Deel I Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 2 (niet toegelaten middelen)
Deel II Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 3 (middelen die zijn toegelaten voor andere doeleinden)
Deel I. Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 2 (niet toegelaten middelen)
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
I.A Middelen op basis van benfuracarb
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Luxan Oncol zaadontsmetter (laatstelijk toegelaten onder 9915 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als ontsmettingsmiddel voor zaad van prei en
uien ter voorkoming van schade door insecten mits toegepast d.m.v. pilleer- of coatingsprocédés,
met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen.
De toepassing is alleen toegelaten met behulp van precisiezaai, waarbij het behandelde
zaad direct na zaai met grond bedekt wordt. Morsen van het behandelde zaad ten allen
tijde voorkomen en verwijderen. Resten van het behandelde zaad nooit verspreiden of
vervoederen aan dieren.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
• Indien men zich onwel voelt, een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket
tonen).
• Vanaf het openen van de verpakking tot en met het inbrengen van het middel in de
apparatuur moet geschikte ademhalingsbescherming gedragen worden.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen:
• Uien, ter voorkoming van aantasting door de made van de uienvlieg (Delia antiqua).
Uitsluitend toepassen bij zaden die gecoat worden.
Dosering: 75 gram per eenheid zaad.
• Teelt van prei, ter voorkoming van aantasting door de made van de uienvlieg (Delia antiqua).
Uitsluitend toepassen bij zaden die gecoat worden.
Dosering: 0,2 gram per 1000 zaden.
I.B Middelen op basis van chloorpyrifos
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Dursban 5G (laatstelijk toegelaten onder 9758 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel, met maximaal
1 toepassing per teelt of teeltseizoen en toegepast met een machinale granulaatstrooier:
• door middel van een grondbehandeling ten behoeve van de vollegrondsteelt van bloembollen
en bolbloemen, met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag mag worden
behandeld;
• in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen;
• in de bedekte teelt van grondgebonden freesia;
• in de vollegrondsteelten van snijbloemen, boomkwekerijgewassen en vaste planten,
met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag mag worden behandeld.
Het middel moet direct na toepassing ondergewerkt worden. Morsen van het granulaat
in verband met risico voor vogels en zoogdieren ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terechtkomt. Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Draag geschikte beschermende kleding.
• Draag geschikte handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen:
• Bloembollen en bolbloemen, tegen ritnaalden (larven van Agrotes spp.) en emelten (larven van vnl. Tipula spp.).
Deze bodeminsecten treden vooral op bij teelten op gescheurd grasland. Als aantasting
wordt verwacht kan tijdens het planten het middel in de open regel worden gestrooid
en in één arbeidsgang worden ondergewerkt.
Bij gladiolen wordt door een behandeling tevens bonevlieg (Delia platura) bestreden.
Dosering: 32 kg/ha
• Bedekte en grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Symphyla spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha
• Bedekte en grondgebonden teelt van Freesia, ter bestrijding van bonenvlieg (Delia platura).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha.
• Teelten in de vollegrond van snijbloemen, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha
• Teelten in de vollegrond van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.), aardrupsen (larve van Agrotis spp.), engerlingen (larve van Scarabaeidae spp.), wortelduizendpoten (Symphyla spp.) en springstaarten (Collembola spp.).
Als aantasting wordt verwacht kan het middel gestrooid en ondergewerkt worden op plant-
of zaaiklare, onkruidvrije grond.
Dosering: 32 kg/ha
I.C Middelen op basis van dichloorvos
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Luxan DDVP 60% vloeibaar (laatstelijk toegelaten onder 6017 N)
• Denkavepon-50 (laatstelijk toegelaten onder 5868 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel:
• door middel van een gewasbehandeling met volautomatische spuitrobots die van buiten
de te behandelen ruimte aan- en uitgeschakeld kunnen worden, met maximaal 4 toepassingen
per teelt of teeltseizoen, ter bestrijding van insecten in de teelten onder glas van
uitgangsmateriaal voor de teelt van aardbei en bonen, die onder keuring staan van
de NAK-Tuinbouw;
• door middel van een ruimtebehandeling met vernevelaars of electrische verdampers,
welke buiten de te behandelen ruimte aan- en uitgeschakeld kunnen worden, met maximaal
4 toepassingen per teelt of teeltseizoen, ter bestrijding van insecten in de teelten
onder glas van uitgangsmateriaal voor de teelt van aardbei en bonen, die onder keuring
staan van de NAK-Tuinbouw.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is de toepassing in
bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden
door bijen of hommels. Niet toegestaan is de toepassing wanneer bloeiende onkruiden
aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld
om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Tijdens de toepassingen mogen geen personen in de kas of ruimte aanwezig zijn. Na
afloop van de gehele behandeling dient minimaal 4 uur gelucht te worden, voordat de
ruimte mag worden betreed. Ingeval van een ruimtebehandeling dient de behandelde ruimte
voorafgaand aan het luchten minimaal 10 uur gesloten te zijn.
Dit middel is giftig bij inademing, bij aanraking met de huid en bij opname door de
mond en ontvlambaar is.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep.
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen, laarzen en een hoofddeksel en
voorts een beschermingsmiddel voor de ogen.
• Tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel
een geschikt adembeschermingsapparaat dragen.
• Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken.
• Na het werk direct handen en gezicht wassen.
• Bij ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien
mogelijk dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
Het middel werkt in belangrijke mate via de dampfase en is daardoor, naast toepassing
door middel van gewasbehandeling, ook geschikt voor toepassing door middel van vernevelen
of verdampen in elektrische verdampers. Het middel heeft een vrij korte werkingsduur
en bezit geen eidodende werking. Herbehandeling zal dus in veel gevallen noodzakelijk
zijn.
Toepassingen:
Gewasbehandelingen.
• Gewasbehandeling in de teelt onder glas van uitgangsmateriaal ten behoeve van de teelt
van aardbei, die onder keuring staan van de NAK-Tuinbouw, ter bestrijding van bladluizen (Aphididae, met name gele rozenluis, Rhodobium porosum) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips spp.).
Herhalen van de behandeling met tussenpozen van 5-7 dagen, met een maximum van 3 keer
per teelt of teeltseizoen, al naar gelang de ontwikkeling van de populaties, zal meestal
noodzakelijk zijn.
Dosering: 1 liter per ha (0,1% (100 ml per 100 liter water))
N.B. Houdt het energiescherm of verduisteringsdoek tijdens en enkele uren na de toepassing
gesloten.
• Gewasbehandeling in de teelt onder glas van uitgangsmateriaal ten behoeve van de teelt
van bonen, die onder keuring staan van de NAK-Tuinbouw, ter bestrijding van wittevlieg (Trialeurodes vaporariorum en Bemisia argentifolii) en trips (Frankliniella occidentalis en Thrips tabaci).
Herhalen van de behandeling met tussenpozen van 5-7 dagen, met een maximum van 3 keer
per teelt of teeltseizoen, al naar gelang de ontwikkeling van de populaties, zal meestal
noodzakelijk zijn.
Dosering: 1 liter per ha (0,1% (100 ml per 100 liter water)
N.B. Houdt het energiescherm of verduisteringsdoek tijdens en enkele uren na de toepassing
gesloten.
Ruimtebehandeling:
• Ruimtebehandeling in de teelt onder glas van uitgangsmateriaal ten behoeve van de
teelt van aardbeien, die onder keuring staan van de NAK-Tuinbouw ter bestrijding van bladluizen (Aphididae, met name gele rozenluis, Rhodobium porosum) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips spp.).
Herhalen van de behandeling, met tussenpozen van 2-5 dagen, met een maximum van 3
keer per teelt of teeltseizoen, al naar gelang de ontwikkeling van de populatie, zal
meestal noodzakelijk zijn.
Bij vernevelen dient het gewas droog te zijn; bij het afstellen van de automatische
vernevelapparatuur dient zorg te worden gedragen dat de nevel niet op het gewas wordt
gericht doch eroverheen.
Er moet op gelet worden dat de ruimte gesloten is teneinde te snel wegtrekken van
de damp en daardoor mindere werking te voorkomen. Na behandeling dient de ruimte 10-12
uur gesloten te blijven. Het verdient daarom de voorkeur de behandeling `s avonds
uit te voeren.
De beste resultaten worden behaald bij een temperatuur tussen 15 en 25 °C. Tijdens
de behandeling dient de temperatuur constant te blijven.
Een dag vóór tot een dag ná de behandeling geen andere bestrijdingsmiddelen (vooral
geen zwavel!) toepassen.
Houdt het energiescherm of verduisteringsdoek tijdens en enkele uren na de toepassing
gesloten.
Dosering:
a. bij vernevelen: 4 ml middel per 100 ml water voor 100 m3 kasinhoud. Bij verscholen levende luizen de dosering zonodig verhogen tot 6 ml middel
per 100 ml water per 100 m3 kasinhoud.
b. bij gebruik van elektrische verdampers: 10-12 ml middel per 100 m3.
• Ruimtebehandeling in de teelt onder glas van uitgangsmateriaal ten behoeve van de
teelt van bonen, die onder keuring staan van de NAK-Tuinbouw ter bestrijding van wittevlieg (Trialeurodes vaporariorum en Bemisia argentifolii) en trips (Frankliniella occidentalis en Thrips tabaci).
Herhalen van de behandeling, met tussenpozen van 2-5 dagen, met een maximum van 3
keer per teelt of teeltseizoen, al naar gelang de ontwikkeling van de populatie, zal
meestal noodzakelijk zijn.
Bij vernevelen dient het gewas droog te zijn; bij het afstellen van de automatische
vernevelapparatuur dient zorg te worden gedragen dat de nevel niet op het gewas wordt
gericht doch eroverheen.
Er moet op gelet worden dat de ruimte gesloten is teneinde te snel wegtrekken van
de damp en daardoor mindere werking te voorkomen. Na behandeling dient de ruimte 10-12
uur gesloten te blijven. Het verdient daarom de voorkeur de behandeling `s avonds
uit te voeren.
De beste resultaten worden behaald bij een temperatuur tussen 15 en 25 °C. Tijdens
de behandeling dient de temperatuur constant te blijven.
Een dag vóór tot een dag ná de behandeling geen andere bestrijdingsmiddelen (vooral
geen zwavel!) toepassen.
Houdt het energiescherm of verduisteringsdoek tijdens en enkele uren na de toepassing
gesloten.
Dosering:
a. bij vernevelen: 4 ml middel per 100 ml water voor 100 m3 kasinhoud.
b. bij gebruik van elektrische verdampers: 10-12 ml middel per 100 m3.
I.D Middelen op basis van diuron
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Brabant diuron korrels (laatstelijk toegelaten onder 8402 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal
1 toepassing per teelt of teeltseizoen, toegepast met een machinale granulaatstrooier
en met dien verstande dat maximaal 2 ha per persoon per dag mag worden behandeld:
• in de containerteelt van boomkwekerijgewassen;
• in de teelt van uitgangsmateriaal van asperges.
In de teelt van uitgangsmateriaal van asperge moet het middel direct na toepassing
ondergewerkt worden.
Morsen van het granulaat te allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel zodanig toepassen dat het granulaat niet in het oppervlaktewater terechtkomt.
Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Stof niet inademen.
• Draag geschikte beschermende kleding.
• Draag geschikte handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
Diuron is een bodemherbicide bestemd voor selectieve onkruidbestrijding onder diverse
houtige gewassen en in asperges. Het middel bestrijdt éénjarige onkruiden en ondiep
wortelende overblijvende onkruiden. Mossen en muurpeper zijn zeer gevoelig voor diuron;
weegbreesoorten zijn echter niet gevoelig. De werking komt slechts langzaam tot stand;
het middel heeft echter een zeer lange werkingsduur, die bij lage doseringen 3 tot
6 maanden bedraagt. Toepassing op vochtige grond en in een periode dat regen te verwachten
is, verdient aanbeveling. Het is bovendien gewenst een behandeling vroeg uit te voeren,
dat wil zeggen vóór of op zijn laatst bij opkomst, dan wel hergroei van het onkruid;
hier volgt uit, dat men bij selectieve toepassing voor een goed effect dan ook bij
voorkeur moet toepassen op van tevoren onkruidvrij gemaakte grond. Overdosering moet
worden voorkomen.
Toepassingen:
• Boomkwekerijgewassen in potten en containers, ter bestrijding van mossen of levermossen
Toepassen als het gewas droog is en de grond enigszins vochtig, er mogen geen korrels
op het gewas achterblijven. Overdoseren absoluut vermijden.
Dosering: 30-40 kg/ha (3-4 gram per m2). De laagste dosering gebruiken op zand- en lichte zavelgronden, de hoogste dosering
voor klei- en humusrijke gronden.
N.B. Wegens kans op schade niet toepassen op Berberis darwinii, Cornus alba, Cytisus,
Euonymus fortunei `Emerald 'n Gold', Deutzia, Genista, Hedera colchica, Hedera helix
`Conglomerata' en enkele bonte vormen, Hydrangea petiolaris en Hydrangea serrata.
• Uitgangsmateriaal van asperges, ter bestrijding van onkruiden
Het middel toepassen op asperge-zaaibedden, 1 á 2 weken na het zaaien tot de planten
ca 10 cm hoog zijn, op onkruidvrije grond.
Dosering: 60 kg/ha per behandeld oppervlakte.
N.B. Geen behandelingen uitvoeren op sterk stuivende gronden wegens kans op te geringe
werking en gewasschade op belendende percelen.
I.E Middelen op basis van ethoprofos
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Mocap 20 GS (laatstelijk toegelaten onder 9271 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als grondbehandelingsmiddel met maximaal 1 toepassing
per teelt of teeltseizoen en toegepast met een machinale granulaatstrooier:
• ten behoeve van de teelt van aardappelen, mits toegepast kort vóór of tijdens het
poten op zodanige wijze dat het middel in één arbeidsgang wordt gestrooid en ondergewerkt;
• ten behoeve van de teelt van lelie, mits vóór het planten toegepast en met dien
verstande, dat het middel direct na toepassing wordt ondergewerkt.
Bovengronds morsen van het granulaat in verband met risico voor vogels en zoogdieren
ten allen tijde voorkomen en verwijderen.
Het middel zodanig toepassen dat het granulaat niet in oppervlaktewater terechtkomt.
Voorkom afspoeling van granulaten naar oppervlaktewater.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Dit middel is schadelijk bij inademing, bij opname door de mond en bij aanraking met
de huid. Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Stof niet inademen.
• Aanraking met de huid vermijden.
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
• Draag geschikte beschermende kleding.
• Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket
tonen).
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
MOCAP 20 GS is een middel in korrelvorm ter bestrijding van aaltjes en bodeminsecten
in diverse teelten. Voor het verkrijgen van goede effectiviteit moet het gelijkmatig
worden gestrooid en ondergewerkt.
MOCAP 20 GS is verpakt in Ultima containers.
Verbreek nooit de rode zegel!
Het Ultima-systeem in 6 stappen:
1. Lees voor het gebruik eerst het etiket. Verbreek de groene sealing en verwijder
de kap van de Ultima container.
2. Open het klepje van de connector die gemonteerd is op het deksel van de granulaatstrooier.
3. Plaats de bajonetsluiting van de Ultima container op de connector.
4. Draai de Ultima container een kwartslag tegen de richting van de klok in.
5. In een gesloten circuit wordt de granulaatstrooier gevuld met MOCAP 20 GS.
6. Draai de Ultima container een kwartslag in de richting van de klok mee. De Ultima
container wordt gesloten. Sluit het klepje van de connector.
Toepassingen:
• Aardappelen, ter bestrijding van ritnaalden:
Volveldsbehandeling: Het middel vlak vóór of tijdens het pootklaar maken van de grond
volvelds strooien en met dezelfde werkgang het middel gelijkmatig onderwerken met
de voor het pootklaar maken van de grond gebruikelijke apparatuur.
Dosering: 20 kg per ha.
• Lelies in de vollegrond, ter bestrijding van in het plantgoed aanwezige aaltjes en andere bodeminsecten:
Het middel kort voor het planten volvelds strooien en in één werkgang zo gelijkmatig
mogelijk tot een diepte van 10 -15 cm onderwerken.
Dosering: 50 kg/ha.
I.F Middelen op basis van methiocarb
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Imex-methiocarb vloeibaar (laatstelijk toegelaten onder 11338 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in bedekte teelten
van grondgebonden bloemisterijgewassen met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is de toepassing in
bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden
door bijen of hommels. Niet toegestaan is de toepassing wanneer bloeiende onkruiden
aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld
om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Tijdens de toepassingen mogen geen personen in de kas of ruimte aanwezig zijn. Betreding
van een behandelde ruimte is slechts toegestaan na minimaal 4 uur luchten.
Dit middel is giftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Draag geschikte beschermende kleding, geschikte handschoenen en een beschermingmiddel
voor de ogen.
• Tijdens de toepassing een geschikte ademhalingsbescherming dragen.
• Vermijd contact van het middel met de huid en de ogen.
• Na aanraking met de huid en de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.
• Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen:
• Bedekte teelten van grondgebonden bloemisterijgewassen (Chrysant), ter bestrijding van Californische trips (Frankliniella occidentalis)
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling met een
interval van een week herhalen.
Indien nog geen ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd
te worden teneinde de gewasverdraagzaamheid van het gewas te testen en na te gaan
of geen onaanvaardbaar zichtbaar residu optreedt.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water).
I.G Middelen op basis van simazin
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Agrichem simazin FW (laatstelijk toegelaten onder 7869 N)
• Gesatop 500 FW (laatstelijk toegelaten onder 6899 N)
• Luxan simazin 500 FC (laatstelijk toegelaten onder 7777 N)
• Simanex 50% vloeibaar (laatstelijk toegelaten onder 11304 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal
1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat maximaal 1 ha per
persoon per dag mag worden behandeld:
• in de productieteelt van aardbeien in de open lucht;
• in de vermeerderings- en selectieteelt van aardbeien in de open lucht;
• in de teelt van erwten, veldbonen en tuinbonen;
• in de zaadteelt van schorseneren.
Het is niet toegestaan het middel handmatig te verspuiten.
Op percelen die grenzen aan watergangen is toepassing uitsluitend toegestaan met gebruik
van een zeer grove dop uit de driftreductieklasse van 75% en dient er ten allen tijde
een teeltvrije zone te worden aangehouden van 150 cm.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Het volgende moet in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Spuitnevel niet inademen.
• Draag geschikte beschermende kleding.
• Draag geschikte handschoenen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
Simazin is een bodemherbicide dat op onkruidvrije, enigszins vochtige grond moet worden
toegepast. Het middel heeft een lange werkingsduur die 3-6 maanden kan bedragen, afhankelijk
van de dosering en de grondsoort. Waar twee doseringen zijn genoemd bij een toepassing
geldt de laagste voor zand- en lichte zavelgronden en de hoogste voor klei- en veengronden.
Het middel bestrijdt vooral éénjarige onkruiden. Varkensgras, viooltje, muurpeper,
kleine brandnetel en wolfsmelk zijn minder gevoelig. Tegen overblijvende onkruiden
en als reeds onkruiden aanwezig zijn, moet worden gecombineerd met een andere herbicide.
Als vele jaren achtereen simazin is gebruikt kunnen zich problemen voordoen met resistente
onkruidsoorten, zoals straatgras, klein kruiskruid, melganzevoet en zwarte nachtschade.
Toepassingen:
• Aardbeien in de open lucht:
Het middel niet toepassen op een gewas dat niet in een goede conditie verkeert (bijv.
opgevroren gewas, of als er sprake is van wateroverlast).
Niet toepassen op humusarme zand- en lössgronden.
Dosering:
- in de productieteelt in een overwinterd gewas in het voorjaar: 0,5-0,75 liter per
ha;
- op selectie- en vermeerderingsvelden bij het begin van de uitlopervorming: 0,5-1
liter per ha;
- in overjarige teelten na de pluk, in de nazomer of in de herfst: 1-1,5 liter per
ha.
N.B. In een enkel geval kunnen na het gebruik van het middel in een vermeerderingsveld
symptomen in de jonge planten ontstaan, die de afzet, vooral naar het buitenland,
kunnen bemoeilijken.
• Zaadteelt van schorseneren:
Toepassen in het voorjaar (niet in het eerste jaar gebruiken).
Dosering: 0,6-0,75 liter per ha.
• Erwten (zonder dekvrucht), veldbonen en tuinbonen:
Toepassen kort na zaaien. Alleen toepassen op lichte klei- en zavelgronden en op leemhoudende
zandgronden, die van nature vochthoudend zijn.
Dosering: 0,6-0,75 liter per ha.
Deel II. Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 3 (middelen die zijn toegelaten voor andere doeleinden)
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
II.A Middelen op basis van Bacillus thuringiensis
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Delfin (toegelaten onder 10944 N)
• Dipel (toegelaten onder 5845 N)
• Dipel ES (toegelaten onder 11425 N)
• Scutello (toegelaten onder 11420 N)
• Scutello L (toegelaten onder 11695 N)
• Turex 50 WP (toegelaten onder 11702 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen:
• in bedekte teelten van aardbeien;
• in bedekte teelten van slasoorten (Lactuca spp) en andijvie;
• in bedekte teelten van paksoi en amsoi;
• in bedekte teelten van stamsnijboon en stoksnijboon;
• in teelten in de vollegond van slasoorten (Lactuca spp), andijvie en spinazie;
• in teelten in de vollegond van augurk en courgette;
• in teelten in de vollegond van koolrabi;
• in teelten in de vollegond van koolraap, rammenas, peen, rode biet;
• in teelten in de vollegond van zaaiui, eerstejaars plantui, tweedejaars plantui,
bosui, zilverui, picklers, zaaisjalot, plantsjalot en prei.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 1 week
voor aardbeien, slasoorten (Lactuca spp), andijvie, paksoi, amsoi, stamsnijboon, stoksnijboon, spinazie, augurk, courgette,
koolrabi, koolraap, rammenas, peen, rode biet, zaaiui, eerstejaars plantui, tweedejaars
plantui, bosui, zilverui, picklers, zaaisjalot, plantsjalot en prei.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid en de ademhalingswegen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Spuitnevel niet inademen.
• Aanraking met de ogen vermijden.
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht.
• Tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en het spuiten van het middel
een geschikte adembescherming, voorzien van een P3-filter, dragen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
Het middel is een bacteriepreparaat op basis van sporen en kristallen van Bacillus thuringiensis. Het is werkzaam tegen rupsen van vlinders en motten (Lepidoptera). Enkele uren na inname treedt een vraatstop op, waarna het nog enige dagen duurt
eer de rupsen dood zijn. De jongere rupsen zijn aanmerkelijk gevoeliger dan de oudere.
Voor het verkrijgen van een goede bestrijding is het noodzakelijk dat alle plantendelen
voldoende met de spuitvloeistof worden bedekt.
Toepassingen:
• Bedekte teelt van aardbeien, ter bestrijding van rupsen van de koolmot (Plutella xylostella) en van de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp).
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.05% (50 gram per 100 liter water)
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.09% (90 ml per 100 liter water)
- voor Dipel en Scutello: 0.1% (100 gram per 100 liter water)
• Bedekte teelt van sla en andijvie, ter bestrijding van rupsen van het koolwitje (Pieris spp), de groente-uil (Polia oleracea), de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp) en de koolmot (Plutella xylostella)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.05% (50 gram per 100 liter water)
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.09% (90 ml per 100 liter water)
- voor Dipel en Scutello: 0.1% (100 gram per 100 liter water)
punt Bedekte teelt van paksoi en amsoi, ter bestrijding van rupsen van het koolwitje (Pieris spp), de koolmot (Plutella xylostella), de late koolmot (Evergestis forvicalis) en de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp).
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.05% (50 gram per 100 liter water)
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.09% (90 ml per 100 liter water)
- voor Dipel en Scutello: 0.1% (100 gram per 100 liter water)
• Bedekte teelt van stamsnijboon en stoksnijboon, ter bestrijding van rupsen van de groente-uil (Polia oleracea) en de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.05% (50 gram per 100 liter water)
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.09% (90 ml per 100 liter water)
- voor Dipel en Scutello: 0.1% (100 gram per 100 liter water)
• Teelten in de vollegrond van sla, andijvie en spinazie, ter bestrijding van rupsen van het koolwitje (Pieris spp), de groente-uil (Polia oleracea), de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp) en de koolmot (Plutella xylostella)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.5 kg per hectare
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.9 liter per hectare
- voor Dipel en Scutello: 1 kg per hectare
• Teelten in de vollegrond van augurk en courgette, ter bestrijding van rupsen van de Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), de groente-uil (Polia oleracea) en de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp.)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.5 kg per hectare
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.9 liter per hectare
- voor Dipel en Scutello: 1 kg per hectare
• Teelten in de vollegrond van koolrabi, ter bestrijding van rupsen van het koolwitje (Pieris spp), de koolmot (Plutella xylostella), de late koolmot (Evergestis forvicalis) en de gamma-uil (Autographa gamma/Plusia spp).
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.5 kg per hectare
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.9 liter per hectare
- voor Dipel en Scutello: 1 kg per hectare
• Teelten in de vollegrond van koolraap, rammenas, peen en rode biet, ter bestrijding van rupsen van de koolmot (Plutella xylostella)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.5 kg per hectare
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.9 liter per hectare
- voor Dipel en Scutello: 1 kg per hectare
• Teelten in de vollegrond van zaaiui, eerstejaars plantui, tweedejaars plantui, bosui,
zilverui, picklers, zaaisjalot, plantsjalot en prei, ter bestrijding van rupsen van de preimot (Acrolepiopsis assectella)
Toepassen zodra vreterij wordt waargenomen; de behandeling indien nodig herhalen.
Dosering:
- voor Delfin en Turex 50 WP: 0.5 kg per hectare
- voor Dipel ES en Scutello L: 0.9 liter per hectare
- voor Dipel en Scutello: 1 kg per hectare
II.B Middelen op basis van pirimifos-methyl
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Actellic 50 (toegelaten onder 6469 N)
• Wopro-pirimiphos-methyl 50% EC (toegelaten onder 12377 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel, met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, in de teelt van potplanten onder glas
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is de toepassing in
bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden
door bijen of hommels. Niet toegestaan is de toepassing wanneer bloeiende onkruiden
aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld
om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen,
zoals grondboringen, zijn verboden.
Betreding van een behandelde ruimte is slechts toegestaan na minimaal 4 uur luchten.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de
ogen en de huid is.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Spuitnevel niet inademen.
• Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding en geschikte ademhalingsbescherming.
• Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket
tonen).
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel
kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 °C behandelen.
Toepassingen:
• In de teelten onder glas van potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae) bij potplanten.
Zodra aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling
maximaal één keer herhalen met een interval van 10-14 dagen.
Dosering: 0,2% (200 ml per 100 liter water)
N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook potplanten)
is het middel toegepast zonder dat beschadiging aan het gewas optrad, met uitzondering
van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia (syn. Poinsettia,
kerstster) en Adianthum (venushaar). De gebruikelijke voorzorgsmaatregelen bij het
toepassen van gewasbeschermingsmiddelen dienen in acht te worden genomen. Bij twijfel
over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.
II.C Middelen op basis van thiram
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Hermosan 80 WG (toegelaten onder 11609 N)
• Thiram Granuflo (toegelaten onder 10172 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel, met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen, in de teelt van pruimen en kersen.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken
voor pruimen en kersen.
Dit middel is irriterend voor de ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Draag geschikte handschoenen.
• Vermijd contact van het middel met de ogen.
• Gebruik geen alcoholische dranken op de dag van de toepassing
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen:
• Kersen en pruimen, tegen vruchtrot en tak- en bloesemsterfte (Monilinia laxa en M. frutigena en Botryotinia fuckeliana).
Toepassen met een interval van een week, bij het verschijnen van het eerste blad en
gedurende de bloei. Maximaal 3 keer per teelt of teeltseizoen toepassen.
Dosering: 0,2% (200 gram per 100 liter water)
II.D Middelen op basis van Verticilium lecanii
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Mycotal (toegelaten onder 10980 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van
prei.
Langs oppervlaktewater en watergangen dient het volgende in acht te worden genomen:
- er dient een spuitvrije zone van 1 meter aangehouden te worden;
- er dient gebruik gemaakt te worden van een overkapte beddenspuit, dan wel van spuitapparatuur
die voorzien is van kantdoppen en driftreducerende doppen van minimaal 75%.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 1 week
voor prei.
Dit middel levert gevaar op voor ernstig oogletsel, kan overgevoeligheid veroorzaken
voor de ademhalingswegen en bij contact met de huid en is irriterend voor de ademhalingswegen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
• Tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel
een geschikte ademhalingsbescherming, voorzien van een P3 filter, dragen.
Gebruiksaanwijzing
Algemeen:
MYCOTAL is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.
Werking
Na een bespuiting kiemen de sporen op de larve en dringen de schimmeldraden de larve
binnen. In de larve ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt de larve na 7-10 dagen.
Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel
daarna buiten het lichaam van de larve weer sporen, die opnieuw voor infectie van
larven zorg kunnen dragen.
Klimaatomstandigheden
De effectiviteit van MYCOTAL is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve
luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Een hogere relatieve
luchtvochtigheid en een hogere temperatuur bevorderen de werking.
Bereiding spuitvloeistof
De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15-20 °C in
een emmer al roerende aanmengen tot een dunne pap, daarna minimaal 2 en maximaal 4
uur laten staan. Gebruik 3-4 liter water per 500 g MYCOTAL. De dunne pap daarna met
de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in
een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsen.
Menging
Het middel niet mengen met andere middelen.
Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of 3 dagen na toepassing van MYCOTAL.
Toepassingen
• Prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci)
Een behandeling uitvoeren zodra larven worden waargenomen. De behandeling 2 tot maximaal
4 keer herhalen met een interval van + 7-10 dagen. Zodra opnieuw aantasting wordt
waargenomen de behandelingscyclus herhalen.
Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 1000 liter spuitvloeistof per ha te
verspuiten.
Dosering: 0.1% (100 gram middel per 100 liter water) in combinatie met een geschikte hulpstof
op basis van plantaardige olie.
II.E Middelen op basis van methiocarb
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Mesurol 500 SC (laatstelijk toegelaten onder 11720 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in bedekte teelten
van grondgebonden bloemisterijgewassen met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is de toepassing in
bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden
door bijen of hommels. Niet toegestaan is de toepassing wanneer bloeiende onkruiden
aanwezig zijn. Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld
om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Tijdens de toepassingen mogen geen personen in de kas of ruimte aanwezig zijn.
Dit middel is giftig bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
• Spuitnevel niet inademen.
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
• Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing
Toepassingen:
• Bedekte teelten van grondgebonden bloemisterijgewassen (Chrysant), ter bestrijding van Californische trips (Frankliniella occidentalis)
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling met een
interval van een week herhalen.
Indien nog geen ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd
te worden teneinde de gewasverdraagzaamheid van het gewas te testen en na te gaan
of geen onaanvaardbaar zichtbaar residu optreedt.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water).