Wijzigingsbesluit Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000 (april 2004)

[Regeling materieel uitgewerkt per 31-12-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 15-04-2004 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie van 1 april 2004, kenmerk 5278036/DBZ/04, strekkende tot wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaren reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken ministers;

Gelezen het verzoek van de directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam;

Gelet op:

artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993.

Besluit:

Artikel 1

[Red: Wijzigt het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Reinigingsagenten Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2000.]

Artikel 2

  • 1 De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst van de dienst Stadstoezicht Amsterdam de functie van reinigingsagent vervullen, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van onderhavige besluit.

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 1 april 2004

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar

,

A.A.A.M. Huldy

Naar boven