Procedures voor totstandkoming en bekendmaking rijksregelgeving

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2003 t/m heden

Procedures voor totstandkoming en bekendmaking rijksregelgeving

I. Inleiding

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden geeft regels omtrent het proces van de totstandkoming en afkondiging van rijksregelgeving. Zo is in artikel 15, eerste lid, van het Statuut bepaald dat de Koning een ontwerp van rijkswet gelijktijdig met de indiening bij de Staten-Generaal aan de vertegenwoordigende lichamen van de Nederlandse Antillen en van Aruba zendt. Artikel 22, eerste lid, van het Statuut geeft regels voor de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. Een nadere uitwerking van artikel 22 van het Statuut is gegeven in de Reglementen voor de Gouverneurs.

Op ambtelijk niveau worden procedures gehanteerd ter uitvoering van deze Statuutbepalingen. Deze procedures zijn onder meer neergelegd in het rondschrijven van 14 september 1955 van de minister van Overzeese Rijksdelen1 en in het Draaiboek voor de wetgeving2. Zij zijn ontstaan in de jaren direct na de totstandkoming van het Statuut en in de loop der jaren niet aan de stand der techniek aangepast of herzien. Gelet op de mogelijkheden die de informatietechnologie heden ten dage biedt, is het met name uit het oogpunt van efficiency wenselijk deze werkafspraken tegen het licht te houden en waar mogelijk verbeteringen aan te brengen. De wijzigingen zoals verwoord in deze circulaire hebben dan ook tot doel de procedures adequater en efficiënter te maken. Daarnaast wordt beoogd de informatievoorziening te verbeteren en de foutenkans te beperken.

Met het oog op bovenbedoelde te bereiken verbeteringen heb ik het initiatief genomen tot herziening van de werkprocedures voor de totstandkoming van rijksregelgeving. Het resultaat van deze herziening is hieronder opgenomen. Omwille van de overzichtelijkheid worden deze procedures in de bij deze circulaire gevoegde bijlage tevens in schematische vorm weergegeven. In de tekst van deze circulaire zijn cijfers opgenomen die verwijzen naar het desbetreffende onderdeel in het schema. Aan de totstandkoming van deze circulaire is uitvoerig overleg voorafgegaan met het Kabinet der Koningin, de Kabinetten van de Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en van Aruba, de griffies van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Staten van de Nederlandse Antillen, van de Staten van Aruba en de directies Wetgeving van de Nederlandse Antillen en van Aruba.

Ten slotte wil ik erop wijzen dat de in deze circulaire neergelegde procedures vanzelfsprekend een aanpassing inhouden aan de huidige stand der techniek. Het is zeer wel mogelijk en zelfs waarschijnlijk dat technologische ontwikkelingen op den duur een nieuwe herziening van deze procedures wenselijk zullen maken.

II. De koninklijke boodschap

Ingevolge artikel 15, eerste lid, van het Statuut worden voorstellen van rijkswet door de Koningin gelijktijdig aan de parlementen van de drie landen gezonden. De eerstverantwoordelijke minister levert drie originelen van het voorstel van rijkswet, drie ondertekende memories van toelichting en drie maal de eventuele bijlagen aan bij het Kabinet der Koningin (1). In verband met de vereiste gelijktijdigheid verstuurt het Kabinet drie koninklijke boodschappen, elk voorzien van een voorstel van rijkswet, een memorie van toelichting en eventuele bijlagen. Deze koninklijke boodschappen zijn gericht aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (2), de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba. De exemplaren ten behoeve van de Staten van de Nederlandse Antillen en van Aruba worden bij brief door de directeur van het Kabinet der Koningin aangeboden aan de Gouverneurs van beide landen (3). Het Kabinet der Koningin zendt deze brieven per diplomatieke post naar de Nederlandse Antillen en Aruba, waarbij kosteloos gebruik gemaakt kan worden van de verzendfaciliteiten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de aanbiedingsbrief worden de Gouverneurs verzocht zorg te dragen voor de doorgeleiding aan de Staten (4). Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, ontvangt van het Kabinet der Koningin een kopie van de aanbiedingsbrief aan de Gouverneurs (3).

Gaat het om een regeling die slechts in één of twee landen van het Koninkrijk zal gelden, dan wordt het voorstel via de Gouverneur aan de Staten van het land waarin de regeling niet zal gelden niet ter overweging, maar slechts ter kennisneming toegezonden.

III. Kamerstukken

Nadat het voorstel van rijkswet bij koninklijke boodschap bij de Tweede Kamer en bij de Staten aanhangig is gemaakt, houdt de griffie van de Tweede Kamer de medeactoren3 in de rijkswetgevingsprocedure elektronisch op de hoogte van de voortgang van het wetgevingsproces.4 Door middel van een elektronisch bericht worden zij door de griffie geattendeerd op nieuw te verschijnen Kamerstukken en Handelingen, die in Word-format worden meegezonden (5). De verzending van deze berichten zal steeds plaatsvinden zodra de Kamerstukken of de Handelingen aan de drukkerij worden aangeboden. Daarbij zal telkens worden vermeld onder welk Kamerstuk- of Handelingennummer de officiële gedrukte versie van het stuk zal worden gepubliceerd en na circa een week kan worden teruggevonden in pdf-format op internet (http://www.overheid.nl/op).

Met deze directe elektronische verzending is het versturen van kopieën van alle gedrukte Kamerstukken die betrekking hebben op de tekst van het voorstel van rijkswet overbodig geworden. Voortaan kunnen de medeactoren aanzienlijk sneller dan voorheen beschikken over deze Kamerstukken. Daarnaast zal deze verzending voortaan zien op alle Kamerstukken en alle Handelingen die met betrekking tot een voorstel van rijkswet worden uitgebracht en niet beperkt blijven tot het voorstel van rijkswet, nota's van wijziging en het gewijzigd voorstel van rijkswet.

IV. Publicatie van rijksregelgeving

A. Rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur

Ingevolge artikel 22, eerste lid, van het Statuut worden rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur in alle landen van het Koninkrijk, waar zij gelding hebben, in het officiële publicatieblad geplaatst. In Nederland worden rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur door de eerstverantwoordelijke minister bij de directie Wetgeving van het Ministerie van Justitie aangeleverd. De Nederlandse Minister van Justitie is vervolgens verantwoordelijk voor de uitgifte van het Staatsblad. In de Nederlandse Antillen en Aruba zorgen de Gouverneurs ingevolge artikel 16 van hun Reglementen voor de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In de Nederlandse Antillen en Aruba wordt deze regelgeving in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk het Afkondigingsblad van Aruba bekendgemaakt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties biedt de in de Nederlandse Antillen en Aruba bekend te maken rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur aan de Gouverneurs aan. In verband daarmee is het van belang dat de eerstverantwoordelijke minister de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in voorkomende gevallen zo mogelijk per elektronisch bericht op de hoogte stelt over het Staatsbladnummer waarin en de datum waarop een vastgestelde rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur zal worden geplaatst (6). In het geval van een rijkswet verzoekt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervolgens de griffie van de Tweede Kamer om toezending van de digitale tekst in Word-format (7). Betreft het een algemene maatregel van rijksbestuur, dan zendt de eerstverantwoordelijke minister de digitale tekst van het besluit in Word-format toe aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het volgende adres: rijksregelgeving@minbzk.nl (8).

De directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt aan de Kabinetten van de Gouverneurs per elektronische post de digitale tekst van de rijkswet respectievelijk van de algemene maatregel van rijksbestuur in Word-format ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk het Afkondigingsblad van Aruba (9). De Gouverneurs wordt verzocht de bekendmaking van deze wetgeving te bevorderen. De digitale tekst in Word-format kan gebruikt worden als basis voor de bekendmaking in de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit elektronische bericht wordt daarom in kopie aan de directie Wetgeving en Juridische Zaken van de Nederlandse Antillen en aan de directie Wetgeving van Aruba gezonden, die op basis van de ontvangen tekst tot voorbereiding van de publicatie kunnen overgaan. In dit bericht zal worden vermeld in welk Staatsblad de desbetreffende rijkswet of algemene maatregel van rijksbestuur zal worden geplaatst. Op deze wijze kunnen de Kabinetten van de Gouverneurs en de wetgevingsdirecties aan de hand van de op internet (http://www.overheid.nl/op) gepubliceerde wetgeving verifiëren of bekendmaking in het Staatsblad heeft plaatsgevonden.

In het elektronisch bericht worden de Gouverneurs steeds verzocht om na publicatie een exemplaar van het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen respectievelijk van het Afkondigingsblad van Aruba, zo mogelijk in digitale vorm, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toe te zenden.

B. Overige regelgeving

Naast de rijkswetten en de algemene maatregelen van rijksbestuur behoren ook de in de Nederlandse Antillen en Aruba geldende koninklijke besluiten ter uitvoering van Koninkrijksaangelegenheden en ministeriële regelingen ter uitvoering van rijkswetgeving tot de besluitvorming op Koninkrijksniveau. Voor zover deze besluiten moeten worden gepubliceerd, geldt mutatis mutandis hetzelfde als hierboven met betrekking tot rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur is gesteld (6, 8 en 9), met dien verstande dat zij in het algemeen niet in het Staatsblad maar in een ander officieel publicatieblad worden bekendgemaakt. In Nederland vindt publicatie van deze regelingen doorgaans plaats in de Staatscourant, in de Nederlandse Antillen in de Curaçaosche Courant en in Aruba in het Afkondigingsblad.

De eerstverantwoordelijke minister levert de digitale tekst van de te publiceren regelgeving onder vermelding van het Staatscourantnummer respectievelijk het Staatsbladnummer en van de publicatiedatum op een overeenkomstige wijze als bij algemene maatregelen van rijksbestuur aan bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, op het adres: rijksregelgeving@minbzk.nl (6+8).

V. Toezending van vastgestelde en gepubliceerde wetgeving

A. Rijksregelgeving

Overeenkomstig het verzoek dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eerder (zie onder IV) heeft gedaan, zenden de wetgevingsdirecties na de bekendmaking alle gepubliceerde rijksregelgeving, indien digitaal beschikbaar in digitale vorm, aan de Gouverneurs en in kopie aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter attentie van de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving op bovenvermeld adres (10). De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geleidt dit document door naar de voor deze wetgeving eerstverantwoordelijke minister (11). Met het ontvangen van het officiële publicatieblad wordt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van zijn taak ontheven.

B. Landsregelgeving

De wetgevingsdirecties zenden een exemplaar van het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen of de Curaçaosche Courant respectievelijk van het Afkondigingsblad van Aruba van de gepubliceerde tekst van alle vastgestelde landsverordeningen en landsbesluiten, houdende algemene maatregelen aan de Gouverneurs (12). Op grond van artikel 22, van de Reglementen van de Gouverneurs dragen de Gouverneurs zorg voor doorgeleiding van dit exemplaar aan de Koningin (13). Het Kabinet der Koningin zendt de ontvangen wetgeving vervolgens ter behandeling door aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter attentie van de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving (14).

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

  1. Kamerstukken II 1955/56, 4100 XIII, nr. 12, zie ook W.H. van Helsdingen, Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Wordingsgeschiedenis, commentaar en praktijk, 's-Gravenhage 1957, blz. 361, 362. ^ [1]
  2. Ministerie van Justitie, Draaiboek voor de wetgeving, Den Haag 2002. ^ [2]
  3. De griffies van de Staten van de Nederlandse Antillen en van Aruba, de Kabinetten van de Gouverneurs, de Kabinetten van de Gevolmachtigde Ministers, de secretarissen van de Raden van Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba, de directies Wetgeving van de Nederlandse Antillen en van Aruba, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. ^ [3]
  4. Dit geldt ook voor de in Verenigde Vergadering behandelde Kamerstukken. ^ [4]
Naar boven