Vraag 1
[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]
Belanghebbende, geen onderdeel van een telefoonmaatschappij, exploiteert een telefoonwinkel.
Een van de activiteiten van belanghebbende bestaat uit het bemiddelen bij het afsluiten
van een telefoonabonnement. Voor ieder afgesloten telefoonabonnement ontvangt hij
van de betreffende telefoonmaatschappij een provisie.
Teneinde meer klanten te doen besluiten via hem een abonnement met een telefoonmaatschappij
af te sluiten, houdt belanghebbende bepaalde acties. Eén van deze acties is dat de
klant een bedrag ontvangt, op zijn bankrekening of contant.
In de advertenties en op de door hem opgemaakte nota’s aan zijn klanten presenteert
belanghebbende de aan de klant uitbetaalde bedragen als kortingen op abonnements-
en/of aansluitkosten.
Contractueel is er tussen belanghebbende en de telefoonmaatschappij over deze actie
en de uit te betalen bedragen aan de klanten niets geregeld. Het staat belanghebbende
dus vrij om de hoogte van de uit te betalen bedragen te bepalen.
In het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het
Hof van Justitie) van 24 oktober 1996, nr. C-317/94 (de zaak Gibbs) heeft het Hof
van Justitie gewezen op de fiscale neutraliteit als basisbeginsel van het BTW-systeem
(zie de rechtsoverwegingen 18 tot en met 24).
Mag belanghebbende, met een beroep op het neutraliteitsbeginsel zoals verwoord in
dat arrest, de maatstaf van heffing ter zake van zijn bemiddelingsprestaties verminderen
met de bedragen die hij aan zijn klanten uitbetaalt?