Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 31-12-2003 t/m 31-12-2003

Regeling van 26 maart 2003 houdende toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan onder de directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand ressorterende functionarissen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 7, derde lid, aanhef en onder a, 7, zesde lid, aanhef en onder b, en 53, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. directie:

een organisatieonderdeel van het ministerie dat ressorteert onder de directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand;

b. directeur:

een functionaris die leiding geeft aan een directie;

c. directeur-generaal:

de directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand.

§ 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Onder de directeur-generaal ressorteren:

  • a. de directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid;

  • b. de directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen;

  • c. de directie Werk en Bijstand;

  • d. het Bureau Interbestuurlijke Verhoudingen en Communicatie;

  • e. een stafbureau;

§ 3. Verantwoordelijkheden directeuren

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

    • a. het leiding geven aan de eigen directie;

    • b. het door tussenkomst van de directeur-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het attenderen van hen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

    • c. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de eigen directie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

    • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

    • e. de personeelsaangelegenheden van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voor zover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal dan wel de directeur-generaal;

    • f. het zorgdragen voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de eigen personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken, de directie Gemeenschappelijke Ondersteuning Bedrijfsvoering en de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

    • h. . het formuleren en uitvoeren van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de secretaris-generaal en de directeur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • i. het rapporteren aan de directeur-generaal over de uitvoering van de jaarplannen betreffende de eigen directie;

    • j. het, na overeenstemming daarover met de directeur-generaal, aanwijzen van een plaatsvervangend directeur;

    • k. het zorgdragen voor de vastlegging van de organisatie van de eigen directie en de daarbinnen geldende mandaten, volmachten en machtigingen in een Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit voor de eigen directie;

    • l. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen;

    • m. een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de secretaris-generaal via de directeur-generaal van de gegevens die opgenomen moeten worden in het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW, genoemd in artikel 4, vijfde lid, onder i, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid, onder k, is niet van toepassing op directeuren die leiding geven aan een directie met een omvang van maximaal 12 fulltime-equivalenten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid is verantwoordelijk voor de (strategische) ontwikkeling van het algemene arbeidsmarktbeleid. De directie draagt eveneens zorg voor het sectorale, regionale en internationale arbeidsmarktbeleid, met inbegrip van de problematiek rondom arbeidsmigratie en de werking van de arbeidsbemiddelingsmarkt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het arbeidsmarktbeleid voor specifieke groepen. De directie draagt meer specifiek zorg voor het instrumentarium van gesubsidieerde arbeid en het beleid rond arbeidsinpassing van arbeidsgehandicapten. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Subsidieregeling ESF-3 en de Subsidieregeling ESF-EQUAL, laat deze uitvoeren door het Agentschap SZW en onderhoudt hiertoe de contacten met de Europese Commissie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Werk en Bijstand is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de voorwaarden waarbinnen gemeenten het beleid van werk en inkomen gestalte kunnen geven. Het gaat hierbij om:

  • a. het stimuleren van bijstandsgerechtigden, kunstenaars, zelfstandigen, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering krachtens de Algemene nabestaandenwet om een bijdrage te leveren aan de samenleving;

  • b. het verstrekken van een volwaardig minimuminkomen aan bijstandsgerechtigden, kunstenaars en zelfstandigen naar de mate waarin deze er niet in slagen die bijdrage door middel van arbeid te leveren.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het Bureau Interbestuurlijke Verhoudingen en Communicatie is verantwoordelijk voor een eenduidige regie in de relaties tussen het ministerie en de gemeenten. Het Bureau draagt zorg voor de (verdere) ontwikkeling van het SZW-brede sturingsconcept richting gemeenten.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het stafbureau is verantwoordelijk voor advisering en ondersteuning van de directeur-generaal bij de aansturing van de onder hem ressorterende directies, zowel beleidsinhoudelijk als beheersmatig.

§ 4. Bevoegdheden directeuren

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Elk van de directeuren is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met de taken en verantwoordelijkheden van zijn directie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de directeur-generaal.

  • 2 Aan elke directeur wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

    • a. de in artikel 3, eerste lid, onder e, genoemde personeelsaangelegenheden;

    • b. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze klachten betrekking hebben op gedragingen van de onder elk van hen ressorterende functionarissen.

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid omvat de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies en het verlenen en vaststellen van rijksvergoedingen, het aangaan van verbetertrajecten en het korten op bevoorschotting, voor zover het de uitvoering betreft van regelingen op zijn werkterrein. Over de verlening van subsidies groter dan € 125.000,- die niet in een vastgesteld jaarplan zijn opgenomen, wordt de directeur-generaal vooraf geïnformeerd.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,- per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,- per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten welke gebaseerd zijn op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot raden en commissies;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek, na voorafgaande inhoudelijke afstemming binnen het directoraat-generaal;

    • g. overeenkomsten met betrekking tot incidentele beleidsinformatie, met uitzondering van overeenkomsten met het Centraal bureau voor de statistiek.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directeuren kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, met dien verstande dat bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden slechts kunnen worden doorverleend aan rechtstreeks onder hen ressorterende functionarissen en slechts voor zover het betreft:

  • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

  • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

  • c. verlof van medewerkers;

  • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 juli 2002 houdende doorverlening van vertegenwoordingsbevoegdheden van de directeur-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand aan de projectleider Structurering en Integratie Gemeentelijke Informatiestromen SZW (Stcrt. 134) wordt ingetrokken.

  • 2 Het Instellingsbesluit Departementaal Projectbureau Reïntegratiebeleid wordt ingetrokken.

  • 3

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit bureau Interbestuurlijke verhoudingen en Communicatie wordt ingetrokken.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2003.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsmarktbeleid en Bijstand 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 maart 2003.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze,

De directeur-generaal,

W.H. van Leeuwen.

Naar boven