Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning

[Regeling vervallen per 28-03-2019.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-02-2016 t/m 27-03-2019

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van commissarissen van de Koning (Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 7, 8 en 8a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

  • 1 Voor zover er sprake is van een vergoeding voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, ontvangt de commissaris van de Koning ten laste van de provincie op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde van deze apparatuur en software voor de periode van maximaal drie jaar.

  • 2 De aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding ten behoeve van het gebruik van de computer komen ten laste van de provincie.

  • 3 Gedeputeerde staten stellen het model van een bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

  • 1 De verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft het bedrag van:

    • a. de kosten voor het transport van de bagage en de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van bagage en inboedel;

    • b. andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, waaronder begrepen de kosten van inrichting van de woning en tijdelijke opslag, tot een maximum van € 5.818,46.

  • 2 Kosten in verband met de aan- of verkoop van een woning en verbouwingskosten worden niet aangemerkt als kosten als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Het recht op de verhuiskostenvergoeding vervalt indien de commissaris niet binnen drie jaar is verhuisd.

  • 4 Indien de waarnemend commissaris in verband met zijn benoeming naar een gemeente in de provincie verhuist, heeft hij recht op een verhuiskostenvergoeding.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

  • 1 Indien zijn verhuizing leidt tot dubbele woonlasten ontvangt de commissaris in aanvulling op de verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 3, een tegemoetkoming in de kosten van dubbele woonlasten gedurende ten hoogste drie jaar na zijn benoeming, op voorwaarde dat hij in een gemeente in de provincie is ingeschreven in de basisregistratie personen.

  • 2 De tegemoetkoming bestaat uit het bedrag van de gemaakte kosten van huisvesting en bedraagt ten hoogste 18% van de bezoldiging.

  • 3 Onder de daadwerkelijk gemaakte kosten van de huisvesting, bedoeld in het tweede lid, worden verstaan:

    • a. het bedrag van de huur van de woning in de provincie waar de commissaris is benoemd, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water;

    • b. de rente van schulden ter verwerving van de woning in de provincie waar de commissaris is benoemd, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water; óf

    • c. de korting op de bezoldiging vanwege de bewoning van een door de provincie ter beschikking gestelde woonvoorziening, waaronder begrepen een ambtswoning, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water.

  • 4 De tegemoetkoming gaat in op de eerste dag van de maand na de benoeming waarop de dubbele woonlasten ontstaan en eindigt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de woning waar de commissaris zijn benoeming woonde, is verkocht, of na afloop van de maximale duur, bedoeld in het eerste lid. De datum van verkoop wordt bepaald op de dag dat de akte betreffende de overdracht van de woning bij de notaris is gepasseerd.

  • 5 De tegemoetkoming wordt slechts verleend indien:

    • a. de commissaris binnen drie jaar na zijn benoeming een woning huurt of koopt in de provincie dan wel een door de provincie ter beschikking gestelde woonvoorziening betrekt, waaronder begrepen een ambtswoning; én

    • b. de woning waar de commissaris ten tijde van zijn benoeming woonde, voor een ieder kenbaar te koop staat en er, nadat eventuele huurinkomsten uit die woning in mindering zijn gebracht op de rente over de schulden ter verwerving van die woning, een bedrag resteert dat voor zijn rekening komt.

  • 6 De verschuldigde loon- en inkomstenbelasting over de tegemoetkoming worden door de provincie aan de commissaris vergoed.

  • 7 Dit artikel is niet van toepassing op de benoemde waarnemend commissaris.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

  • 1 Voor een vergoeding voor reis- en pensionkosten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen, komt de commissaris in aanmerking als hij nog niet in een gemeente in de provincie waar hij is benoemd, in de basisregistratie personen is ingeschreven. De vergoeding bedraagt:

    • a. per maand het bedrag van de gemaakte pensionkosten doch ten hoogste 18% van de bezoldiging;

    • b. voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf:

      • 1°. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer,

      • 2°. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 2 Indien geen aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding van pensionkosten, bedraagt de vergoeding voor het reizen tussen de woonplaats en de gemeente waar hij werkt:

    • a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van eigen vervoer, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 3 Onder gemaakte pensionkosten worden verstaan de kosten voor tijdelijke huisvesting in de provincie waarin hij is benoemd. In deze kosten zijn begrepen de kosten van elektriciteit, gas en water, maar niet de kosten die in rekening worden gebracht voor overige diensten of zaken.

  • 4 Onder de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer worden verstaan de kosten van voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel met een veerpont of een veerboot.

  • 5 De verschuldigde loon- en inkomstenbelasting over de vergoeding voor pensionkosten worden door de provincie aan de commissaris vergoed.

  • 6 Dit artikel is van toepassing op de benoemde waarnemend commissaris.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

  • 1 Indien een commissaris of een waarnemend commissaris recht heeft op een vergoeding van pensionkosten, kan hij de reiskosten voor één bezoek per week aan de woning waar hij ten tijde van zijn benoeming woonde, ten laste brengen van de provincie. Deze vergoeding bedraagt:

    • a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 2 Indien een commissaris een tegemoetkoming voor dubbele woonlasten ontvangt voor de woning waar hij ten tijde van zijn benoeming woonde, kan hij de reiskosten voor één bezoek per week aan die woning ten laste brengen van de provincie. Deze vergoeding bedraagt:

    • a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;

  • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

De vergoeding voor reiskosten, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, bedraagt:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;

  • b. € 0,09 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer doelmatig was;

  • c. € 0,37 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer niet doelmatig was.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Het declareren van de kosten geschiedt onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2004, met dien verstande dat:

Artikel 9

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven