Heffingsverordening bestratingsbedrijf 2003

[Regeling vervallen per 16-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 15-10-2019

Verordening van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 2 oktober 2002, houdende regels terzake van de door het hoofdbedrijfschap aan de ondernemers die het bestratingsbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2003 (Heffingsverordening bestratingsbedrijf 2003)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, juncto artikel 10, tweede en derde lid van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gehoord de Commissie bestratingsbedrijf;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In de verordening wordt verstaan onder:

  • a. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

  • b. de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • c. werkzame personen: personen als bedoeld in artikel 9, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 1996 die betrokken zijn bij de uitoefening van het bestratingsbedrijf.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het bestratingsbedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het bestratingsbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2003 een heffing opgelegd ten behoeve van: de verbetering van het imago van de branche; de verbetering van het vakmanschap; de verbetering van de kwaliteit van de ondernemer; de introductie van de branche-code; de helpdesk bestratingsbranche; de behartiging van de branchebelangen bij koepelorganisaties en internationale advies/normcommissies.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid bestaat uit:

    • a. een basisheffing van € 90,- per onderneming; en

    • b. een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de klasse waarin de onderneming met toepassing van het in het derde lid opgenomen schema is ingedeeld.

  • 3 De heffing werkzame personen bedraagt:

    klasse

    aantal werkzame personen

    heffing werkzame personen

    1.

    0

    nihil

    2.

    1

    nihil

    3.

    2 tot 5

    € 68,-

    4.

    5 tot 10

    € 136,-

    5.

    10 tot 20

    € 272,-

    6.

    20 tot 50

    € 408,-

    7.

    50 tot 100

    € 544,-

    8. en hoger

    100 en meer

    € 680,-

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Ondernemersbond Bestratingsbedrijven Nederland (OBN) en over het jaar 2002 aan deze organisatie contributie heeft betaald, wordt op de bruto heffing een aftrek toegestaan van 50%, met een maximum van 50% van de betaalde contributie over 2002 (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit de door de in de eerste volzin genoemde organisatie verstrekte opgave blijkt dat de contributie is betaald.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2003 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2003.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door de het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 5 Op een verzoek als in, het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.

§ 3. Vermindering van heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De voorzitter vermindert de opgelegde heffing met 25% indien van de omzet in de onderneming over het jaar 2002, minder dan 25% is behaald bij de uitoefening van het bestratingsbedrijf.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Bij cumulatie van deze bestemmingsheffing met een of meer andere door het HBA opgelegde bestemmingsheffingen, vermindert de voorzitter de heffing tot nihil, indien de uitoefening van het bestratingsbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzicht van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Vermindering als bedoeld in artikel 5 of 6 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan. De voorzitter kan de ondernemer daartoe verzoeken een accountantsverklaring te overleggen.

§ 4. Overige bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De artikelen 5 tot en met 14 van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten 2003 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De bevoegdheid om de heffing bedoeld in artikel 3 op te leggen, alsmede de bevoegdheid om de overige krachtens deze verordening te nemen besluiten te nemen, is gedelegeerd aan de voorzitter.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Heffingsverordening bestratingsbedrijf 2003.

Deze verordening zal in bet Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Den Haag, 2 oktober 2002

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 21 november 2002 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 11 december 2002, nr. MEMW 020611 22.

Naar boven