Wet van 18 maart 2004 tot wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid in verband
met een verlaging van het maximale aantal leden van de Raad voor cultuur en een verhoging
van het maximale aantal leden van commissies van die Raad
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is in de Wet op het specifiek cultuurbeleid een wijziging aan te brengen in het maximale aantal leden van de Raad voor cultuur;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: