Wet van 28 november 2002 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking
tot een hogere preferentie van havengelden en vorderingen inzake maatregelen met betrekking
tot een schip die noodzakelijk waren ter waarborging van de veiligheid van de haven
of van derden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is artikel 211 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen met betrekking tot de preferentie van havengelden en maatregelen met
betrekking tot een schip die noodzakelijk waren ter waarborging van de veiligheid
van de haven of van derden om de crediteur van deze kosten meer zekerheid te bieden
op verhaal;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: