Het Verdrag tussen Oekraïne en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van
dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot
belastingen naar het inkomen en naar het vermogen is ondertekend op 24 oktober 1995
te Kiev en in werking getreden op 2 november 1996. Artikel 28 van het Verdrag bepaalt
het volgende: ‘De Bevoegde Autoriteiten van de Verdragsluitende Staten wisselen de
inlichtingen uit die nodig zijn voor het uitvoeren van de bepalingen van dit Verdrag
of van de nationale wetgeving van de Verdragsluitende Staten met betrekking tot de
belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, voor zover de heffing van die belastingen
niet in strijd is met het Verdrag. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt
door Artikel 1 van dit Verdrag’.
Overeenkomstig Artikel 28 van dit Verdrag zijn de Staatsbelastingdienst van Oekraïne,
het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland en het Directoraat-generaal
Fiscale Zaken van Nederland het volgende overeengekomen:
-
1. De term ‘gelijktijdig boekenonderzoek’ heeft in deze Werkovereenkomst de betekenis
van een afspraak tussen de Bevoegde Autoriteiten van de Verdragsluitende Staten om,
iedere Staat op zijn eigen grondgebied, gelijktijdig en zelfstandig de belastingzaken
te onderzoeken van (een) belastingplichtige(n), waarin zij een gemeenschappelijk of
samenhangend belang hebben, met het doel de verkregen en relevante inlichtingen uit
te wisselen. De bepalingen van bovengenoemd Verdrag zijn van toepassing op de bekendmaking
van de krachtens deze Werkovereenkomst uitgewisselde inlichtingen, die slechts voor
administratieve belastingdoeleinden worden aangewend.
-
2. De Bevoegde Autoriteiten voor de uitvoering van deze Werkovereenkomst zijn:
-
– In Oekraïne: de Directie Internationale Betrekkingen, postadres: L’vivska Sq. 8, Kiev,
04655, Oekraïne;
-
– In Nederland: de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst/Economische Controledienst,
postadres: FIOD/ECD/Haarlem/Internationaal, Postbus 1603, 2003 BR Haarlem, Nederland.
-
3. Een gelijktijdig boekenonderzoek heeft ten doel de inlichtingen uit te wisselen die
nodig zijn voor het uitvoeren van de bepalingen van dit Verdrag of van de nationale
wetgeving van de Verdragsluitende Staten met betrekking tot de belastingen waarop
het Verdrag van toepassing is en voor zover de heffing van die belastingen niet in
strijd is met het Verdrag. Daarnaast bevorderen de Bevoegde Autoriteiten de uitwisseling
van informatie met betrekking tot:
-
– multinationale bedrijfspraktijken, gecompliceerde transacties, onderzoeksonderwerpen
en trends voor niet-naleving;
-
– beleidskwesties ten aanzien van kostendelingsregelingen;
-
– methodes voor winsttoedeling op bepaalde gebieden, zoals wereldhandel en nieuwe financiële
instrumenten.
Een gelijktijdig boekenonderzoek treedt niet in de plaats van de Onderlinge Overlegprocedure,
als bedoeld in Artikel 27 van het Verdrag.
-
4. Elke Bevoegde Autoriteit stelt de andere Bevoegde Autoriteit in kennis van haar keuze
voor een zaak, die zij op grond van de onder punt 6 beschreven selectiecriteria in
aanmerking wenst te laten komen voor een gelijktijdig boekenonderzoek. Voor zover
mogelijk geeft de Bevoegde Autoriteit de reden van haar keuze en verstrekt de informatie
die tot haar voorstel hebben geleid, tezamen met overige relevante informatie alsmede
de beperkende voorwaarden die van toepassing zijn op de zaken, waarvoor een gelijktijdig
onderzoek wordt voorgesteld.
De Bevoegde Autoriteiten kunnen per zaak besluiten of zij al dan niet zullen meewerken
aan het gelijktijdig onderzoek.
-
5.
-
a. De Bevoegde Autoriteit, waaraan is verzocht aan een gelijktijdig boekenonderzoek deel
te nemen, beraadt zich over de ontvangen inlichtingen in samenhang met de informatie
uit haar eigen bronnen en bericht schriftelijk over haar instemming dan wel weigering
aan een bepaald gelijktijdig boekenonderzoek deel te nemen aan de verzoekende Bevoegde
Autoriteit (onder vermelding van de betreffende belastingplichtige(n), belastingen
en belastingjaren). Alvorens dit schriftelijk te bevestigen, tracht de aangezochte
Bevoegde Autoriteit krachtens haar nationale wetgeving dan wel de voorzieningen van
Artikel 28 van het Verdrag, alle benodigde informatie te verkrijgen teneinde een besluit
te kunnen nemen.
-
b. De Bevoegde Autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan, die de ambtelijke verantwoordelijkheid
heeft voor het leiden en het coördineren van het onderzoek. De verzoekende Bevoegde
Autoriteit wijst eveneens een vertegenwoordiger aan en maakt dit schriftelijk bekend.
-
c. Daarna kunnen de Bevoegde Autoriteiten een verzoek tot uitwisseling van inlichtingen
bij elkaar indienen of spontaan inlichtingen aan elkaar verstrekken, in overeenstemming
met het Verdrag dat op deze Werkovereenkomst van toepassing is.
-
d. De aangewezen vertegenwoordigers dragen zorg voor de praktische kanten van het gelijktijdig
onderzoek.
-
e. Een eerste vereiste en derhalve een voorwaarde voor selectie is, dat de belastingjaren
open moeten staan voor onderzoek in de staten van de Bevoegde Autoriteiten die belang
hebben bij een gelijktijdig onderzoek ten aanzien van een of meer bepaalde belastingplichtigen.
-
f. Elke Bevoegde Autoriteit kan door middel van een verklaring gericht aan de andere
Bevoegde Autoriteit aangeven dat zij, alvorens de betreffende inlichtingen overeenkomstig
Artikel 28 van het Verdrag te verstrekken, haar ingezetenen of onderdanen krachtens
haar nationale wetgeving hiervan in kennis dient te stellen.
-
6. Iedere zaak die aan de criteria voor een gelijktijdig boekenonderzoek voldoet, dient
over het algemeen een of meer belastingplichtigen te betreffen die, hetzij via filialen
of vaste vestigingen, handelsactiviteiten verricht(en) in de Verdragsluitende Staten.
Bij het bepalen of een zaak voldoet aan de criteria voor een gelijktijdig onderzoek,
worden onder andere de volgende factoren in acht genomen:
-
– aanwijzingen voor het ontwijken en ontgaan van belasting;
-
– aanwijzingen voor substantiële niet-nakoming van de belastingwetgeving in de Verdragsluitende
Staten;
-
– aanwijzingen voor manipulatie met betrekking tot verrekenprijzen die mogelijkerwijs
ten nadele zijn van de Verdragsluitende Staten;
-
– aanwijzingen voor overige vormen van internationale belastingontwijking die, indien
hiertegen succesvol wordt opgetreden, een extra belastingopbrengst in de Verdragsluitende
Staten kan opleveren;
-
– aanwijzingen dat de economische positie van een belastingplichtige of daarmee verbonden
belastingplichtigen gedurende een bepaalde periode aanmerkelijk slechter is dan verwacht
zou mogen worden, bijvoorbeeld:
-
• de economische positie is geen juiste weerspiegeling van de opbrengst in vergelijking
met de verkoop en het balanstotaal;
-
• gevallen waarin de belastingplichtige voortdurend verlies lijdt, met name op de lange
termijn;
-
• gevallen waarin de belastingplichtige, ongeacht de rentabiliteit, weinig of helemaal
geen belasting heeft betaald over de desbetreffende periode;
-
– de aanwezigheid van transacties waarbij belastingparadijzen zijn betrokken;
-
– situaties waarin de Bevoegde Autoriteiten het in het belang van de betreffende staten
achten, teneinde de naleving van de belastingplicht op internationaal niveau te stimuleren.
-
7. Het onderzoek wordt door ambtenaren van beide Verdragsluitende Staten afzonderlijk
uitgevoerd binnen het kader van de nationale wetgeving en praktijk, waarbij gebruik
wordt gemaakt van de beschikbare voorzieningen inzake de uitwisseling van inlichtingen.
De verantwoordelijkheden worden duidelijk afgebakend. Er vindt geen uitwisseling van
personeel plaats, maar de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de ene Verdragsluitende
Staat in de andere Verdragsluitende Staat kan worden toegestaan omwille van de doelmatigheid
van het onderzoek.
-
8. Alvorens het boekenonderzoek aan te vangen, plegen de belastingambtenaren die zich
met de zaak bezighouden overleg met de belastingambtenaren van de andere Verdragsluitende
Staat over de onderzoeksmethode van beide Verdragsluitende Staten, de mogelijk te
bereiken resultaten en de streefdata. Het verdient aanbeveling coördinatievergaderingen
te houden om de uitvoering van het gelijktijdig onderzoek te plannen en nauwgezet
te volgen.
-
9. Een gelijktijdig boekenonderzoek vereist de medewerking van ambtenaren van beide Verdragsluitende
Staten, die gelijktijdig doch zelfstandig de belastingplichtige(n) binnen hun ambtsgebied
zullen onderzoeken. Zij stemmen hun werkschema’s zo goed mogelijk op elkaar af. Aangezien
zich mogelijk gevallen van dubbele belastingheffing kunnen voordoen in de loop van
het gelijktijdige boekenonderzoek:
-
– hebben de belastingplichtigen de gelegenheid eerder een verzoek voor het starten van
de Onderlinge Overlegprocedure in te dienen dan het geval zou zijn geweest als er
geen gelijktijdig onderzoek zou plaatsvinden;
-
– hebben de vertegenwoordigers van de Verdragsluitende Staten de gelegenheid meer feitelijk
bewijs te verzamelen voor belastingcorrecties, waarvoor de Onderlinge Overlegprocedure
kan zijn aangevraagd.
-
10. Indien de ene Bevoegde Autoriteit besluit dat het niet langer nuttig is het gelijktijdige
onderzoek in een bepaalde zaak voort te zetten, kan zij zich door middel van een schriftelijke
kennisgeving aan de andere Bevoegde Autoriteit hieruit terugtrekken.
-
11. Het gelijktijdig boekenonderzoek wordt slechts beëindigd na coördinatie en onderling
overleg tussen de Bevoegde Autoriteiten. Kwesties met betrekking tot dubbele belasting
die door het onderzoek aan het licht zijn gekomen, zijn voorbehouden aan de Onderlinge
Overlegprocedure. Van de bevindingen van het gelijktijdige boekenonderzoek wordt een
verslag gemaakt, dat tussen de twee Bevoegde Autoriteiten wordt uitgewisseld.
-
12. Deze Werkovereenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening.
-
13. Deze Werkovereenkomst kan te allen tijde worden gewijzigd door middel van een wederzijdse
schriftelijke regeling tussen de ondertekenaars. Alle wijzigingen worden ingevoerd
als speciale protocollen die een integraal onderdeel zullen zijn van de Werkovereenkomst.
-
14. Deze Werkovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. De Werkovereenkomst kan
worden beëindigd door middel van een schriftelijke kennisgeving van een van de ondertekenaars
en houdt onmiddellijk op van kracht te zijn na de ontvangst van een dergelijke kennisgeving.
Gedaan te Kiev in tweevoud op 4 oktober 2002 in de Oekraïense, de Nederlandse en de
Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van afwijkingen
of twijfel is de Engelse tekst doorslaggevend.