Subsidieregeling Onderzoek en producties 2004

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 22-07-2003 t/m heden

Subsidieregeling Onderzoek en producties 2004

Deze regeling vervangt de regeling Onderzoek en producties 2003.

1. Doel van de subsidieregeling

De subsidieregeling Onderzoek en producties 2004 heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsontwikkeling van en de diversiteit in de professionele podiumkunsten in Nederland.

De regeling stelt professionele podiumkunstenaars in staat zich in artistieke zin te ontwikkelen en dans-, theater- en muziekproducties te realiseren. Omdat het Fonds een landelijk fonds is, subsidieert het activiteiten die het lokale en regionale belang overstijgen.

Onder podiumkunsten verstaat het Fonds kunsten op het gebied van muziek, muziektheater, dans, toneel, mime, jeugdtheater, poppen- en objecttheater, opera, operette en mengvormen van genoemde (sub)disciplines, al dan niet in combinatie met nieuwe media.

2. Aard van de aanvragen

Een bijdrage kan worden verstrekt in de kosten die door in Nederland gevestigde professionele podiumkunstenaars worden gemaakt voor het uitvoeren van onderzoek en het uitbrengen van producties en die voldoen aan de bepalingen van deze subsidieregeling.

Een medewerker aan een onderzoek of productie beschikt over de Nederlandse nationaliteit of heeft zich in Nederland of de Europese Unie gevestigd. Indien een medewerker van buiten de Europese Unie zich in Nederland vestigt, dient u desgevraagd een kopie van de verblijfsvergunning te overleggen.

Het onderzoek of de productie wordt grotendeels in Nederland uitgevoerd door in Nederland gevestigde podiumkunstenaars of podiumkunstgezelschappen. Voorstellingen en concerten zijn openbaar toegankelijk en/of worden binnen het basis- of voortgezet onderwijs gespeeld.

Het onderzoek of de productie heeft een in tijd beperkt karakter. Het Fonds subsidieert voor dans-, muziektheater- en theaterproducties in eerste instantie een speelperiode van één maand. Voor theater-, dans- en muziektheaterproducties voor jeugd/jongeren geldt maximaal een speelperiode van twee maanden. Het Fonds stelt voor muziekproducties subsidie beschikbaar per concert. Het Fonds kan besluiten een beperkt aantal voorstellingen en/of concerten te subsidiëren. Het Fonds kan evenwel besluiten een subsidie te reserveren zodat tegen overlegging van opties of contracten die meer speelbeurten garanderen, alsnog een langere periode gesubsidieerd kan worden.

Libretti en (muziek)theaterteksten

Subsidie voor het schrijven van (muziek)theaterteksten of libretti (ook gericht op 'operetterepertoire') kan worden aangevraagd in het kader van deze regeling. Er zijn twee mogelijkheden:

  • - de (muziek)theatertekst/het libretto is onderdeel van het onderzoek of de productie waarvoor u subsidie aanvraagt;

  • - u vraagt aan voor de (muziek)theatertekst/het libretto als eerste fase in het tot stand brengen van een onderzoek of productie.

In beide gevallen dient het onderzoek of de productie volledig beschreven te zijn volgens de richtlijnen zoals opgenomen in deze regeling.

Operette

Binnen deze subsidieregeling is door het Ministerie van OCenW voor de periode 2002-2004 een apart budget beschikbaar gesteld ter bevordering van de operette, dat wil zeggen alle vormen van professioneel muziektheater die voor wat betreft inhoud en vorm verwant zijn aan, ofwel hun oorsprong vinden binnen, de geldende operettetraditie.

Daarbij kan het gaan om:

  • 1. bestaand operetterepertoire in een nieuwe enscenering, vertaling of arrangement,

  • 2. nieuw of vernieuwend operetterepertoire en

  • 3. geadapteerd operarepertoire.

Tevens kunnen aanvragen worden ingediend voor composities en arrangementen en nieuwe arrangementen van bestaand repertoire.

Vmbo-middelen

Voorzover extra middelen door het Ministerie van OCenW beschikbaar zijn gesteld voor producties ten behoeve van het VMBO kunnen die binnen deze subsidieregeling worden aangewend.

Meerjarige programmasubsidie

Als het Fonds aan een instelling een meerjarige programmasubsidie heeft verleend, kan deze instelling geen beroep doen op de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004.

Samenwerking van een ad hoc gesubsidieerde instelling en een meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerde instelling

Wanneer er sprake is van een artistieke en/of productionele samenwerking tussen enerzijds individuele, in groepsverband en op ad-hocbasis werkende, professionele podiumkunstenaars en anderzijds een culturele instelling die voor de periode 2001-2004 van het Ministerie van OCenW een meerjarige subsidie ontvangt, kan een aanvraag alleen door de niet-meerjarig gesubsidieerde partner worden ingediend.

Bij de bepaling van de hoogte van het subsidie wordt ervan uitgegaan dat de inbreng van de meerjarig gesubsidieerde instelling gekapitaliseerd is, tenzij aangetoond kan worden dat zij extra kosten maakt, die niet uit het reguliere budget kunnen worden bekostigd.

Uitzonderingen

Voor de volgende gelden andere indiendata en zijn separate budgetten beschikbaar.

- Meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerde instellingen.

Een instelling die voor de periode 2001-2004 meerjarig door het Ministerie van OCenW wordt gesubsidieerd kan voor een subsidie Onderzoek en producties 2004 in aanmerking komen indien het een bijzondere aanvulling betreft op de activiteiten van de instelling en het Cultuurnotasubsidie niet bestemd is voor de uitvoering van deze bijzondere aanvullende activiteiten.

Aanvrager toont door middel van de beschikking van het Ministerie van OCenW en de herziene begroting 2001-2004, het activiteitenplan 2004 en de jaarrekening 2003 aan dat deze activiteiten niet uit de beschikbare middelen kunnen worden gefinancierd. Bij de bepaling van de hoogte van de financiële bijdrage worden alleen de directe kosten van die aanvullende activiteiten in aanmerking genomen. Aanvragen kunnen eens per jaar worden ingediend en moeten uiterlijk 9 januari 2004 om 15.00 uur door het Fonds ontvangen zijn. Voor honorering van deze plannen heeft het Fonds binnen het beschikbare budget voor Onderzoek en producties 2004 een budget afgezonderd.

- Aanvragen voor producties die in première gaan in een (midden-) grote zaal moeten eveneens uiterlijk 9 januari 2004 om 15.00 uur door het Fonds ontvangen zijn.

Van een (midden-) grote zaal is sprake als de zaalcapaciteit 300 plaatsen of meer is.

- Voor honorering van deze plannen heeft het Fonds binnen het beschikbare budget voor Onderzoek en producties 2004 een budget tevens afgezonderd.

3. Beschikbaar budget

Het bestuur van het Fonds stelt het beschikbare budget voor de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004 vast. Subsidie wordt slechts verleend voorzover de middelen van het Fonds toereikend zijn. Onder meer vanwege de beperkte hoeveelheid middelen kan het Fonds niet alle aanvragen honoreren en evenmin gehonoreerde aanvragen voor het gevraagde bedrag honoreren.

Let wel: Voor honorering van aanvragen van meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerde instellingen voor een bijzondere aanvulling op de activiteiten van de instelling waarbij het Cultuurnotasubsidie niet bestemd is voor de uitvoering van deze bijzondere aanvullende activiteiten heeft het Fonds binnen het beschikbare budget voor Onderzoek en producties 2004 een budget afgezonderd van 200.000 euro.

4. Aanvraag- en beslistermijn, repetitie- en onderzoeksperiode

Uw aanvraag moet dertien weken voor de start van uw activiteiten door het Fonds ontvangen zijn. De activiteiten vangen niet later aan dan op 31 december 2006. Het Fonds streeft ernaar binnen twaalf weken na ontvangst van uw aanvraag te berichten of uw aanvraag wordt gehonoreerd. Is uw aanvraag te laat ontvangen, dan wordt deze niet in behandeling genomen.

  • - Aanvragen van meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerde instellingen voor een bijzondere aanvulling op de activiteiten van de instelling waarbij het Cultuurnotasubsidie niet bestemd is voor de uitvoering van deze bijzondere aanvullende activiteiten en aanvragen voor producties die in première gaan in een (midden-) grote zaal moeten uiterlijk vrijdag 9 januari 2004 om 15.00 uur door het Fonds ontvangen zijn.

  • - Aanvragen voor producties die in première gaan in een (midden-) grote zaal moeten eveneens uiterlijk 9 januari 2004 om 15.00 uur door het Fonds ontvangen zijn.

  • - Van een (midden-) grote zaal is sprake als de zaalcapaciteit 300 plaatsen of meer is.

  • - Voor aanvragen die ingediend worden in de maanden mei, juni, juli, en augustus geldt, gezien de beschikbaarheid van commissies, een langere behandeltermijn die maximaal 24 weken bedraagt.

5. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Onderzoek en producties 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud, zie 5.1.);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 5.2.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 5.3.);

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 5.4.).

5.1. Aanvraagformulier

Op het aanvraagformulier worden onder andere vermeld:

  • - de gegevens van de aanvrager;

  • - de gegevens van de contactpersoon;

  • - op welke discipline(s) (dans, (muziek)theater, muziek) de aanvraag betrekking heeft;

  • - in welke periode het onderzoek of de productie plaatsvindt.

5.2. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal vier A-4tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving van uw onderzoek of productie geeft. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven.

Het bevat de volgende informatie:

In geval van een onderzoeksaanvraag:

  • 1. Een korte omschrijving van de doelstelling van het onderzoek in artistiek opzicht, de vorm van het onderzoek en wie het onderzoek verricht(en).

  • 2. De relatie tot eerder door u uitgevoerde onderzoeken of producties. Indien uw aanvraag in het verlengde ligt van een onderzoek of productie die eerder door het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten werd gesubsidieerd, verzoeken wij u het inhoudelijk verslag hiervan bij te voegen.

  • 3. Schakelt u externe deskundigen in? Motiveer uw keuze.

  • 4. Vermelding van de wijze waarop aan het onderzoek en de resultaten ervan landelijke bekendheid wordt gegeven en de wijze waarop deze landelijk worden verspreid.

  • 5. Geef aan wanneer het onderzoek plaatsvindt en wat de onderzoeksperiode is. Motiveer de geplande duur.

  • 6. Hoe evalueert u uw onderzoek?

  • 7. Indien uw instelling meerjarig gesubsidieerd is door OcenW: de reden(en) waarom dit onderzoek niet uit uw middelen kan worden gefinancierd (beschikking van OCenW, herziene begroting 2001-2004, activiteitenplan 2004 en jaarrekening 2003 meezenden).

  • 8. Waarom vindt u dat uw onderzoek voor subsidiëring door het Fonds in aanmerking komt?

In geval van een productieaanvraag:

  • 1. Een korte omschrijving van de inhoud, vorm en artistiek concept van uw plan en van de voorgenomen werkmethode (regie, choreografie, muzikaal, mimografisch, muziektheatraal of multidisciplinair concept, vormgeving, dramaturgie, synopsis, manier van werken).

  • 2. Voorzover van toepassing bij muziekaanvragen: motiveer waarom u, buiten het strikt muzikale programma, tevens subsidie aanvraagt voor toevoegingen zoals video, licht of beeldende kunst.

  • 3. De relatie tot eerder door u uitgevoerde onderzoeken of producties.

  • 4. De betekenis van uw aanvraag voor uw verdere artistieke ontwikkeling en/of voor de artistieke ontwikkeling van de professionele podiumkunsten.

  • 5. Als er binnen uw plan bijzondere aandacht is voor één van de beleidsprioriteiten (culturele diversiteit, jeugd/jongeren, beginnende makers, spreiding) licht dit dan toe.

  • 6. In hoeverre is er sprake van een belangwekkende bijdrage aan de veelzijdigheid van de podiumkunsten in Nederland?

  • 7. Vermelding van de uitvoerenden en motivatie van uw keuze. Indien u met amateurs samenwerkt, wat is hiervoor de reden?

  • 8. Geef aan wanneer de repetitieperiode aanvangt en wat de duur van de repetitieperiode is. Voor theater- en dansproducties bedraagt de maximaal subsidiabele repetitieperiode twee maanden. Een afwijkende repetitieperiode licht u toe. Voor muziekproducties motiveert u het noodzakelijk geachte aantal repetities.

  • 9. Geef aan in welke periode en in welke circuits de voorstellingen of concerten gespeeld worden. (Let wel: het Fonds subsidieert voor theater-, dans- en muziektheaterproducties maximaal een speelperiode van één maand. Voor producties gericht op jeugd/jongeren geldt een maximum van twee maanden. Het Fonds stelt voor muziekproducties subsidie beschikbaar per concert. Tegen overlegging van opties of contracten die meer speelbeurten garanderen, kan een langere periode gesubsidieerd worden.)

  • 10. Beschrijf hoe u uw plan gaat realiseren: produceert u zelf of brengt u het onder bij een producent? In dit laatste geval dient u een intentieverklaring van de producent bij te voegen. Of is er sprake van een co-productie? Zo ja, met wie? Motiveer uw keuze.

  • 11. Geef aan wie de organisatie vormen en wat de functies zijn. Motiveer uw keuze.

  • 12. Beschrijf kort door wie en hoe speelplaatsen voor uw productie worden benaderd, welke reeds zijn benaderd en welke nog volgen.

  • 13. Geef aan hoe het publiek geworven wordt en of er sprake is van specifieke publieksgroepen. Geef een toelichting als het één van de beleidsprioriteiten (culturele diversiteit, jeugd/jongeren, beginnende makers, toegankelijk repertoire, spreiding) betreft.

  • 14. Hoe evalueert u uw productie?

  • 15. Indien uw instelling meerjarig gesubsidieerd is door OCenW: de reden(en) waarom deze productie niet uit uw middelen kunnen worden gefinancierd (beschikking van OCenW, de herziene begroting 2001-2004, het activiteitenplan 2004 en de jaarrekening 2003 meezenden).

  • 16. Waarom vindt u dat uw productie voor subsidiëring door het Fonds in aanmerking komt?

5.3. Begroting

Voor de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004 maakt u gebruik van het bijbehorende begrotingsmodel.

  • 1. Subsidiabel zijn die kosten die vallen binnen de periode waarin het onderzoek of de productie wordt uitgevoerd en/of - voorzover het meerjarig door rijk, provincie of gemeente gesubsidieerde instellingen betreft - die kosten die niet behoren tot de reguliere exploitatie en taakuitoefening van de aanvrager. Tot de reguliere kosten van exploitatie en taakuitoefening worden geacht te behoren: vaste personeelslasten, voorziening voor de instandhouding en uitbreiding van gebouwen, bouwkundige voorzieningen en vaste technische installaties en automatiseringsapparatuur, waaronder de aanschaf van hardware.

  • 2. Baten en lasten dient u zo volledig mogelijk te begroten. Als u over een BTW-nummer beschikt, dan begroot u baten en lasten exclusief omzetbelasting.

  • 3. Wanneer u van plan bent voorstellingen en concerten in het buitenland te geven, moet u de lasten en baten die daarmee gemoeid zijn ook in de begroting verwerken.

  • 4. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 5. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

Begrotingspost 1 en 2: Personeelslasten en honoraria

Medewerkers aan een productie worden gehonoreerd conform de voor de sector geldende CAO of daarmee vergelijkbare salaris- en honorariumregelingen of de gangbare salarisniveaus en zijn verzekerd voor het risico loondoorbetaling bij ziekte, pensioenen en dergelijke.

Subsidiabel zijn in het geval van:

  • - theaterproducties: een maand salaris per achttien speelbeurten en een maximale repetitieperiode van twee maanden. Is een afwijkende repetitieperiode noodzakelijk, dan licht u dit toe in uw aanvraag.

  • - dansproducties: een maand salaris per veertien speelbeurten en een maximale repetitieperiode van twee maanden. Is een afwijkende repetitieperiode noodzakelijk, dan licht u dit toe in uw aanvraag.

  • - muziekproducties: een honorarium per musicus per concert en per repetitie. Het noodzakelijk geachte aantal repetities en de hoogte van de honoraria licht u toe in uw aanvraag.

In de begroting maakt u onderscheid tussen loonkosten die betrekking hebben op werknemers (in loondienst) en honoraria van freelancers; beide onder vermelding van de contractduur en -omvang.

In de begroting kunt u uitgaan van een opslag van twintig procent van het bruto maandsalaris ten behoeve van sociale lasten. In de verantwoording van het subsidie gaat u uit van de werkelijke sociale lasten. Het percentage pensioenpremie blijkt uit uw overeenkomst met uw pensioenfonds.

Voor libretti en (muziek)theaterteksten geldt het volgende. Subsidiabel is het overeengekomen honorarium tot een maximum van 12.500 euro voor een avondvullende productie van ten minste 75 minuten en tot een maximum van 5.000 euro voor een niet-avondvullende productie van ten minste 30 minuten.

Let wel: Het oneigenlijke gebruik van de status van freelancer of zelfstandige kan leiden tot navorderingen loonheffing en sociale verzekeringspremie als de fiscus en/of de uitvoeringsinstelling concluderen dat sprake is van werknemers. Laat u zo nodig adviseren door de belastingdienst, de uitvoeringsinstelling, uw werkgeversorganisatie of vakbond. Navorderingen en boetes zijn overigens niet subsidiabel.

Sinds 2003 bent u automatisch verzekerd van pensioenopbouw. Daarom vragen wij sofinummers of geboortedata van de medewerkers. Meer informatie vindt u op de website (www.fapk.nl)

Begrotingspost 3: Voorbereidingskosten

Tot de voorbereidingskosten behoren alle kosten - met uitzondering van salarissen en honoraria - die u maakt om de productie 'speelklaar' te maken.

Begrotingspost 4: Uitvoeringskosten

Tot de uitvoeringskosten worden gerekend die kosten - met uitzondering van salarissen en honoraria - die gepaard gaan met het uitvoeren van de productie, de dagkosten.

Begrotingspost 5: Publiciteit en educatie

Onder publiciteit en educatie neemt u alle kosten op die samenhangen met publiekswerving voor uw productie en verspreiding van de resultaten van uw onderzoek.

Begrotingspost 6: Bureau- en huisvestingskosten

In de begroting kunt u uitgaan van een maximum van vijf procent van de totale lasten zoals aangegeven op het (begrotings) model. Bij de verantwoording neemt u de werkelijke kosten met een maximum van vijf procent van de totale lasten op. In dit forfait zijn de kosten voor een goedkeurende accountantsverklaring opgenomen. Een accountantsverklaring is vereist indien de begrote lasten verbonden aan een onderzoek of productie meer dan 250.000 euro bedragen, dan wel het maximaal verleende subsidie meer dan 25.000 euro bedraagt.

Begrotingspost 7: Publieksinkomsten: uitkoopsommen en recettes

Er moet een redelijke verhouding bestaan tussen de begrote publieksinkomsten, de beoogde publieksgroepen en het beoogde speelcircuit. Het Fonds bepaalt de redelijkheid van de begrote uitkoopsom en gaat daarbij uit van minimaal:

  • - een uitkoopsom van 500 euro voor jeugdvoorstellingen kleine zaal/onderwijs;

  • - een uitkoopsom van 750 euro voor een kleine-zaalproductie;

  • - een uitkoopsom van 1.250 euro voor jeugdvoorstellingen grote zaal/onderwijs;

  • - een uitkoopsom van 2.000 euro voor een grote-zaalproductie.

Wat betreft de verhouding tussen eigen inkomsten, uitvoeringskosten en kosten van publiciteit het volgende. Bij producties moeten de uitvoeringskosten, vermeerderd met de kosten van publiciteit, ten minste gedekt worden door de eigen inkomsten (uitkoopsommen). Indien deze kosten niet gedekt kunnen worden door de eigen inkomsten, moet u dit toelichten in uw aanvraag.

Begrotingspost 8: Overige bijdragen en overige inkomsten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd.

Bijdragen van coproducenten

De inbreng van coproducenten neemt u gekapitaliseerd op. Hierbij geldt dat:

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent ter beschikking gestelde goederen niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent geleverde diensten indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen in eigen beheer worden verricht niet hoger is dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die u zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent aan u geleverde diensten anders dan hiervoor bedoeld niet hoger is dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk kan worden geacht.

Begrotingspost 9: Subsidies

Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten u heeft benaderd. Vermeld ook of u subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie, bijvoorbeeld in het kader van het Actieplan Cultuurbereik.

Voorzover u voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan (zoals Mondriaan Stichting, Nederlands Fonds voor de Film) neemt u deze op in de begroting onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag. Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

5.4. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - een activiteitenoverzicht: opgave van aantal en spreiding van de activiteiten en van het deelnemers- en/of bezoekersaantal (in negenvoud).

  • - curricula vitae van makers, medewerkers en uitvoerenden (in negenvoud);

  • - een inhoudelijk verslag van het vorige door het Fonds gesubsidieerd onderzoek of productie (in negenvoud);

  • - voorzover het een tekst betreft die niet algemeen bekend is: de tekst van het stuk, het libretto of tekstfragmenten (in negenvoud);

  • - indien het nieuwe of zelden uitgevoerde composities betreft: de partituur of een gedeelte daarvan (in enkelvoud);

  • - video- en / of filmfragmenten van relevant eerder werk (in enkelvoud);

  • - relevante opnamen op cd of band van werken van de componist, van de voorgestelde uitvoerenden (in enkelvoud);

  • - voorzover in uw plan composities zijn opgenomen die niet algemeen bekend zijn, muziekfragmenten op cd of band (in enkelvoud);

  • - voorzover uw aanvraag poppen- en objecttheater betreft, foto's of illustraties van poppen en objecten (in enkelvoud);

  • - voorzover beschikbaar: kopieën van opties en contracten (in enkelvoud);

  • - een kopie van de oprichtingsakte of indien meer recent de statuten van de aanvrager (in enkelvoud);

  • - indien aanvrager meerjarig door het Ministerie van OCenW gesubsidieerd is: de beschikking van het Ministerie van OCenW, de herziene begroting 2001-2004, het activiteitenplan 2004 en de jaarrekening 2003 (in enkelvoud).

Het is van belang dat foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden en cd's voorzien zijn van de naam van de aanvrager en van de titel van de activiteiten. U kunt op het aanvraagformulier aangeven of u dit materiaal na afloop van de bezwaartermijn terug wilt ontvangen.

6. Werkwijze

Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van uw aanvraag zendt het Fonds u een ontvangstbevestiging. Hierna wordt getoetst of uw aanvraag past binnen de regeling en volledig en op tijd is ingediend. Over het besluit van het Fonds volgt altijd schriftelijk bericht. Desgevraagd retourneert het Fonds van een niet in behandeling genomen aanvraag acht exemplaren.

Het bestuur van het Fonds legt een in behandeling genomen aanvraag voor aan een adviescommissie. Het Fonds benoemt adviseurs op basis van hun specifieke deskundigheid en voor een periode van twee aaneengesloten seizoenen, met een mogelijkheid van verlenging met eenmaal twee aaneengesloten seizoenen. Een adviescommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal drie leden. Het bestuur van het Fonds stelt de adviescommissie samen. Vergaderingen van adviescommissies zijn niet openbaar.

Deze commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag aan de hand van de criteria zoals vermeld in de subsidieregeling. De commissie preadviseert het college van advies. Het college van advies bestaat uit een externe voorzitter en een door het bestuur te bepalen aantal externe leden en de voorzitters van de adviescommissies. Vergaderingen van het college van advies zijn niet openbaar. Het college van het advies brengt advies uit aan het bestuur.

Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen informatie verstrekt.

Het bestuur besluit in beginsel uiterlijk 12 weken na ontvangst van uw aanvraag. Het besluit van het bestuur bestaat uit de subsidiebeschikking met daarbij de motivatie, het uitgebrachte advies.

Wanneer uw aanvraag wordt gehonoreerd, berichten wij u het maximaal verleende subsidie of de voorwaarden waaronder een reservering kan worden omgezet in een subsidieverlening. Aan een subsidie zijn verplichtingen verbonden zoals vermeld in paragraaf 8 Subsidieverplichtingen en zoals eventueel aanvullend opgenomen in de beschikking.

Aan het honoreren van een aanvraag Onderzoek en producties kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking tot de honorering van een volgende aanvraag en/of een met betreffende activiteiten verband houdende aanvraag.

7. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt in behandeling genomen aanvragen Onderzoek en producties 2004 aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

  • - aanvragen gericht op onderzoek worden beoordeeld op het leveren van een bijzondere bijdrage aan de ontwikkeling van de aanvrager en van de podiumkunsten;

  • - aanvragen voor producties worden beoordeeld op de artistieke kwaliteit van het plan, de makers en de uitvoerenden. Kernbegrippen daarbij zijn vakmanschap, zeggingskracht, oorspronkelijkheid.

Productionele kwaliteit

De kwaliteit van de aanvrager op het gebied van productie, organisatie, financieel beheer, marketing en publiekswerving en zijn kwaliteit in de functie van werkgever (arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en dergelijke). Ook wordt de redelijkheid van de begroting beoordeeld.

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit

In hoeverre is er sprake van een aanvraag waarvan het team van initiatiefnemers een multiculturele achtergrond heeft en/of in hoeverre is er sprake van bijzondere aandacht voor producties specifiek gemaakt voor een cultureel divers samengesteld publiek?

Toegankelijk repertoire

In hoeverre is er sprake van bijzondere aandacht voor het verhogen van de kwaliteit van het toegankelijke repertoire waardoor de belangstelling voor de podiumkunsten wordt gestimuleerd?

8. Subsidieverplichtingen

8.2. Administratieve organisatie

Op verzoek van het Fonds overlegt u een volledig overzicht van uw financiële toestand. U zorgt ervoor dat de doelstelling van uw activiteiten op doelmatige en financieel verantwoorde wijze wordt nagestreefd en uitgevoerd. Ook zorgt u ervoor dat de administratie en de organisatie met betrekking tot uw activiteiten op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd en dat de administratie een juist, volledig en actueel beeld geeft van het (financiële) verloop van uw activiteiten. De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken bewaart u ten minste gedurende vijf jaren na de vaststelling van het subsidie.

8.3. Wijzigingen in uw productie of onderzoek

Het subsidie is uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de in de beschikking genoemde activiteiten, binnen de in de beschikking genoemde periode. Wanneer zich substantiële wijzigingen voordoen in de planning of anderszins inhoudelijk en/of financieel, dient u het Fonds daarvan per omgaande schriftelijk in kennis te stellen.

Als substantieel worden in ieder geval aangemerkt:

  • - wijziging van inhoud, vorm of artistiek concept van de productie of het onderzoek;

  • - wijziging van de kern van artistiek medewerkers of hun functie binnen de productie of het onderzoek;

  • - wijziging van de kern van zakelijk of productiemedewerkers of hun functie binnen de productie of het onderzoek;

  • - wijziging van de periode waarin het onderzoek of de productie plaatsvindt;

  • - wijziging van het aantal voorstellingen of concerten of de mate van spreiding.

De eerste drie genoemde wijzigingen worden in principe opnieuw door een commissie beoordeeld. Op basis van dit advies blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand of wordt het subsidie verminderd of ingetrokken.

Bij wijziging van de periode waarin de activiteiten plaatsvinden, blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand als de activiteiten weliswaar later maar nog steeds in hetzelfde seizoen plaatsvinden. Wijziging leidt in principe tot intrekking van het subsidie als de activiteiten pas in een volgend seizoen plaatsvinden.

Bij wijziging van het aantal activiteiten of de mate van spreiding kan het subsidie evenredig worden verminderd of worden ingetrokken.

De intrekking of wijziging werkt terug tot het tijdstip waarop het subsidie is verleend, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

8.4. Verzoek om een voorschot

U kunt een voorschot tot maximaal 90% van het verleende subsidie verkrijgen. Een verzoek om een voorschot bestaat uit:

  • - een speelplan, waaruit blijkt dat u het in uw aanvraag genoemde aantal voorstellingen of concerten realiseert. U stuurt tevens een kopie van de optie en/of definitieve contracten.

  • - een herziene begroting conform het model van het Fonds. U verantwoordt als bijdrage van het fonds ten hoogste het verleende subsidie. Afwijkingen van 5% of meer ten opzichte van de begroting moeten worden toegelicht. De herziene begroting dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

  • - een uittreksel van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan drie maanden;

  • - indien niet reeds vermeld op het aanvraagformulier: een opgave van uw (post)bankrekeningnummer waarop bevoorschotting dient plaats te vinden. Deze opgave dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

Na tijdige ontvangst en goedkeuring van deze gegevens ontvangt u: ongeveer drie maanden voor de premi(redatum of start van het onderzoek een eerste voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie, ongeveer zes weken voor de premi(redatum een tweede voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie en ongeveer twee weken voor de premi(redatum een derde voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie.

8.5. Verzoek tot vaststelling van het subsidie

Uiterlijk drie maanden na afloop van de uitvoering van het plan dient u een verantwoording in. Wanneer dit wordt nagelaten, kan het Fonds in ieder geval besluiten de subsidieverlening in te trekken of het subsidiebedrag te verlagen.

8.6. Verantwoording van het subsidie

Een verantwoording bestaat uit een activiteitenoverzicht, een inhoudelijk en financieel verslag, en, indien vereist, een goedkeurende accountantsverklaring.

Het activiteitenoverzicht bevat een opgave van aantal en spreiding van de activiteiten en van het deelnemers- en/of bezoekersaantal. Het is voorzien van:

  • - recensies, uitkomsten van bezoekersonderzoek, waaruit de publiekswaardering blijkt;

  • - een evaluatie van publieksbereik en -waardering in relatie tot de begrote en gerealiseerde publieksinkomsten.

In het inhoudelijk verslag wordt het oorspronkelijke plan geëvalueerd. De inhoudelijke verantwoording bevat ten minste de volgende elementen:

  • - een korte omschrijving van inhoud, vorm en artistiek concept van uw activiteiten en van de werkmethode;

  • - een artistieke evaluatie: een gemotiveerd oordeel over de vraag of en in hoeverre de artistieke doelstellingen van de activiteiten zijn gerealiseerd.

Het financieel verslag bevat een overzicht van de werkelijke uitgaven en verkregen inkomsten. De opzet van dit verslag sluit aan bij de ingediende (herziene) begroting conform het model van het Fonds en de bepalingen in de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004. Afwijkingen van 5% of meer ten opzichte van de (herziene) begroting licht u nader toe.

Een accountantsverklaring is niet vereist indien de begrote lasten verbonden aan een onderzoek of een productie 250.000 euro niet overschrijden en het maximaal verleend subsidie minder dan 25.000 euro bedraagt.

In alle andere gevallen is een accountantsverklaring vereist. De accountantsverklaring wordt verstrekt door een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring betreft de naleving van de subsidiebepalingen door de subsidieontvanger overeenkomstig het controleprotocol in bijlage 1 en is ingericht conform het opgenomen model accountantsverklaring in bijlage 2 van de regeling Onderzoek en producties 2004. U draagt er zorg voor dat uw accountant meewerkt aan door een externe accountant of medewerkers van het Fonds desgewenst in te stellen onderzoeken naar de door uw accountant verrichte werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn inbegrepen in het subsidie.

8.7. Verwerven van eigendommen en/of vorming van vermogen

Indien het subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot de vorming van vermogen, bent u daarvoor aan het Fonds een door het Fonds te bepalen vergoeding verschuldigd. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:

  • - u de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

  • - u een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

  • - de activiteiten waarvoor subsidie is verleend geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

  • - de verlening wordt ingetrokken of het subsidie wordt beëindigd of

  • - de rechtspersoon die het subsidie ontving, wordt ontbonden.

Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt. Een vergoeding is niet verschuldigd indien de ontvanger aan betreffende eigendommen een door het Fonds te bepalen bestemming geeft.

8.8. Vaststelling en verrekening van het subsidie

Het Fonds streeft ernaar binnen zes weken na ontvangst van de verantwoording het subsidie vast te stellen. Het subsidie kan evenwel nooit meer bedragen dan het verleende bedrag of het tekort op de afrekening.

Binnen veertien dagen na deze vaststelling wordt het subsidie onder verrekening van reeds betaalde voorschotten per bank uitbetaald. Tenzij het Fonds heeft besloten tot verrekening op andere wijze stort u het teveel ontvangen en/of de ten onrechte betaalbaar gestelde voorschotten binnen veertien dagen na ontvangst daarvan terug.

8.9. Intellectuele eigendom

Bij subsidieverlening geeft de aanvrager het Fonds toestemming om delen van het inhoudelijk en financieel eindverslag of overige op de aanvraag van toepassing zijnde documentatie (inclusief beeldmateriaal) openbaar te maken of anderszins te presenteren of te verveelvoudigen, zonder dat de aanvrager daarvoor een vergoeding ontvangt. Openbaarmaking, presentatie of verveelvoudiging vindt uitsluitend plaats ter verantwoording van de werkzaamheden van het Fonds.

9. Bezwaar

Op de subsidieregelingen van het Fonds is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit van het Fonds. De mogelijkheden tot bezwaar worden in voorkomende gevallen in de correspondentie vermeld. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift gericht aan het bestuur van het Fonds. De termijn hiervoor bedraagt zes weken. Het bezwaarschrift vermeldt in ieder geval wie de indiener is en bevat de redenen van het bezwaar. De werkwijze is voor bezwaar ontvankelijk; het kwaliteitsoordeel van adviseurs is dat niet. De bezwaarschriftenprocedure heeft geen schorsende werking.

Als het bezwaarschrift ontvankelijk is, stelt het Fonds de belanghebbende in de gelegenheid te worden gehoord door een interne bezwaarschriftencommissie. De indiener heeft dan de mogelijkheid om zijn bezwaren nog eens mondeling toe te lichten of zijn bezwaarschrift aan te vullen met nieuwe gronden. Van het horen wordt een verslag gemaakt dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan belanghebbende.

Let wel: Als een aanvrager gebruik maakt van de bezwaarschriftenprocedure kan deze aanvrager niet gelijktijdig dezelfde aanvraag opnieuw indienen.

Bijlage 1. Controleprotocol

Bij de controle omtrent naleving van de subsidiebepalingen wordt aan de in subsidieverplichtingen Onderzoek en producties 2004 wordt aan de in paragraaf 8, Subsidieverplichtingen, vermelde onderdelen de daarbij aangegeven aandacht besteed:

Onderdeel

Soort aandacht

administratieve organisatie

normale aandacht

wijzigingen van de activiteiten

speciale aandacht

verzoek om voorschot

procedurele aandacht

verwerven van eigendommen

speciale aandacht

vorming van vermogen

speciale aandacht

verantwoording van het subsidie

normale aandacht

Toelichting

Onder normale aandacht wordt verstaan controle met de diepgang van een jaarrekeningcontrole zoals omschreven in Richtlijn 200 en verder van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996).

Onder procedurele aandacht wordt verstaan controle op het bestaan en de werking van procedures, die in het leven zijn geroepen om aan bepaalde voorschriften te voldoen overeenkomstig paragraaf 2 van Richtlijn 400 van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996). Zoals gebruikelijk is bij de accountantscontrole op departementale rekeningen wordt het accountantscontrolerisico gesteld op 5%.

Onder speciale aandacht wordt verstaan controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. Deze controle wordt uitgevoerd met dezelfde diepgang als gebruikelijk is bij de accountantscontrole op de departementale rekeningen. Dat betekent dat een goedkeuringstolerantie van 1% bij een accountantscontrolerisico van 5% gehanteerd wordt.

Met betrekking tot de aandacht die door de accountant aan administratie en organisatie moet worden gegeven, wordt het volgende opgemerkt. Het is geenszins de bedoeling dat door de accountant op grond van dit artikel een doelmatigheidsonderzoek wordt gedaan. Van de accountant wordt verwacht dat hij zich bij zijn oordeelsvorming laat leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer. Met andere woorden: een oordeel of de subsidieontvanger zich als een goed huisvader over de toegewezen gelden heeft ontfermd. Aan de niet-genoemde onderdelen van de subsidieregeling behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat kennisneming daarvan noodzakelijk is teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten. In de subsidiebeschikking kunnen aanvullende bepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de subsidiebeschikking kennis en betrekt de naleving van de daarin eventueel opgenomen (nadere) subsidiebepalingen in zijn controle. Voor zover de subsidiebepalingen niet zijn nageleefd maakt de accountant hiervan melding in zijn verklaring.

Bijlage 2. Model accountantsverklaring

Accountantsverklaring

afgegeven ten behoeve van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten

Opdracht

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van ... (naam subsidie-ontvanger) te ... (plaats) gecontroleerd.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en met in achtneming van het controleprotocol als bijlage I gevoegd bij de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004 van het Fonds. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen, dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat.

Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van deze bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel (indien goedkeurend)

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording bestaande uit het activiteitenoverzicht, het inhoudelijk en financieel verslag aangevende een bedrag van € ... aan subsidiabele lasten, ... subsidiabele uitvoeringen en ... deelnemers/bezoekers voldoet aan de subsidiebepalingen inzake de verantwoording.

Tevens delen wij mede dat de subsidiebepalingen de regeling Onderzoek en producties van het Fonds en de nader gestelde subsidiebepalingen in brief met kenmerk ..., d.d. ... zijn nageleefd.

Indien geen goedkeurende accountantsverklaring kan worden afgegeven gelieve u volgens de NIVRA-tekstvoorbeelden een anderszins verklaring af te geven.

Plaats en datum

Handtekening

Naam accountant

Naam accountantskantoor

Adres

Postcode en woonplaats

Telefoon

Naar boven