Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 26-11-2003 t/m 31-12-2003

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 maart 2003, nr. WBJA/JA/03/14371 houdende toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan onder de secretaris-generaal ressorterende functionarissen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 4, vijfde lid, aanhef en onder a, 5, tweede lid, aanhef en onder b, en 53, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. directie:

een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2;

b. directeur:

een functionaris die leiding geeft aan een directie;

c. Arbeidsinspectie-directeur:

een onder de algemeen directeur van de Arbeidsinspectie ressorterende directeur.

§ 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Onder de secretaris-generaal ressorteren:

  • a. de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden;

  • b. de Arbeidsinspectie;

  • c. het Agentschap SZW;

  • d. het Bureau SG.

§ 3. Verantwoordelijkheden directeuren

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

  • a. het leiding geven aan de eigen directie;

  • b. het door tussenkomst van de secretaris-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het attenderen van hen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

  • c. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de eigen directie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

  • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

  • e. de personeelsaangelegenheden van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voor zover dit niet ingevolge artikel 4, vijfde lid, onder d tot en met g, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002 is voorbehouden aan de secretaris-generaal;

  • f. het zorgdragen voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de eigen personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken, de directie Gemeenschappelijke Ondersteuning Bedrijfsvoering en de Stichting Pensioenfonds ABP;

  • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • h. het formuleren en uitvoeren van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de secretaris-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • i. het rapporteren aan de secretaris-generaal over de uitvoering van de jaarplannen betreffende de eigen directie;

  • j. het, na overeenstemming daarover met de secretaris-generaal, aanwijzen van een plaatsvervangend directeur;

  • k. het zorgdragen voor de vastlegging van de organisatie van de eigen directie en de daarbinnen geldende mandaten, volmachten en machtigingen in een Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit voor de eigen directie;

  • l. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen;

  • m. een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de secretaris-generaal van de gegevens die opgenomen moeten worden in het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW, genoemd in artikel 4, vijfde lid, onder i, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden is verantwoordelijk voor:

  • a. het bevorderen van de kwaliteit van wet- en regelgeving en van het bestuurlijk en juridisch handelen van het ministerie;

  • b. het behandelen van wetgevende, bestuurlijke en juridische aspecten van departements- en rijksbrede onderwerpen;

  • c. het adviseren over het gebruik van het instrument regelgeving en het ontwerpen van de teksten van alle wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen op het terrein van het ministerie;

  • d. het adviseren over en behandelen van bestuurlijke aangelegenheden op het terrein van het ministerie;

  • e. het adviseren over en behandelen van juridische vraagstukken op het terrein van het ministerie, waaronder aangelegenheden met betrekking tot de Wet openbaarheid van bestuur, bezwaar- en beroepszaken, voor zover deze niet onder de verantwoordelijkheid van een ander organisatieonderdeel van het ministerie vallen en met uitzondering van het nemen van beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures;

  • f. het bijdragen aan de totstandkoming en implementatie van internationale verdragen respectievelijk regelingen, het toetsen van nationale (ontwerp)regelgeving aan het internationale recht en het behandelen van internationale procedures.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De Arbeidsinspectie is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving door werkgevers en werknemers door middel van het opsporen van strafbare feiten, het hanteren van juridische instrumenten als aanwijzing, eis, dwangbevel en bestuurlijke boete en het uitvoeren van regelingen op het gebied van:

    • a. arbeidsomstandigheden met inbegrip van gevaarlijke werktuigen;

    • b. de Kernenergiewet;

    • c. arbeidsmarkt met inbegrip van illegale tewerkstelling van vreemdelingen en bevordering van arbeidsdeelname door minderheden;

    • d. arbeidsverhoudingen met inbegrip van arbeidstijden en arbeidsvoorwaarden;

    • e. sociale verzekeringen voor zover het verplichte deelname aan pensioenverplichtingen betreft.

  • 2 De Arbeidsinspectie is mede in verband met het toezicht, bedoeld in het eerste lid, belast met het opsporen van strafbare feiten, het toetsen van voorgenomen wet- en regelgeving op handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid, het verzamelen van beleidsrelevante informatie en het adviseren van beleidsdirecties daarover.

  • 3 De Arbeidsinspectie is tevens belast met de behandeling van bezwaar- en beroepszaken, uitgezonderd het nemen van beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures, en met juridische advisering, een en ander voor zover betrekking hebbend op het terrein van de arbeidstijden alsmede de terreinen genoemd in het eerste lid onder a, b en c.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie is tevens bekleed met de functies van:

    • a. directeur-generaal van de arbeid;

    • b. Hoofdingenieur-Directeur van de Dienst voor het Stoomwezen;

    • c. Hoofdingenieur-Districtshoofd van de Dienst voor het Stoomwezen;

    • d. districtshoofd van de Inspectie van de havenarbeid.

      De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie draagt er uit hoofde van deze functies zorg voor dat de taken die bij en krachtens de wet aan deze functionarissen zijn opgedragen binnen de Arbeidsinspectie worden uitgevoerd, een en ander voor zover deze passen binnen het kader van de taken, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid. Hij oefent uit hoofde van die functies de bevoegdheden uit die bij en krachtens de wet aan de daar genoemde functionarissen zijn verleend, een en ander voor zover deze passen binnen het kader van de taken, bedoeld in artikel 6.

  • 2 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie geeft op verzoek van een der kamers van de Staten-Generaal of van een commissie uit een van die kamers een toelichting op het jaarverslag voor zover dat betrekking heeft op inspectietaken of een andere inspectierapportage van de Arbeidsinspectie nadat het desbetreffende stuk aan de kamers ter kennis is gebracht. De algemeen directeur beperkt zich daarbij tot het geven van inlichtingen van feitelijke aard. De algemeen directeur stelt de minister terstond in kennis van een verzoek als hier bedoeld.

  • 3 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie is bevoegd om jaarlijks een plan van werkzaamheden (jaarplan) met betrekking tot de inspectietaken, inspectierapportages, jaarverslagen, alsmede eens per vier jaar een meerjarig inspectieplan, via de secretaris-generaal voor te leggen aan de minister.

  • 4 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie is bevoegd om het in het vorige lid bedoelde jaarplan en het meerjarig inspectieplan vast te stellen nadat de inhoud daarvan met de secretaris-generaal is besproken en nadat daarover met de minister is overlegd.

  • 5 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie is bevoegd om zelfstandig de verspreiding van het eigen jaarverslag, voor zover dat betrekking heeft op inspectietaken, te verzorgen, alsmede om voorlichting ten aanzien van de daarin opgenomen bevindingen te geven, nadat de minister het betreffende jaarverslag bekend heeft gemaakt.

  • 6 De algemeen directeur is tevens bevoegd om zelfstandig de verspreiding van overige inspectierapportages te verzorgen en om voorlichting te geven ten aanzien van de daarin opgenomen bevindingen, nadat de minister van deze inspectierapportages kennis heeft kunnen nemen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Het Agentschap SZW is belast met de uitvoering van door de minister vastgestelde subsidieregelingen op het terrein van het Europees Sociaal Fonds.

  • 2 Het Agentschap SZW kan ook belast worden met de uitvoering van overige door de minister vastgestelde regelingen op het terrein van werk en inkomen.

  • 3 Het Agentschap SZW kan, na instemming van de minister, andere dan in dit artikel bedoelde diensten verrichten.

  • 4 Het Agentschap SZW is belast met de behandeling van bezwaar- en beroepszaken welke voortvloeien uit de door het Agentschap SZW uit te voeren regelingen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Het Bureau SG is verantwoordelijk voor de inhoudelijke, logistieke en secretariële ondersteuning van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal.

  • 2 Het Bureau SG draagt zorg voor de directe secretariële en logistieke ondersteuning van de bewindspersonen.

§ 4. Bevoegdheden directeuren

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Elk van de directeuren is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met de taken en verantwoordelijkheden van zijn directie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal, dan wel ingevolge artikel 12 onder de volmacht van een andere directeur vallen.

  • 2 Aan elke directeur wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid omvat de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies, voor zover het de uitvoering betreft van regelingen op zijn werkterrein.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is voor de directeuren van de directies, genoemd in artikel 2, onder a, b, c en e, beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,- per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,- per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten welke gebaseerd zijn op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot raden en commissies;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek;

    • g. overeenkomsten als bedoeld in artikel 12;

    • h. overeenkomsten met betrekking tot incidentele beleidsinformatie, met uitzondering van overeenkomsten met het Centraal bureau voor de statistiek.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De directeur van het Agentschap SZW is bevoegd om besluiten te nemen over en stukken vast te stellen en te ondertekenen met betrekking tot:

    • a. het uitvoeren van bekostigingsactiviteiten die verband houden met de toekenning en de verrekening van subsidies, voorschotten en budgetten aan uitvoerende instellingen in het kader van subsidieregelingen waarvan de uitvoering aan het Agentschap SZW is opgedragen;

    • b. beslissingen in bezwaarprocedures en beroepsprocedures, voor zover betrekking hebbend op de taken van het Agentschap SZW, met uitzondering van de beslissing op een beroepschrift.

  • 2 De directeur van het Agentschap SZW is bevoegd tot het afsluiten van:

    • a. overeenkomsten met betrekking tot meerjarige, structurele beleidsinformatievoorziening, na afstemming met de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • b. overeenkomsten met betrekking tot systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtings- en documentatiesystemen;

    • c. overeenkomsten met betrekking tot de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal voor zover het betreft de voorlichting over de door het Agentschap SZW uit te voeren subsidieprogramma's aan doelgroepen en publiek, na afstemming met de directeur Communicatie;

    • d. overeenkomsten met betrekking tot systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van geautomatiseerde informatie- en salarissystemen, systeemontwikkeling en licenties, mits er gebleven wordt binnen de door de (plaatsvervangend) secretaris-generaal te stellen kaders;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot de technische infrastructuur, de hardware, de kantoorautomatiseringssoftware, de datacommunicatievoorzieningen, de huisvesting, facilitaire voorzieningen en het technisch beheer van geautomatiseerde systemen voor zover geen gebruik wordt gemaakt van de departementale infrastructuur en er geen sprake is van huisvesting in een gebouw waar tevens andere organisatieonderdelen van het ministerie, niet zijnde baten-lastendiensten, zijn gehuisvest.

  • 2 In afwijking van artikel 10, vierde lid, geldt voor de directeur van het Agentschap SZW dat deze bevoegd is om overeenkomsten aan te gaan tot een waarde van ten hoogste € 500.000,- per overeenkomst.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directeur Wetgeving, Bestuurlijk en Juridische Aangelegenheden is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten met de Landsadvocaat en andere juridische dienstverleners inzake advisering en procureurstelling alsmede het instellen van gerechtelijke procedures, voor zover het niet betreft beroepschriften van (ex-) medewerkers van het ministerie inzake aangelegenheden verband houdende met de dienstbetrekking en voor zover het niet betreft de invordering van geldvorderingen van de Staat.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De directeuren van de directies, genoemd in artikel 2, onder a, b, d en e, kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, met dien verstande dat bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden slechts kunnen worden doorverleend aan rechtstreeks onder hen ressorterende functionarissen en slechts voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

    • c. verlof van medewerkers;

    • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

  • 2 De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie kan zijn vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hem te bepalen omvang doorverlenen aan onder hem ressorterende functionarissen, met dien verstande dat doorverlening van bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden aan functionarissen, niet zijnde Arbeidsinspectie-directeuren, slechts is toegestaan voor zover het gaat om functionarissen die rechtstreeks ressorteren onder een Arbeidsinspectie-directeur dan wel de algemeen directeur van de Arbeidsinspectie en slechts voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

    • c. verlof van medewerkers;

    • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid kunnen directeuren hun vertegenwoordigingsbevoegdheden doorverlenen aan functionarissen van een ander organisatieonderdeel, mits de betreffende functionaris daarmee schriftelijk instemt.

  • 4 De (door)verlening van (onder-)mandaat, volmacht en machtiging kan uitsluitend bij een schriftelijk besluit geschieden.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 april 2003.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 7 maart 2003

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M.A. Ruys

Naar boven