Heffing van omzetbelasting met betrekking tot de uitvoer van pleziervaartuigen

[Regeling vervallen per 01-04-2024.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-08-2003 t/m 31-03-2024

Heffing van omzetbelasting met betrekking tot de uitvoer van pleziervaartuigen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit besluit bevat een toe te voegen § 10 aan Voorschrift Tabel II, post A 2. In deze nieuwe paragraaf zijn specifieke regels opgenomen met betrekking tot de toepassing van het nultarief bij de uitvoer van pleziervaartuigen.

  • 1. Aan Voorschrift Tabel II, post A 2 wordt toegevoegd:

§ 10. Pleziervaartuigen

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

De uitvoer van een pleziervaartuig kan, gelet op de aard van het goed, op verschillende wijze plaatshebben. De documentatie waarover de leverancier van het pleziervaartuig in dat kader beschikt om de juistheid van de toepassing van het nultarief aan te tonen wijkt ook veelal af van de gebruikelijke situatie. Verder is het niet zonder meer duidelijk of de eigendomsoverdracht tot zekerheid van een in aanbouw zijnde pleziervaartuig leidt tot een levering waarbij de heffing van omzetbelasting op dat moment en niet later bij de oplevering moet plaatsvinden. In verband met het voorgaande gelden voor de toepassing van het nultarief bij de uitvoer van pleziervaartuigen de volgende richtlijnen.

A. Vervoer door de leverancier

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Bij de levering van een pleziervaartuig dat in het kader van de levering door de leverancier wordt uitgevoerd naar een bestemming buiten de Gemeenschap en daar aan de afnemer wordt overgedragen, gelden de normale regels voor het aantonen van het nultarief. In de administratie van de leverancier moeten, naast de door de douane afgestempelde aangifte ten uitvoer, bescheiden aanwezig zijn waaruit het vervoer van het vaartuig naar de bestemming buiten de Gemeenschap blijkt en waaruit ook blijkt dat het vaartuig daadwerkelijk daar is geleverd. Indien het vervoer op eigen kiel plaatsvindt, wat doorgaans het geval zal zijn, zijn de gebruikelijke vervoersbescheiden niet beschikbaar en dient het vervoer naar de bestemming buiten de Gemeenschap door de leverancier met andere bescheiden te worden aangetoond. Hiervoor kunnen gelden het havenbriefje van de haven van bestemming, een verklaring van de betrokkenen dat het vaartuig daar is overgedragen en een kopie uit het logboek waaruit het vervoer op eigen kiel naar de plaats van bestemming blijkt.

B. Vervoer door de afnemer

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Bij de levering van een pleziervaartuig ‘af werf’ waarbij het vaartuig door de afnemer op eigen kiel naar een bestemming buiten de Gemeenschap wordt gebracht, heeft de leverancier moeite om de aanspraak op toepassing van het nultarief aan de hand van boeken en bescheiden aan te tonen: in de praktijk beschikt de leverancier vaak alleen over de aangifte ten uitvoer. Onder de hierna genoemde omstandigheden en met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden kan de leverancier steeds het nultarief toepassen, vooropgesteld dat hij voldoende zorgvuldigheid heeft betracht met name ook bij het vaststellen van de juistheid van de te gebruiken bescheiden.

  • 1. De afnemer is

    • a. een rechtspersoon of lichaam in zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, of

    • b. een natuurlijk persoon die zijn normale woon- of verblijfplaats buiten de Gemeenschap heeft, of

    • c. een natuurlijk persoon die zijn normale woon- of verblijfplaats binnen de Gemeenschap heeft en in het kader van de levering het pleziervaartuig overbrengt naar een plaats buiten de Gemeenschap, alsmede zijn normale woon- of verblijfplaats voor tenminste twaalf maanden overbrengt naar een plaats buiten de Gemeenschap.

  • 2. De leverancier beschikt over een gedateerde en ondertekende verklaring van de afnemer volgens bijgevoegd model. Een dergelijke verklaring geeft inzicht in de aan de uitvoer van het pleziervaartuig ten grondslag liggende bedoelingen van de afnemer. Een model van de verklaring van een afnemer als bedoeld onder 1, a of 1, b is opgenomen als bijlage 1. Een model van de verklaring van een afnemer als bedoeld onder 1, c is opgenomen als bijlage 2.

  • 3. Het pleziervaartuig wordt door of namens de leverancier ten uitvoer aangegeven. Ter zake van de uitvoer uit de Gemeenschap wordt door de douane een enig document voor uitvoer afgestempeld. De leverancier dient dit document in zijn administratie op te nemen.

    Als de hiervoor aangeduide bescheiden geen juist beeld geven van de feitelijke situatie en dit de leverancier op het moment van de levering van het pleziervaartuig redelijkerwijs bekend moet zijn, dient hij in de gevallen waarin hij aanvankelijk het nultarief heeft toegepast alsnog omzetbelasting in rekening te brengen naar het algemene tarief. Komen aan de leverancier binnen drie maanden na de levering nog feiten ter kennis waaruit redelijkerwijs geconcludeerd kan worden dat de hiervoor aangeduide bescheiden geen juist beeld geven van de feitelijke situatie of wordt niet tijdig de aangifte ten uitvoer van het vaartuig en/of van de bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen ontvangen, dan dient de leverancier deze feiten schriftelijk te melden aan de inspecteur.

C. Eigendomsoverdracht tot zekerheid

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Wanneer in situaties als hiervoor bedoeld de leverancier de bouwer is van het pleziervaartuig en tussentijds het casco van het vaartuig al tot zekerheid aan de afnemer of bijvoorbeeld een kredietverstrekker wordt overgedragen, ontmoet het geen bezwaar dat de bouwer terzake eveneens het nultarief toepast. Daarbij geldt als voorwaarde:

  • dat de bouwer aannemelijk kan maken dat, indien de overdracht tot zekerheid niet zou hebben plaatsgevonden, bij de levering van het vaartuig het nultarief toegepast zou kunnen worden volgens de hiervoor neergelegde regeling; en voorts,

  • dat op het moment van uiteindelijke aflevering aan alle in het voorgaande opgenomen voorwaarden wordt voldaan. Voor het tijdstip van levering kan daarbij worden uitgegaan van het moment van uiteindelijke aflevering.

Wanneer de bouwer op enig moment voordat het vaartuig wordt afgeleverd aan de afnemer, weet of behoort te weten dat niet langer aan deze voorwaarden wordt voldaan of zal worden voldaan, dient hij de omzetbelasting alsnog over de periode(s) waarin de vergoeding of de deelbetalingen zijn ontvangen c.q. in rekening zijn gebracht aan te geven naar het algemene tarief. Indien artikel 30f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen daartoe aanleiding geeft, wordt over dit bedrag heffingsrente berekend.

D. Garantiewerkzaamheden

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Soms komt na de levering van een door de bouwer ten uitvoer aangegeven pleziervaartuig het vaartuig terug naar de werf in Nederland voor garantiewerkzaamheden. Een dergelijke terugkeer heeft geen invloed op het toegepaste nultarief, mits het gebruik van het pleziervaartuig in het kader van de garantiewerkzaamheden blijft binnen de grenzen van wat gebruikelijk is in de branche. De fiscale verplichtingen bij de hier bedoelde terugkeer van het pleziervaartuig rusten vooral op de eigenaar of de gebruiker van het pleziervaartuig. De werf staat daarbuiten.

  • 2. De aan Voorschrift Tabel 11, post A 2 toe te voegen § 10 treedt heden in werking. Ik behoud mij het recht voor om de toepassing van § 10 op een nader te bepalen tijdstip te evalueren en, afhankelijk van de uitkomsten van die evaluatie, de paragraaf zonodig te wijzigen.

Bijlage 1. bij § 10 van het Voorschrift Tabel II post A 2

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig als bedoeld in § 10, onder B.1.a en b

Ondergetekende,

(Naam afnemer)

(Adres)

(Postcode en woonplaats)

(Land);

VERKLAART

  • a. dat het pleziervaartuig als vermeld op de door

    (Naam leverancier)

    (Adres)

    (Postcode en woonplaats)

    afgegeven factuur (factuurnummer en -⁠datum) aan de afnemer is geleverd op (datum);

  • b. dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de Gemeenschap binnen twee maanden na levering;

  • c. dat de afnemer geen rechtspersoon is die, of lichaam dat, het pleziervaartuig tot en met twaalf maanden na de uitvoer van het vaartuig ter beschikking stelt aan een binnen de Gemeenschap woonachtige natuurlijk persoon die middellijk of onmiddellijk de rechtshandelingen van die rechtspersoon of dat lichaam (mede) kan bepalen of die enig belang heeft in die rechtspersoon of dat lichaam, ten behoeve van gebruik binnen de Gemeenschap, behoudens een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer binnen de Gemeenschap voor noodzakelijk gebleken reparatie (al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;

  • d. dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van deze uitvoer namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan met als (eerste) bestemming van het schip buiten het douanegebied van de Gemeenschap (plaatsnaam en land);

  • e. dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig de afgetekende aangifte ten uitvoer aan de leverancier zal toezenden en voorts, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de Gemeenschap bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;

  • f. dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse belastingdienst dient te informeren wanneer de onder e bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;

  • g. dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van het vaartuig.

    (plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)

Bijlage 2. bij § 10 van het Voorschrift Tabel II post A 2

[Regeling vervallen per 01-04-2024]

Verklaring van een afnemer van een pleziervaartuig als bedoeld in § 10, onder B.1.c

Ondergetekende,

(Naam afnemer)

(Adres)

(Postcode en woonplaats)

(Land);

VERKLAART

  • a. dat het pleziervaartuig als vermeld op de door

    (Naam leverancier)

    (Adres)

    (Postcode en woonplaats)

    afgegeven factuur (factuurnummer en -datum) aan de afnemer is geleverd op (datum);

  • b. dat bovenvermeld pleziervaartuig door of namens de afnemer op eigen kiel zal worden uitgevoerd naar een bestemming buiten de Gemeenschap binnen twee maanden na levering;

  • c. dat de afnemer zijn normale woon- of verblijfplaats buiten de Gemeenschap zal hebben gedurende een onafgebroken periode van tenminste twaalf maanden aansluitend aan het moment van uitvoer van het pleziervaartuig uit de Gemeenschap;

  • d. dat het vaartuig tenminste een onafgebroken periode van twaalf maanden buiten de Gemeenschap zal worden gehouden, behoudens een met bescheiden te staven onvoorziene terugkeer binnen de Gemeenschap uitsluitend voor noodzakelijk gebleken reparatie(al dan niet in het kader van de garantie), daaronder begrepen het vervoer van en naar de plaats van reparatie;

  • e. dat de afnemer er zorg voor zal dragen dat ten aanzien van de uitvoer van het vaartuig namens de leverancier aangifte ten uitvoer zal worden gedaan bij het laatste douanekantoor binnen de Gemeenschap met als (eerste) bestemming van het vaartuig buiten het douanegebied van de Gemeenschap (plaatsnaam en land);

  • f. dat de afnemer binnen drie maanden na levering van het pleziervaartuig de afgetekende aangifte ten uitvoer aan de leverancier zal toezenden en voorts, dat de afnemer binnen één maand na het bereiken van de bestemming buiten de Gemeenschap bescheiden zal toezenden waaruit blijkt dat het vaartuig deze bestemming heeft bereikt, zoals bescheiden die aantonen dat het vaartuig in de haven van bestemming is binnengelopen;

  • g. dat de afnemer ervan op de hoogte is dat de leverancier de Nederlandse belastingdienst dient te informeren wanneer de onder f bedoelde bescheiden niet tijdig worden ontvangen, dan wel wanneer na de levering feiten ter kennis komen van de leverancier waaruit deze redelijkerwijs moet concluderen dat deze verklaring geen juist beeld geeft van de feitelijke situatie op het moment van levering;

  • h. dat de afnemer bereid is op verzoek aan de Nederlandse belastingdienst nadere informatie te verstrekken omtrent de bestemming van het vaartuig.

    (plaats en datum) (handtekening afnemer/gemachtigde van de afnemer)

Naar boven