Regeling verlaging forfaitaire productienormen voor enkele categorieën rundvee en geiten 2004 en 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2005.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2004

Regeling verlaging forfaitaire productienormen voor enkele categorieën rundvee en geiten 2004 en 2005

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 58aq, eerste lid, van de Meststoffenwet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Voor de toepassing van de artikelen 58ab en 58ag van de Meststoffenwet worden voor de jaren 2004 en 2005, in plaats van de in bijlage E bij de Meststoffenwet opgenomen forfaitaire mestproductienormen voor dieren van de in de bijlage bij deze regeling genoemde diercategorieën, vastgesteld de voor de betrokken diercategorieën in de bijlage bij deze regeling opgenomen forfaitaire productienormen, uitgedrukt in kilogrammen stikstof per dier per jaar.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verlaging forfaitaire productienormen voor enkele categorieën rundvee en geiten 2004 en 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 september 2003

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage , behorend bij artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2005]

Forfaitaire mestproductienormen voor de toepassing van de artikelen 58ab en 58ag van de Meststoffenwet voor het jaar 2003 voor enkele categorieën rundvee en geiten, uitgedrukt in kilogrammen stikstof per dier per jaar

Diersoorten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Meststoffenwet

Onderscheiden categorieën dieren binnen de diersoorten

Nummer diercate-

gorie

Omvang mestproductie per dier van de onderscheiden diercategorieën per jaar, uitgedrukt in kilogrammen stikstof

I. Rundvee

Fok- en gebruiksvee

• Melk- en kalfkoeien (alle koeien die ten minste éénmaal hebben gekalfd en die voor de melkproductie of de fokkerij worden gehouden; ook koeien die drooggezet zijn alsmede koeien die worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken)

100

93,2

 

• Vrouwelijk jongvee (alle vrouwelijke dieren die nog nooit gekalfd hebben en die worden aangehouden voor de vervanging van de eigen veestapel of de veestapel van derden; ook drachtige dieren die niet eerder hebben gekalfd):

   
 

– jonger dan 1 jaar

101

32,3

 

– 1 jaar en ouder

102

66,0

 

• Stieren voor de fokkerij (stieren bestemd voor het fokken van melk- of vleesvee):

   
 

– jonger dan 1 jaar

103

26,7

 

– 1 jaar en ouder

104

51,0

 

Witvleesproductie

• Vleeskalveren (doorgaans binnen 6 maanden na de geboorte geslacht; in hoofdzaak met melkproducten afgemest);

   
 

– startkalf t.b.v. vleeskalf, van ca. 0 tot ca. 2 maanden (kalveren die worden opgefokt van ca. 0 tot ca. 2 maanden, waarna ze voor afmesting aan een ander bedrijf worden geleverd)

110

4,4

 

– van startkalf tot vleeskalf, van ca. 2 tot ca. 6 maanden (kalveren die zijn aangeleverd als startkalf van ca. 2 maanden en die verder worden afgemest tot vleeskalf van ca. 6 maanden)

111

9,9

 

– vleeskalf, van ca. 0 tot ca. 6 maanden (kalveren die worden gemest van ca. 0 tot ca. 6 maanden)

112

7,9

 

Roodvleesproductie

   
 

• Overig vleesvee (vee bestemd voor roodvleesproductie, dat niet behoort tot de categorieën ‘weidekoeien’ of ‘vleesstieren’; ook vleesstieren, vrouwelijke dieren en ossen ouder dan ca. 16 maanden);

   
 

– 1 jaar en ouder

125

30,4

VII. Geiten

• Melkgeiten, inclusief lammeren tot ca. 10 kg (alle geiten die ten minste éénmaal hebben gelammerd)

600

6,7

 

• Overige geiten (geitenlammeren en opfokgeiten zwaarder dan ca. 10 kg en bokken)

601

4,8

Naar boven