Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Ministeriële regeling van 7 mei 2003, afdeling pensioenen en sociale zekerheid, nr. P/2003002682

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. beleidsterrein: de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine, de Koninklijke Luchtmacht, de Koninklijke Marechaussee, het Defensie Interservice Commando (DICO) en de Centrale Organisatie van het Ministerie van Defensie;

  • b. werknemer:

  • c. directe chef: de functionaris onder wiens toezicht en leiding de functie wordt vervuld, dan wel die als zodanig door de commandant is aangewezen;

  • d. commandant:

    • 1e ten aanzien van militairen: de commandant, opgenomen in bijlage 2 van de Regeling aanwijzing commandanten AMAR;

    • 2e ten aanzien van de burgerlijke ambtenaar: het hoofd van de diensteenheid, opgenomen in bijlage 3 van de Regeling bevoegdhedentoedeling burgerlijke ambtenaren defensie;

  • e. ARBO-dienst: een onafhankelijke voor het betreffende beleidsterrein verantwoordelijke ARBO-dienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;

  • f. bedrijfsarts: een arts werkzaam bij de ARBO-dienst en als zodanig belast met de bedrijfsgeneeskundige begeleiding van defensiepersoneel;

  • g. ziekmelding: de mededeling van of namens de werknemer waarmee deze bekend stelt dat hij in verband met ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten;

  • h. ziekteverzuim: het als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte ongeschikt zijn tot het verrichten van zijn arbeid;

  • i. ziekmeldingsgesprek: het gesprek dat in beginsel tijdens het moment van de ziekmelding, doch uiterlijk op de eerste verzuimdag, moet worden gevoerd tussen de directe chef en de werknemer die zich ziek heeft gemeld;

  • j. werkhervattinggesprek: het gesprek tussen de werknemer en zijn directe chef dat plaats vindt naar aanleiding van de geheel of gedeeltelijke werkhervatting van de werknemer;

  • k. herstelmelding: de mededeling aan de directe chef van de werknemer waarmee deze te kennen geeft dat hij zich herstelt acht en in staat meent te zijn zijn arbeid weer te verrichten;

  • l. verzuimbegeleiding: de begeleiding van de werknemer die door ziekte niet in staat is zijn arbeid te verrichten, zoals genoemd in de Arbo-wet 1998.

Artikel 2. Verplichtingen van de werknemer

  • 1 De werknemer die wegens ziekte of anderszins verhinderd is zijn arbeid te verrichten, dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk anderhalf uur na het tijdstip waarop hij zijn arbeid had behoren aan te vangen, persoonlijk zijn directe chef in te lichten omtrent deze verhindering.

    Indien de werknemer arbeid verricht in ploegen- of continudienst dient hij zo spoedig mogelijk, indien mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden, doch uiterlijk anderhalf uur na het tijdstip waarop hij zijn arbeid had behoren aan te vangen, persoonlijk zijn directe chef in te lichten. Ook indien de werknemer vakantieverlof geniet dient hij - om aanspraak te kunnen maken op teruggave van reeds verleende vakantiedagen - zo spoedig mogelijk zijn directe chef in te lichten.

  • 2 In die gevallen waarin het de werknemer onmogelijk is, zulks achteraf te beoordelen door de ARBO-dienst, de ziekmelding persoonlijk te verrichten, is hij gehouden zodanige maatregelen te treffen, dat, zo mogelijk met inachtneming van de in lid 1 genoemde termijnen, de directe chef zo spoedig mogelijk geïnformeerd wordt omtrent de verhindering en hem de in lid 3 genoemde informatie wordt verschaft.

  • 3 In het (telefonische) ziekmeldingsgesprek verstrekt de werknemer aan zijn directe chef de volgende informatie:

    • a. het adres waarop de zieke verblijft en het telefoonnummer waaronder hij bereikbaar is;

    • b. de reden van zijn afwezigheid;

    • c. de vermoedelijke duur van de afwezigheid;

    • d. stand van zaken betreffende de (voortgang) van zijn werkzaamheden.

  • 4 De werknemer dient gedurende de eerste twee werkdagen van het ziekteverzuim van 09.00 tot 17.00 uur in persoon bereikbaar te zijn. Na deze dagen geldt deze verplichting op werkdagen tussen 09.00 en 10.00 uur. De commandant is bevoegd de werknemer van deze laatste verplichting te ontheffen.

  • 5 De werknemer dient aan een oproep van de Arbo-dienst om op het spreekuur van de bedrijfsarts te verschijnen, gevolg te geven, tenzij zulks, eventueel achteraf te beoordelen door de bedrijfsarts, onmogelijk blijkt. Dit geldt ook als de arbeid inmiddels is hervat.

  • 6 De werknemer hervat geheel of gedeeltelijk zijn arbeid zodra hij daartoe in staat is of zodra hij daartoe van de commandant, na inwinning van het advies van de ARBO-dienst, de opdracht krijgt. De commandant volgt dat advies, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om daarvan in het dienstbelang af te wijken. Naar aanleiding van de hervatting van zijn arbeid vindt, zulks ter beoordeling van de commandant, een werkhervattinggesprek plaats.

  • 7 De werknemer die eigenstandig zijn arbeid hervat, stelt hiervan onmiddellijk zijn directe chef in kennis.

  • 8 Na de terugmelding wordt een aanspraak op teruggave van vakantieverlofdagen uitsluitend verleend voor de vakantiedagen gedurende welke, blijkens een verklaring van de behandelend arts, verhindering tot dienstverrichting zou hebben bestaan.

Artikel 3. Verplichtingen en bevoegdheden van de commandant

  • 1 De commandant is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van de werknemers werkzaam in zijn verantwoordelijkheidsgebied. Daartoe laat hij zich bijstaan door een Arbo-dienst. Van ziek- of herstelmeldingen wordt zo mogelijk op de dag van de melding, doch uiterlijk binnen de eerste drie daaropvolgende werkdagen melding gedaan aan de Arbo-dienst.

  • 2 De commandant is verplicht om ten behoeve van de verzuimregistratie, de dag van de ziekmelding, de tussentijdse mutaties en de dag van herstelmelding in het personeelsinformatiesysteem in te laten voeren.

  • 3 De commandant is bevoegd om binnen zijn ressort functionarissen aan te wijzen die namens hem de aan hem in het kader van deze regeling opgedragen handelingen verrichten.

Artikel 4. Intrekking bestaande regelgeving

De algemene aanwijzingen bij ziekte van burgerpersoneel, DBP/BO, nummer PB 90/1512/1496, d.d. 01-05-1990, (MP 33-207/B101), de regeling ziekmelden burger- en militair personeel Koninklijke Luchtmacht (RZBMKlu), nr. P/99004871, d.d. 27-07-1999 (MP 31109/4110), de Regeling procedure ziek- en hersteldmelding KM 1997, nr. P34151 d.d. 25-03-1997 (MP 31-109/2110) en de Regeling Sociaal medische begeleiding bij ziekteverzuim militair personeel Koninklijke Landmacht, CDPO/POO, nr. KL 14.199/2-E, d.d. 16-06-1997 (MP 31-109) worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum waarop de wijziging van artikel 74 BARD, houdende het scheppen van een basis voor deze regeling, in werking treedt en kan worden aangehaald als 'Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel'.

De

Staatssecretaris

van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven