Instellingsbesluit begeleidingscommissies AIVD

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 09-09-2003 t/m heden

Instellingsbesluit begeleidingscommissies AIVD

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Overwegende,

Dat het, gelet op de werkwijze van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, van belang is dat op wetenschappelijk verantwoorde wijze wordt vastgelegd hoe de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in het verleden - met name in de tijd van de Koude Oorlog - heeft gefunctioneerd;

Dat het, gelet op het bijzondere karakter van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, gewenst is dat deze taak wordt uitgevoerd door een wetenschappelijk gekwalificeerd medewerker van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst zelf,

Besluit:

Artikel 1

Dr. D. Engelen wordt belast met het op wetenschappelijk verantwoorde wijze vastleggen van de wijze waarop de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst in het verleden - met name in de tijd van de Koude Oorlog - heeft gefunctioneerd.

Artikel 2

Ter waarborging van het wetenschappelijk gehalte van de beoogde studie wordt de heer Engelen begeleid door een Wetenschappelijke Commissie, bestaande uit prof. dr. J.C.M. Blom, prof. dr. D. Bosscher, dr. G.Meershoek, dr. G. Voerman, dr. C. Wiebes en dr. P.H.A.M. Abels.

Artikel 3

Ter bescherming van noodzakelijk geheim te houden gegevens, wordt de heer Engelen begeleid door een Ambtelijke Commissie, bestaande uit dr. mr. J.A. van Schagen en het plaatsvervangend hoofd van het Kabinet Juridische Aangelegenheden van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de heer mr. H. Soonius.

Artikel 4

Met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde taak en de werkwijze van de in de artikelen 2 en 3 genoemde commissies, gelden de in de bijlage bij dit besluit neergelegde afspraken tussen het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Wetenschappelijke Begeleidingscommissie.

Artikel 5

De auteursrechten van de uit de studie van de heer Engelen voortvloeiende publicaties berusten bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

J.W. Remkes

Naar boven