Omzetbelasting, telefoonwinkels; heffing van omzetbelasting met betrekking tot uitgekeerde [...] met het afsluiten van telefoonabonnementen

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 05-01-2004 t/m 08-08-2007

Omzetbelasting, telefoonwinkels; heffing van omzetbelasting met betrekking tot uitgekeerde bedragen en/of gratis of tegen gereduceerde prijs geleverde telefoons in combinatie met het afsluiten van telefoonabonnementen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij zijn vragen voorgelegd over de heffing van omzetbelasting met betrekking tot uitgekeerde bedragen en/of gratis of tegen gereduceerde prijs geleverde telefoons door een exploitant van een telefoonwinkel aan klanten die via hem telefoonabonnementen afsluiten. De vragen en de antwoorden zijn hierna opgenomen.

Vraag 1

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Belanghebbende, geen onderdeel van een telefoonmaatschappij, exploiteert een telefoonwinkel. Een van de activiteiten van belanghebbende bestaat uit het bemiddelen bij het afsluiten van een telefoonabonnement. Voor ieder afgesloten telefoonabonnement ontvangt hij van de betreffende telefoonmaatschappij een provisie.

Teneinde meer klanten te doen besluiten via hem een abonnement met een telefoonmaatschappij af te sluiten, houdt belanghebbende bepaalde acties. Eén van deze acties is dat de klant een bedrag ontvangt, op zijn bankrekening of contant.

In de advertenties en op de door hem opgemaakte nota’s aan zijn klanten presenteert belanghebbende de aan de klant uitbetaalde bedragen als kortingen op abonnements- en/of aansluitkosten.

Contractueel is er tussen belanghebbende en de telefoonmaatschappij over deze actie en de uit te betalen bedragen aan de klanten niets geregeld. Het staat belanghebbende dus vrij om de hoogte van de uit te betalen bedragen te bepalen.

In het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof van Justitie) van 24 oktober 1996, nr. C-317/94 (de zaak Gibbs) heeft het Hof van Justitie gewezen op de fiscale neutraliteit als basisbeginsel van het BTW-systeem (zie de rechtsoverwegingen 18 tot en met 24).

Mag belanghebbende, met een beroep op het neutraliteitsbeginsel zoals verwoord in dat arrest, de maatstaf van heffing ter zake van zijn bemiddelingsprestaties verminderen met de bedragen die hij aan zijn klanten uitbetaalt?

Antwoord

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Neen, belanghebbende mag de maatstaf van heffing voor zijn bemiddelingsprestaties niet verminderen met de bedragen die hij aan zijn klanten uitbetaalt.

De omstandigheid dat belanghebbende om hem moverende redenen een deel van de provisie wenst af te staan aan de klant, heeft geen invloed op de maatstaf van heffing van de bemiddelingsprovisie bij belanghebbende. Hij keert een bedrag uit aan de klant, omdat deze klant aan hem een dienst bewijst, namelijk het via hem afsluiten van een telefoonabonnement.

Het afsluiten van een abonnement is voorwaarde voor de uitbetaling. De betaling is aan te merken als een vergoeding voor de door de klant verrichte dienst.

Uit de feiten komt naar voren dat de aan de klanten uitbetaalde bedragen als korting op het abonnement en/of aansluitkosten gepresenteerd worden. Belanghebbende verleent echter niet namens de telefoonmaatschappij een korting op het abonnement en/of aansluitkosten.

Een beroep op het neutraliteitsbeginsel kan niet slagen. De geschetste situatie is niet vergelijkbaar met die in de zaak Gibbs. In dat geval betrof het de doorlevering van een goed via verschillende handelsschakels aan de consument die achteraf van de eerste schakel een korting ontving. In het onderhavige geval is geen sprake van een dergelijke keten van handelaren of dienstverrichters. De klant verricht een op zichzelf staande dienst aan belanghebbende. In de zaak Gibbs was daarvan geen sprake.

In dit verband verwijs ik tevens naar het arrest van het Hof van Justitie van 17 september 2002, nr. C-498/99 (Town & County factors Ltd). Daarin heeft het Hof van Justitie overwogen dat het volle bedrag van de door de organisator van een spel ontvangen deelnamekosten de maatstaf van heffing vormt, als de organisator vrij over dat bedrag kan beschikken. De maatstaf van heffing kan hij niet verminderen met bedragen die hij onverplicht uitkeert aan de klanten. Ook belanghebbende kan vrijelijk beschikken over zijn bemiddelingsprovisie.

Vraag 2

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Andere acties die belanghebbende uitvoert zijn:

  • de klant ontvangt van belanghebbende een telefoontoestel tegen een sterk gereduceerde prijs en

  • de klant ontvangt een telefoontoestel gratis.

Ook over deze acties is er tussen belanghebbende en de telefoonmaatschappij niets geregeld.

Hoe dient de maatstaf van heffing bij belanghebbende bepaald te worden voor een door hem aan de klant gratis, of met korting, geleverd telefoontoestel die hij op deze wijze alleen aanbiedt in combinatie met het afsluiten van een abonnement door de klant met de telefoonmaatschappij?

Antwoord

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

De maatstaf van heffing voor de levering van het telefoontoestel bestaat uit de waarde van de tegenprestatie. Die waarde is het in rekening gebrachte bedrag of, indien dat bedrag lager is dan de inkoopprijs exclusief BTW van het telefoontoestel, de inkoopprijs van het telefoontoestel.

Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie wordt de maatstaf van heffing voor goederenleveringen en diensten gevormd door de daarvoor daadwerkelijk ontvangen subjectieve tegenprestatie. De tegenprestatie voor belanghebbende bestaat uit het door de klant via belanghebbende afsluiten van een abonnement en een eventueel geldbedrag.

Ik verwijs in dit verband naar het arrest van het Hof van Justitie 2 juni 1994, nr. C-33/93, (Empire Stores). Daarin oordeelt het Hof van Justitie dat het zonder bijbetaling leveren van een artikel geschiedt als tegenprestatie voor de aanmelding van een persoon die zichzelf of een ander als potentiële nieuwe klant aanmeldt. Het Hof van Justitie geeft aan dat er een rechtstreeks verband is tussen het zonder bijbetaling geleverde artikel en de aanmelding van een potentiële klant, want indien deze dienst niet wordt verricht, hoeft Empire Stores geen artikel zonder bijbetaling te leveren. De maatstaf van heffing voor de levering van het gratis artikel moet volgens het Hof van Justitie worden gesteld op de door de leverancier voor dat artikel betaalde inkoopprijs. Ook in de onderhavige casus is sprake van een dergelijke situatie. Hieruit volgt dat de klanten door het afsluiten van een abonnement een dienst verrichten aan belanghebbende. Indien zij namelijk geen abonnement afsluiten krijgen zij geen gratis telefoontoestel of een korting op een telefoontoestel.

Vraag 3

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Tot slot komt het voor dat de klant naast een gratis telefoontoestel bovendien een bedrag op zijn bankrekening of contant ontvangt.

Welke gevolgen heeft dat voor de maatstaf van heffing bij belanghebbende?

Antwoord

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Belanghebbende moet ter zake van de levering van het toestel omzetbelasting voldoen over de inkoopprijs, exclusief BTW, van het telefoontoestel conform het antwoord op vraag 2. Het uitbetaalde bedrag kan daarop, overeenkomstig het antwoord op vraag 1, niet in mindering worden gebracht.

Naar boven