Besluit mandaat en machtiging NIVR en NWO ter uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling Nationaal Programma GO

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 04-12-2003 t/m 31-12-2006

Besluit houdende het verlenen van mandaat en machtiging aan het NIVR en NWO voor het uitvoeren van de Tijdelijke subsidieregeling Nationaal Programma GO (Besluit mandaat en machtiging NIVR en NWO ter uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling Nationaal Programma GO)

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 6 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Gelezen de instemming van het bestuur van het NIVR van 3 juli 2003 en de instemming van de algemeen directeur van NWO en de directeur van het Gebied Aard- en Levenswetenschappen van 22 augustus 2003;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In dit besluit worden verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. subsidieregeling: Tijdelijke subsidieregeling Nationaal Programma GO;

  • c. NIVR: Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart;

  • d. NWO: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek;

  • e. SRON: Nationaal Instituut voor Ruimteonderzoek.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Aan de algemeen directeur van het NIVR, wordt mandaat verleend om besluiten te nemen ter uitvoering van de subsidieregeling. Het mandaat is beperkt tot het nemen van besluiten ten aanzien van aanvragen die vallen onder de categorie industrieel onderzoek, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de subsidieregeling.

  • 2 Aan de directeur van het Gebied Aard- en Levenswetenschappen van NWO, en bij diens afwezigheid, aan diens plaatsvervanger, wordt mandaat verleend om besluiten te nemen ter uitvoering van de subsidieregeling. Het mandaat is beperkt tot het nemen van besluiten ten aanzien van aanvragen die vallen onder de categorie fundamenteel onderzoek, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de subsidieregeling.

  • 3 De algemeen directeur van het NIVR en de directeur van het Gebied Aard- en Levenswetenschappen van NWO kunnen van de aan hen verleende bevoegdheid ondermandaat verlenen aan een of meer onder hen ressorterende functionarissen.

  • 4 Aan de functionarissen, genoemd in het eerste, tweede en derde lid, alsmede aan de overige onder de functionarissen, genoemd in het eerste en tweede lid, ressorterende functionarissen wordt machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste en tweede lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.

  • 5 De directeur van het Gebied Aard- en Levenswetenschappen van NWO kan machtiging verlenen aan functionarissen van het SRON om ter voorbereiding van de in het eerste en tweede lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Aan de voorzitter van het bestuur van het NIVR wordt mandaat verleend om namens de minister beslissingen op bezwaarschriften te nemen in het kader van besluiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

  • 2 Aan de algemeen directeur van NWO wordt mandaat verleend om beslissingen op bezwaarschriften te nemen in het kader van besluiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

  • 3 De functionarissen, genoemd in het eerste en tweede lid, kunnen van de aan hen verleende bevoegdheid ondermandaat verlenen aan een of meer onder hen ressorterende functionarissen, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door deze functionaris in ondermandaat is genomen.

  • 4 Aan de functionarissen, genoemd in het eerste, tweede en derde lid, wordt machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste en tweede lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten alsmede om verweer te voeren in beroepszaken.

  • 5 Aan de juridische medewerkers van de Afdeling algemene beleids- en bestuurszaken van NWO wordt machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste en tweede lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten alsmede om verweer te voeren in beroepszaken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen zijn de volgende functionarissen belast:

  • a. de senior projectcoördinatoren en de projectcoördinatoren van het NIVR die belast zijn met de uitvoering van de subsidieregeling, en

  • b. de programmamanager Extern Onderzoek van het SRON.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde functionarissen oefenen de aan hen op grond van dit besluit verleende bevoegdheden uit met inachtneming van de als bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een document waarin een besluit wordt genomen als bedoeld in het eerste lid vermeldt aan het slot:

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

namens deze:

gevolgd door de functieaanduiding, de naam en de handtekening van de betrokken functionaris van het NIVR respectievelijk NWO.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In elk op grond van dit besluit tot mandaatverlening genomen besluit in eerste aanleg wordt vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend gemaakt is, bezwaar kunnen maken door indiening van een bezwaarschrift gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, per adres NWO, Postbus 93138, 2509 AC Den Haag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2007, met dien verstande dat het van toepassing blijft op reeds verleende subsidies.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging NIVR en NWO ter uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling Nationaal Programma GO.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer en aan de algemeen directeur en het bestuur van het NIVR en aan de algemeen directeur van NWO.

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

1. De in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde functionarissen handelen in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. In dat kader schenken zij bijzondere aandacht aan de artikelen 3:46 en 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. De in de artikelen 2 en 3 genoemde functionarissen verzenden op verzoek aan de minister een afschrift van de aanvraag en van het op een aanvraag genomen besluit.

3. De in de artikelen 2 en 3 genoemde functionarissen verzenden binnen vijf dagen na ontvangst van een tegen een besluit, genoemd onder 2, gericht bezwaarschrift en binnen vijf dagen na het nemen van het op het bezwaarschrift genomen besluit een afschrift van deze stukken aan de minister. Afschriften van de op een beroepsprocedure betrekking hebbende stukken worden eveneens aan de minister gezonden.

4. De in artikel 3 genoemde functionarissen voeren in het kader van een beroepsprocedure overleg met de betrokken ambtelijke diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de in te nemen standpunten.

5. De in de artikelen 2 en 4 genoemde functionarissen gaan regelmatig ten aanzien van besluiten tot subsidieverlening op basis van dit mandaatbesluit na of er omstandigheden zijn op grond waarvan het besluit moet worden ingetrokken of gewijzigd.

6. De in de artikelen 2, 3 en 4 van het besluit genoemde functionarissen richten hun administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zijn opgenomen. Zij verschaffen de minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de bij dit besluit verleende bevoegdheden.

7. De in de artikelen 2, 3 en 4 genoemde functionarissen signaleren tijdig problemen die zijn gerezen in het kader van de uitvoering van de subsidieregeling en maken hiervan melding aan de minister.

Naar boven