Aanvullende formatie zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk-leerlingen) in de groepen drie tot en met acht van de basisschool

Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 01-08-2003 t/m heden

Aanvullende formatie zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk-leerlingen) in de groepen drie tot en met acht van de basisschool

Inleiding

Met ingang van 1 augustus 2003 wordt de leerlinggebonden financiering ingevoerd. Op grond van deze regeling hebben basisscholen, die een leerling toelaten die is geïndiceerd voor een leerlinggebonden budget, recht op leerlinggebonden financiering.

De procedures voor indicatiestelling zijn geregeld in de Wet op de expertisecentra en het daarop gebaseerde Besluit leerlinggebonden financiering (Stb. 2002, 107). De criteria die gelden bij de indicatiestelling liggen vast in de ministeriële regeling indicatiecriteria lgf.

De formatieve omvang van het leerlinggebonden budget is geregeld in het Formatiebesluit WPO.

Voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) bedraagt de omvang van de leerlinggebonden financiering volgens dit Formatiebesluit voor een basisschool 35,6 formatierekeneenheden, waarvan 16,6 fre’s dienen te worden herbesteed bij een school voor speciaal onderwijs ten behoeve van ambulante begeleiding (de eerste twee jaar gaan deze her te besteden fre’s direct naar de school voor speciaal onderwijs). De resterende 19 fre’s zijn beschikbaar voor de opvang van de geïndiceerde leerling in de basisschool.

Tot 1 augustus 2003 kunnen basisscholen die verstandelijk gehandicapte kinderen hebben ingeschreven een aanvraag indienen voor aanvullende formatie. Het aantal fre’s aanvullende formatie voor deze verstandelijk gehandicaptekinderen bedraagt voor kinderen in de groepen 1 en 2 19 fre’s en voor kinderen in de groepen 3 tot en met 8 39 fre’s. Dit betekent dat de huidige aanvullende formatie voor de kinderen in de groepen 3 tot en met 8 een grotere omvang heeft dan de omvang van het leerlinggebonden budget. Tevens ontvangt de basisschool een hoger bedrag voor de materiële instandhouding (m.i.) dan het bedrag dat hiervoor binnen het leerlinggebonden budget wordt toegekend. Het verschil bedraagt € 253 voor het schooljaar 2003/2004. Bij de behandeling van het wetsvoorstel LGF is aan de Tweede Kamer toegezegd dat er geen korting zal plaatsvinden op de omvang van de middelen die basisscholen ontvangen voor deze kinderen. De Wet geeft geen mogelijkheid om het leerlinggebonden budget gedifferentieerd vast te stellen, omdat op basis van de Wet de omvang daarvan uitsluitend afhankelijk is van de onderwijssoort waarvoor de leerling toelaatbaar is verklaard. Daarom is toegezegd dat door middel van een aanvullende regeling de aanspraak van basisscholen op extra formatie voor zmlk-leerlingen in de bovenbouw en de extra m.i.-vergoeding vastgelegd zal worden. Deze beleidsregel geeft uitvoering aan deze toezegging.

De aanvullende formatie wordt gekoppeld aan het leerlinggebonden budget toegekend, dus in principe op schooljaarbasis. Dit betekent bijvoorbeeld dat, net als voor het leerlinggebonden budget geldt, bij verhuizing van de leerling tijdens het schooljaar de nieuwe school met ingang van het nieuwe schooljaar aanvullende formatie op basis van onderhavige regeling kan ontvangen.

Toekenning

Met ingang van het schooljaar waarin de leerling wordt geplaatst in groep 3 of hoger, kan de school aanspraak maken op 20 fre’s extra formatie per schooljaar en een bedrag van € 253 voor extra m.i..

Het bevoegd gezag van de basisschool die een zmlk-geïndiceerde leerling heeft ingeschreven, dient volgens artikel 70a van de WPO, die inschrijving te melden aan het ministerie. Bij eerste inschrijving wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de melding het leerlingggebonden budget toegekend. In de regel zal een leerling eerst instromen in de onderbouw. Met ingang van het schooljaar waarin de leerling geplaatst wordt in groep 3 of hoger, kan de school aanspraak maken op 20 fre’s extraformatie per schooljaar en een extra bedrag van € 253 voor materiële instandhouding.

Procedure

Het bevoegd gezag moet uitsluitend een aanvraag voor extra formatie indienen voor de geïndiceerde zmlk-leerlingen die met ingang van het schooljaar vanuit groep 2 worden geplaatst in groep 3.

De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

  • Het brinnummer en de naam en het adres van de school;

  • Het indicatienummer van de leerling (CvI nummer dat op de beschikking van de leerling vermeld staat);

  • Datum van inschrijving op de school;

  • Groep waarin de leerling is geplaatst.

Het bevoegd gezag dient per leerling een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier in te dienen. Dit formulier is onder nummer Cfi 63007 bij Cfi te bestellen met het plaketiket Cfi 84887. Tevens kunt u het formulier downloaden via www.cfi.nl.

Het aanvraagformulier moet zo vroeg mogelijk in het schooljaar waarin de leerling is geplaatst in groep 3 worden ingediend, zodat u verzekerd bent van een snelle afhandeling door Cfi.

De toekenning van de extra formatie loopt in de volgende schooljaren automatisch door, zolang de leerling het onderwijs in de bovenbouw van de school volgt. Voor de volgende schooljaren hoeft geen aparte jaarlijkse aanvraag plaats te vinden.

Indien de leerling waarvoor deze 20 fre’s zijn toegekend, wordt teruggeplaatst in groep 2, dan wordt deze extra formatie stopgezet met ingang van de eerste dag van de maand volgende op de maand van terugplaatsing in groep 2. Van deze terugplaatsing dient direct melding te worden gedaan bij Cfi.