Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2004

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 04-09-2004 t/m 31-12-2004

Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2004

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen de aanvragen van LTO-Nederland en het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gezien het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 8 december 2003;

Gezien de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen;

Gezien de beoordeling van de aanvragen door de Plantenziektenkundige Dienst;

Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voorzover de in deel I van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voor handen of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel I van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon die ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Van het verbod van artikel 10, eerste lid, van de wet om te handelen in strijd met de krachtens de artikelen 5, tweede, derde, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 5a, eerste en tweede lid, en 9, tweede en derde lid, vastgestelde voorschriften wordt vrijstelling verleend voorzover de in deel II van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel II van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing voorzover het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen plaats vindt ten behoeve van de bestrijding van de ziekte of plaag in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voorzover het gehalte aan werkzame stof en de verdere samenstelling, kleur, vorm, afwerking, verpakking, aanduiding en overige vermeldingen op, aan of bij de verpakking van het gewasbeschermingsmiddel zijn aangebracht in overeenstemming met hetgeen daaromtrent is bepaald in:

    • 1°. de Regeling samenstelling, indeling, verpakking en etikettering bestrijdingsmiddelen, zoals die voor het betrokken middel gold op het tijdstip waarop dat middel laatstelijk was toegelaten;

    • 2°. de paragrafen II (samenstelling, vorm en afwerking) en IV (verpakking en etikettering) van het toelatingsbesluit van het college, zoals dat laatstelijk voor het betrokken middel gold, met uitzondering van het wettelijk gebruiksvoorschrift, de gebruiksaanwijzing, de gevaarsaanduiding en de veiligheidsaanbevelingen, en

    • 3°. de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing, zoals die voor de betrokken werkzame stof zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2 De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voorzover de administratieve voorschriften in deel III van de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2004.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de

Directeur-Generaal

,

A. Oostra

Bijlage vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2004

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deel I. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

I. A. Knelpunt Biologische appelteelt – Appelschurft

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Vrijgestelde gewasbeschermingsmiddel:

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Polisolfuro di Calcio

Gehalte werkzame stof: 230 g/l kalkzwavel

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: –

Knelpunt: Appel – Schurft

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

  • a. in de teelt van appel, tot en met juni 2004;

  • b. in de teelt van vruchtbomen en vruchtboomonderstammen van appel, tot en met juni 2004.

Veiligheidstermijn: 30 dagen voor appel.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Draag een geschikt adembeschermingsmiddel gedurende het legen van de verpakking en het aanmaken van de spuitvloeistof.

  • Spuitnevel niet inademen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.

Toepassing

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis)

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen tot en met juni. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering: 15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange, Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25 °C.

Vruchtbomen en vruchtbomenonderstammen van appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis)

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen tot en met juni. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering: 15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange, Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25 °C.

Attentie

  • Calcium polysulfide heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt toegepast.

  • Het middel niet vermengd met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen verspuiten.

I. B. Knelpunt Appel - Vruchtdunning

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel:

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Sevin SL

Gehalte werkzame stof: 480 g/l carbaryl

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 8786 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Appel - Vruchtdunning

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels tot maximaal 4 weken na het einde van de bloei met dien verstande dat maximaal 2 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen de toepassing uitsluitend toegestaan indien:

  • tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm is geplaatst en het windscherm niet wordt bespoten, en/of

  • in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een tunnelspuit, en/of

  • in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een dwarsboomspuit die van een reflectiescherm is voorzien, en/of

  • de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten.

Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing en bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, zowel bij toepassen als bij werkzaamheden in behandeld gewas tot 2 weken na de toepassing.

  • Tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel dragen

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Toepassingen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Vruchtdunning bij appels

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Het middel toepassen na afloop van de bloei. Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning. In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte moet meer vloeistof boven in de boom komen. Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk.

Dosering: 50–200 ml per 100 liter water, afhankelijk van het ras.

Attentie

  • Het juiste bespuitingsmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras.

  • Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben.

I.C. Knelpunt Snijbloemen in de volle grond (zomerbloemen) – breedbladige onkruiden en straatgras

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Ramrod SC

Gehalte werkzame stof: 480 g/l propachloor

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 7559 N

Toelatingshouder: Monsanto Europe N.V.

Knelpunt: Snijbloemen in de volle grond (zomerbloemen) – breedbladige onkruiden en straatgras

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met gebruikmaking van driftreducerende doppen van 90% in de onbedekte teelt van snijbloemen met dien verstande dat maximaal 5 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodem-aantasting zoals grondboringen zijn verboden.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond, irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen houden.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).

  • Aanraking met de huid vermijden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel werkt zowel door opname via de wortels van de onkruiden als door opname via het blad en bestrijdt kiemende onkruidzaden en net opgekomen onkruiden. Onkruiden met meer dan 2 echte blaadjes en reeds opgekomen hanepoot worden niet afdoende bestreden. Spuit dus niet te laat. Niet of weinig gevoelig zijn veelknopigen (vooral zwaluwtong, Polygonum convolvulus), kleine brandnetel (Urtica urens) en varkenskers (Coronopus spp.). Het middel moet worden toegepast op een vochtige, fijn korrelige grond met 400–600 liter water per ha. Bij toepassingen over het gewas moet het gewas droog zijn. Voorts moet er de eerste uren na toepassing geen regen vallen.

Toepassingen

Snijbloemen in de volle grond (zomerbloemen), ter bestrijding van éénjarige onkruiden.

  • a. Kort na het zaaien van Hesperis matronalis, Iberis umbellata, Lavatera spec., Saponaria officinalis en Saponaria vaccaria.

  • b. Kort na het uitplanten van Pyrethrum (Pyrethrum roseum), Viola tricolor en Dianthus caryophyllus.

  • c. Kort na het uitplanten of in een gezaaid gewas na het uitplantstadium van Chrysanthemum coccineum.

  • d. Over het gewas bij Alyssum spec. van 4 à 5 cm hoogte en bij Saponaria officinalis met tenminste 3 à 4 echte blaadjes.

Dosering: 8 l per ha.

Attentie

Bij warm weer niet spuiten in de buurt van bloeiende tulpen, daar dan schade kan ontstaan (zgn. kiepers). In mindere mate geldt dit ook voor andere siergewassen b.v. hyacint, narcis, pioenroos.

I.D. Bloemzaadteelt – Onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Ramrod SC

Gehalte werkzame stof:

480 g/l propachloor

Toelatingsnummer:

laatstelijk toegelaten onder 7559 N

Toelatingshouder:

Monsanto Europe N.V.

Knelpunt:

Bloemenzaadteelt – Onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met gebruikmaking van drifreducerende doppen van 90% in de onbedekte teelt van bloemenzaad met dien verstande dat maximaal 5 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het is verboden dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodem-aantasting zoals grondboringen zijn verboden, te gebruiken.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat er zo min mogelijk in oppervlaktewater terecht komt.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond, irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen houden.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Aanraking met de huid vermijden.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel werkt zowel door opname via de wortels van de onkruiden als door opname via het blad en bestrijdt kiemende onkruidzaden en net opgekomen onkruiden. Onkruiden met meer dan 2 echte blaadjes en reeds opgekomen hanepoot worden niet afdoende bestreden. Spuit dus niet te laat. Niet of weinig gevoelig zijn veelknopigen (vooral zwaluwtong, Polygonum convolvulus), kleine brandnetel (Urtica urens) en varkenskers (Coronopus spp.). Het middel moet worden toegepast op een vochtige, fijn korrelige grond met 400–600 liter water per ha. Bij toepassingen over het gewas moet het gewas droog zijn. Voorts moet er de eerste uren na toepassing geen regen vallen.

Toepassingen

bloemenzaad in onbedekte teelt, ter bestrijding van éénjarige onkruiden.

  • a. Kort na het zaaien van Hesperis matronalis, Iberis umbellata, Lavatera spec., Saponaria officinalis en Saponaria vaccaria.

  • b. Kort na het uitplanten van Pyrethrum (Pyrethrum roseum), Viola tricolor en Dianthus caryophyllus.

  • c. Kort na het uitplanten of in een gezaaid gewas na het uitplantstadium van Chrysanthemum coccineum.

  • d. Over het gewas bij Alyssum spec. van 4 à 5 cm hoogte en bij Saponaria officinalis met tenminste 3 à 4 echte blaadjes.

Dosering: 8 l per ha.

Attentie

Bij warm weer niet spuiten in de buurt van bloeiende tulpen, daar dan schade kan ontstaan (zgn. kiepers). In mindere mate geldt dit ook voor andere siergewassen b.v. hyacint, narcis, pioenroos.

Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

II. A. Knelpunt Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel:

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als gewasbehandeling in de bedekte teelt van groene potplanten, met maximaal 2 toepassing(en) per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen, en gewaswerkzaamheden.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae). Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maar herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II. B. Knelpunt breedbladige onkruiden in de teelt van chichorei en witlofpennen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Safari

Gehalte werkzame stof: 50% triflusulfuron-methyl

Toelatingsnummer: 11754 N

Toelatingshouder: Dupont de Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt: Witlof en cichorei – Onkruiden

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de pennenteelt en zaadteelt van witlof en cichorei, met maximaal 60 gram middel per ha per teelt of teeltseizoen.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Safari is een systemisch bladherbicide ter bestrijding van tweezaadlobbige onkruiden na opkomst van het gewas. Het middel wordt hoofdzakelijk via het blad opgenomen, maar ook gedeeltelijk via de wortels. Het middel wordt vervolgens getransporteerd naar de groeipunten. De groei van de onkruiden wordt snel gestopt, maar de snelheid van afsterven is afhankelijk van de soort, leeftijd en groeiomstandigheden en kan enkele weken duren. De soorten vogelmuur, varkensgras, melganzevoet en zwaluwtong zijn minder gevoelig.

Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer. Niet toepassen wanneer grote schommelingen tussen dag- en nachttemperatuur (b.v. nachtvorst) worden verwacht of wanneer temperaturen hoger dan 25 °C worden verwacht.

Het middel niet toepassen als het gewas beschadigd is door b.v. bladluizen of hagel.

Na toepassing is een droge periode van 4 uur noodzakelijk, zodat het middel goed door het onkruid kan worden opgenomen.

Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 l/ha.

Opmerkingen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Onder stresscondities kunnen enkele dagen na toepassing gele vlekjes op het blad verschijnen die echter weer snel verdwijnen.

De toepassing van Safari in de juiste periode heeft geen invloed op een volggewas in en normale rotatie. Desalniettemin wordt, bij gebrek aan informatie, het afgeraden bloemen, sierplanten, heesters of boomkwekerijgewassen te planten na witlof of cichorei behandeld met Safari in een periode van 12 maanden na toepassing.

Attentie

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Direct na de behandeling dient de apparatuur uiterst zorgvuldig te worden schoongemaakt met ammonia of chloorbleekloog, daar een residu van het middel aan veel gewassen grote schade kan veroorzaken.

Toepassingen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Pennenteelt en zaadteelt van witlof en cichorei, steeds toepassen op zeer jonge onkruiden, kiemblad- tot 2 bladstadium.

Om een goede werking te verkrijgen dient het middel herhaaldelijk te worden toegepast op zeer jonge onkruiden (bij voorkeur in het kiemlobstadium). De eerste behandeling niet eerder uitvoeren dan wanneer 70% van de planten opgekomen is. Vervolgbespuitingen uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.

Na behandeling kan 1–2 weken groeivertraging optreden. In proeven heeft dit nooit tot duidelijke invloed gehad op de opbrengst of kwaliteit van het gewas. Vervolgbespuitingen dienen bij voorkeur te worden uitgesteld wanneer het gewas nog een reactie laat zien van de eerdere bespuiting(en).

Overlap voorkomen omdat dit bij ongunstige omstandigheden opbrengstderving kan veroorzaken.

Om het werkingsspectrum te verbreden kan Safari worden gemengd met andere in de teelt toegelaten herbiciden.

Dosering: Maximaal 30 gram middel per toepassing, in totaal mag maximaal 60 gram middel per ha per teelt of teeltseizoen worden toegepast.

Gewasmislukking

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

In geval van mislukking van het gewas, kunnen alleen bieten, zomergerst en olievlas worden geteeld. Indien een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd kan ook maïs worden geteeld.

Gereedmaken spuitvloeistof

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Eerst de tank voor de helft vullen met water, vervolgens onder voortdurend roeren het middel toevoegen en de tank verder met water vullen. Ook tijdens het spuiten dient de spuitvloeistof in beweging te worden gehouden.

II. C. Knelpunt Peterselie – Valse meeldauw

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.⁠V.

Knelpunt: Peterselie – Valse meeldauw

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:

  • a. in de teelt van peterselie onder glas vanaf september tot en met november.

  • b. in de teelt van peterselie in de volle grond vanaf april tot en met november.

Veiligheidstermijnen

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 3 weken voor peterselie.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Maximaal per dag 0,5 ha behandelen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Peterselie onder glas, ter bestrijding valse meeldauw (Plasmopara spp.).

Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.

Dosering: 5 liter per ha, toepassen in 1000 liter per ha.

In de teelt in de vollegrond van peterselie, ter voorkoming valse meeldauw (Plasmopara spp.).

Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.

Dosering: 5 liter per ha, toepassen in 1000 liter per ha.

II. D. Knelpunt Spaanse peper – spint en trips

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Spaanse peper – spint en trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte teelt van Spaanse peper, waarbij voor de periode van 1 november 2004 tot 1 januari 2005 geldt dat het gebruik uitsluitend toegestaan is vóór de bloei voor zetting.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid en is irriterend voor de ogen.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

  • Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter))

  • In geval van een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen voor Spaanse peper.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel bestrijdt spint (volwassen mijten en onvolwassen stadia). Het maximale effect tegen spint wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken.

Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.

Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae).

Toepassen zodra schade wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,025% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).

Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II. E. Knelpunt Radijs onder glas – mineervlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Vertimec

Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine

Toelatingsnummer: 10020 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Radijs – mineervlieg

Vertimec

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte teelt van radijs.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid en is irriterend voor de ogen.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken,mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

  • Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter)).

  • Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding betreden tot dat de spuitvloeistof is opgedroogd.

  • In geval van een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen voor radijs.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel bestrijdt alle larvale stadia van de mineervlieg.

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken.

Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.

Toepassingen

In de bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van larven van mineervlieg

(Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. Bryoniae).

Toepassen zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 2x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1000 liter water per ha.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II. F. Knelpunt Biologische appelteelt – appelbloesemkever

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Spruzit Vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 40 g/l pyrethrinen en 160 g/l piperonylbutoxide

Toelatingsnummer: 7229 N

Toelatingshouder: W. Neudorff GmbH KG Spruzit

Knelpunt: Appels – appelbloesemkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de biologische teelt van appels, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

In verband met het risico voor waterorganismen dient tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.

Het volgende dient in acht te worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Biologische teelt van appels, ter bestrijding van appelbloesemkever.

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden; in het bijzonder de onderkant van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.G. Knelpunt Digitalis-grasachtige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Gallant 2000

Gehalte werkzame stof: 108 g/l haloxyfop-P-methyl

Toelatingsnummer: 11592 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: onbedekte teelt van Digitalis ter bestrijding van grassen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van Digitalis vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 oktober 2004.

Het is verboden dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn, te gebruiken.

Dit middel is irriterend voor ogen.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gallant 2000 is een systemisch werkend bladherbicide en bestrijdt kweekgras, eenjarige grassen, opslag van granen en straatgras. Op het moment van spuiten moeten de grassen goed aan de groei zijn en voldoende bladmassa hebben om het herbicide op te nemen (3-5 bladstadium tot begin uitstoeling).

Wacht met toepassen niet zo lang dat het cultuur gewas het onkruid grotendeels bedekt.

Toepassen bij droog en groeizaam weer, als geen regen wordt verwacht binnen 1 uur na toepassing. De groei van de onkruiden stopt binnen enkele dagen na de bespuiting; afhankelijk van de weersomstandigheden en de onkruiden is de werking zichtbaar 1 tot 2 weken na de toepassing en is volledig na 3 tot 4 weken. Groeizaam weer bevordert de snelheid van de werking.

Gallant 2000 bevat een uitvloeier. De toevoeging van een extra hulpstof is dus niet nodig. Niet mengen met groeistoffen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van Digitalis, ter bestrijding van grasachtige onkruiden.

De toepassing kan na opkomst van het gewas plaatsvinden.

Dosering: De dosering is afhankelijk van de onkruidsoort.

Onkruidsoort

Dosering per ha

Tijdstip van toepassen

– Hanepoot

– Duist

– Windhalm

– Wilde haver

– Opslag van granen

– Stuifdek van gerst

– Opslag van raaigras

0,5 l

Als het betreffende onkruid 2–3 bladeren heeft tot uiterlijk begin doorschieten.

     

– Kweekgras

1 l

Bij 15–25 cm hoogte (4–6 bladstadium).

     

– Straatgras

1–1,5 l

Op jong straatgras voor de bloei geeft 1 l ha al voldoende werking.

Attentie

Cultuurgrassen (behalve roodzwenk en hardzwenk), granen en maïs zijn uiterst gevoelig voor dit middel.

II. H. Knelpunt Spinazie in de onbedekte teelt – onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone

Toelatingsnummer: 12148 N

Toelatingshouder: FMC Chemical bvba, APG

Knelpunt: Spinazie in de onbedekte teelt – onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van spinazie.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Aanraking met de huid vermijden.

  • Draag geschikte handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden. Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

Spinazie in onbedekte teelt, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen op een vochtig zaaibed tot uiterlijk 3 dagen na zaai op niet voorgekiemd zaad. Voor verbreding van het werkingsspectrum het middel mengen met een daartoe geschikt product.

Dosering: 150 ml per hectare.

Waarschuwing

Na een eenmalige toepassing van Centium 360 CS is enige bladverkleuring tot aan het einde van de teelt niet uitgesloten hetgeen met name problemen kan geven bij de teelt van verse spinazie. Bij opeenvolgende toepassingen van Centium 360 CS in hetzelfde groeiseizoen is enige accumulatie niet uitgesloten waardoor er toenemende problemen kunnen ontstaan met gewasreacties.

II. I. Knelpunt Kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli) – melige koolluis en perzikluis

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Admire

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 11483 N

Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt: kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli) – melige koolluis en perzikluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als een traybehandeling vóór het planten van kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli), met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Volgteelt

Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.

Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli, ter bestrijding van melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae).

Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m² tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.

Dosering: 5 gram middel per 1000 planten.

Attentie

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weg.

II. J. Knelpunt Andijvie en radicchio rosso – bladluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid

Toelatingsnummer: 12341 N

Toelatingshouder: Bayer Copscience B.V.

Knelpunt: Andijvie en Radicchio rosso – bladluizen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden ten behoeve van de onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso ter voorkoming van aantasting door insecten.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Draag als adembeschermingsmiddel een volgelaatsmasker met verse luchttoevoer tijdens het gebruik (mengen, laden, afzakken en schoonmaken doseersysteem).

Volgteelt

Na de teelt van andijvie en Radicchio rosso, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: prei, sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, spruitkool, boerenkool, andijvie, radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als andijvie en Radicchio rosso eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking van het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gaucho is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid.

Toepassingen

Onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).

Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand.

In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden gespoten met een daarvoor toegelaten middel.

Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.

Waarschuwing

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden. Bij combinatie met andere insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd. Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II. K. Knelpunt Selderij en peterselie – bladvlekkenziekte

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Score 250 EC

Gehalte werkzame stof: 250 g/l difenoconazool

Toelatingsnummer: 11453 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Peterselie, snijselderij, bleekselderij – bladvlekkenziekte

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van peterselie, snijselderij en bleekselderij in de periode vanaf 1 juli tot het einde van de teelt met dien verstande dat maximaal 6 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Op percelen die grenzen aan watergangen is gebruik uitsluitend toegestaan indien gespoten wordt met een zeer grove druppeldop van de driftreductieklasse van minimaal 75.

De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.

Dit middel is Irriterend voor de huid, kan ernstig oogletsel veroorzaken en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen, zowel bij toepassen als bij herbetredingswerkzaamheden.

  • Draag een geschikt beschermingsmiddel voor het gezicht.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor peterselie en snijselderij en 3 weken voor bleekselderij.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Peterselie en snijselderij, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Septoria apiicola).

Toepassen nadat infectie heeft plaatsgevonden tot zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen met een interval van 2 weken. Maximaal 2 bespuitingen per seizoen uitvoeren.

Dosering: 0,4 liter per ha.

Bleekselderij, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Septoria apiicola).

Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen met een interval van 2 weken. Maximaal 3 bespuitingen per seizoen uitvoeren.

Dosering: 0,4 liter per ha.

II. L. Knelpunt Zaadteelt van Veldbeemdgras – straatgras

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingsmiddel

Merknaam: Boxer

Gehalte werkzame stof: 800 g/l

Toelatingsnummer: 10701 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV

Knelpunt: Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de zaadteelt van veldbeemdgras.

Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding.

  • Draag geschikte handschoenen.

  • Draag tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten, paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente), knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeet-mij-niet, echte kamille en hennepnetel.

Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt. Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden wordt een tankmengsel aanbevolen.

Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.

Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.

Waterhoeveelheid: 200–400 liter per hectare.

Toepassingen

In de zaadteelt van veldbeemdgras ter bestrijding van straatgras. Het middel toepassen na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerste jaars graszaad. Het tijdstip hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer dan het grotere.

Dosering: 4 l middel per hectare.

II. M. Knelpunt Tulpen – schimmels

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingmiddel

Merknaam: Jet 5

Gehalte werkzame stof: 220 g/l waterstofperoxide, 55 g/l perazijnzuur

Toelatingsnummer: 12134 N

Toelatingshouder: Certis Europe B.V.

Knelpunt: Boldompeling van tulp tegen schimmelaantastingen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel ten behoeve van de teelt van tulp door middel van een boldompeling.

Dit middel is schadelijk bij inademing en aanraking met de huid. Het middel is giftig bij opname door de mond en kan ernstige brandwonden en oogletsel veroorzaken. Ook is er ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten toestand.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Op een koele plaats bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Jet 5 is een middel op basis van een krachtige oxidator.

Voorkom tijdens het gebruik opspatten en nevelvorming.

Metalen zoals koper, brons, aluminium en zink kunnen bij toepassing verkleuren.

Toepassingen

Plantgoedbehandeling van tulp, ter voorkoming van diverse schimmelaantastingen, waaronder zuur (Fusarium spp). De bollen gedurende 15 minuten dompelen. Bij voorkeur een behandeling uitvoeren kort na de oogst of voor het in bewaring brengen. Het product niet mengen met fungiciden.

Dosering: 0,5% (500 ml per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen plantgoed steeds uitgegaan van een standaard ontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II. N. Knelpunt Plantgoedbehandeling lelie – bollenmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingmiddel

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Plantgoedbehandeling lelie tegen bollenmijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel bij plantgoedbehandeling ten behoeve van de teelt van lelie.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de ogen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen en gewaswerkzaamheden.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20ºC behandelen. Het middel is geschikt voor de bestrijding van mijten bij plantgoed. De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.

Toepassingen

Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini).

De schubben, kort na de oogst en vóór het in bewaring brengen, dompelen in een oplossing van het middel. Na het dompelen de schubben opslaan bij een temperatuur van 10 tot 23 graden (of hoger) en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde schubben afdekken met plastic.

Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II. O. Knelpunt Bloementeelt van dahlia’s – spint

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gewasbeschermingmiddel

Merknaam: Nissorun Vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 250 g/l hexythiazox

Toelatingsnummer: 10379 N

Toelatingshouder: Certis Europe B.V.

Knelpunt: Bloementeelt van dahlia’s – spint

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel in de bloementeelt van Dahlia, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het niet handmatig toegepast mag worden en dat er neerwaarts gespoten dient te worden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Stof en spuitnevel niet inademen.

  • Aanraking met de ogen vermijden.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is werkzaam tegen eieren en alle larvenstadia van spintmijten. De werking tegen volwassen spintmijten is beperkt. Het middel heeft een trage aanvangswerking.

Om de kans op ontwikkeling van resistentie te verkleinen heeft het de voorkeur dat het middel wordt afgewisseld met andere daarvoor toegelaten middelen met een ander werkingsmechanisme of gecombineerd met deze middelen wordt toegepast.

Het middel toepassen met voldoende water om optimale bevochtiging te bereiken van zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren.

Toepassingen

Bloementeelt van dahlia’s, ter bestrijding van spint (Tetranchidae).

Een bespuiting uitvoeren zodra een beginnende aantasting wordt waargenomen. Indien nodig de behandeling na 7–10 dagen herhalen.

Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).

Attentie

Om zichtbaar residu te voorkomen desgewenst een uitvloeier toevoegen.

Het verdient aanbeveling middels een proefbespuiting vast te stellen of het gewas de behandeling verdraagt.

II.P. Boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond - bodeminsecten

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond – bodeminsecten

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 oktober 2004, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van boomkwekerijgewassen en vaste planten, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt.Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzingen

Toepassingen

Teelten in de vollegrond van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.), aardrupsen (larve van Agrotis spp.), engerlingen (larve van Scarabaeidae spp.), wortelduizendpoten (Symphyla spp.) en springstaarten (Collembola spp.).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

II.Q. Bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 november 2004, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden Freesia.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen

Gebruiksaanwijzingen

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van Freesia, ter bestrijding van bonenvlieg (Delia platura).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha.

II.R. Snijbloemen in de vollegrond - emelten

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: Snijbloemen in de vollegrond – emelten

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 januari 2005, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van snijbloemen, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

Gebruiksaanwijzingen

Toepassingen

Teelten in de vollegrond van snijbloemen, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha

II.S. Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen - wortelduizendpoot

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – wortelduizendpoot

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. op klei- , veen- en zavelgronden;

  • b. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 januari 2005, en

  • c. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, met dien verstande dat maximaal 10 hectare per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Symphyla spp.).

Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant- of zaaiklare, onkruidvrije grond.

Dosering: 32 kg/ha

II.T. Bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam: Dursban 5G

Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos

Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:

  • a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot 1 november 2004, en

  • b. toegepast met een granulaatstrooier door middel van een grondbehandeling ten behoeve van de vollegrondsteelt van bloembollen en bolbloemen, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.

Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.

Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.

Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Bloembollen en bolbloemen, tegen ritnaalden (larven van Agrotes spp.) en emelten (larven van vnl. Tipula spp.).

Deze bodeminsecten treden vooral op bij teelten op gescheurd grasland. Als aantasting wordt verwacht kan tijdens het planten het middel in de open regel worden gestrooid en in één arbeidsgang worden ondergewerkt.

Bij gladiolen wordt door een behandeling tevens bonenvlieg (Delia platura) bestreden.

Dosering: 32 kg/ha

II.U. Spaanse pepers – Phytophtora

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam:

Previcur N

Gehalte werkzame stof:

722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer:

7920 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

Spaanse pepers – Phytophthora

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse pepers in de periode van 1 september 2004 tot 1 januari 2005

Veiligheidstermijnen:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzingen

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Spaanse peper in grondgebonden bedekte teelt , ter voorkoming van uitval door Phytophthora.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water) per m² 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten.

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100-150 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.V. Andijvie onder glas – voetrot

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam:

Previcur N

Gehalte werkzame stof:

722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer:

7920 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

Andijvie – Voetrot

Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de bedekte teelt van andijvie vanaf 1 september tot 1 november 2004:

Veiligheidstermijnen:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 weken.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden, toepassen en herbetredingswerkzaamheden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

Andijvie in de bedekte teelt , ter voorkoming van voetrot.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m² 5 liter spuitvloeistof gebruiken.

Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.W. Prei - Trips Tabaci

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Merknaam:

Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof:

500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer:

11720 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

prei - trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel tot en met de maand september met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van prei, mits:

  • een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud van een droge sloot tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90%-driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud van een watervoerende sloot tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden en driftarme doppen overeenkomstig het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij worden gebruikt binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van een watervoerende sloot: of

  • een teeltvrije zone van tenminste 3 meter vanaf de insteek van het talud van een watervoerende sloot tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90%-driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van een watervoerende sloot;

  • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organisch stofgehalte kleiner dan 2% en minder dan 10% afslibbaar;

  • het middel wordt gespoten bij een spuitdruk van maximaal 3 bar, met het oog op driftbeperking.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels en andere niet-doelwit arthropoden. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels.

Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Het middel is giftig voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht kan komen.

Dit middel is giftig bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel voor de ogen.

  • Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.

  • Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering:

eerste bespuiting

1,5 l/ha

 

volgbespuiting

1,0 l/ha

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.X. Kool – Bladluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

12341 N

Toelatingshouder:

Bayer Copscience B.V.

Knelpunt:

Koolsoorten – Bladluizen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden ten behoeve van sluitkool, Chinese kool, boerenkool en spruitkool ter voorkoming van aantasting door insecten.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen

  • Draag een volgelaatsmasker met verse luchttoevoer tijdens het gebruik (mengen, laden, afzakken en schoonmaken doseersysteem).

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen

Volgteelt

Na de teelt van sluitkool, Chinese kool, boerenkool en spruitkool, die direct gezaaid worden op het zaaibed, zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: prei, sla (m.u.v. veldsla), sluitkool, Chinese kool, broccoli, spruitkool, boerenkool, andijvie, radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.

Als sluitkool, Chinese kool, boerenkool en spruitkool eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gaucho Tuinbouw is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid.

Toepassingen

Sluitkool, spruitkool, Chinese kool, boerenkool en broccoli, ter voorkoming van aantasting door bladluizen onder andere melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae).

Dosering: 215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing: het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden. Bij combinatie met andere insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd. Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

Deel III. Administratieve voorschriften, bedoeld in artikel 5, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

  • 1. Fabrikanten, importeurs en handelaren houden in een daartoe bestemd register met betrekking tot de door hen in voorraad gehouden, ontvangen of afgeleverde hoeveelheden van de in deel I van deze bijlage vermelde gewasbeschermingsmiddelen op overzichtelijke wijze en naar waarheid de volgende gegevens bij:

    • a. de naam, zoals die op de verpakking is vermeld, en het nummer van het middel, zoals voor dat middel aangegeven in deel I van deze bijlage;

    • b. de voorraad op de datum waarop dit besluit in werking treedt;

    • c. de geleverde hoeveelheid per levering, met vermelding van de datum van de levering;

    • d. de afgenomen hoeveelheid voorraad, niet zijnde de geleverde hoeveelheid, met vermelding van de datum waarop die afname heeft plaatsgevonden;

    • e. de van leveranciers ontvangen hoeveelheid per aflevering, met vermelding van de datum waarop de aflevering heeft plaatsgevonden;

    • f. de toegenomen hoeveelheid voorraad, met vermelding van de datum waarop de toename heeft plaatsgevonden;

    • g. de naam, het adres en de woonplaats van de leverancier, onderscheidenlijk afnemer, van het gewasbeschermingsmiddel;

    • h. de voorraad op de datum met ingang waarvan dit besluit vervalt.

  • 2. De in punt 1 bedoelde gegevens, met uitzondering van de in punt 1, onder b, bedoelde gegevens, worden in het register opgenomen binnen 3 dagen nadat de voorraadmutatie heeft plaatsgevonden of het gewasbeschermingsmiddel is ontvangen of geleverd. Het in punt 1, onder b, bedoelde gegeven wordt binnen één maand na de aldaar aangegeven datum in het register opgenomen.

  • 3. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren bewaren alle desbetreffende aantekeningen en bescheiden, waaronder mede begrepen nota’s, brieven en andere bewijsstukken, boeken, registers of andere hulpmiddelen waarin die gegevens zijn vastgelegd, op overzichtelijke wijze gedurende zeven kalenderjaren gerekend vanaf het tijdstip van hun opstelling of verkrijging.

  • 4. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren die tevens toelatinghouders zijn, verstrekken aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit binnen drie maanden na afloop van de periode van vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel door middel van het formulier dat is vastgesteld in de bijlage bij de Regeling administratievoorschriften gewasbeschermingsmiddelen 2001:

    • a. per geleverd gewasbeschermingsmiddel dat voor gebruik in Nederland bestemd is, de naam, het toelatingsnummer en de geleverde hoeveelheid in kilogrammen of liters;

    • b. per hoeveelheid geleverd gewasbeschermingsmiddel, de hoeveelheid werkzame stof, gespecificeerd naar werkzame stof in kilogrammen.

  • 5. Het in punt 4 bepaalde is niet van toepassing op fabrikanten, importeurs en handelaren indien binnen de gestelde termijn de gegevens over de door hen afgeleverde hoeveelheid werkzame stoffen, gespecificeerd naar werkzame stof, door de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, Nefyto, onderscheidenlijk de vereniging Agrodis aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden verstrekt.

Naar boven