Besluit HPA voorschriften bedrijfserosieplan 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 25-07-2008.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2003 t/m 31-12-2014

Besluit van de voorzitter van het Hoofdproductschap Akkerbouw, namens het bestuur, van 12 juni 2003 tot vaststelling van voorschriften betreffende bedrijfserosieplannen (Besluit HPA voorschriften bedrijfserosieplan 2003)

De voorzitter van het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gelet op artikel 6, vierde lid van de verordening HPA erosiebestrijding landbouwgronden 2003;

Besluit namens het bestuur:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit verstaat onder:

a.

verordening

:

Verordening HPA erosiebestrijding landbouwgronden 2003 en neemt over de in deze verordening gebruikte terminologie;

b.

bebouwing

:

gebouwen of bouwwerken die dienen als woning of bedrijfsruimte, waaronder niet begrepen bouwwerken van ondergeschikt belang of beperkte omvang, zoals schuilhutten, transformatorhuisjes, bushokjes en stalletjes;

c.

infrastructuur

:

spoorwegen en wegen in beheer bij rijk en provincie;

d.

werkingsjaar

:

de periode van oogst tot oogst.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De ondernemer die een bedrijfserosieplan wil laten goedkeuren, is verplicht om de navolgende regels in acht te nemen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De ondernemer waardeert het bij zijn onderneming in gebruik zijnde areaal landbouwgrond, niet zijnde grasland, door het toekennen van de volgende punten:

    • a. 40 punten per hectare landbouwgrond in gebruik op meer dan 100 meter afstand bovenstrooms van bebouwing en infrastructuur;

    • b. 75 punten per hectare landbouwgrond in gebruik op minder dan 100 meter afstand bovenstrooms van bebouwing en infrastructuur;

    • c. 40 punten per hectare landbouwgrond in gebruik op minder dan 100 meter afstand bovenstrooms van bebouwing en infrastructuur, mits in gebruik voor de teelt van wintergranen;

    • d. 100 punten per hectare landbouwgrond in gebruik op minder dan 100 meter afstand bovenstrooms van bebouwing en infrastructuur, indien op 2 juli 2001 het perceel in gebruik was als grasland;

    en totaliseert bovengenoemde waardering.

  • 2 Voor gronden in gebruik als grasland behoeven geen punten toegekend te worden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De ondernemer dient maatregelen te nemen, zodanig dat het conform artikel 3 berekende puntenaantal op bedrijfsniveau wordt bereikt.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde maatregelen en de daarbij behorende waardering van punten zijn de volgende:

    teelttechnische maatregelen

    1. grasland (index)

    100 punten per hectare

    2. teelt van graan / gps (zomer)

    25 punten per hectare

    (winter)

    40 punten per hectare

    3. teelt van luzerne

    100 punten per hectare

    4. toepassen groenbemester en voorjaarsbewerking

    25 punten per hectare

    5. toepassen groenbemester en mulch (bodembedekker)

    50 punten per hectare

    tevens niet kerende grondbewerking

    60 punten per hectare

    6. toepassen groenbemester en directzaai (bodembed.)

    75 punten per hectare

    tevens niet kerende grondbewerking

    85 punten per hectare

    7. toepassen (plaatselijk) strodek

    25 punten per 1000 m2

    8. toepassen grasondergroei

    -

    9. gewasresten na oogst (stro na graan)

    25 punten per hectare

    (korrelmaïs als MKS, CCM)

    50 punten per hectare

    bewerkingstechnische maatregelen

    10. contourploegen

    25 punten per hectare

    11. toepassing niet kerende grondbewerking (continue)

    35 punten per hectare

    voor de eerste maal (na ploegen)

    10 punten per hectare

    landschapselementen

    12. groenstrook permanent

    50 punten per 1000 rn2

    13. groenstrook tijdelijk

    40 punten per 1000 m2

    14. randenbeheer

    25 punten per 1000 m2

    15. grasbaan permanent

    75 punten per I000 m2

    16. grasbaan tijdelijk

    50 punten per 1000 m2

    cultuurtechnische maatregelen

    17. realisatie van een buffervoorziening

    75 punten per 25 m3

    18. schot in stroombaan (50 cm hoog, baanbreed)

    50 punten per schot

    19. drainage in stroombaan

    10 punten per 100 m

    Overig

    20. overlapregeling

    20 punten per 1000 m2

  • 3 Voor maatregelen die een waardering per hectare hebben, is de totale score per hectare maximaal 100 punten.

  • 4 Binnen 100 meter van bebouwing en infrastructuur dienen de maatregelen zoveel mogelijk ter plaatse te worden gerealiseerd.

  • 5 Buiten 100 meter van bebouwing en infrastructuur dienen de maatregelen zoveel mogelijk maatregelen te worden getroffen binnen kritieke locaties:

    • -

      percelen steiler dan 5% (gemiddeld hellingspercentage per gewasperceel);

    • -

      percelen waarin zich stroombanen bevinden (verwijzing naar kaart);

    • -

      percelen langer dan 400 meter (2 - 5%) of 300 meter (5 - 18%).

  • 6 Landschapselementen hebben in praktijk vaak een wisselende maatvoering en hebben daarom een puntenwaardering in vierkante meters. De breedte van een landschapselement bedraagt minimaal 3 meter en maximaal 21 meter. De ondernemer kan hiervan gemotiveerd afwijken.

  • 7 De ondernemer mag voor het berekenen van de puntenscore in aanmerking nemen het verplichte areaal bodembedekkers, zoals bepaald in artikel 6, derde lid, onderdeel c van de verordening.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Voor de opstelling en uitwerking van het bedrijfserosieplan dient de ondernemer gebruik te maken van standaardformulieren, die verkrijgbaar zijn bij de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB).

  • 2 Voor de jaarlijkse actualisatie van het bedrijfserosieplan dient de ondernemer gebruik te maken van een logboek, dat eveneens verkrijgbaar is bij de LLTB.

  • 3 Bij het bedrijfserosieplan en het logboek dient een kopie van de McSharry kaart te worden bijgevoegd, waarop de percelen in gebruik bij het bedrijf duidelijk worden aangegeven, alsmede de vaste maatregelen worden ingetekend door middel van onderstaande symboliek.

    Bijlage 134941.png

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het bedrijfserosieplan dient jaarlijks te worden geactualiseerd, met gebruikmaking van het in artikel 5, tweede lid bedoelde logboek. Uiterlijk op 15 mei dient het logboek voor het lopende werkingsjaar te zijn opgemaakt.

  • 2 Mutaties dienen binnen twee weken in het logboek te worden ververst.

  • 3 De ondernemer is verantwoordelijk voor de instandhouding en goede werking van de aangelegde voorzieningen. Indien een teelttechnische maatregel mislukt, dan ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de ondernemer om vervangende maatregelen te treffen, waardoor binnen een zelfde werkingsjaar de puntentelling voldoende blijft.

  • 4 De ondernemer is bevoegd tezamen met een andere ondernemer waarmee een nauwe samenwerking bestaat een bedrijfserosieplan op te stellen, onder de voorwaarde dat één van de ondernemers als verantwoordelijke voor het bedrijfserosieplan wordt aangewezen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking op dezelfde dag dat de Verordening HPA erosiebestrijding landbouwgronden 2003 in werking treedt.

Den Haag, 12 juni 2003

J.H.M. Kienhuis

voorzitter

Naar boven