Besluit beheer autobanden

Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-04-2004 t/m 30-09-2007

Besluit van 9 december 2003, houdende vaststelling van regels met betrekking tot het beheer van autobanden, alsmede wijziging van een aantal besluiten in verband met het schrappen van bepalingen met betrekking tot de in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure (Besluit beheer autobanden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 juni 2003, nr. MJZ2003048943, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van richtlijn nr. 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG L 269) en de artikelen 10.15, eerste lid, en 10.17, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 2003, nr. W08.03.0214/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 december 2003, nr. MJZ 2003120206, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. voertuig: voertuig als bedoeld in:

  • b. aanhangwagen: vervoermiddel dat bestemd is om te worden voortbewogen door een voertuig;

  • c. autobanden: banden die bestemd zijn voor voertuigen of aanhangwagens;

  • d. de producent: degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden worden vervaardigd en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld;

  • e. de importeur: degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld;

  • f. terugwinning van energie: gebruik van brandbare afvalstoffen om energie op te wekken door directe verbranding met of zonder andere afvalstoffen, en met terugwinning van de als gevolg daarvan opgewekte warmte;

  • g. hergebruiken als materiaal: na een be- of verwerking opnieuw gebruiken van materialen van autobanden voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn ontworpen, of voor andere doeleinden, daaronder niet begrepen terugwinning van energie.

Artikel 2

  • 1 Dit besluit is niet van toepassing op degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf voertuigen worden vervaardigd dan wel binnen Nederlands grondgebied worden gebracht, en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld, voorzover het betreft de aan deze voertuigen gemonteerde autobanden.

  • 2 De artikelen 3 en 4 zijn niet van toepassing op degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf aanhangwagens worden vervaardigd dan wel binnen Nederlands grondgebied worden gebracht, en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld, voorzover het betreft de aan deze aanhangwagens gemonteerde autobanden.

§ 2. Inname en verwerking

Artikel 3

  • 1 Degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden aan een ander ter beschikking stelt, draagt er zorg voor dat bij het ter beschikking stellen van een autoband een na gebruik vrijgekomen autoband die hem wordt aangeboden, ten minste om niet wordt ingenomen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde persoon registreert het aantal door hem ingenomen gebruikte autobanden.

Artikel 4

  • 1 De producent of importeur draagt er zorg voor dat van elke door of namens een gemeente aan hem aangeboden partij autobanden ten minste een hoeveelheid wordt ingenomen die overeenkomt met zijn gemiddelde procentuele aandeel in de Nederlandse markt van nieuwe autobanden in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van inname.

  • 3 Ter uitvoering van het eerste lid deelt de producent of importeur jaarlijks voor 1 april aan de gemeenten mede wat zijn gemiddelde procentuele aandeel in de Nederlandse markt van nieuwe autobanden, berekend over de drie voorafgaande kalenderjaren, is, alsmede de naam en het adres van de persoon met wie contact kan worden opgenomen voor aanbieding van autobanden.

Artikel 5

Degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf aanhangwagens worden vervaardigd dan wel binnen Nederlands grondgebied worden gebracht, en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld, draagt er zorg voor dat de autobanden die onderdeel uitmaken van een door hem aan een ander ter beschikking gestelde aanhangwagen bij de afdanking van die aanhangwagen ten minste om niet worden ingenomen.

Artikel 6

De producent of importeur draagt er zorg voor dat de door hem ingenomen autobanden nuttig worden toegepast en van die autobanden vanaf 1 januari 2005 ten minste 20 gewichtsprocent als materiaal wordt hergebruikt.

§ 3. Melding en verslaglegging

Artikel 7

  • 1 De producent of importeur doet binnen vier weken nadat dit besluit op hem van toepassing is geworden, aan Onze Minister een melding over de wijze waarop hij uitvoering zal geven aan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 6, op een daartoe door Onze Minister vastgesteld formulier.

  • 2 De melding, bedoeld in het eerste lid, vindt vervolgens om de vijf jaar plaats.

Artikel 8

De producent of importeur zendt voor 1 augustus 2004 en vervolgens elk jaar voor 1 augustus aan Onze Minister een verslag toe over de resultaten in het voorafgaande kalenderjaar op een daartoe door Onze Minister vastgesteld formulier, voorzover hij in dat jaar als producent of importeur werkzaam was.

Artikel 9

De producenten of importeurs kunnen gezamenlijk een melding als bedoeld in artikel 7 doen of een verslag als bedoeld in artikel 8 toezenden.

Artikel 10

Ten aanzien van personen onder wier verantwoordelijkheid in de uitoefening van hun beroep of bedrijf aanhangwagens worden vervaardigd dan wel binnen Nederlands grondgebied worden gebracht, en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld, zijn de artikelen 7 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing voorzover het betreft de verplichting, bedoeld in artikel 5.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 december 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de negenentwintigste december 2003

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven