Mandaatbesluit gegevensbeheer bijzondere politieregisters bij bijzondere opsporingsdiensten

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-08-2003 t/m 31-12-2007

Besluit houdende mandaatverlening terzake van de bij de criminele inlichtingeneenheden van de bijzondere opsporingsdiensten gevoerde bijzondere politieregisters

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 13c, derde lid, van de Wet politieregisters;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet politieregisters;

  • b. het besluit: het Besluit politieregisters;

  • c. bijzondere politieregisters: de registers, bedoeld in § 3a van de wet;

  • d. beheerder: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • e. gegevensbeheer: de bevoegdheid tot het uitoefenen van taken en bevoegdheden inzake de juistheid van de ingevoerde gegevens, alsmede het bewaren, verwijderen, verstrekken en afschermen van gegevens terzake van bij de criminele inlichtingeneenheden van de bijzondere opsporingsdiensten gevoerde bijzondere politieregisters;

  • f. bijzondere opsporingsdiensten:

    • 1. de Belastingdienst/FIOD-ECD van het Ministerie van Financiën,

    • 2. de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

    • 3. de VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en

    • 4. de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • g. directeur: de voorzitter van het managementteam van de FIOD-ECD, de directeur van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de directeur van de VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst en het directielid AID, belast met de portefeuille opsporing, elk voor zijn criminele inlichtingeneenheid en terzake van de bij zijn criminele inlichtingeneenheid gevoerde bijzondere politieregisters.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De directeur is namens de beheerder bevoegd tot het gegevensbeheer overeenkomstig de bepalingen van de wet en het besluit.

  • 2 De directeur behandelt en beslist namens de beheerder op verzoeken ingevolge artikel 20 van de wet overeenkomstig de bepalingen van de wet en het besluit.

  • 3 De directeur behandelt en beslist namens de beheerder op verzoeken ingevolge artikel 22 van de wet overeenkomstig de bepalingen van de wet en het besluit.

  • 4 De directeur voert namens de beheerder procedures ingevolge artikel 23 van de wet overeenkomstig de bepalingen van de wet en het besluit.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De directeur oefent de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, tweede tot en met vierde lid, uit met inachtneming van de door de beheerder daartoe gegeven aanwijzingen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De directeur verschaft de beheerder jaarlijks schriftelijke inlichtingen over de uitoefening van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 2.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inlichtingen betreffen een kalenderjaar en bevatten ten minste:

    • a. het aantal ingediende verzoeken op grond van de artikelen 20 en 22 van de wet;

    • b. het aantal verzoeken waaraan geheel of gedeeltelijk is voldaan;

    • c. het aantal verzoeken dat is afgewezen;

    • d. het aantal gevallen waarin door het College bescherming persoonsgegevens is bemiddeld, alsmede de uitkomst van die bemiddeling;

    • e. het aantal gevallen waarin een verzoekschrift door de arrondissementsrechtbank is behandeld, alsmede de uitspraak.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit gegevensbeheer bijzondere politieregisters bij bijzondere opsporingsdiensten.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

J.W. Remkes

Naar boven