Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
II. A. Knelpunt Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel:
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Actellic 50
Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl
Toelatingsnummer: 6469 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Groene potplanten tegen wol-, dop- en schildluizen
Gebruiksvoorschriften
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als gewasbehandeling
in de bedekte teelt van groene potplanten, met maximaal 2 toepassing(en) per teelt
of teeltseizoen met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen
waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen
en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven,
vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de
ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen,
en gewaswerkzaamheden.
-
• Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.
-
• Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel
kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 ºC behandelen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae). Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling
maximaal 1 maar herhalen met een interval van 10–14 dagen.
Dosering: 0,2% (200 ml middel per 100 liter water).
N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het
middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van
een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster)
en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting
uit te voeren.
II. B. Knelpunt breedbladige onkruiden in de teelt van chichorei en witlofpennen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Safari
Gehalte werkzame stof: 50% triflusulfuron-methyl
Toelatingsnummer: 11754 N
Toelatingshouder: Dupont de Nemours (Nederland) B.V.
Knelpunt: Witlof en cichorei – Onkruiden
Gebruiksvoorschriften
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de pennenteelt
en zaadteelt van witlof en cichorei, met maximaal 60 gram middel per ha per teelt
of teeltseizoen.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
Gebruiksaanwijzing
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Safari is een systemisch bladherbicide ter bestrijding van tweezaadlobbige onkruiden na
opkomst van het gewas. Het middel wordt hoofdzakelijk via het blad opgenomen, maar
ook gedeeltelijk via de wortels. Het middel wordt vervolgens getransporteerd naar
de groeipunten. De groei van de onkruiden wordt snel gestopt, maar de snelheid van
afsterven is afhankelijk van de soort, leeftijd en groeiomstandigheden en kan enkele
weken duren. De soorten vogelmuur, varkensgras, melganzevoet en zwaluwtong zijn minder
gevoelig.
Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer. Niet toepassen wanneer grote schommelingen
tussen dag- en nachttemperatuur (b.v. nachtvorst) worden verwacht of wanneer temperaturen
hoger dan 25 °C worden verwacht.
Het middel niet toepassen als het gewas beschadigd is door b.v. bladluizen of hagel.
Na toepassing is een droge periode van 4 uur noodzakelijk, zodat het middel goed door
het onkruid kan worden opgenomen.
Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 l/ha.
Opmerkingen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Onder stresscondities kunnen enkele dagen na toepassing gele vlekjes op het blad verschijnen
die echter weer snel verdwijnen.
De toepassing van Safari in de juiste periode heeft geen invloed op een volggewas in en normale rotatie. Desalniettemin
wordt, bij gebrek aan informatie, het afgeraden bloemen, sierplanten, heesters of
boomkwekerijgewassen te planten na witlof of cichorei behandeld met Safari in een periode van 12 maanden na toepassing.
Attentie
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Direct na de behandeling dient de apparatuur uiterst zorgvuldig te worden schoongemaakt
met ammonia of chloorbleekloog, daar een residu van het middel aan veel gewassen grote
schade kan veroorzaken.
Toepassingen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Pennenteelt en zaadteelt van witlof en cichorei, steeds toepassen op zeer jonge onkruiden, kiemblad- tot 2 bladstadium.
Om een goede werking te verkrijgen dient het middel herhaaldelijk te worden toegepast
op zeer jonge onkruiden (bij voorkeur in het kiemlobstadium). De eerste behandeling
niet eerder uitvoeren dan wanneer 70% van de planten opgekomen is. Vervolgbespuitingen
uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.
Na behandeling kan 1–2 weken groeivertraging optreden. In proeven heeft dit nooit
tot duidelijke invloed gehad op de opbrengst of kwaliteit van het gewas. Vervolgbespuitingen
dienen bij voorkeur te worden uitgesteld wanneer het gewas nog een reactie laat zien
van de eerdere bespuiting(en).
Overlap voorkomen omdat dit bij ongunstige omstandigheden opbrengstderving kan veroorzaken.
Om het werkingsspectrum te verbreden kan Safari worden gemengd met andere in de teelt
toegelaten herbiciden.
Dosering: Maximaal 30 gram middel per toepassing, in totaal mag maximaal 60 gram middel per
ha per teelt of teeltseizoen worden toegepast.
Gewasmislukking
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
In geval van mislukking van het gewas, kunnen alleen bieten, zomergerst en olievlas
worden geteeld. Indien een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd kan ook maïs worden
geteeld.
Gereedmaken spuitvloeistof
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Eerst de tank voor de helft vullen met water, vervolgens onder voortdurend roeren
het middel toevoegen en de tank verder met water vullen. Ook tijdens het spuiten dient
de spuitvloeistof in beweging te worden gehouden.
II. C. Knelpunt Peterselie – Valse meeldauw
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Peterselie – Valse meeldauw
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel:
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 3 weken
voor peterselie.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
• Maximaal per dag 0,5 ha behandelen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels,
die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.
Toepassingen
Peterselie onder glas, ter bestrijding valse meeldauw (Plasmopara spp.).
Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling
maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.
Dosering: 5 liter per ha, toepassen in 1000 liter per ha.
In de teelt in de vollegrond van peterselie, ter voorkoming valse meeldauw (Plasmopara spp.).
Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling
maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.
Dosering: 5 liter per ha, toepassen in 1000 liter per ha.
II. D. Knelpunt Spaanse peper – spint en trips
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Spaanse peper – spint en trips
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte
teelt van Spaanse peper, waarbij voor de periode van 1 november 2004 tot 1 januari
2005 geldt dat het gebruik uitsluitend toegestaan is vóór de bloei voor zetting.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
– een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
– een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).
Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde
onder veiligheidsaanbevelingen.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen
strikt in acht nemen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen
dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid
en is irriterend voor de ogen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken, mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
-
• Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met
aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter))
-
• In geval van een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen
voor Spaanse peper.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel bestrijdt spint (volwassen mijten en onvolwassen stadia). Het maximale
effect tegen spint wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het
middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven-
als onderzijde van het blad te bereiken.
Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.
Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae).
Toepassen zodra schade wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het
middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.
Dosering: 0,025% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.
In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).
Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het
middel maximaal 4x per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.
Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per ha.
Attentie
Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product
wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie
tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.
II. E. Knelpunt Radijs onder glas – mineervlieg
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Radijs – mineervlieg
Vertimec
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de bedekte
teelt van radijs.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
– een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
– een ruimtebehandeling met een Laag volume vernevelaar (Low Volume Misters).
Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde
onder veiligheidsaanbevelingen.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende
ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen
strikt in acht nemen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen
dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid
en is irriterend voor de ogen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding bij aanmaken,mengen en laden,
toepassen en herbetredingswerkzaamheden.
-
• Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met
aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter)).
-
• Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding betreden tot dat de spuitvloeistof
is opgedroogd.
-
• In geval van een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 14 dagen
voor radijs.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel bestrijdt alle larvale stadia van de mineervlieg.
Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over
zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken.
Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.
Toepassingen
In de bedekte teelt van radijs, ter bestrijding van larven van mineervlieg
(Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. Bryoniae).
Toepassen zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig
herhalen. Het middel maximaal 2x per teelt toepassen met een interval van minimaal
7 dagen.
Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) in maximaal 1000 liter water per ha.
Attentie
Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product
wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie
tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.
II. F. Knelpunt Biologische appelteelt – appelbloesemkever
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Spruzit Vloeibaar
Gehalte werkzame stof: 40 g/l pyrethrinen en 160 g/l piperonylbutoxide
Toelatingsnummer: 7229 N
Toelatingshouder: W. Neudorff GmbH KG Spruzit
Knelpunt: Appels – appelbloesemkever
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de biologische
teelt van appels, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.
In verband met het risico voor waterorganismen dient tussen de watergang en de buitenste
bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.
Het volgende dient in acht te worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Biologische teelt van appels, ter bestrijding van appelbloesemkever.
Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden; in het bijzonder de onderkant
van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen
voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is.
Aangemaakte oplossing niet blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.
Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).
II.G. Knelpunt Digitalis-grasachtige onkruiden
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Gallant 2000
Gehalte werkzame stof: 108 g/l haloxyfop-P-methyl
Toelatingsnummer: 11592 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: onbedekte teelt van Digitalis ter bestrijding van grassen
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal
1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van Digitalis vanaf de
inwerkingtreding van dit besluit tot 1 oktober 2004.
Het is verboden dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn, te gebruiken.
Dit middel is irriterend voor ogen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Spuitnevel niet inademen.
-
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
de ogen/het gezicht.
-
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Gallant 2000 is een systemisch werkend bladherbicide en bestrijdt kweekgras, eenjarige
grassen, opslag van granen en straatgras. Op het moment van spuiten moeten de grassen
goed aan de groei zijn en voldoende bladmassa hebben om het herbicide op te nemen
(3-5 bladstadium tot begin uitstoeling).
Wacht met toepassen niet zo lang dat het cultuur gewas het onkruid grotendeels bedekt.
Toepassen bij droog en groeizaam weer, als geen regen wordt verwacht binnen 1 uur
na toepassing. De groei van de onkruiden stopt binnen enkele dagen na de bespuiting;
afhankelijk van de weersomstandigheden en de onkruiden is de werking zichtbaar 1 tot
2 weken na de toepassing en is volledig na 3 tot 4 weken. Groeizaam weer bevordert
de snelheid van de werking.
Gallant 2000 bevat een uitvloeier. De toevoeging van een extra hulpstof is dus niet
nodig. Niet mengen met groeistoffen.
Toepassingen
Onbedekte teelt van Digitalis, ter bestrijding van grasachtige onkruiden.
De toepassing kan na opkomst van het gewas plaatsvinden.
Dosering: De dosering is afhankelijk van de onkruidsoort.
Onkruidsoort
|
Dosering per ha
|
Tijdstip van toepassen
|
– Hanepoot
– Duist
– Windhalm
– Wilde haver
– Opslag van granen
– Stuifdek van gerst
– Opslag van raaigras
|
0,5 l
|
Als het betreffende onkruid 2–3 bladeren heeft tot uiterlijk begin doorschieten.
|
|
|
|
– Kweekgras
|
1 l
|
Bij 15–25 cm hoogte (4–6 bladstadium).
|
|
|
|
– Straatgras
|
1–1,5 l
|
Op jong straatgras voor de bloei geeft 1 l ha al voldoende werking.
|
Attentie
Cultuurgrassen (behalve roodzwenk en hardzwenk), granen en maïs zijn uiterst gevoelig
voor dit middel.
II. H. Knelpunt Spinazie in de onbedekte teelt – onkruid
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Centium 360 CS
Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone
Toelatingsnummer: 12148 N
Toelatingshouder: FMC Chemical bvba, APG
Knelpunt: Spinazie in de onbedekte teelt – onkruid
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte
teelt van spinazie.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Aanraking met de huid vermijden.
-
• Draag geschikte handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden.
Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd.
Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
Toepassingen
Spinazie in onbedekte teelt, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen op een vochtig zaaibed tot uiterlijk 3 dagen na zaai op niet
voorgekiemd zaad. Voor verbreding van het werkingsspectrum het middel mengen met een
daartoe geschikt product.
Dosering: 150 ml per hectare.
Waarschuwing
Na een eenmalige toepassing van Centium 360 CS is enige bladverkleuring tot aan het
einde van de teelt niet uitgesloten hetgeen met name problemen kan geven bij de teelt
van verse spinazie. Bij opeenvolgende toepassingen van Centium 360 CS in hetzelfde
groeiseizoen is enige accumulatie niet uitgesloten waardoor er toenemende problemen
kunnen ontstaan met gewasreacties.
II. I. Knelpunt Kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli)
– melige koolluis en perzikluis
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Admire
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 11483 N
Toelatingshouder: Bayer Cropscience B.V.
Knelpunt: kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli) – melige
koolluis en perzikluis
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel als een traybehandeling
vóór het planten van kool (spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli),
met maximaal één toepassing per teelt of teeltseizoen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Volgteelt
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die
volggewassen mogelijk die in het huidige WG/GA van Admire zijn opgenomen.
Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld
heeft plaatsgevonden.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De
werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.
Toepassingen
Spruitkool, chinese kool, sluitkool, boerenkool en broccoli, ter bestrijding van melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae).
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend
de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m² tray. Het middel vervolgens
toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten
met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.
Dosering: 5 gram middel per 1000 planten.
Attentie
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal
weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand
laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3
weken weg.
II. J. Knelpunt Andijvie en radicchio rosso – bladluizen
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Gaucho Tuinbouw
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 12341 N
Toelatingshouder: Bayer Copscience B.V.
Knelpunt: Andijvie en Radicchio rosso – bladluizen
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden ten
behoeve van de onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso ter voorkoming van
aantasting door insecten.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
-
• Draag als adembeschermingsmiddel een volgelaatsmasker met verse luchttoevoer tijdens
het gebruik (mengen, laden, afzakken en schoonmaken doseersysteem).
Volgteelt
Na de teelt van andijvie en Radicchio rosso, die direct gezaaid worden op het zaaibed,
zijn alleen de volgende volggewassen mogelijk: prei, sla (m.u.v. veldsla), sluitkool,
spruitkool, boerenkool, andijvie, radicchio rosso of een niet-consumptiegewas.
Als andijvie en Radicchio rosso eerst in perspot of tray wordt gezaaid en later op
het veld wordt uitgeplant geldt deze restrictie niet als er een kerende grondbewerking
van het productieveld heeft plaatsgevonden.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Gaucho is een systemisch insecticide, het middel wordt via de wortels opgenomen en
door de hele plant verspreid.
Toepassingen
Onbedekte teelt van andijvie en Radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).
Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand.
In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden
gespoten met een daarvoor toegelaten middel.
Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.
Waarschuwing
Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden. Bij combinatie met andere
insecticiden dient de gewasverdraagzaamheid per gewas en ras opnieuw te worden gecontroleerd.
Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden
in de opkweekfase, deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld
niet meer zichtbaar.
II. K. Knelpunt Selderij en peterselie – bladvlekkenziekte
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Score 250 EC
Gehalte werkzame stof: 250 g/l difenoconazool
Toelatingsnummer: 11453 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Peterselie, snijselderij, bleekselderij – bladvlekkenziekte
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van
peterselie, snijselderij en bleekselderij in de periode vanaf 1 juli tot het einde
van de teelt met dien verstande dat maximaal 6 ha per persoon per dag mag worden behandeld.
Op percelen die grenzen aan watergangen is gebruik uitsluitend toegestaan indien gespoten
wordt met een zeer grove druppeldop van de driftreductieklasse van minimaal 75.
De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is Irriterend voor de huid, kan ernstig oogletsel veroorzaken en kan overgevoeligheid
veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen, zowel bij toepassen als bij herbetredingswerkzaamheden.
-
• Draag een geschikt beschermingsmiddel voor het gezicht.
Veiligheidstermijn
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken
voor peterselie en snijselderij en 3 weken voor bleekselderij.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Peterselie en snijselderij, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Septoria apiicola).
Toepassen nadat infectie heeft plaatsgevonden tot zodra aantasting wordt waargenomen.
De behandeling indien nodig herhalen met een interval van 2 weken. Maximaal 2 bespuitingen
per seizoen uitvoeren.
Dosering: 0,4 liter per ha.
Bleekselderij, ter bestrijding van bladvlekkenziekte (Septoria apiicola).
Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen
met een interval van 2 weken. Maximaal 3 bespuitingen per seizoen uitvoeren.
Dosering: 0,4 liter per ha.
II. L. Knelpunt Zaadteelt van Veldbeemdgras – straatgras
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingsmiddel
Merknaam: Boxer
Gehalte werkzame stof: 800 g/l
Toelatingsnummer: 10701 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV
Knelpunt: Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de zaadteelt
van veldbeemdgras.
Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact
met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Draag geschikte beschermende kleding.
-
• Draag geschikte handschoenen.
-
• Draag tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden
worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm
en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten,
paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente),
knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeet-mij-niet, echte kamille en hennepnetel.
Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen
zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder
gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt.
Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden
wordt een tankmengsel aanbevolen.
Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming
van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.
Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden
zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort
na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.
Waterhoeveelheid: 200–400 liter per hectare.
Toepassingen
In de zaadteelt van veldbeemdgras ter bestrijding van straatgras. Het middel toepassen
na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerste jaars graszaad. Het tijdstip
hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer
dan het grotere.
Dosering: 4 l middel per hectare.
II. M. Knelpunt Tulpen – schimmels
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingmiddel
Merknaam: Jet 5
Gehalte werkzame stof: 220 g/l waterstofperoxide, 55 g/l perazijnzuur
Toelatingsnummer: 12134 N
Toelatingshouder: Certis Europe B.V.
Knelpunt: Boldompeling van tulp tegen schimmelaantastingen
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel ten behoeve van
de teelt van tulp door middel van een boldompeling.
Dit middel is schadelijk bij inademing en aanraking met de huid. Het middel is giftig
bij opname door de mond en kan ernstige brandwonden en oogletsel veroorzaken. Ook
is er ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten toestand.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Op een koele plaats bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht.
-
• Bij ontoereikende ventilatie een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.
-
• Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Jet 5 is een middel op basis van een krachtige oxidator.
Voorkom tijdens het gebruik opspatten en nevelvorming.
Metalen zoals koper, brons, aluminium en zink kunnen bij toepassing verkleuren.
Toepassingen
Plantgoedbehandeling van tulp, ter voorkoming van diverse schimmelaantastingen, waaronder zuur (Fusarium spp). De bollen gedurende 15 minuten dompelen. Bij voorkeur een behandeling uitvoeren
kort na de oogst of voor het in bewaring brengen. Het product niet mengen met fungiciden.
Dosering: 0,5% (500 ml per 100 liter water).
Plantgoedbehandeling algemeen
In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen plantgoed steeds
uitgegaan van een standaard ontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar
minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten
ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof
bloembollen en -knollen’.
II. N. Knelpunt Plantgoedbehandeling lelie – bollenmijt
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingmiddel
Merknaam: Actellic 50
Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl
Toelatingsnummer: 6469 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Plantgoedbehandeling lelie tegen bollenmijt
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel bij plantgoedbehandeling
ten behoeve van de teelt van lelie.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de
ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding tijdens mengen, laden, toepassen
en gewaswerkzaamheden.
-
• Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.
-
• Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20ºC behandelen. Het middel is geschikt voor de bestrijding van mijten bij plantgoed.
De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.
Toepassingen
Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini).
De schubben, kort na de oogst en vóór het in bewaring brengen, dompelen in een oplossing
van het middel. Na het dompelen de schubben opslaan bij een temperatuur van 10 tot
23 graden (of hoger) en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van
de dampwerking. Zorg er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk,
dan de behandelde schubben afdekken met plastic.
Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).
Plantgoedbehandeling algemeen
In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed
steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden
naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van
restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Beschikking verwijdering dompelvloeistof
bloembollen en -knollen’.
II. O. Knelpunt Bloementeelt van dahlia’s – spint
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Gewasbeschermingmiddel
Merknaam: Nissorun Vloeibaar
Gehalte werkzame stof: 250 g/l hexythiazox
Toelatingsnummer: 10379 N
Toelatingshouder: Certis Europe B.V.
Knelpunt: Bloementeelt van dahlia’s – spint
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel in de bloementeelt
van Dahlia, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande
dat het niet handmatig toegepast mag worden en dat er neerwaarts gespoten dient te
worden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Stof en spuitnevel niet inademen.
-
• Aanraking met de ogen vermijden.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen
Het middel is werkzaam tegen eieren en alle larvenstadia van spintmijten. De werking
tegen volwassen spintmijten is beperkt. Het middel heeft een trage aanvangswerking.
Om de kans op ontwikkeling van resistentie te verkleinen heeft het de voorkeur dat
het middel wordt afgewisseld met andere daarvoor toegelaten middelen met een ander
werkingsmechanisme of gecombineerd met deze middelen wordt toegepast.
Het middel toepassen met voldoende water om optimale bevochtiging te bereiken van
zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren.
Toepassingen
Bloementeelt van dahlia’s, ter bestrijding van spint (Tetranchidae).
Een bespuiting uitvoeren zodra een beginnende aantasting wordt waargenomen. Indien
nodig de behandeling na 7–10 dagen herhalen.
Dosering: 0,02% (20 ml per 100 liter water).
Attentie
Om zichtbaar residu te voorkomen desgewenst een uitvloeier toevoegen.
Het verdient aanbeveling middels een proefbespuiting vast te stellen of het gewas
de behandeling verdraagt.
II.P. Boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond - bodeminsecten
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Dursban 5G
Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: boomkwekerijgewassen en vaste planten in vollegrond – bodeminsecten
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van
dit besluit tot 1 oktober 2004, en
-
b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van boomkwekerijgewassen
en vaste planten, met dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden
behandeld.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt.Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
Gebruiksaanwijzingen
Toepassingen
Teelten in de vollegrond van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.), aardrupsen (larve van Agrotis spp.), engerlingen (larve van Scarabaeidae spp.), wortelduizendpoten (Symphyla spp.) en springstaarten (Collembola spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha.
II.Q. Bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Dursban 5G
Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden Freesia – bonenvlieg
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van
dit besluit tot 1 november 2004, en
-
b. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden Freesia.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen
Gebruiksaanwijzingen
Toepassingen
Bedekte grondgebonden teelt van Freesia, ter bestrijding van bonenvlieg (Delia platura).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha.
II.R. Snijbloemen in de vollegrond - emelten
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Dursban 5G
Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: Snijbloemen in de vollegrond – emelten
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van
dit besluit tot 1 januari 2005, en
-
b. toegepast met een granulaatstrooier in de vollegrondsteelten van snijbloemen, met
dien verstande dat maximaal 3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
Gebruiksaanwijzingen
Toepassingen
Teelten in de vollegrond van snijbloemen, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha
II.S. Bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen - wortelduizendpoot
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Dursban 5G
Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen – wortelduizendpoot
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. op klei- , veen- en zavelgronden;
-
b. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van
dit besluit tot 1 januari 2005, en
-
c. toegepast met een granulaatstrooier in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen,
met dien verstande dat maximaal 10 hectare per persoon per dag mag worden behandeld.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Bedekte grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Symphyla spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha
II.T. Bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Merknaam: Dursban 5G
Gehalte werkzame stof: 5% chloorpyrifos
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 9758 N
Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.
Knelpunt: bolbloemen en bloembollen – emelten en ritnaalden
Gebruiksvoorschriften
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen vanaf de inwerkingtreding van
dit besluit tot 1 november 2004, en
-
b. toegepast met een granulaatstrooier door middel van een grondbehandeling ten behoeve
van de vollegrondsteelt van bloembollen en bolbloemen, met dien verstande dat maximaal
3 ha per persoon per dag mag worden behandeld.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen
zoals grondboringen zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen
Bloembollen en bolbloemen, tegen ritnaalden (larven van Agrotes spp.) en emelten (larven van vnl. Tipula spp.).
Deze bodeminsecten treden vooral op bij teelten op gescheurd grasland. Als aantasting
wordt verwacht kan tijdens het planten het middel in de open regel worden gestrooid
en in één arbeidsgang worden ondergewerkt.
Bij gladiolen wordt door een behandeling tevens bonenvlieg (Delia platura) bestreden.
Dosering: 32 kg/ha