Verordening heffing handel in vee (PVV) 2004

[Regeling vervallen per 30-09-2021.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 06-03-2004 t/m 29-09-2021

Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 10 december 2003, houdende vaststelling van een huishoudelijke heffing ten behoeve van het Productschap Vee en Vlees voor het jaar 2004 (Verordening heffing handel in vee (PVV) 2004)

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;

Gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, en de artikelen 10 en 15 van de Instellingsverordening Productschap Vee en Vlees 1999-I dan wel de artikelen 10 en 12 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees zodra dit in werking is getreden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

In deze verordening wordt verstaan onder:

bestuur:

:

het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;

ondernemer:

:

een natuurlijke of rechtspersoon, die een onderneming drijft.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening houdende bepalingen betreffende het opleggen van heffingen bij de producenten van vee en vlees en registratie van vleesgrossiers PVV 2003.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

  • 1

    • a. De diverse groepen van ondernemingen worden als volgt ingedeeld:

      Groep I

      ondernemingen, die de handel in runderen uitoefenen;

      Groep II

      ondernemingen, die de handel in varkens uitoefenen;

      Groep III

      ondernemingen, die de handel in paardachtigen uitoefenen;

      Groep IV

      ondernemingen, die de handel in schapen/geiten uitoefenen.

    • b. De ondernemingen worden naast de indeling in groepen als vermeld in lid 1, sub a, ingedeeld in groepen naar het aantal personen werkzaam in deze onderneming.

  • 2 De indeling, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt naar de toestand op 1 maart van het betrokken kalenderjaar met dien verstande, dat ondernemingen, welke na 1 maart van het betrokken kalenderjaar worden aangevangen, ingedeeld worden naar de toestand op het tijdstip van aanvang van de onderneming.

  • 3 De basisheffing voor het kalenderjaar 2004 ten behoeve van het productschap ter dekking van zijn huishoudelijke uitgaven bedraagt voor ondernemingen, die zijn ingedeeld in:

    Groep I

    € 239,--

    Groep II

    € 239,--

    Groep III

    € 195,--

    Groep IV

    € 239,--

    Groep I en II

    € 245--

    Groep I en IV

    € 245,--

    Groep II en IV

    € 245,--

    Groep I, II en IV

    € 252,--

    Groep I en III

    € 245,--

    Groep II en III

    € 245,--

    Groep III en IV

    € 245,--

    Groep I, II en III

    € 252,--

    Groep I, III en IV

    € 252,--

    Groep II, III en IV

    € 252,--

    Groep I, II, III en IV

    € 259,--

  • 4 De basisheffing voor ondernemingen die handel in embryo's en sperma uitoefenen bedraagt € 216,--.

  • 5 Aan degenen die een onderneming drijven als bedoeld in het eerste lid, wordt bovendien voor 2004 een toeslagheffing opgelegd naar rato van het aantal in de onderneming werkzame personen. De volgende categorieën worden onderscheiden:

    • a. leidinggevenden;

    • b. personen, niet begrepen onder a), werkzaam op arbeidsovereenkomst met een werkweek van 19 uur en meer;

    • c. personen, niet begrepen onder a) en b), werkzaam als op voet van ondergeschiktheid medewerkend gezins- of familielid met een werkweek van 19 uur en meer.

  • 6 De toeslagheffing bedraagt per onderneming bij:

     

    2 personen werkzaam in de onderneming

    113,-

    3 t/m 4 personen werkzaam in de onderneming

    143,-

    5 t/m 9 personen werkzaam in de onderneming

    227,-

    10 t/m 19 personen werkzaam in de onderneming

    386,-

    20 of meer personen werkzaam in de onderneming

    749,-

Artikel 4

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

  • 1 Aan de ondernemer, die contributie heeft betaald als lid of indirect lid van een overeenkomstig het derde lid aangewezen ondernemersorganisatie, wordt op zijn verzoek een aftrek toegestaan op het totaal aan basisheffing verschuldigde bedrag.

  • 2 De aftrek beloopt 50% van het bedrag, dat de ondernemer als contributie aan de betreffende ondernemersorganisatie over het betrokken kalenderjaar heeft betaald tot ten hoogste de helft van hetgeen hij in totaal is verschuldigd aan heffing over datzelfde betrokken kalenderjaar.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde ondernemersorganisatie wordt aangewezen door het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in het Besluit beleidsregel Schilthuisaftrek van de Sociaal-Economische Raad.

  • 4 Van het op grond van de indeling van de heffingsplichtige onderneming in een of meer van de in artikel 3, lid 1, sub a, genoemde groepen, als basisheffing te betalen bedrag, wordt slechts aftrek als bedoeld in het eerste lid van dit artikel toegestaan ten aanzien van die groep of groepen, waarin de betreffende ondernemersorganisatie waaraan contributie is betaald, werkzaam is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

  • 1 Indien een onderneming vóór 1 maart van het betrokken kalenderjaar heeft opgehouden te bestaan is de basisheffing en de toeslagheffing over dat jaar niet verschuldigd.

  • 2 Indien een onderneming na 30 juni van het betrokken kalenderjaar, doch vóór 1 november van dat jaar is aangevangen, is 50% van het volgens de voorgaande artikelen te berekenen heffingsbedragen verschuldigd.

  • 3 Indien een onderneming na 31 oktober van het betrokken kalenderjaar is aangevangen, is de basisheffing en de toeslagheffing over dat jaar niet verschuldigd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

Op de jaarlijkse heffingsaanslag worden de basisheffing en de toeslagheffing afzonderlijk vermeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2004, treedt zij in werking met ingang van de dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2004.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 30-09-2021]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening heffing handel in vee (PVV) 2004.

Zoetermeer, 10 december 2003

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 26 februari 2004.

Naar boven