286.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

287.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

288.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de gratificaties voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

289.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toekenning van gratificaties aan het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P56; en art.1-P82

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

290.

Handeling: Het toekennen van een gratificatie aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit tot toekenning van een gratificatie aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs, 1954, art.1

RPBO 1985, art.1-P56; en art.1-P82

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

291.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels met betrekking tot de toekenning van gratificaties aan personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.16.3, lid 3

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

292.

Handeling: Het toekennen of intrekken van een gratificatie of functioneringstoelage aan een lid van het personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.4.10 tot en met art.4.18

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

293.

Handeling: Het toekennen van een jubileumgratificatie aan een belanghebbende die een diensttijd van 25, 40 of 50 jaren in het onderwijs of de wetenschap heeft volbracht.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit tot toekenning van een huldeblijk bij ambtsjubilea aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs, 1952, art.1

Jubileum-gratificatiebesluit lager onderwijs, 1955, art.1

Jubileumgratificatiebesluit lager onderwijs, 1968, art.1

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs, 1958, art.1

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs, 1968, art.1

Jubileumgratificatiebesluit N.O., 1958, art.1

RPBO 1985, art.1-K2

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

294.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toekenning van buitengewone toelages aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P55; en art.1-P81

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

295.

Handeling: Het toekennen van een buitengewone toelage aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen, wegens een zeer goede vervulling van de functie.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P55; en art.1-P81

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

296.

Handeling: Het toekennen van een beloning aan het hoofd en de onderwijzer bij het behalen van een akte of bij het verkrijgen van een hogere bevoegdheid in een vak.

Periode: 1955–1979

Grondslag: Besluit houdende een regeling voor het toekennen van een beloning aan onderwijzers die een bevoegdheid behalen, die in het belang is van het uitgebreid lager onderwijs.

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

297.

Handeling: Het toekennen van een schadeloosstelling voor te Lelystad wonend onderwijzend personeel.

Periode: 1967–1975

Grondslag: Besluit houdende schadeloosstelling voor te Lelystad wonend onderwijzend personeel.

Product: Beschikking

Opmerking: Het betreft hier een over de periode 1967 tot 1975 aflopende schadeloosstelling als tegemoetkoming in de extra kosten van levensonderhoud voor te Lelystad wonend personeel.

Waardering: V 7 jaar

298.

Handeling: Het jaarlijks vaststellen welke categorieën instellingen in de sector onderwijs en wetenschappen bindingspremies om redenen van werving of behoud van personeel kunnen toekennen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P89

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 7 jaar

299.

Handeling: Het toekennen van een toelage of uitkering om reden van werving of behoud van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P57; art.1-P58

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

300.

Handeling: Het toekennen van een EHBO-toelage aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P60; en art.1-P83

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

301.

Handeling: Het verlenen of intrekken van studieverlof of een tegemoetkoming in de studiekosten aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-M2; art.1-M3; en art.1-M4

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

302.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot het verlenen van studiefaciliteiten en de terugbetaling van de kosten van een opleiding voor het personeel van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.9.6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

16. Formatie en bezoldiging

303.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, en coördineren van het beleid betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: o.a.

Voorlopig rapport van de Stuurgroep Structuur Wetenschappelijk Corps (1972)

Nota slanke lijn (1977)

Kernnota Beleidsvoornemens Universitair Wetenschappelijk Personeel (begin ‘80)

Rapport van de Stuurgroep Structuur Wetenschappelijk Corps (begin ’80)

Nota herziening onderwijssalarisstructuur (1983)

Waardering: B (1)

304.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: (evaluatie)rapporten

Waardering: B (2)

305.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlopige voorziening met betrekking tot de salarisanciënniteit van wetenschappelijk hoofdmedewerkers (Stb.1982/365)

Verlenging van de voorlopige voorziening met betrekking tot de salarisanciënniteit van wetenschappelijk hoofdmedewerkers (Stb.1983/686)

Wet interim inhouding salarissen onderwijs (Stb.1983/001)

Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs (Stb.1984/225)

Spaarloonregeling onderwijspersoneel (AB-9402.7111)

Waardering: B (1)

306.

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen van het percentage van de inhouding op de inkomsten van het onderwijspersoneel.

Periode: 1983–

Grondslag: Wet interim inhouding salarissen onderwijs, 1983, art.3, lid 2

Product: Inhoudingsbesluit Onderwijspersoneel 1983 (Stb.1983/129)

Inhoudingsbesluit Onderwijspersoneel 1984 (Stb.1984/008)

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

307.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de tegemoetkoming aan de voorzitter en andere leden van een raad van toezicht bij openbare universiteiten en de Open Universiteit.

Periode: 1997–

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), 1997, art.9.7, lid 8; en art.11.5, lid 8

Product: Besluit houdende vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming aan de voorzitter en andere leden van de raad van toezicht van de openbare universiteiten en van de Open Universiteit (Stb.1997/420).

Waardering: B (1)

308.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een regeling voor de bezoldiging van curatoren die deel uitmaken van het college van overleg over de dagelijkse zaken van een rijksuniversiteit of een technische hogeschool.

Periode: 1963–

Product: Besluit houdende regelen nopens de financiële positie van curatoren (Stb.1963/237)

Waardering: B (1)

309.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van een regeling voor het personeel in het wetenschappelijk onderwijs, indien die regeling afwijkt van het bepaalde in het BBRA 1984 met betrekking tot bezoldiging, overwerk, of vergoeding voor extra diensten.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.9

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (1)

310.

Actor: De minister van Onderwijs

De minister van Landbouw

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

311.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

312.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

313.

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

314.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

315.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

316.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

317.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapporten

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

318.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

319.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

320.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende de formatie en het salaris van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

321.

Handeling: Het wijzigen van de salarisbedragen voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-A5

Rechtspositiebesluit WVO, 1981, art.I-T2

RPBO 1985, art.1-A5

Kaderbesluit rechtspositie BVE, 1996, art.9

Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen, 1997, art.3.7

Product: Ministerieel besluit AmvB

Opmerking: De minister dient de bezoldiging van het personeel in deze sector te wijzigen indien bij KB de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel wordt gewijzigd, en deze wijziging een algemeen karakter draagt.

De salarisbedragen kunnen pas worden gewijzigd wanneer de minister in het Sectoroverleg Onderwijs en Wetenschappen daarover met de centrales van onderwijspersoneel overeenstemming heeft bereikt.

Waardering: B (5)

322.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van nadere regels voor het vaststellen van de bezoldiging van personeel in het wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

323.

Handeling: Het vaststellen van het recht op een eindejaarsuitkering en de wijze van berekening van deze uitkering.

Periode: 1945–

Grondslag: Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen, 1997, art.3.9

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

324.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor de vaststelling van een salaris voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.6, lid 2; art.7; en art.12

RPBO 1985, art.1-P10

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

325.

Handeling: Het vaststellen van criteria waaraan een belanghebbende moet voldoen alvorens te kunnen worden bezoldigd in de bij zijn functie horende maximumschaal.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-Q503; en art.1-Q552

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

326.

Handeling: Het geven van nadere richtlijnen met betrekking tot het bezit van vakdiploma's en ervaring in verband met de bezoldiging van niet-onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs.

Periode: 1981–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1981, art.I-T4

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

327.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk inhouden van de bezoldiging aan een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit houdende regelen nopens de financiële positie van curatoren, 1963, art.2; en art.10

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.1-P8; art.1-Q15, lid 3; en art.I-P2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

328.

Handeling: Het goedkeuren dat een belanghebbende die niet in het bezit is van het vereiste vakdiploma, wordt bezoldigd volgens de bij zijn functie behorende salarisschaal.

Periode: 1981–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1981, art.I-T4

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

329.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor de toekenning van een toelage voor onregelmatige dienst.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-S108

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

330.

Handeling: Het vaststellen van een tegemoetkoming voor leden en voorzitter van de Raad van Toezicht van een academisch ziekenhuis.

Periode: 1996–

Grondslag: Besluit decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming academische ziekenhuizen, 1996, art.7

Product: Ministeriële regeling

Opmerking: De leden en voorzitter van de Raad van Toezicht worden benoemd door de minister. Maar omdat zij geen dienstverband hebben bij het academisch ziekenhuis, zijn er verder geen regels vastgesteld met betrekking tot hun rechtspositie.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

331.

Handeling: Het vaststellen van het bedrag van de toelage voor hoogleraren die een senaatsfunctie bekleden.

Periode: 1963–

Grondslag: Regeling toelagen senaatsfuncties, 1963, art.2, lid 2; art.3, lid 2; art.4, lid 2; en art.5, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Opmerking: De minister hoort hierover de curatoren.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

332.

Handeling: Het toekennen van een toelage wegens verrichte werkzaamheden of geleverde diensten.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit houdende toekenning van een toelage over de maanden mei, juni en juli 1975 aan het onderwijzend personeel bij het kleuter- en lager onderwijs, 1976, art.2

Rechtspositiebesluit WVO, 1983, art.I-P2

RPBO 1985, art.1-Q210; en art.1-Q308

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

333.

Handeling: Het vaststellen van een regeling voor de toekenning van toelagen aan personeel in het wetenschappelijk onderwijs in verband met bezwarende werkomstandigheden, extra werk, en overwerk.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.7

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

334.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, verlenen van een machtiging voor het toekennen of intrekken van een toelage aan personeel in het wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.8

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

336.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, vaststellen van een regeling voor de inhouding op het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen in verband met verstrekkingen.

Periode: 1980–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-P19; art.I-Q28; en art.I-R15

RPBO 1985, art.1-P17, lid 6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

338.

Handeling: Het vaststellen van een kortingsbedrag of kortingspercentage wegens genoten voordelen anders dan van een vanwege het bevoegd gezag verstrekte woning aan een belanghebbende werkzaam in het basisonderwijs.

Periode: 1980–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-P19; art.I-Q28; en art.I-R15

Wet interim inhouding salarissen onderwijs, 1983, art.3, lid 2

Product: Inhoudingsbesluit onderwijspersoneel 1983 (Stb.1983/129)

Inhoudingsbesluit onderwijspersoneel 1984 (Stb.1984/008)

Opmerking: Het betreft hier een jaarlijks gemeenschappelijk besluit van beide ministers.

Waardering: V 7 jaar

339.

Handeling: Het vaststellen van de formatie van het niet-onderwijzend personeel aan opleidingsscholen voor onderwijzers en kleuterleidsters, avondscholen en dag-avondscholen, en centrale administraties.

Periode: 1981–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1981, art.I-T11; art.I-T12; en art.I-T13

Product: Beschikking

Opmerking: Deze vaststelling gebeurt op aanvraag van het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 5 jaar na de laatste vaststelling

340.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, vaststellen van taakkarakteristieken, functietyperingen en maximumschalen voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.4, lid 2

RPBO 1985, art.1-R1204; art.1-R1305; 1-R503; art.1-S1205; art.1-S1305; art.1-S502

Product: ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

342.

Handeling: Het vaststellen van functietyperingen voor de universitair docent en de universitair hoofddocent.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.10, lid 3

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

343.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de werktijd, autorisatie en registratie van afwezigheid van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-Q504; art.1-R504; art.1-S1204; en art.1-S504

Product: ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

17. Schorsing en disciplinaire straffen

344.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

345.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapport

Waardering: B (2)

346.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

347.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

348.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

349.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de schorsing en het disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

350.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende de schorsing of het disciplinair straffen van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

351.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de schorsing of het disciplinair straffen van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

352.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

353.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

354.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Waardering: B (2)

355.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

356.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

357.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het schorsen of disciplinair straffen van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties.

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

358.

Handeling: Het bij wijze van disciplinaire straf schriftelijk berispen van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die zijn verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt.

Periode: 1945 –

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.50

RPBO 1985, art.2-C1; art.2-C2; en art.2-C3

Product: Beschikking, schriftelijke berisping

Opmerking: Tegen een dergelijke disciplinaire straf is beroep mogelijk bij de commissie bedoeld in artikel 22 van de Nijverheidsonderwijswet.

Waardering: V 10 jaar

359.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor het gedeeltelijk inhouden van de bezoldiging als disciplinaire straf.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P20

Product: Regelgeving, circulaires

Waardering: B (5)

360.

Handeling: Het bij wijze van disciplinaire straf geheel of gedeeltelijk inhouden van de bezoldiging van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die zijn verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.50

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.50

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-C1

RPBO 1985, art.2-C1; art.2-C2; art.2-C3; en 1-P21

Product: Beschikking

Opmerking: Tegen een dergelijke disciplinaire straf is beroep mogelijk bij de commissie bedoeld in artikel 22 van de Nijverheidsonderwijswet.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

361.

Handeling: Het bij wijze van disciplinaire straf terugzetten in bezoldiging of stilzetten van periodieke verhoging van bezoldiging van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die zijn verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.50

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.62

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-C1

RPBO 1985, art.2-C1; art.2-C2; en art.2-C3

Product: Beschikking

Opmerking: Tegen een dergelijke disciplinaire straf is beroep mogelijk bij de commissie bedoeld in artikel 22 van de Nijverheidsonderwijswet.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

362.

Handeling: Het schorsen of intrekken van een schorsing van een belanghebbende werkzaam in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.50 en art.54

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.62

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-B1; art.II-B3; art.II-B5; en art.II-C1

Rechtspositiebesluit WVO, 1984, art.II-B1; art.II-B3; en art.II-B5

RPBO 1985, art.2-B1; art.2-B3; en art.2-B5

Product: Beschikking, schorsing

Opmerking: Tegen een dergelijke disciplinaire straf is beroep mogelijk bij de commissie bedoeld in artikel 22 van de Nijverheidsonderwijswet.

Waardering: V 10 jaar

363.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot het opleggen van een disciplinaire maatregel aan een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.10.1, lid 3

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

364.

Handeling: Het disciplinair straffen van een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.10.1, lid 1

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

365.

Handeling: Het op non-actief stellen van een personeelslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.11.2

Product: Beschikking

Opmerking: Iemand op non-actief stellen kan indien een strafrechterlijke vervolging tegen hem is ingesteld; indien hem door de minister het voornemen tot onvoorwaardelijk ontslag als disciplinaire maatregel is te kennen gegeven; of indien het belang van de instelling dit vordert.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

18. Georganiseerd overleg

366.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten en adviezen

Opmerking: De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

367.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

368.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

369.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

370.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

371.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

372.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift naar aanleiding van een beschikking betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

373.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

374.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

375.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

376.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindproduct wordt ook het in ontvangst nemen van het eindproduct verstaan.

Waardering: B (2)

377.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, notulen, brieven

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

378.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal, conceptrapporten

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

379.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het georganiseerd overleg over de arbeidsvoorwaarden voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

380.

Handeling: Het instellen van een commissie georganiseerd overleg kleuterleidsters.

Periode: 1956–1959

Product: Besluit georganiseerd overleg kleuterleidsters (Stb.1956/086)

Opmerking: De leden en plaatsvervangend leden van de commissie werden aangewezen door het Katholiek Verbond van leerkrachten bij het kleuteronderwijs in Nederland; de Vereniging van onderwijzeressen bij het Christelijk kleuteronderwijs in Nederland; de Nederlandse Onderwijzersvereniging; en de Bond van Onderwijzeressen bij het voorbereidend onderwijs.

Waardering: B (4)

381.

Handeling: Het goedkeuren van een reglement van orde van de commissie georganiseerd overleg kleuterleidsters.

Periode: 1956–1959

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg kleuterleidsters, 1956, art.9

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: De commissie was volgens artikel niet verplicht een reglement van orde op te stellen.

Waardering: B (4)

382.

Handeling: Het opschorten of intrekking van een toelating van een (plaatsvervangend) lid tot de commissie georganiseerd overleg kleuterleidsters.

Periode: 1956–1959

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg kleuterleidsters, 1956, art.4. lid 3

Product: Opschortingsbesluit of intrekkingsbesluit.

Opmerking: De leden en plaatsvervangend leden van de commissie werden aangewezen door het Katholiek Verbond van leerkrachten bij het kleuteronderwijs in Nederland; de Vereniging van onderwijzeressen bij het Christelijk kleuteronderwijs in Nederland; de Nederlandse Onderwijzersvereniging; en de Bond van Onderwijzeressen bij het voorbereidend onderwijs.

De minister kon hun toelating opschorten of intrekken indien naar zijn oordeel het algemeen belang zich tegen toelating verzette.

Waardering: V 5 jaar na opheffen overleg

384.

Handeling: Het instellen van een Algemene Commissie voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Ambtenarenwet, art.125, lid 1

Kleuteronderwijswet, art. 5

Lager-Onderwijswet, art.9bis

Nijverheidsonderwijswet, art.16, lid 1

Opmerking: De Algemene Commissie is ingesteld bij het Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel van 1958. Dit besluit is tot stand gekomen in overeenstemming met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Landbouw.

Waardering: B (4)

386.

Handeling: Het aanwijzen van een rijksvertegenwoordiging voor overleg in de Algemene Commissie.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijspersoneel, 1958, art.3

Product: Aanwijzingen

Opmerking: De minister wijst de rijksvertegenwoordiging aan in overeenstemming met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Landbouw.

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

389.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een (plaatsvervangend) voorzitter, secretaris of adjunct-secretaris van de Algemene Commissie.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijspersoneel, 1958, art.5

Product: Aanwijzingen, benoemingsbesluiten

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

391.

Handeling: Het instellen van een Bijzondere Commissie voor het overleg betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel in een bepaalde onderwijssector.

Periode: [1959–1970 ]

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.68

Product: De Bijzondere Commissie kleuteronderwijs

De Bijzondere Commissie lager onderwijs

De Bijzondere Commissie nijverheidsonderwijs

De Bijzondere Commissie onderwijs voor de opleiding van kleuterleidsters

De Bijzondere Commissie voor het kweekschoolonderwijs

De Bijzondere Commissie voor het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs

Waardering: B (4)

393.

Handeling: Het instellen van een Bijzondere Commissie en haar afdelingen voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van het onderwijspersoneel.

Periode: 1970–

Grondslag: Ambtenarenwet, art.125, lid 1

Kleuteronderwijswet, art.5

Lager-onderwijswet, art.9bis

Wet op het voortgezet onderwijs, art.40

Wet op het leerlingwezen, art.26

Besluit vormingswerk voor jeugdigen, art.22

Product: De Bijzondere Commissie

Opmerking: De Bijzondere Commissie is ingesteld bij het Besluit georganiseerd overleg onderwijs 1970. Bij het besluit zijn zes afdelingen ingesteld; het besluit geeft de minister de bevoegdheid nog andere afdelingen in te stellen. De afdelingen ressorteren onder de minister van Onderwijs, en voor zover ze het landbouwonderwijs betreffen mede onder de minister van Landbouw.

Waardering: B (4)

395.

Handeling: Het aanwijzen van een rijksvertegenwoordiging voor een Bijzondere Commissie voor overleg betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel.

Periode: [1959–1970 ]

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.16, lid 1

Product: Aanwijzing

Opmerking: Daarnaast maakt ook uit een vertegenwoordiging van personeelsorganisaties deel uit van een Bijzondere Commissie.

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

396.

Handeling: Het aanwijzen van verenigingen van organen van het leerlingwezen die deel uitmaken van de afdeling voor het onderwijspersoneel werkzaam bij de organen van het leerlingwezen van de Bijzondere commissie.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-A5, lid 2

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Opmerking: De minister besluit zonodig in overeenstemming met de minister van Landbouw.

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

398.

Handeling: Het schorsen of uitsluiten van deelneming aan het overleg van een lid van een Bijzondere Commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.17

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.4, lid 5, en art.5, lid 7 en lid 8

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.4, lid 5, en art.5, lid 7 en lid 8

RPBO 1985, art.4-A5, lid 7

Product: Schorsing of uitsluiting van deelname, ministerieel besluit

Opmerking: De minister kan besluiten tot schorsing of uitsluiting van deelname indien hij van oordeel is dat de desbetreffende organisatie niet langer representatief is, of het algemeen belang zich tegen verdere deelname verzet.

De minister neemt het besluit zo nodig in overeenstemming met de minister van Landbouw.

In 1970 is de bepaling opgenomen dat de minister hierover eerst de centrale van onderwijspersoneel hoort die dat betreffende lid had aangewezen, en dat de minister het advies van de overige leden van de Bijzondere Commissie vraagt alvorens een besluit te nemen.

Waardering: V 5 jaar na opheffen overleg

401.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur bij het overleg met de Bijzondere commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.16, lid 2

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 2

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.6, lid 2

RPBO 1985, art.4-A6

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Opmerking: De minister besluit zo nodig in overeenstemming met de minister van Landbouw, en vanaf 1970 tevens in overeenstemming met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën.

Waardering: V 10 jaar de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

404.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een (plaatsvervangend) voorzitter van het overleg met een Bijzondere Commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.18

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 1 en art.9

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.6, lid 1

RPBO 1985, art.4-A6

Product: Aanwijzing, benoeming, ministerieel besluit

Opmerking: De minister besluit zo nodig in overeenstemming met de minister van Landbouw.

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard.

406.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een (adjunct)secretaris voor de Bijzondere commissie of één van haar afdelingen.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.18

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 1 en art.9

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.9

RPBO 1985, art.4-A9

Product: Aanwijzings- of benoemingsbesluit

Opmerking: De minister besluit zo nodig in overeenstemming met de minister van Landbouw.

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

411.

Handeling: Het voorbereiden van een KB waarin de samenstelling van de Commissie besturenorganisaties uit organisaties van gemeente- of instellingsbesturen wordt geregeld.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B4

Product: KB

Opmerking: Bij KB kunnen zowel toelating als intrekking van de toelating tot het overleg geregeld worden. De toegelaten organisaties wijzen elk twee leden en twee plaatsvervangend leden aan.

Waardering: B (4)

412.

Handeling: Het aanwijzen van een (plaatsvervangend) voorzitter van de Commissie besturenorganisaties.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B5, lid 1

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

413.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur die een voorzitter van het overleg van de Commissie besturenorganisaties met de afdelingen kan bijstaan.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B5, lid 2

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

414.

Handeling: Het benoemen van een (adjunct)secretaris van de Commissie besturenorganisaties.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B9

Product: Benoemingsbesluit

Opmerking: De minister besluit zo nodig in overeenstemming met de minister van Landbouw.

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

417.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van de instelling van een centraal orgaan voor georganiseerd overleg in zaken betreffende het personeel wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1974 –1994

Grondslag: Ambtenarenwet 1929, art.125, lid 1

Wet op het wetenschappelijk onderwijs, art.64, art.36, lid 2, en art.62 octies

Product: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs (Stb.1974/251)

Opmerking: Het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs is ingesteld krachtens artikel 2 van het besluit.

Waardering: B (4)

418.

Handeling: Het besluiten dat er een orgaan voor georganiseerd overleg wordt ingesteld bij een interuniversitair instituut.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.14, lid 2

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: Dit kan de minister besluiten op verzoek van het interuniversitaire instituut, of van het COPWO.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

419.

Handeling: Het uitsluiten van deelname aan het overleg van een (plaatsvervangend) lid van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.4, lid 3

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: De leden worden benoemd door de centrales van verenigingen van ambtenaren. De uitsluiting van deelname geschiedt niet voordat het bestuur van de betrokken centrale is gehoord, en het advies van de overige leden van het COPWO is ingewonnen.

Waardering: V 10 jaar

420.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een (plaatsvervangend) voorzitter of secretaris van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.5, lid 1 en lid 3

Product: Aanwijzings- of benoemingsbesluit

Opmerking: De minister kan zelf ook voorzitter zijn van het overleg met het COPWO.

Waardering: V 10 jaar het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

421.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur voor de voorzitter van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.5, lid 2

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

423.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor het overleg met organisaties van overheids- en onderwijspersoneel over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Grondslag: Ambtenarenwet 1929, art.125, lid 1

Experimentenwet onderwijs, art.4a, lid 1

Wet op de onderwijsverzorging, art.61, lid 1

Wet op het basisonderwijs, art.43

Interim-wet op het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, art.52

Wet op het voortgezet onderwijs, art.40, lid 1

Kaderwet volwasseneneducatie1991, art.9, lid 2

Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, art.2.51, lid 1, en art.2.59

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, art.4.3, lid 1

Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, art.14

Product: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel (Stb.1994/103)

Opmerking: Dit overlegbesluit trad in de plaats van het in hoofdstuk IV-A van het RPBO geregelde. De minister heeft deze regeling in overeenstemming met de minister van Landbouw tot stand gebracht.

De bij dit besluit ingestelde Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen ressorteert onder de minister van Onderwijs.

Waardering: B (1)

426.

Handeling: Het aanwijzen van een (plaatsvervangend) voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.4, lid 1

Product: Aanwijzing

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

427.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur die de voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen bij kan staan.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.4, lid 2

Product: Aanwijzing

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

429.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een secretaris van de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.6, lid 1

Product: Aanwijzing of benoeming

Opmerking: De minister overlegt hierover met de Sectorcommissie.

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

431.

Handeling: Het ter beschikking stellen van budget ten behoeve van de vergoeding van de kosten voor de vervanging van het onderwijsgevend personeel dat in verband met werkzaamheden voor het georganiseerd overleg of voor vakbondsactiviteiten lang buitengewoon verlof is verleend.

Periode: [1998]–

Grondslag: Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten 1998, art.2, lid 1

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: Het budget wordt op grond van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ter beschikking gesteld aan de Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs

Waardering: V 7 jaar

434.

Handeling: Het terugvorderen van de Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs, van dat deel van het budget voor de vergoeding van werkzaamheden voor het georganiseerd overleg en vakbondsactiviteiten, dat niet is besteed in overeenstemming met de bepalingen van de Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten.

Periode: [1998]–

Grondslag: Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten 1998, art.2, lid 7

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

435.

Handeling: Het vaststellen van een vergoedingsbedrag voor de vervanging van personeel dat in verband met werkzaamheden voor het georganiseerd overleg en vakbondsactiviteiten lang buitengewoon verlof heeft gekregen.

Periode: [1998]–

Grondslag: Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten 1998, art.7

Product: Ministerieel besluit / beschikking

Waardering: V 7 jaar

436.

Handeling: Het vaststellen dat de werkkring van een geschillencommissie voor instellingen zich over minder dan de voorgeschreven vijf instellingen uitstrekt.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-C6, art.4-E6

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 5 jaar na opheffen commissie

437.

Handeling: Het toestaan, of het intrekken van de toestemming dat een overlegorgaan van een instelling een afwijkende samenstelling heeft op godsdienstige of levensbeschouwelijke gronden.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-C9, art.4-E9, art.4-F8

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 5 jaar na opheffen overlegorgaan

438.

Handeling: Het aanwijzen of uitsluiten van deelname van (plaatsvervangend) leden voor het orgaan van georganiseerd overleg voor het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.1.5, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: De minister kan een (plaatsvervangend) lid van het orgaan voor georganiseerd overleg van deelneming aan het overleg uitsluiten, indien het belang van de instelling dit in verband met de werkzaamheden van betrokkene vordert. De uistluiting gebeurt niet dan nadat daarover het advies is ingewonnen van de betrokken centrale en de overige leden van het overlegorgaan.

Waardering: V 10 jaar na ontslag

439.

Handeling: Het aanwijzen of benoemen van een (plaatsvervangend) voorzitter en secretaris voor het georganiseerde overleg voor het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie.

Periode: 1995–

Grondslag: Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.1.6, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: De benoeming of aanwijzing van de secretaris geschiedt na overleg met het orgaan voor georganiseerd overleg.

Waardering: V 10 jaar, de beschikking zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

Minister van Landbouw

7. Algemene handeling

1.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van onderwijzend en wetenschappelijk personeel.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties

Opmerking: De minister van Landbouw doet dit voor zover het het landbouwonderwijs betreft.

De eigenlijke vaststelling van het beleid vindt plaats in de Ministerraad.

Waardering: B (1)

2.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van onderwijzend en wetenschappelijk personeel.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

4.

Handeling: Het geven van nadere regels omtrent de toepassing van het RPBO op het personeel van een rechtspersoon of instelling.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-A1; art.1-A7; en art.1-A8

Product: Ministerieel besluit, circulaire, beleidsregel

Opmerking: De minister kan het RPBO van toepassing verklaren op een rechtspersoon waarvan het personeel volgens de pensioenwet geheel of gedeeltelijk ambtenaar is.

Ook kan de minister het RPBO van toepassing verklaren op een publiekrechtelijke of uit de openbare kas bekostigde privaatrechtelijke instelling ter ondersteuning van de volwasseneneducatie.

Daarnaast dient de minister voorschriften te geven omtrent de toepassing van het RPBO in geval van samenvoegingen of splitsing van instellingen.

Waardering: B (5)

8.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het hoger beroepsonderwijs.

Periode: 1945–1999

Product: Besluit voorlopige voorziening in de uitoefening van bevoegdheden inzake individuele personeelsaangelegenheden bij de landbouwhogeschool (Stb.1969/159)

Kaderbesluit rechtspositie HBO (Stb.1993/424)

Opmerking: Het Kaderbesluit rechtspositie HBO kwam voor het personeel in het hoger beroepsonderwijs ter vervanging van het RPBO uit 1985.

Waardering: B (1)

9.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.

Periode: 1945–

Product: Kaderbesluit rechtspositie BVE (Stb.1996/408)

Waardering: B (1)

10.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel van de universiteiten en onderzoeksinstellingen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Hoger onderwijswet (Stb.1876/102), art.67

Ambtenarenwet (Stb. 1929/530), art.12

Wet op het wetenschappelijk onderwijs (1960/559), art.64

Wet maatregelen 1987-1991 inzake voorzieningen w.o., 1987, art.6

Product: Besluit tot vaststelling van een voorlopig rechtspositiereglement hoogleraren, lectoren en wetenschappelijke staf van de technische hogescholen (Stb.1956/502).

Besluit betreffende de bevoegdheden van de curatoren der technische hogescholen ten aanzien van de rechtspositie van het technisch en administratief personeel (Stb.1957/005).

Besluit tot voorlopige voorziening in de uitoefening van bevoegdheden inzake individuele personeelsaangelegenheden openbare universiteiten en hogescholen (Stb.1963/115).

Besluit houdende regelen met betrekking tot de aanstelling in tijdelijke dienst op proef van een bepaalde categorie der wetenschappelijke medewerkers als bedoeld in artikel 63, tweede lid, onder f, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb.1975/081).

Rechtspositieregeling assistenten in opleiding (Stb.1986/430).

Besluit Sociaal Beleidskader II (Stb.1987/424).

Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek RWOO) (Stb.1995/394).

Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen (Stb.1997/369).

Besluit rechtspositie leden van colleges van bestuur van openbare universiteiten (Stb.1998/518).

Opmerking: De minister van Onderwijs doet dit voorzover het de Landbouwuniversiteit Wageningen aangaat.

Waardering: B (1)

13.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Opmerking: Het betreft hier de verslaggeving waarvoor geen grondslag kan worden aangewezen in de voor het beleidsterrein specifieke wet- en regelgeving.

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

14.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW, 1938/1946/1948, art.97

GW, 1953/1956/1972, art.104

GW, 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

15.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

16.

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikkingen

Waardering: V 15 jaar

17.

Handeling: Het opstellen van verweerschriften in beroepschriftprocedures betreffende de arbeidsvoorwaarden of beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschriften

Waardering: V 15 jaar

18.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945 -

Product: Brieven, notities

Waardering: V 3 jaar

19.

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 5 jaar

N.B.: Van het eindproduct wordt één exemplaar bewaard.

20.

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van een intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, onderzoeksrapport

Opmerking: Onder vaststellen van het eindrapport wordt ook het in ontvangst nemen van een rapport verstaan.

Waardering: B (2)

21.

Handeling: Het begeleiden van intern en extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Notities, brieven, notulen

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

22.

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Documentatiemateriaal

Waardering: V 10 jaar na afronden onderzoek

23.

Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek op het terrein van de arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: V 7 jaar na afronden onderzoek

8. Geneeskundige keuring voor benoeming, akte van benoeming, verklaring omtrent gedrag en sollicitatiecode

38.

Handeling: Het aanwijzen van een geneeskundige voor een (her)keuring voor de benoeming van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935/1960, art.9, lid 4

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 1; art.I-B4, lid 2

RPBO 1985, art.1-B1; art.1-B4

Product: Aanwijzing, beschikking

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 10 jaar, de beschikking zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

41.

Handeling: Het vaststellen van een model voor de geneeskundige verklaring voor benoeming.

Periode: 1945–1999

Bron /Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 4

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.B1, lid 3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 4

RPBO 1985, art.1-B1

Product: Model voor geneeskundige verklaring voor benoeming

Opmerking: In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 5 jaar na vervallen

43.

Handeling: Het vergoeden van de reis- en verblijfkosten die een persoon heeft gemaakt in verband met een geneeskundige keuring voor benoeming.

Periode: 1945–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B1, lid 6

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B1, lid 6

RPBO 1985, art.1-B1

Product: Reis- en verblijfkostenvergoeding

Opmerking: Reis- en verblijfkosten die gemaakt zijn in verband met een geneeskundige keuring voor benoeming worden vergoed volgens de bepalingen van het Reisbesluit 1971.

In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 7 jaar

46.

Handeling: Het benoemen van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.50

RPBO 1985, art.1-P2; en art.1-Q104

Product: Beschikking, benoemingsbesluit

Opmerking: In dit benoemingsbesluit staan onder meer de functie en het salaris van de belanghebbende genoemd.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

49.

Handeling: Het verlenen van ontheffing voor de benoeming van een persoon die blijkens een geneeskundige keuring ongeschikt is verklaard.

Periode: 1960–1999

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.10

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-B3

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.B13

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-B3

RPBO 1985, art.1-B3

Product: Beschikking

Opmerking: Op basis van dit artikel kan de minister toestemming verlenen voor het in dienst nemen van een persoon die na keuring medisch ongeschikt is verklaard voor de betrekking.

Een dergelijke ontheffing kan telkens voor ten hoogste één jaar worden verleend.

In 1999 is het bezit van een geneeskundige verklaring als benoemingsvereiste geschrapt (Stb.1999/111).

Waardering: V 75 jaar na geboorte

51.

Handeling: Het goedkeuren tot afwijking voor onbepaalde tijd van de eisen van benoembaarheid.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-N1

Product: Beschikking

Opmerking: Deze goedkeuring kan slechts verleend worden op schriftelijk verzoek van het bevoegd gezag. De minister dient voor het geven van een goedkeuring de Inspectie te horen.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

52.

Handeling: Het voeren van overleg met personeelsorganisaties inzake een vast te stellen sollicitatiecode.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-B9

Product: Vergaderstukken, notulen

Opmerking: Het bevoegd gezag mag een sollicitatiecode niet vaststellen zonder dat met de betrokken personeelsorganisaties overleg is gevoerd.

Waardering: V 10 jaar

53.

Handeling: Het vaststellen van een sollicitatiecode voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-B9

Product: Sollicitatiecode

Opmerking: Het bevoegd gezag mag een sollicitatiecode niet vaststellen zonder dat met de betrokken personeelsorganisaties overleg is gevoerd.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

9. Vakantie en (buitengewoon) verlof

69.

Handeling: Het toekennen van een vakantie-uitkering aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-L1; art.1-L2; art.1-L3; en art.1-L4

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

77.

Handeling: Het toekennen van een schadevergoeding in verband met de intrekking van het vakantieverlof van een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.19, lid 2

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.24, lid 2

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-C5, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C5, lid 2

RPBO 1985, art.1-C5; art.1-C8; art.1-C13; art.1-C18; en art.1-C26

Product: Vergoeding

Opmerking: Indien de minister niet zelf het bevoegd gezag is van een instelling, dient hij zijn goedkeuring aan het toekennen van de vergoeding te geven.

Waardering: V 7 jaar

80.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van voorschriften voor het verlenen van buitengewoon verlof in verband met overleg- en advieswerkzaamheden.

Periode: 1978–

Bron: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-C13

RPBO 1985, art.1-C38, lid 3

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

81.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor het verlenen van verlof in verband met niet genoten arbeidsduurverkorting aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-C41

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

10. Verlof en aanspraken wegens ziekte

91.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen en coördineren van het beleid betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen

Waardering: B (1)

92.

Handeling: Het evalueren van het beleid betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Evaluatierapporten

Waardering: B (2)

93.

Handeling: Het (mede)voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het verlof en de aanspraken wegens ziekte van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

95.

Handeling: Het van toepassing verklaren van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel op categorieën van personen wier bezoldiging, uitkering of pensioen direct of indirect ten laste van het Rijk komen.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.4, lid 2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 5 jaar na vervallen

96.

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften met betrekking tot de ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.12

Produkt: Besluit uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (Ministerie van Onderwijs: AB/A&A/1999-9472

Waardering: B (5)

108.

Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften volgens welke het bevoegd gezag kan worden verplicht aan de minister mededeling te doen van afwezigheid tijdens ziekte van een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E2, lid 1

RPBO 1985, art.1-E2, lid 1

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Opmerking: Indien de afwezigheid langer dan drie maanden duurt, doet het bevoegd gezag hiervan mededeling aan de Inspectie.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

110.

Handeling: Het geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren van de aanspraak op bezoldiging tijdens ziekte, indien de belanghebbende zich niet houdt aan de voorschriften ten aanzien van ziekteverlof.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E12

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E12

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E12

RPBO 1985, art.1-E12

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.15, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: De bezoldiging kan bijvoorbeeld komen te vervallen indien een belanghebbende weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek, of indien hij tijdens de zijn ziekteverlof voor zichzelf of derden arbeid verricht.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

113.

Handeling: Het instellen van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die ziekteverlof geniet.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.22, lid 1; art.27

Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.6, lid 2

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.6, lid 2

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.29, lid 1; art.36

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E14; art.I-E16; art.I-E17, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E14; art.E16; art.E17

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E14; art.I-E16; art.I-E17, lid 1

RPBO 1985, art.1-E14; en art.1-E15

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.2, lid 4; art.17, lid 1; art.20, lid 1

Product: Beschikking, geneeskundige verklaring

Opmerking: De belanghebbende die bezwaar heeft tegen de conclusie van het geneeskundig onderzoek, kan daartegen bezwaar maken.

Waardering: V 10 jaar

114.

Handeling: Het instellen van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die niet reeds ziekteverlof geniet.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E15; en art.I-E16

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E15; en art.E16

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E15; en art.I-E16

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.18, lid 1

Product: Beschikking, geneeskundige verklaring

Opmerking: De minister kan een dergelijk onderzoek instellen indien naar zijn oordeel daarvoor gegronde redenen bestaan.

Indien een belanghebbende in verband met werkzaamheden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat, dan wel aan bijzondere gezondheidseisen moet voldoen, kan de minister hem aan periodiek geneeskundig onderzoek onderwerpen.

De belanghebbende die bezwaar heeft tegen de conclusie van het geneeskundig onderzoek, kan daartegen bezwaar maken.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

115.

Handeling: Het beslissen op een bezwaarschrift ingesteld tegen de conclusie van een geneeskundig onderzoek van een belanghebbende die ziekteverlof geniet.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-E16

Product: Beschikking

Opmerking: Na ontvangst van het bezwaarschrift wordt hernieuw geneeskundig onderzoek ingesteld. Hieraan kan een door de belanghebbende aangewezen geneeskundige deelnemen. De conclusie van deze geneeskundige commissie is bindend.

Waardering: V 15 jaar

117.

Handeling: Het vaststellen of de ziekte, uit hoofde waarvan de belanghebbende verlof geniet, in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.21B, lid 4

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E5, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.E5, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E5, lid 1

RPBO 1985, art.1-E5, lid 1

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.6, lid 1

Product: Beschikking

Opmerking: Het bevoegd gezag doet van een zodanig ziektegeval zo spoedig mogelijk mededeling aan de minister. Deze vaststelling vindt plaats omdat in een dergelijk geval de belanghebbende langere tijd zijn volle bezoldiging ontvangt.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

121.

Handeling: Het bepalen dat een belanghebbende die ziekteverlof geniet zijn dienst slechts zal mogen hervatten na verkrijging van een geneeskundige verklaring.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E7, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E7, lid 1

RPBO 1985, art.1-E7

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.8, lid 1

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

122.

Handeling: Het vaststellen van een reïntegratieplan voor een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen die ziekteverlof geniet.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.11, lid 4

Product: Reïntegratieplan

Waardering: V 10 jaar

124.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor het toekennen van reis- en verblijfkostenvergoeding aan onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.19, lid 5

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

125.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk terugvorderen een vergoeding van reis- en verblijfkosten die een belanghebbende in verband met geneeskundig onderzoek heeft gemaakt.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E16, lid 5

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E16, lid 5

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.19, lid 5

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

126.

Handeling: Het vaststellen van een regeling waarbij het bedrag van de toeslag en de aanvullende toeslag op een tegemoetkoming in de ziektekostenpremie worden vastgesteld.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.6, lid 3

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 5 jaar na vervallen

127.

Handeling: Het vaststellen van een model aanvraagformulier voor de tegemoetkoming in de ziektekostenpremie voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.7, lid 3

Product: Model aanvraagformulier tegemoetkoming in de ziektekostenpremie.

Waardering: V 5 jaar na vervallen

128.

Handeling: Het vaststellen van een regeling met nadere voorschriften voor de tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1995–

Grondslag: Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.13

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

130.

Handeling: Het vast stellen van een vergoedingenlijst van voor tegemoetkoming in de kosten in aanmerking komende geneeskundige verzorging.

Periode: 1997–

Grondslag: Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, 1997, art.7, lid1b

Product: Besluit uitvoering Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (Ministerie van Onderwijs: AB/A&A/1999-9472).

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

131.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een tegemoetkoming in noodzakelijk gemaakte kosten die verband houden met de ziekte van een belanghebbende.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.32, lid 1 en lid 2

Verlofbesluit lager onderwijs, 1954, art.20

Verlofbesluit kleuteronderwijs, 1956, art.20

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.43, lid 1 en lid 2

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-E21; art.I-E22

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-E22; art.I-E23

RPBO 1985, art.1-E21; en art.1-E22

Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.42; art.43; en art.44, lid 1

Product: Beschikking, tegemoetkoming in ziektekosten

Opmerking: De tegemoetkoming wordt toegekend indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien; en indien de kosten redelijkerwijs niet ten laste van de belanghebbende kunnen blijven. De minister dient hieraan zijn goedkeuring te geven als hij niet zelf het bevoegd gezag van een instelling is.

De tegemoetkoming dient in overeenstemming te zijn met de door de minister van Binnenlandse Zaken gegeven voorschriften zoals bedoeld in de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Stb.1980/544).

In het Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs is tevens sprake van tuberculose.

Waardering: V 7 jaar

132.

Handeling: Het goedkeuren van de toekenning van een tegemoetkoming in de noodzakelijk gemaakte kosten die verband houden met de ziekte van een belanghebbende.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.32, lid 1 en lid 2

RPBO 1985, art.1-E21

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: De tegemoetkoming wordt toegekend indien hierin niet door een andere regeling wordt voorzien; en indien de kosten redelijkerwijs niet ten laste van de belanghebbende kunnen blijven. De minister dient hieraan zijn goedkeuring te geven als hij niet zelf het bevoegd gezag van een instelling is.

De tegemoetkoming dient in overeenstemming te zijn met de door de minister van Binnenlandse Zaken gegeven voorschriften zoals bedoeld in de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Stb.1980/544).

Waardering: V 7 jaar

137.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de toekenning van suppletie aan belanghebbenden in de sector onderwijs en wetenschappen die wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekte of gebrek zijn ontslagen.

Periode: 1995–

Grondslag: Tijdelijk besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1995, art.33, lid 1 en lid 2; art.35

Product: Regeling uitvoeringsvoorschriften suppletieregeling (AB/PSW-9700.267)

Waardering: B (5)

11. Rechten van nabestaanden bij overlijden

152.

Handeling: Het toekennen van een uitkering bij overlijden aan de weduwe of weduwnaar, de minderjarige kinderen, ouder, broers of zusters van de overledene betrokkene die werkzaam was in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F1; art.I-F2; en art.I-F3

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F1; art.I-F2; en art.I-F3

RPBO 1985, art.1-F2; en art.1-F3

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

154.

Handeling: Het toekennen van een schadevergoeding aan de achterblijvende gezinsleden indien zij de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid moeten verlaten.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F4, lid 1

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.F4, lid 1

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 1

RPBO 1985, art.1-F4, lid 1

Product: Schadevergoeding

Waardering: V 7 jaar

155.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag een schadevergoeding toekent aan de achterblijvende gezinsleden indien zij de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid moeten verlaten.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-F4, lid 2

Rechtspositiebesluit WLW, 1968, art.F4, lid 2

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 1

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 7 jaar

156.

Handeling: Het toekennen van een vergoeding aan de achterblijvende gezinsleden indien zij vrijwillig de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid verlaten.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 2

Product: Vergoeding

Waardering: V 7 jaar

157.

Handeling: Het goedkeuren dat het bevoegd gezag een vergoeding toekent aan de achterblijvende gezinsleden indien zij vrijwillig de dienstwoning waar zij leefden binnen drie maanden na overlijden van hun familielid verlaten.

Periode: 1978–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1978, art.I-F4, lid 2

RPBO 1985, art.1-F4, lid 2

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 7 jaar

12. Afvloeiingsregeling

172.

Handeling: Het vaststellen van een afvloeiingsregeling voor het personeel van een instelling voor onderwijs of onderzoek.

Periode: 1968–

Grondslag: Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.I-G2, lid 1

RPBO 1985, art.1-G2

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Opmerking: Ontslag op grond van opheffing van de instelling of betrekking, dan wel wegens zodanige verandering in de inrichting of de dienst van de instelling dat de werkzaamheden van één of meer belanghebbenden overbodig worden, dient te gebeuren aan de hand van deze afvloeiingsregeling.

De afvloeiingsregeling wordt pas vastgesteld als met de verenigingen van werkgevers en werknemers overleg is gepleegd.

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

13. Uitkering bij ontslag en vervroegde uittreding

187.

Handeling: Het ontslaan van een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.58 en art.59

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.70 en art.71

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-D1, art.II-D2, en art.II-D4

RPBO 1985, art.2-D2 en art.2-D3

Rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, 1995, art.12.1, lid 1 en art.12.2, lid 1

Product: beschikking

Opmerking: Het ontslag kan op verzoek, imperatief, facultatief, of van rechtswege plaatsvinden, en kan al dan niet eervol verleend worden.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

226.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vervroegde uittreding van onderwijspersoneel.

Periode: 1976–

Product: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel (Stb.1976/618)

Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel (Stb.1979/767)

Besluit bijzondere regeling ontslaguitkering lager onderwijs en kleuteronderwijs (Stb.1979/354)

Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (Stb.1988/253)

Waardering: B (1)

227.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de uitkering bij vervroegde uittreding van het aan een onderwijsinstelling verbonden exploitatiepersoneel.

Periode: 1980–1981

Product: Wet vervroegd uittreden exploitatiepersoneel onderwijs (Stb.1981/466)

Waardering: B (1)

228.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een algemene maatregel van bestuur omtrent het recht op uitkering bij vervroegde uittreding van het aan een onderwijsinstelling verbonden exploitatiepersoneel.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Wet vervroegd uittreden exploitatiepersoneel onderwijs, 1981, art.1

Product: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Opmerking: Het besluit is uitsluitend van toepassing op exploitatiepersoneel van scholen voor bijzonder kleuter-, lager of voortgezet onderwijs dan wel aan organen voor het leerlingwezen.

Waardering: B (1)

229.

Handeling: Het toekennen van buitengewoon verlof met behoud van 80% van zijn bezoldiging tot de eerste dag van de maand volgende op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt aan een betrokkene in de sector onderwijs.

Periode: 1976–?

Grondslag: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel, 1976, art.2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

230.

Handeling: Het toekennen van een uitkering wegens vervroegd uittreden aan een belanghebbende in de sector onderwijs aan wie op eigen verzoek ontslag in verleend.

Periode: 1979–1985

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel, 1979, art.2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

232.

Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel.

Periode: 1976–?

Grondslag: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel, 1976, art.10

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

233.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit vervroegd uittreden onderwijs.

Periode: 1979–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden onderwijs, 1979, art.5

Product: Ministeriële regeling

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

234.

Handeling: Het toekennen van een uitkering wegens vervroegd uittreden aan een lid van het exploitatiepersoneel voor bijzonder onderwijs.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs, 1981, art.2 en art.6

Product: Beschikking

Opmerking: In artikel 6 is bepaald dat de minister, in bijzondere gevallen waarin het besluit niet voorziet of waarin de toepassing daarvan tot een onredelijke uitkomst leidt, bevoegd is een beslissing te nemen die met de strekking van het besluit overeen komt.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

235.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de uitvoering van het Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs.

Periode: 1980–1981

Grondslag: Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs, 1981, art.5

Product: Regelgeving, circulaires

Waardering: B (5)

238.

Handeling: Het buiten toepassing verklaren van de Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs voor een instelling of groep van instellingen.

Periode: 1993–[1995 of 1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.5, lid 1 en lid 2

Product: Ministerieel besluit

Opmerking: In de wet staat dat hij na twee jaar vervalt, maar dat een verlenging van maximaal twee jaar door middel van KB tot de mogelijkheden behoort.

Waardering: V 5 jaar na vervallen

240.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake het jaarlijks rapporteren aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen met betrekking tot de samenwerkingsverbanden tussen bevoegde gezagsorganen die een beperking van de uitgaven voor wachtgelden en ontslaguitkeringen in het onderwijs ten doel hebben.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.5, lid 3

Product: Overlegverslagen, notulen

Waardering: B (3)

241.

Handeling: Het voordragen ter benoeming van een lid van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 4

Product: Voordracht ter benoeming

Opmerking: Hiernaast worden vier leden benoemd op bindende voordracht van door de minister als representatief aangemerkte organisaties van bevoegde gezagsorganen; en één lid op voordracht van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening.

Waardering: V 10 jaar, de benoeming zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

242.

Handeling: Het voorbereiden van een KB voor de benoeming van de voorzitter, secretaris en leden van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 3

Product: KB

Opmerking: De Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs is ingesteld bij artikel 10 van deze wet.

Waardering: V 10 jaar, de beschikking zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

14. Verplaatsingskosten

251.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking wet- en regelgeving betreffende de verplaatsingskosten van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Regeling vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen voor onderwijspersoneel (AB/IE-9308.5748)

Opmerking: Deze regeling trad in werking met ingang van 1 januari 1994

Waardering: B (1)

263.

Handeling: Het opleggen van een verhuisverplichting aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 1; en art.1-J17

Product: Beschikking

Waardering: V 10 jaar

264.

Handeling: Het goedkeuren dat een bevoegd gezag een verhuisverplichting oplegt aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 1; en art.1-J17

Product: Goedkeuringsbesluit

Waardering: V 10 jaar

265.

Handeling: Het verlenen of intrekken van een ontheffing van een verhuisplicht aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 2 en lid 3

Product: Beschikking

Opmerking: De ontheffing kan al dan niet op verzoek van de belanghebbende verleend worden.

Waardering: V 10 jaar

266.

Handeling: Het goedkeuren van het intrekken van een ontheffing van een verhuisplicht aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J2, lid 3

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: De minister dient vooraf zijn goedkeuring aan de intrekking van een ontheffing van de verhuisplicht te geven, indien deze intrekking financiële gevolgen voor het Rijk heeft.

Waardering: V 10 jaar

269.

Handeling: Het toekennen van een verhuiskostenvergoeding voor een verhuisplichtige in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J3

Product: Beschikking

Opmerking: De toekenning van de tegemoetkoming geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

270.

Handeling: Het goedkeuren van een verhuizing op medisch advies.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J3; en art.1-J5

Product: Goedkeuringsbesluit

Opmerking: Deze goedkeuring is nodig in verband met de aanspraak op een verhuiskostenvergoeding.

Waardering: V 10 jaar

271.

Handeling: Het toekennen van een functieverplaatsingstoelage in verband met verplaatsing van de instelling waaraan een belanghebbende is benoemd.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J22

Product: Beschikking

Opmerking: Het toekennen van de toelage geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

272.

Handeling: Het toekennen of intrekken van een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten aan verhuisplichtigen in afwachting van een verhuizing.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J9; en art.1-J20

Product: Beschikking

Opmerking: Het verlenen van de toekenning geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

273.

Handeling: Het toekennen of intrekken van een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten voor niet-verhuisplichtigen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-J10; art.1-J13; art.1-J14; art.1-J15; art.1-J16; art.1-J18; en art.1-J20

Product: Beschikking

Opmerking: Het verlenen van de toekenning geschiedt door de minister aan het bevoegd gezag van een instelling.

Waardering: V 7 jaar

15. Gratificaties en toelagen

289.

Handeling Het stellen van nadere regels voor de toekenning van gratificaties aan het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P56; en art.1-P82

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

290.

Handeling: Het toekennen van een gratificatie aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit tot toekenning van een gratificatie aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs, 1954, art.1

RPBO 1985, art.1-P56; en art.1-P82

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

293.

Handeling: Het toekennen van een jubileumgratificatie aan een belanghebbende die een diensttijd van 25, 40 of 50 jaren in het onderwijs of de wetenschap heeft volbracht.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit tot toekenning van een huldeblijk bij ambtsjubilea aan hoofden en onderwijzers bij het lager onderwijs, 1952, art.1

Jubileum-gratificatiebesluit lager onderwijs, 1955, art.1

Jubileumgratificatiebesluit lager onderwijs, 1968, art.1

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs, 1958, art.1

Jubileumgratificatiebesluit kleuteronderwijs, 1968, art.1

Jubileumgratificatiebesluit N.O., 1958, art.1

RPBO 1985, art.1-K2

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

294.

Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toekenning van buitengewone toelages aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P55; en art.1-P81

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

295.

Handeling: Het toekennen van een buitengewone toelage aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen, wegens een zeer goede vervulling van de functie.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P55; en art.1-P81

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

298.

Handeling: Het jaarlijks vaststellen welke categorieën instellingen in de sector onderwijs en wetenschappen bindingspremies om redenen van werving of behoud van personeel kunnen toekennen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P89

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 7 jaar

299.

Handeling: Het toekennen van een toelage of uitkering om reden van werving of behoud van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P57; art.1-P58

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

300.

Handeling: Het toekennen van een EHBO-toelage aan een belanghebbende in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-P60; en art.1-P83

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

301.

Handeling: Het verlenen of intrekken van studieverlof of een tegemoetkoming in de studiekosten aan personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-M2; art.1-M3; en art.1-M4

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

16. Formatie en bezoldiging

303.

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, en coördineren van het beleid betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

304.

Handeling: Het evalueren van het beleid ten aanzien van de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: (evaluatie)rapporten

Waardering: B (2)

305.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Waardering: B (1)

307.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de tegemoetkoming aan de voorzitter en andere leden van een raad van toezicht bij openbare universiteiten en de Open Universiteit.

Periode: 1997–

Grondslag: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), 1997, art.9.7, lid 8; en art.11.5, lid 8

Waardering: B (1)

309.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van een regeling voor het personeel in het wetenschappelijk onderwijs, indien die regeling afwijkt van het bepaalde in het BBRA 1984 met betrekking tot bezoldiging, overwerk, of vergoeding voor extra diensten.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.9

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (1)

310.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

Waardering: V 5 jaar m.u.v. de jaarverslagen B (3)

311.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: GW 1938/1946/1948, art.97

GW 1953/1956/1972, art.104

GW 1983/1987/1995, art.68

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

312.

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities

Waardering: B (3)

313.

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Beschikking

Waardering: V 15 jaar

314.

Handeling: Het opstellen van een verweerschrift naar aanleiding van een beroepschriftprocedure betreffende de formatie en het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Product: Verweerschrift

Waardering: V 15 jaar

321.

Handeling: Het wijzigen van de salarisbedragen voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-A5

Rechtspositiebesluit WVO, 1981, art.I-T2

RPBO 1985, art.1-A5

Kaderbesluit rechtspositie BVE, 1996, art.9

Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen, 1997, art.3.7

Product: Ministerieel besluit AMvB

Opmerking: De minister dient de bezoldiging van het personeel in deze sector te wijzigen indien bij KB de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel wordt gewijzigd, en deze wijziging een algemeen karakter draagt.

De salarisbedragen kunnen pas worden gewijzigd wanneer de minister in het Sectoroverleg Onderwijs en Wetenschappen daarover met de centrales van onderwijspersoneel overeenstemming heeft bereikt.

Waardering: V 5 jaar na de laatste wijziging

322.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van nadere regels voor het vaststellen van de bezoldiging van personeel in het wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

323.

Handeling: Het vaststellen van het recht op een eindejaarsuitkering en de wijze van berekening van deze uitkering.

Periode: 1945–

Grondslag: Kaderbesluit rechtspositie personeel universiteiten en onderzoekinstellingen, 1997, art.3.9

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

324.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor de vaststelling van een salaris voor personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.6, lid 2; art.7; en art.12

RPBO 1985, art.1-P10

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

325.

Handeling: Het vaststellen van criteria waaraan een belanghebbende moet voldoen alvorens te kunnen worden bezoldigd in de bij zijn functie horende maximumschaal.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-Q503; en art.1-Q552

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

327.

Handeling: Het toekennen, geheel of gedeeltelijk inhouden van de bezoldiging aan een personeelslid in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit houdende regelen nopens de financiële positie van curatoren, 1963, art.2; en art.10

Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.1-P8; art.1-Q15, lid 3; en art.I-P2

Product: Beschikking

Waardering: V 75 jaar na geboorte

329.

Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor de toekenning van een toelage voor onregelmatige dienst.

Periode: 1945–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-S108

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

332.

Handeling: Het toekennen van een toelage wegens verrichte werkzaamheden of geleverde diensten.

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit houdende toekenning van een toelage over de maanden mei, juni en juli 1975 aan het onderwijzend personeel bij het kleuter- en lager onderwijs, 1976, art.2

Rechtspositiebesluit WVO, 1983, art.I-P2

RPBO 1985, art.1-Q210; en art.1-Q308

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

333.

Handeling: Het vaststellen van een regeling voor de toekenning van toelagen aan personeel in het wetenschappelijk onderwijs in verband met bezwarende werkomstandigheden, extra werk, en overwerk.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.7

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

334.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, verlenen van een machtiging voor het toekennen of intrekken van een toelage aan personeel in het wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.8

Product: Beschikking

Waardering: V 7 jaar

336.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, vaststellen van een regeling voor de inhouding op het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen in verband met verstrekkingen.

Periode: 1980–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-P19; art.I-Q28; en art.I-R15

RPBO 1985, art.1-P17, lid 6

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

338.

Handeling: Het vaststellen van een kortingsbedrag of kortingspercentage wegens genoten voordelen anders dan van een vanwege het bevoegd gezag verstrekte woning aan een belanghebbende werkzaam in het basisonderwijs.

Periode: 1980–1985

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-P19; art.I-Q28; en art.I-R15

Wet interim inhouding salarissen onderwijs, 1983, art.3, lid 2

Product: Inhoudingsbesluit onderwijspersoneel 1983 (Stb.1983/129)

Inhoudingsbesluit onderwijspersoneel 1984 (Stb.1984/008)

Opmerking: Het betreft hier een jaarlijks gemeenschappelijk besluit van beide ministers.

Waardering: V 7 jaar

340.

Handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Zaken, vaststellen van taakkarakteristieken, functietyperingen en maximumschalen voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.4, lid 2

RPBO 1985, art.1-R1204; art.1-R1305; 1-R503; art.1-S1205; art.1-S1305; art.1-S502

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: B (5)

342.

Handeling: Het vaststellen van functietyperingen voor de universitair docent en de universitair hoofddocent.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.10, lid 3

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (5)

343.

Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot de werktijd, autorisatie en registratie van afwezigheid van personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.1-Q504; art.1-R504; art.1-S1204; en art.1-S504

Product: Ministeriële regeling, circulaire

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

17. Schorsing en disciplinaire straffen

362.

Handeling: Het schorsen of intrekken van een schorsing van een belanghebbende werkzaam in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1935, art.50 en art.54

Rechtspositiebesluit Nijverheidsonderwijs, 1960, art.62

Rechtspositiebesluit WVO, 1968, art.II-B1; art.II-B3; art.II-B5; en art.II-C1

Rechtspositiebesluit WVO, 1984, art.II-B1; art.II-B3; en art.II-B5

RPBO 1985, art.2-B1; art.2-B3; en art.2-B5

Product: Beschikking, schorsing

Opmerking: Tegen een dergelijke disciplinaire straf is beroep mogelijk bij de commissie bedoeld in artikel 22 van de Nijverheidsonderwijswet.

Waardering: V 15 jaar

18. Georganiseerd overleg

385.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de instelling van een Algemene Commissie voor overleg in zaken betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel.

Periode: 1959–1970

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: B (4)

387.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de aanwijzing van een rijksvertegenwoordiging voor overleg in de Algemene Commissie.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijspersoneel, 1958, art.3

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: V 5 jaar na opheffen commissie

392.

Handeling: Het instellen van een Bijzondere Commissie voor het overleg betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel in het lager en middelbaar landbouwonderwijs.

Periode: [1959–1970]

Product: De Bijzondere Commissie lager en middelbaar landbouwonderwijs

Waardering: B (4)

395.

Handeling: Het aanwijzen van een rijksvertegenwoordiging voor een Bijzondere Commissie voor overleg betreffende de rechtspositie van onderwijzend personeel.

Periode: [1959–1970 ]

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.16, lid 1

Product: Aanwijzing

Opmerking: Daarnaast maakt ook uit een vertegenwoordiging van personeelsorganisaties deel uit van een Bijzondere Commissie.

Waardering: V 10 jaar, de aanwijzing zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

397.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de aanwijzing van verenigingen van organen van het leerlingwezen die deel uitmaken van de afdeling voor het onderwijspersoneel werkzaam bij de organen van het leerlingwezen van de Bijzondere commissie.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-A5, lid 2

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: V 10 jaar

399.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de schorsing of uitsluiting van deelname aan het overleg van lid van een Bijzondere Commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.17

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.5, lid 7 en lid 8

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.5, lid 7 en lid 8

RPBO 1985, art.4-A5, lid 7

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: V 10 jaar na opheffen overleg

402.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de aanwijzing van een adviseur bij het overleg met de Bijzondere commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.16, lid 2

Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1970, art.6, lid 2

Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1975, art.6, lid 2

RPBO 1985, art.4-A6

Product: Vergaderstukken, notities

Opmerking: Tot 1970 kon de minister van Landbouw zelf een adviseur aanwijzen.

Waardering: V 10 jaar

405.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de aanwijzing van een (plaatsvervangend) voorzitter van het overleg met een Bijzondere Commissie.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.18

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 1 en art.9

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.6, lid 1

RPBO 1985, art.4-A6

Product: Vergaderstukken, notities

Opmerking: Tot 1970 kon de minister van Landbouw zelf een voorzitter voor het overleg aanwijzen.

Waardering: V 10 jaar

407.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake een benoeming van een (adjunct)secretaris voor de Bijzondere commissie of één van haar afdelingen.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.18

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 1 en art.9

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.9

RPBO 1985, art.4-A9

Product: Vergaderstukken, notities

Opmerking: Tot 1970 kon de minister van Landbouw zelf een secretaris benoemen.

Waardering: V 10 jaar

413.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur die een voorzitter van het overleg van de Commissie besturenorganisaties met de afdelingen kan bijstaan.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B5, lid 2

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

415.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de benoeming van een (adjunct)secretaris van de Commissie besturenorganisaties.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B9

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: V 10 jaar

421.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur voor de voorzitter van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.5, lid 2

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

424.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de voorbereiding en vaststelling van een regeling voor het overleg met organisaties van overheids- en onderwijspersoneel over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijs- en onderzoekpersoneel.

Periode: 1994–

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: B (1)

436.

Handeling: Het vaststellen dat de werkkring van een geschillencommissie voor instellingen zich over minder dan de voorgeschreven vijf instellingen uitstrekt.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-C6, art.4-E6

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 5 jaar na opheffen commissie

437.

Handeling: Het toestaan, of het intrekken van de toestemming dat een overlegorgaan van een instelling een afwijkende samenstelling heeft op godsdienstige of levensbeschouwelijke gronden.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-C9, art.4-E9, art.4-F8

Product: Ministerieel besluit

Waardering: V 5 jaar na opheffen overlegorgaan

Minister van Binnenlandse Zaken

226.

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een regeling voor de vervroegde uittreding van onderwijspersoneel.

Periode: 1976–

Product: Besluit experiment vervroegde uittreding onderwijzend personeel (Stb.1976/618)

Besluit vervroegd uittreden onderwijspersoneel (Stb.1979/767)

Besluit bijzondere regeling ontslaguitkering lager onderwijs en kleuteronderwijs (Stb.1979/354)

Besluit vervroegd uittreden exploitatiepersoneel bijzonder onderwijs (Stb.1981/467)

Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (Stb.1988/253)

Waardering: B (1)

309.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van een regeling voor het personeel in het wetenschappelijk onderwijs, indien die regeling afwijkt van het bepaalde in het BBRA 1984 met betrekking tot bezoldiging, overwerk, of vergoeding voor extra diensten.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.9

Product: Ministeriële regeling

Waardering: B (1)

335.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs of de minister van Landbouw inzake het verlenen van een machtiging voor het toekennen of intrekken van een toelage aan personeel in het wetenschappelijk onderwijs.

Periode: 1984–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.8

Product: Vergaderstukken, notities

Opmerking: Betreft overeenstemming bij verlening machtiging in individuele gevallen.

Waardering: V 7 jaar

337.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de vaststelling van een regeling voor de inhouding op het salaris van het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen in verband met verstrekkingen.

Periode: 1980–

Grondslag: Rechtspositiebesluit KO/LO, 1980, art.I-P19; art.I-Q28; en art.I-R15

RPBO 1985, art.1-P17, lid 6

Product: Overlegverslagen, notulen, notities

Waardering: B (5)

341.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs en de minister van Landbouw inzake de vaststelling van taakkarakteristieken, functietyperingen en maximumschalen voor het personeel in de sector onderwijs en wetenschappen.

Periode: 1945–

Grondslag: Bezoldigingsbesluit wetenschappelijk onderwijs, 1984, art.4, lid 2

RPBO 1985, art.1-R1204; art.1-R1305; 1-R503; art.1-S1205; art.1-S1305; art.1-S502

Product: Overlegverslagen, notulen, notities

Waardering: B (5)

413.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur die een voorzitter van het overleg van de Commissie besturenorganisaties met de afdelingen kan bijstaan.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B5, lid 2

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

421.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur voor de voorzitter van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.5, lid 2

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

Minister van Financiën

403.

Handeling: Het overeenstemmen met de minister van Onderwijs inzake de aanwijzing van een adviseur bij het overleg met de Bijzondere Commissie.

Periode: 1970–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.6, lid 2

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.6, lid 2

Product: Vergaderstukken, notities

Waardering: V 10 jaar

413.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur die een voorzitter van het overleg van de Commissie besturenorganisaties met de afdelingen kan bijstaan.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B5, lid 2

Product: Aanwijzing, ministerieel besluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

421.

Handeling: Het aanwijzen van een adviseur voor de voorzitter van het Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.5, lid 2

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: V 10 jaar, het besluit zelf komt in het persoonsdossier en blijft 75 jaar bewaard

Algemene Commissie

388.

Handeling: Het vaststellen van een reglement van orde.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijspersoneel, 1958, art.14

Product: Reglement van orde voor de Algemene Commissie

Opmerking: De commissie kreeg de bevoegdheid hiertoe, maar het was geen verplichting.

Waardering: B (4)

390.

Handeling: Het adviseren van de Centrale Commissie over aangelegenheden welke in algemene zin van belang zijn voor de bijzondere rechtstoestand van onderwijzend personeel.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijspersoneel, 1958, art.7

Product: Adviezen

Opmerking: De ministers van Onderwijs, van Binnenlandse Zaken, en van Landbouw kunnen aan de commissie zaken ter advisering voorleggen.

De Algemene Commissie legt vervolgens aangelegenheden voor aan een Bijzondere Commissie, en stelt haar eigen advies pas vast na ontvangst van het oordeel van de Bijzondere Commissie. De Centrale Commissie brengt op haar beurt, na ontvangst van het advies van de Algemene Commissie, advies uit aan de betrokken ministers.

Waardering: B (1)

Bestuur van het Algemeen Burgerlijk Pensionfonds

236.

Handeling: Het jaarlijks verslag doen aan de minister van Onderwijs van de uitkeringskosten die gemoeid zijn met de Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel II.

Periode: 1989–1990

Grondslag: Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel II, 1989, art.15, lid 5

Product: Verslagen

Waardering: B (3)

Bijzondere Commissie

394.

Handeling: Het vaststellen van een reglement van orde voor haar werkzaamheden.

Periode: 1970–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.15, lid 1

Product: Reglement van orde voor de Bijzondere Commissie

Opmerking: Artikel 15 geeft de mogelijkheid, maar niet de verplichting tot het opstellen van een reglement van orde.

Waardering: B (4)

400.

Handeling: Het adviseren van de minister van Onderwijs over de uitsluiting van deelname aan het overleg van een lid van de Bijzondere Commissie.

Periode: 1970–1985

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.4, lid 5

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.4, lid 5, en art.5, lid 8

Product: Adviezen

Waardering: V 10 jaar

408.

Handeling: Het adviseren van de minister van Onderwijs of de minister van Landbouw over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijspersoneel.

Periode: 1959–

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.21

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.10

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.10, lid 1

RPBO 1985, art.4-A10

Product: Adviezen

Opmerking: De minister van Onderwijs is verplicht de Bijzondere commissie te horen alvorens een besluit te nemen over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijspersoneel.

Ook dient door of namens de minister van Binnenlandse Zaken met de Centrale commissie overleg gepleegd te worden alvorens een maatregel genomen mag worden.

Waardering: B (1)

409.

Handeling: Het op verzoek adviseren van de Algemene Commissie over de algemene rechtspositie van onderwijzend personeel.

Periode: 1959–1970

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.21

Product: Adviezen

Waardering: B (1)

Centraal Overlegorgaan Personeelszaken Wetenschappelijk Onderwijs

422.

Handeling: Het adviseren van de minister van Onderwijs over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel wetenschappelijk onderwijs, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd.

Periode: 1974–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.3, lid 1

Product: Adviezen

Opmerking: Ingevolge artikel 3 is de minister van Onderwijs verplicht het advies van het COPWO te vragen alvorens een beslissing te nemen. het advies wordt ter kennis gebracht aan de ministers van Onderwijs, van Landbouw, van Binnenlandse Zaken en van Financiën.

Waardering: B (1)

Centrale Commissie

410.

Handeling: Het overleggen met en adviseren van de minister van Binnenlandse Zaken over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van onderwijzend personeel.

Periode: 1959–1994

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg onderwijzend personeel, 1958, art.23

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1970, art.16

Besluit georganiseerd overleg onderwijs, 1975, art.10, lid 3

Besluit georganiseerd overleg wetenschappelijk onderwijs, 1974, art.3, lid 3

Product: Adviezen en overlegverslagen, notulen

Opmerking: De minister van Binnenlandse Zaken legde aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van onderwijzend personeel, alsmede andere aangelegenheden die de algemene sociale omstandigheden van onderwijzend personeel betreffen, ter advisering voor aan de Centrale Commissie. Dit overleg diende plaats te vinden voordat de minister van Onderwijs over de betreffende aangelegenheid een besluit mocht nemen.

Waardering: B (1)

Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs

244.

Handeling: Het vaststellen of aan de voorwaarden voor ontheffing van het vereiste een wachtgelder in een vacature bij een onderwijsinstelling te benoemen is voldaan.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.9, lid 3 en lid 5

Product: Besluit

Opmerking: De Commissie neemt een dergelijk besluit indien over het voldoen aan de vereisten meningsverschil bestaat tussen het bevoegd gezag en het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening.

Tegen dit besluit van kan het bevoegd gezag beroep instellen bij de Commissie.

Waardering: V 10 jaar

245.

Handeling: Het beslissen op beroep aangetekend door het bevoegd gezag tegen een beslissing van het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening of tegen een beslissing van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs inzake het voldoen aan de voorwaarden voor ontheffing van het vereiste een wachtgelder in een vacature bij een onderwijsinstelling te benoemen.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.11, lid 1

Product: Besluit

Opmerking: Alvorens de Commissie op het beroep beslist, stelt zij het bevoegd gezag en de bemiddelende instantie in de gelegenheid te worden gehoord.

Waardering: V 15 jaar

Commissie besturenorganisaties

416.

Handeling: Het adviseren van de ministers van Onderwijs, Landbouw, Binnenlandse Zaken, en Financiën over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijspersoneel.

Periode: 1985–

Grondslag: RPBO 1985, art.4-B10 en art.4-B13

Product: Adviezen

Opmerking: De minister van Onderwijs is verplicht het advies van de Commissie besturenorganisaties te vragen alvorens hij beslist inzake aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het onderwijspersoneel die de organisaties van gemeente- of instellingsbesturen aangaan.

Waardering: B (1)

Commissie georganiseerd overleg kleuterleidsters

383

Handeling: Het adviseren van de minister van Onderwijs over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van kleuterleidsters.

Periode: 1956–1959

Grondslag: Besluit georganiseerd overleg kleuterleidsters, 1956, art.2

Product: Adviezen

Opmerking: Er is hier geen sprake van een echte adviestaak, maar van een commissie die is ingesteld voor het voeren van overleg, en die de resultaten van de besprekingen ter kennis brengt aan de minister van Onderwijs.

Waardering: B (1)

Onderwijsraad

241.

Handeling: Het voordragen ter benoeming van een lid van de Commissie arbeidsbemiddeling onderwijs.

Periode: 1992–[1997]

Grondslag: Tijdelijke wet arbeidsbemiddeling onderwijs, 1992, art.10, lid 4

Product: Voordracht ter benoeming

Opmerking: Hiernaast worden vier leden benoemd op bindende voordracht van door de minister als representatief aangemerkte organisaties van bevoegde gezagsorganen; en één lid op voordracht van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening.

Waardering: V 10 jaar

Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen

425.

Handeling: Het vaststellen van een reglement van orde.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.22, lid 1

Product: Reglement van orde voor de SCOW

Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling

428.

Handeling: Het adviseren van de minister van Onderwijs over de aanwijzing of benoeming van een secretaris van de Sectorcommissie.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.6, lid 1

Product: Adviezen

Waardering: V 10 jaar

430.

Handeling: Het overleggen met en adviseren van de minister van Onderwijs over aangelegenheden betreffende de rechtspositie van het personeel werkzaam bij instellingen voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Periode: 1994–

Grondslag: Overlegbesluit onderwijs- en onderzoekpersoneel, 1994, art.2, lid 3

Product: Vergaderverslagen, notulen, adviezen

Waardering: B (1)

Stichting Financiering Structureel Vakbondsverlof Onderwijs

432.

Handeling: Het verdelen van het budget ten behoeve van de vergoeding van de kosten voor de vervanging van het onderwijsgevend personeel dat in verband met werkzaamheden voor het georganiseerd overleg of voor vakbondsactiviteiten lang buitengewoon verlof is verleend.

Periode: 199?–

Grondslag: Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten 1998, art.2, lid 3

Waardering: V 7 jaar

433.

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag, jaarrekening en financiële gegevens met betrekking tot het budget ten behoeve van de vergoeding van de kosten voor de vervanging van het onderwijsgevend personeel dat in verband met werkzaamheden voor het georganiseerd overleg of voor vakbondsactiviteiten lang buitengewoon verlof is verleend.

Periode: [1998]–

Grondslag: Regeling georganiseerd overleg en vakbondsfaciliteiten 1998, art.2, lid 6

Product: Jaarverslag, jaarrekening

Waardering: B (3)

Naar boven