Wijzigingswet Wet inkomstenbelasting 2001, enz. (Belastingplan 2003 Deel I)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Wet van 12 december 2002, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel I)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2003 wenselijk is maatregelen te treffen betreffende de modernisering van de arbeidsmarkt, de combinatie van werk en levensloop, milieu en mobiliteit, alsmede enkele regelingen af te schaffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel XII

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel XIII

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel XIV

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel XX

De Wet tijdelijke fiscale stimulering van de aankoop van schone personenauto's en bestelauto's wordt ingetrokken, met dien verstande dat:

  • a. het tiende lid van artikel 2 van die wet van toepassing blijft met betrekking tot een op grond van die wet toegepaste vermindering van motorrijtuigenbelasting;

  • b. op basis van die wet geen vermindering op de motorrijtuigenbelasting wordt toegepast na 31 december 2002.

Artikel XXI

In de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 vervalt hoofdstuk VB, met dien verstande dat:

Artikel XXIII

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet belastingwetten c.a. (Belastingplan 2001).]

Artikel XXIV

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet Belastingplan 2002-III Natuur, milieu en vervoer.]

Artikel XXVIB

Teruggaaf van accijns voor overige alcoholhoudende producten op de voet van de artikelen 70 en 71 van de Wet op de accijns wordt tot en met 28 februari 2003 verleend naar het tot en met 31 december 2002 geldende tarief, tenzij belanghebbende aantoont dat de accijns naar het vanaf 1 januari 2003 geldende tarief is voldaan.

Artikel XXVII

A. Vervallen

B. Overgangsrecht inkomstenbelasting

Artikel 3.127, tweede lid, tweede volzin, en vijfde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals die artikelonderdelen luidden op 31 december 2002, blijven van toepassing met betrekking tot opnemingen daarna van spaarpremies en van voor 31 december 2002 gespaarde gelden ingevolge de aldaar aangeduide premiespaar- en winstdelingsregelingen ter voldoening van vrijwillig te betalen premies ingevolge een pensioenregeling.

C. Overgangsrecht inkomstenbelasting 2003

Artikel 5.11 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat artikel luidde op 31 december 2002, blijft in het kalenderjaar 2003 van toepassing op bezittingen wegens in het kalenderjaar 2002 ingehouden besparingen, die worden aangehouden ingevolge een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat artikel luidde op 31 december 2002.

D. Overgangsrecht inkomstenbelasting tot en met 2005

E. Overgangsrecht loonbelasting tot en met 2007

Artikel 11, eerste lid, onderdeel i, alsmede artikel 31, tweede lid, onderdeel g, en derde lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals die artikelonderdelen luidden op 31 december 2002, blijven tot en met het kalenderjaar 2007 van toepassing op aanspraken op spaarpremies en op na 31 december 2002 toegekende spaarpremies of voorlopig bijgeschreven spaarpremies ter zake van voor 1 januari 2003 ingehouden besparingen op de voet van een premiespaarregeling als bedoeld in artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dit artikel luidde op 31 december 2002.

F. Overgangsrecht loonbelasting 2003

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het in dit onderdeel opgenomen overgangsrecht.

G. Verzachting blokkeringsperiode voor spaarloon van voor 2001

De in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 6, achtste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde termijn van vier jaar wordt vervangen door een termijn van drie jaar voor in het kalenderjaar 1999 op de voet van een spaarloonregeling als bedoeld in genoemd artikel 32 gespaard loon en een termijn van twee jaar voor in het kalenderjaar 2000 op de voet van een spaarloonregeling gespaard loon.

H. Aanpassing blokkeringsperiode voor spaarloon van de kalenderjaren 2001 tot en met 2004

De termijn van vier jaar, genoemd in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 6, negende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, zoals dat luidde op 31 december 2004, wordt vervangen door een termijn die eindigt op 1 september 2005 voor in de kalenderjaren 2001 tot en met 2004 op de voet van een spaarloonregeling als bedoeld in die bepalingen gespaard loon.

Artikel XXVIII

Ingeval de samenloop van wetten die in 2002 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, herstelt Onze Minister van Financiën dat bij ministeriële regeling.

Artikel XXIX

Artikel 3.52, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is niet van toepassing op een op grond van artikel 3.52, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, van die wet vastgestelde ministeriële regeling die met ingang van 1 januari 2003 voorziet in:

  • a. afschaffing van de willekeurige afschrijving op investeringen op het continentaal plat;

  • b. afschaffing van de willekeurige afschrijving op investeringen in immateriële activa;

  • c. afschaffing van de willekeurige afschrijving op investeringen in nieuwe gebouwen in aangewezen gemeenten.

Artikel XXX

  • 3 In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XVa, XVI, XVII, XVIII en XIX in werking op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat de artikelen XVa, onderdeel A, eerste, derde en vierde lid, en XVI, onderdeel B, toepassing vinden nadat artikel 37a van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 2003 is toegepast.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 12 december 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

S. R. A. van Eijck

De Minister van Financiën,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de negentiende december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven