Mandaatbesluit artikelen 176, 188b en 188c van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 14-01-2005 t/m 31-12-2006

Mandaatbesluit artikelen 176, 188b en 188c van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 176, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

Gezien artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en de schriftelijke instemming van de Stichting Pensioen- & Verzekeringkamer van 28 november 2003, kenmerk 0.851/2002-6960;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In dit besluit wordt verstaan onder:

de Minister: De Minister van Financiën;

de PVK: De Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer;

de wet: de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

verzekeraar: een verzekeraar met zetel in Nederland die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 24 van de wet;

kredietinstelling: een ingevolge artikel 52, tweede lid, onderdelen a, b, c of d, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 ingeschreven kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van die wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De PVK beslist ingevolge artikel 176, eerste lid, van de wet vanwege de Minister op aanvragen tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 175, eerste lid, van de wet, behoudens in het geval van aanvragen tot het houden, verwerven dan wel vergroten van een gekwalificeerde deelneming dan wel tot het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming in een verzekeraar die gerekend naar bruto premie-inkomen per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de grootste vijf verzekeraars door:

    • a. een verzekeraar die gerekend naar bruto premie-inkomen per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de grootste vijf verzekeraars;

    • b. een kredietinstelling die gerekend naar balanstotaal per ultimo van het jaar voorafgaand aan de aanvraag behoorde tot de grootste vijf kredietinstellingen;

    • c. een ieder die niet behoort tot de onder a en b bedoelde categorieën, in geval van een belang van meer dan 20%.

  • 3 Bij het verlenen van een verklaring van geen bezwaar aan een onderneming of instelling die niet ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 is ingeschreven, deelt de PVK aan deze onderneming of instelling tegelijkertijd mee, dat een nieuwe verklaring van geen bezwaar dient te worden aangevraagd, indien de onderneming of instelling voornemens is in Nederland, al dan niet door middel van een bijkantoor, het bedrijf van kredietinstelling uit te oefenen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De PVK stelt ingevolge artikel 175, vierde en zesde lid, van de wet vanwege de Minister de termijnen vast ten aanzien van door de Minister voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven verklaringen van geen bezwaar, indien de PVK op grond van dit besluit bevoegd zou zijn vanwege de Minister te beslissen op de aanvraag tot het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De PVK kan ingevolge artikel 175a, derde lid, van de wet vanwege de Minister aan de verklaring van geen bezwaar de in dat artikellid bedoelde gewijzigde voorschriften verbinden:

  • a. in de gevallen waarin de PVK vanwege de Minister heeft beslist op de aanvraag tot het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar;

  • b. in de gevallen waarin de Minister heeft beslist op het de aanvraag tot het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar, indien de PVK op grond van dit besluit vanwege de Minister bevoegd zou zijn geweest te beslissen op de aanvraag tot het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De PVK beslist ingevolge artikel 176, zevende lid, van de wet vanwege de Minister tot het wijzigen of intrekken van een door de Minister voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven verklaring van geen bezwaar, indien de PVK op grond van dit besluit vanwege de Minister bevoegd zou zijn geweest te beslissen op de aanvraag tot het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De PVK oefent in de gevallen, waarin zij op grond van dit besluit bevoegd is vanwege de Minister verklaringen van geen bezwaar te verlenen en daarmee samenhangende bevoegdheden uit te oefenen, de volgende bevoegdheden uit:

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een document dat is opgesteld door de PVK en waarin is vastgelegd een besluit of handeling genomen respectievelijk verricht op grond van dit besluit, vermeldt aan het slot:

‘De Minister van Financiën,

namens deze:

de Pensioen- & Verzekeringskamer,’

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De PVK treedt in overleg met de Minister, indien in bijzondere gevallen sprake is van handelingen die de structuur van de financiële sector in zijn wezen raken, ook wanneer op die handelingen het gestelde in artikelen 2 en 3 van toepassing zou zijn.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het mandaat verleend bij brief van 29 juni 1994, kenmerk BGW94-796 (Stcrt. 1994, 122), wordt ingetrokken.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit artikelen 176, 188b en 188c van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993’.

De

Minister

van Financiën

G. Zalm

Naar boven