Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2006 t/m 31-12-2006

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 november 2003, MEVA/ABA/2428963, houdende regeling van een stimuleringssubsidie ter bevordering van de doorstroom van gesubsidieerde medewerkers naar een reguliere baan in de zorgsector (Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. reguliere dienstbetrekking: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking voor onbepaalde tijd, niet zijnde een gesubsidieerde dienstbetrekking of een dienstbetrekking met een werknemer die gebruik maakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand;

  • c. gesubsidieerde dienstbetrekking:

    • 1°. een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking waarvoor een gemeente uit de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand een bedrag voor de loonkosten betaalt dat, op maandbasis berekend, gelijk is aan ten minste 80% van het bedrag van het minimumloon;

    • 2°. Een privaatrechtelijke dienstbetrekking waarvoor het Sectorfonds zorg een jaarlijkse subsidie in de loonkosten heeft verstrekt met middelen die door de minister beschikbaar zijn gesteld voor arbeidsmarktimpulsen.

  • d. het bedrag van het minimumloon:

  • e. werkgever: degene die met de betrokken werknemer een arbeidsovereenkomst heeft gesloten dan wel de betrokken werknemer heeft aangesteld;

  • f. werknemer: degene die met een werkgever een reguliere dienstbetrekking is aangegaan waarvoor de werkgever subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanvraagt;

  • g. sector zorg: het geheel van instellingen en gemeentelijke diensten:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een werkgever die een reguliere dienstbetrekking aangaat met een persoon die onmiddellijk daaraan voorafgaand gedurende een aaneengesloten periode van ten minste één jaar in gesubsidieerde dienstbetrekking werkzaam was, mits die werkgever op de datum waarop de reguliere dienstbetrekking ingaat, behoort tot de sector zorg dan wel, indien de werkgever een gemeente is, de reguliere dienstbetrekking bij die werkgever op vorenbedoelde datum behoort tot de sector zorg.

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde werknemer ingevolge de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit wordt of kan worden gedetacheerd, blijkt uit de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit dat deze detachering niet geschiedt bij een natuurlijke of rechtspersoon die op de datum van ingang van de dienstbetrekking niet tot de sector zorg behoort.

  • 3 Wanneer bij het aangaan van de reguliere dienstbetrekking een proeftijd is bedongen, wordt subsidie als bedoeld in het eerste lid uitsluitend verstrekt indien de reguliere dienstbetrekking na afloop van de proeftijd onder dezelfde voorwaarden is voortgezet.

  • 4 Indien een werkgever met een persoon meer dan één reguliere dienstbetrekking aangaat die op grond van artikel 2, eerste lid, voor subsidie in aanmerking komt, worden deze dienstbetrekkingen tezamen voor de toepassing van de onderhavige regeling als één dienstbetrekking aangemerkt met een arbeidsduur die gelijk is aan de som van de arbeidsduur van de desbetreffende dienstbetrekkingen tezamen.

  • 5 Geen subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt indien:

    • a. de betrokken reguliere dienstbetrekking is ingegaan vóór 1 januari 2004;

    • b. de betrokken reguliere dienstbetrekking is aangegaan met een werknemer aan wie of ten behoeve van wie na de ingangsdatum van de dienstbetrekking (aanvullende) algemene bijstand wordt betaald dan wel,

    • c. de werkgever in het kader van de betrokken reguliere dienstbetrekking in aanmerking kan komen voor een subsidie van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om reden dat hij die dienstbetrekking is aangegaan met een voorheen gesubsidieerde werknemer.

  • 6 Subsidie wordt slechts verstrekt voorzover het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond daardoor niet wordt overschreden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2 Het beschikbare bedrag wordt verdeeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

  • 3 Een besluit tot vaststelling van een subsidieplafond wordt in de Staatscourant bekend gemaakt. Daarbij wordt tevens de in het tweede lid opgenomen wijze van verdeling vermeld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De subsidie bedraagt € 12.000 voor een reguliere dienstbetrekking met een arbeidsduur van 24 uren of meer per week.

  • 2 De subsidie wordt naar rato van 24 uren verminderd wanneer de arbeidsduur minder dan 24 uren per week bedraagt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Een subsidieaanvraag wordt door de werkgever bij de minister ingediend binnen 3 maanden nadat de reguliere dienstbetrekking is aangevangen dan wel, als bij het aangaan van de reguliere dienstbetrekking een proeftijd is bedongen, binnen 3 maanden na afloop van die proeftijd. Onverminderd de eerste volzin kan een subsidieaanvraag uiterlijk tot en met 30 september 2006 worden ingediend.

  • 2 Indien een werkgever voor de betrokken reguliere dienstbetrekking een subsidie bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangevraagd op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen en die aanvraag is afgewezen ná de datum waarop de reguliere dienstbetrekking is aangevangen dan wel, in geval van een proeftijd, ná het verstrijken van die proeftijd, kan de aanvraag voor een subsidie op grond van de onderhavige regeling, in afwijking van het eerste lid, worden ingediend:

    • a. indien de afwijzing door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2005: vóór 1 april 2005;

    • b. indien de afwijzing door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft plaatsgevonden op of na 1 januari 2005: binnen 3 maanden na de datum van die afwijzing.

  • 3 Aanvragen die na afloop van de in het eerste of tweede lid genoemde termijn worden ingediend, worden niet in behandeling genomen, met dien verstande dat onvolledige aanvragen die binnen de in het eerste of tweede lid genoemde termijn zijn ingediend en binnen de daartoe door de minister gestelde redelijke termijn zijn aangevuld, worden aangemerkt als tijdig ingediende aanvragen. Een besluit om een aanvraag wegens termijnoverschrijding niet te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De werkgever maakt bij de aanvraag gebruik van een formulier dat is ingericht overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage. Een zodanig formulier wordt door de minister desgevraagd aan de werkgever beschikbaar gesteld.

  • 2 De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. een verklaring van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente die de in artikel 2, eerste lid, bedoelde voorafgaande dienstbetrekking of dienstbetrekkingen geheel of gedeeltelijk heeft bekostigd, inhoudende:

      • 1°. de duur van de onmiddellijk voorafgaande aan de reguliere dienstbetrekking door de betrokken werknemer vervulde gesubsidieerde dienstbetrekking(en);

      • 2°. de datum van beëindiging van de onder 1° bedoelde gesubsidieerde dienstbetrekking (en);

      • 3°. indien sprake is van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, onder c, onderdeel 1°: het bedrag dat de gemeente voor die dienstbetrekking heeft betaald uit de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand alsmede het aantal uren per week waarin de betrokken werknemer werkzaam was in die dienstbetrekking;

    • b. een verklaring van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de betrokken werknemer woonplaats heeft als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, inhoudende:

      • 1°. dat aan of ten behoeve van de betrokken werknemer na de ingangsdatum van de dienstbetrekking geen (aanvullende) algemene bijstand wordt betaald;

      • 2°. dat de betrokken werknemer geen gebruik maakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand;

    • c. een verklaring van de betrokken werknemer dat de reguliere dienstbetrekking inderdaad is aangevangen op de ingangsdatum, genoemd in de arbeidsovereenkomst of het aanstellingsbesluit en, als bij het aangaan van de reguliere dienstbetrekking een proeftijd is bedongen, dat de dienstbetrekking na afloop van die proeftijd onder dezelfde voorwaarden is voortgezet.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van een afschrift van de voor de reguliere dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de reguliere dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, in welke documenten in ieder geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum en onbepaalde duur van de dienstbetrekking, de naam van de werkgever alsmede de naam en geboortedatum van de werknemer.

  • 4 Indien een werkgever voor de betrokken reguliere dienstbetrekking een subsidie bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangevraagd op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen en die aanvraag is afgewezen, gaat de aanvraag vergezeld van een afschrift van het afwijzende besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 5 Een verklaring als bedoeld in het tweede lid, onder a, is niet vereist indien de betrokken werknemer gedurende de periode van 12 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan de reguliere dienstbetrekking, uitsluitend werkzaam is geweest in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, onder c, onderdeel 2°.

  • 6 De aanvrager verstrekt de minister op diens verzoek alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister beslist op de in artikel 6 bedoelde aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag is aangevuld voor de toepassing van het eerste lid als datum van ontvangst.

  • 3 [Red: Vervallen.]

  • 4 Indien de beslissing geen weigering van de subsidie inhoudt, wordt het bedrag van de subsidie, zonder voorafgaande subsidieverlening, in die beslissing vastgesteld.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De subsidie wordt betaald binnen 6 weken na de datum waarop het besluit tot subsidieverstrekking is genomen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De werkgever aan wie een subsidie op grond van deze regeling is verstrekt, verstrekt aan de door de minister aangewezen ambtenaren op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak.

  • 2 Ook anderszins wordt zoveel mogelijk medewerking verleend, teneinde de door de minister aangewezen ambtenaren of andere personen in staat te stellen hun taak op een juiste wijze te vervullen.

  • 3 De werkgever aan wie een subsidie op grond van deze regeling is verstrekt, werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop zijn gericht de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister stelt binnen drie jaar na inwerkingtreding van deze regeling, en vervolgens iedere vier jaar, een verslag op omtrent de doeltreffendheid en de effecten van de regeling in de praktijk.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004. De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2007, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van vóór 1 oktober 2006 ingediende aanvragen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven