Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart

[Regeling vervallen per 16-10-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 31-12-2006 t/m 15-10-2010

Regeling van 3 januari 2003 houdende voorschriften voor de uitvoering van controle van personen, bagage en van vracht op luchtvaartterreinen (Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart)

De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 37g, eerste lid, 37h, eerste lid, onder c en d en vijfde lid, 37hb, onder b, 37j, tweede lid, onder f, 37k, vierde lid, 37l, tweede lid, onder b, en vierde lid, 37n, derde lid, 37o, eerste lid, 37p, tweede tot en met het zesde lid, van de Luchtvaartwet;

Besluit:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Luchtvaartwet;

  • b. erkende luchtvrachtagent: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 37p, eerste lid, van de wet;

  • c. vrachtvlucht: een vlucht, die uitsluitend vervoer van vracht ten doel heeft;

  • d. verordening (EG) nr. 2320/2002: de verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart.

  • e. verordening (EG) nr. 622/2003: verordening (EG) nr. 622/2003 van de Europese Commissie van 4 april 2003 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (Pb EU L 89), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij verordening (EG) nr. 831/2006 van de Europese Commissie van 2 juni 2006 (Pb EU L 150);

  • f. gereguleerde postinstantie: de rechtspersoon op wie een verplichting tot vervoer rust ingevolge de Postwet of een overeenkomstige buitenlandse postinstelling.

  • g. vaste vervoerder: een vervoerder die regelmatig zelf over de weg luchtvracht vervoert in opdracht van een bekende afzender, een vaste afzender, een erkend luchtvrachtagent of een luchtvaartmaatschappij;

  • h. opdrachtgever: een bekende afzender, een erkend luchtvrachtagent of een luchtvaartmaatschappij, die gebruik maakt van een vaste vervoerder;

  • i. vaste afzender: een afzender wiens zendingen met zekerheid uitsluitend voor vervoer met vrachtvluchten zijn bestemd zoals bedoeld in paragraaf 6.5. van verordening (EG) nr. 2320/2002.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 De luchtvaartmaatschappij stelt ter uitvoering van de wettelijke voorschriften inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart een plan op, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de verordening.

  • 2 Het plan omvat de maatregelen en procedures die zijn vastgesteld met het oog op de beveiliging van het luchtvaartuig, de ruimbagage, de luchtvracht en andere goederen die aan boord gaan van een luchtvaartuig.

  • 3 Het plan behoeft de toestemming van de Minister van Justitie in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat.

§ 2. Controle van personen en bagage

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Ruimbagage die van de passagier gescheiden is geraakt ten gevolge van buiten de wil van de passagier gelegen omstandigheden is vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37g, eerste lid, van de wet.

  • 2 De luchtvaartmaatschappij onderzoekt de omstandigheden overeenkomstig de regels die gelden krachtens artikel 5 van de Annex bij de verordening.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Een onderzoek als bedoeld in artikel 37h, eerste lid, onder c en d van de wet, wordt verricht indien bij een verhoogde dreiging op grond van een risicoanalyse de Minister van Justitie daartoe beslist.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 De Minister van Justitie kan, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, bepalen dat ten aanzien van vluchten passagiers en hun handbagage of ruimbagage worden vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37h, eerste lid en tweede lid van de wet indien zij afkomstig zijn van een ander luchtvaartterrein en aldaar reeds op vergelijkbare wijze zijn gecontroleerd.

  • 2 De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, kan de vrijstelling met onmiddellijke ingang schorsen, intrekken dan wel wijzigen indien er een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat de gronden voor de vrijstelling zijn komen te vervallen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Passagiers en hun handbagage of ruimbagage kunnen bij vluchten op kleine luchthavens als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de verordening, door de Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat worden vrijgesteld van controle als bedoeld artikel 37h, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2 Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Voor bedreiging geschikte voorwerpen als bedoeld in artikel 37hb, onder b, van de wet, kunnen slechts aan boord van een luchtvaartuig worden gebracht indien deze voorwerpen:

  • a. zodanig zijn verpakt dat onmiddellijk gebruik onmogelijk is en

  • b. buiten het bereik van passagiers worden opgeborgen

§ 3. Controle van vracht

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Gevaarlijke goederen als bedoeld in artikel 37k, vierde lid, van de wet, kunnen slechts aan boord van een luchtvaartuig worden gebracht indien deze goederen zodanig zijn verpakt dat onmiddellijk gebruik onmogelijk is.

  • 2 Het eerste lid laat het bepaalde krachtens artikel 97, tweede lid, Regeling Toezicht Luchtvaart onverlet.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Vracht die uitsluitend voor vervoer met een vrachtvlucht is bestemd, is vrijgesteld van controle indien toereikende waarborgen aanwezig zijn voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de aangeboden vracht.

  • 2 Van toereikende waarborgen als bedoeld in het eerste lid is in ieder geval sprake indien de vaste afzender van de vracht:

    • a. voldoet aan de verplichtingen voor vaste afzenders, bedoeld in hoofdstuk 6.5. van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2320/2202 en hoofdstuk 6.5. van verordening (EG) 622/2003;

    • b. de nationale beveiligingsinstructies naleeft, als vastgesteld in het in bijlage 1 opgenomen model. Met deze instructies worden gelijkgesteld de nationale beveiligingsinstructies die worden gesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die een niveau van beveiliging waarborgen dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale instructies wordt nagestreefd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Van de verplichting tot controle, bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, is vrijgesteld de vracht, bedoeld in paragraaf 6.3., onderdeel 3, van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2320/2002 en paragraaf 6.3.5. en 6.3.6. van de bijlage bij verordening (EG) 622/2003 vastgestelde goederen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Vracht wordt op een zodanige wijze verpakt dat zonder verbreking geen gevaarlijke goederen kunnen worden toegevoegd.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Van de verplichting tot controle, bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, is vrijgesteld vracht aangeboden door een niet-geregistreerde als bedoeld in artikel 37l, tweede lid, onder b, van de wet, indien:

    • a. de vracht is verzegeld en de verzegeling uniek herleidbaar is tot de luchtvaartmaatschappij, erkend luchtvrachtagent, bekende afzender of de vaste afzender, of

    • b. de vracht wordt vervoerd door een vaste vervoerder, die als zodanig is aangemerkt door zijn opdrachtgever en aan hem schriftelijk heeft verklaard dat:

      • i. hij de vracht beschermt tegen manipulatie door onbevoegden, door de vracht te verplaatsen in een afsluitbare ruimte, tenzij de vrachtzendingen elk afzonderlijk op een zodanige wijze zijn verpakt dat zonder verbreking geen gevaarlijke voorwerpen kunnen worden toegevoegd;

      • ii. het voertuig waarin de vracht wordt vervoerd niet onbeheerd wordt achtergelaten. Aan deze voorwaarde wordt geacht te zijn voldaan indien onbeheerd achterlaten van het voertuig onvermijdelijk is en de bestuurder bij terugkomst de verpakking van de vrachtzending en de integriteit van de sloten of verzegeling van het voertuig heeft gecontroleerd;

      • iii. er geen ongeplande onderbrekingen zijn tussen het ophalen en de aflevering van de vracht, tenzij dit onvermijdelijk is;

      • iv. bij de afhandeling van luchtvracht gebruik wordt gemaakt van betrouwbaar personeel. Van betrouwbaar personeel is in ieder geval sprake indien:

        • de medewerkers die in aanraking komen met vracht beschikken over een verklaring omtrent het gedrag;

        • uit informatie ingewonnen bij de voormalige werkgever, indien van toepassing, blijkt dat deze medewerkers van onbesproken gedrag zijn.

        Met deze eisen inzake de betrouwbaarheid worden gelijkgesteld eisen inzake de betrouwbaarheid die worden gesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die een niveau van betrouwbaarheid waarborgen dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.

      • v. personeel dat in aanraking komt met luchtvracht bekend is met de beveiligingsmaatregelen in overeenstemming met de verklaring als bedoeld in dit lid en de achtergrond daarvan;

      • vi. onregelmatigheden direct worden gemeld aan de opdrachtgever en de ontvanger van de zending;

      • vii. in zijn bedrijf ten minste één persoon is aangewezen die verantwoordelijk is voor de invoering en toepassing van alsmede het toezicht op de vereiste beveiligingsmaatregelen in overeenstemming met de verklaring als bedoeld in dit lid;

      • viii. onderuitbesteding van het vervoer slechts plaatsvindt aan een door de opdrachtgever goedgekeurde vaste vervoerder;

      • ix. hij zich bereid verklaart de Koninklijke marechaussee in het kader van de uitvoering van het toezicht als bedoeld in artikel 37t van de wet toegang te verlenen tot het bedrijf en diens vervoermiddelen.

  • 2 De status van vaste vervoerder wordt ingetrokken indien de opdrachtgever er niet langer van overtuigd is dat de vaste vervoerder in staat is aan de verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, te voldoen of indien er langer dan twee jaren geen activiteiten worden verricht.

  • 3 Zolang de vaste vervoerder activiteiten verricht wordt de verklaring als bedoeld in het eerste lid bewaard door de opdrachtgever.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 De inschrijving, bedoeld in artikel 37p, derde lid, van de wet, geschiedt langs elektronische weg met gebruikmaking van het daartoe strekkende elektronische aanmeldingsformulier, genaamd ‘Toolkit’, dat door de Koninklijke marechaussee wordt verstrekt. Dit model behoeft de goedkeuring van de Minister van Justitie.

  • 3 De inschrijving in het register, bedoeld in artikel 37p, van de wet, geschiedt per vestiging en geldt voor de duur van vijf jaren.

  • 4 In het belang van de veiligheid en betrouwbaarheid van de vracht draagt de erkend luchtvrachtagent, bedoeld in artikel 37p, eerste lid, van de wet, ervoor zorg dat:

    • a. per vestiging ten minste een veiligheidsadviseur wordt aangewezen die verantwoordelijk is voor de invoering en toepassing van alsmede het toezicht op de vereiste beveiligingsmaatregelen;

    • b. wordt voldaan aan de verplichtingen voor erkende agenten als genoemd in hoofdstuk 6 van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2320/2002 en hoofdstuk 6 van de bijlage bij verordening (EG) nr. 622/2003.

  • 5 De erkend agent ziet erop toe dat de informatie die op grond van hoofdstuk 6 van de bijlage bij verordening (EG) nr. 2320/2002 en de bijlage bij verordening (EG) nr. 622/2003 bij alle zendingen die aan een luchtvaartmaatschappij of een andere erkend agent moet worden vermeld, gedurende minimaal dertig dagen worden bewaard.

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Vracht, die vanuit een ander land over de weg wordt vervoerd en in Nederland wordt aangeboden voor vervoer door de lucht, is vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, indien:

    • a. de aangeboden vracht voorzien is van een terzake opgemaakte luchtvrachtbrief of een CMR-document;

    • b. de vracht afkomstig is van

      • i) een land binnen de Europese Unie, of

      • ii) een land buiten de Europese Unie, dat blijkens beschikking van de Minister van Justitie aan passende eisen voldoet, en

      • iii) de aanbieder van de vracht in dat land bekend is als erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk bekende afzender , en

    • c. de vracht beschermd is tegen manipulatie door derden totdat deze is overgedragen aan de in Nederland erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij.

  • 2 Aan de voorwaarde, gesteld in het eerste lid, onder c, wordt voldaan indien:

    • a. de vrachtruimte van het voertuig is voorzien van sloten of verzegeld onmiddellijk na lading van het vrachtruim tenzij de vrachtzendingen elk afzonderlijk op een zodanige wijze zijn verpakt dat zonder verbreking geen gevaarlijke voorwerpen kunnen worden toegepast;

    • b. de afzender voorafgaand aan de levering de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij over de te leveren vracht informeert, ten bewijze waarvan de bestuurder van het voertuig, waarin de vracht is vervoerd, bij aankomst een kopie van die mededeling toont aan de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij;

    • c. het voertuig, waarin de vracht wordt vervoerd, niet onbeheerd wordt achtergelaten;

    • d. de afzender beschikt over een kopie van het legitimatiebewijs van de bestuurder, die de vracht levert, waarvan de gegevens voorafgaand aan de levering ter beschikking worden gesteld aan de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij en

    • e. voorzover de afzender onderscheidenlijk de luchtvrachtagent, bedoeld in het eerste lid, onder (iii) een vervoerder als tussenpersoon heeft ingehuurd voor de levering van de vracht, zeker is gesteld dat die vervoerder passende beveiligingsmaatregelen in zijn bedrijf toepast.

  • 3 Aan de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, onder c, wordt geacht te zijn voldaan indien onbeheerd achterlaten onvermijdelijk is en de bestuurder bij terugkomst de verpakking van de vrachtzending en de integriteit van de sloten of verzegeling van het voertuig heeft gecontroleerd en in geval van geconstateerde onregelmatigheden de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij daarvan op de hoogte heeft gesteld.

  • 4 Aan de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, onder e, wordt geacht te zijn voldaan indien:

    • a. door de vervoerder betrouwbaar personeel wordt ingezet voor de verwerking, de opslag en het vervoer van de vracht;

    • b. het bedrijf van de vervoerder, waarop opslag of overslag van luchtvracht plaatsvindt, niet toegankelijk is voor onbevoegden.

§ 4. Opleidingen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met de beveiliging van vracht zijn belast de volgende categorieën medewerkers:

    • a. de veiligheidsadviseur vracht;

    • b. afhandelingspersoneel vracht;

    • c. screener vracht.

  • 2 De luchtvaartmaatschappij draagt ervoor zorg dat zijn medewerkers, bedoeld in het eerste lid, een opleiding hebben gevolgd bij een opleidingsinstituut dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. het opleidinginstituut heeft zich aangemeld bij de Minister van Justitie;

    • b. het opleidingsprogramma is goedgekeurd door de Minister van Justitie;

    • c. de opleiders beschikken over een verklaring omtrent het gedrag;

    • d. het opleidingsinstituut heeft zich bereid verklaard de Koninklijke marechaussee toe te laten tot het instituut.

  • 3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de erkend luchtvrachtagent.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met de beveiliging van post zijn belast:

    • a. het afhandelingspersoneel post;

    • b. de screener post.

  • 2 De gereguleerde postinstantie draagt ervoor zorg dat zijn medewerkers, bedoeld in het eerste lid, een opleiding hebben gevolgd bij een opleidingsinstituut dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. het opleidinginstituut heeft zich aangemeld bij de Minister van Justitie;

    • b. het opleidingsprogramma is goedgekeurd door de Minister van Justitie;

    • c. de opleiders beschikken over een verklaring omtrent het gedrag;

    • d. het opleidingsinstituut heeft zich bereid verklaard de Koninklijke marechaussee toe te laten tot het instituut.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met uitzondering van de paragrafen 2 en 4 treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Paragraaf 2 treedt in werking op 1 april 2003.

  • 3 Paragraaf 4 treedt in werking op 1 oktober 2003.

  • 3 De artikelen 13, tweede en derde lid, en 14, tweede lid, zijn niet van toepassing indien de medewerkers een opleiding hebben gevolgd aan een opleidingsinstituut buiten Nederland dat blijkens beschikking van de Minister van Justitie aan passende eisen voldoet.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart.

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Nationale instructies voor vaste afzenders ten behoeve van de beveiliging van locaties, medewerkers en het transport

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Deze instructies zijn opgesteld ter informatie van en toepassing door u en uw medewerkers die betrokken zijn bij de voorbereiding en controle van luchtvrachtzendingen. Deze instructies zijn in overeenstemming met verordening (EG) 2320/2002 van het Europees Parlement en van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van beveiliging van de burgerluchtvaart.

Locaties

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

De toegang tot ruimtes waar luchtvrachtzendingen worden voorbereid, verpakt en/of opgeslagen wordt gecontroleerd teneinde te waarborgen dat onbevoegden geen toegang hebben tot de zendingen.

Bezoekers dienen te allen tijde te worden vergezeld in de ruimtes waar luchtvrachtzendingen worden voorbereid, verpakt en/of opgeslagen.

Medewerkers

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Alle medewerkers die worden aangesteld en toegang zullen hebben tot luchtvracht dienen te worden gecontroleerd op hun integriteit. Deze verificatie omvat ten minste een identiteitscontrole en een controle van het curriculum vitae en/of verstrekte referenties.

Alle medewerkers die toegang hebben tot de luchtvracht dienen te worden gewezen op hun verantwoordelijkheden op het gebied van de veiligheid zoals omschreven in deze instructies.

Aangewezen verantwoordelijke

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Er dient ten minste een persoon te worden aangewezen die verantwoordelijk is voor de uitvoering van en controle aan de hand van deze instructies (aangewezen verantwoordelijke).

Integriteit van de zendingen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Luchtvrachtzendingen mogen geen verboden artikelen bevatten, tenzij deze naar behoren zijn aangegeven en onderworpen worden aan de toepasselijke wet- en regelgeving (zie bijgevoegde lijst).

Luchtvrachtzendingen dienen te zijn beveiligd tegen manipulatie door onbevoegden.

Luchtvrachtzendingen dienen adequaat te zijn verpakt en waar mogelijk te zijn voorzien van een verzegelde sluiting (‘tamper-evident closure’).

Alvorens aan boord te worden geplaatst dienen luchtvrachtzendingen volledig te worden beschreven op de bijgevoegde documenten, met inbegrip van de correcte adressering.

Transport

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Indien de expediteur verantwoordelijk is voor het transport van luchtvrachtzendingen, dienen de zendingen te zijn beveiligd tegen manipulatie door onbevoegden.

Onregelmatigheden

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Geconstateerde onregelmatigheden ten opzichte van deze instructies of bij verdenking daarvan dienen te worden gemeld aan de aangewezen verantwoordelijke. De aangewezen verantwoordelijke neemt passende maatregelen.

Verboden artikelen voor luchtvracht

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

De volgende artikelen worden aangemerkt als verboden voor luchtvracht:

a. Explosieven, munitie, brandbare vloeistoffen, bijtende stoffen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Explosieve of licht ontvlambare componenten die zelfstandig of in combinatie met andere voorwerpen een explosie of brand kunnen veroorzaken. Hieronder worden verstaan explosieve materialen, slagpijpjes, vuurwerk, benzine, andere brandbare vloeistoffen, munitie e.d. of een combinatie daarvan.

Bijtende of giftige stoffen, met inbegrip van gassen, al dan niet onder druk;

en

b. Middelen en voorwerpen die personen uitschakelen of weerloos maken

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Alle soorten traangas, pepperspray en soortgelijke chemicaliën en gassen, in een pistool, een patroon of een andere houder, en andere personen uitschakelende middelen zoals elektrische wapenstokken, elektronische middelen enz.

Tenzij zij naar behoren zijn aangegeven en onderworpen worden aan de toepasselijke wet- en regelgeving.

Naar boven