Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 02-10-2005.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-01-2003 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 3 juli 2002, houdende de vaststelling van een heffing op verduurzaamde producten voor het jaar 2003 (Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2003)

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 14, 15 en 19 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen 1 en 2 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998.

  • 2 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    de voorzitter:

    de voorzitter van het Productschap Tuinbouw;

    b.

    het bestuur:

    het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

    c.

    het verduurzamen:

    alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze producten, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden;

    d.

    de fabrikant:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin fruit, groenten, of daaruit verkregen producten worden verduurzaamd;

    e.

    de omzet:

    de verkoopwaarde af fabriek van de door de fabrikant gedurende een kalenderjaar verduurzaamde groenten en fruit, met uitzondering van de in de bij deze verordening behorende bijlage genoemde producten;

    f.

    de heffingsplichtige:

    de fabrikant die ingevolge deze verordening heffing verschuldigd is.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De fabrikant is jaarlijks aan het Productschap Tuinbouw een heffing verschuldigd ten behoeve van aangelegenheden als milieuprojecten, onderzoek, kwaliteitscontrole en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het Productschap Tuinbouw.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd door de voorzitter, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de fabrikant is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag omzet over het kalenderjaar 2003.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet en bedraagt ten hoogste voor:

    a.

    verduurzaamde groenten en fruit:

    0,15%, en

    b.

    verduurzaamde champignons:

    0,35%.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

  • 1 De hoogte van de heffing als bedoeld in artikel 3 wordt door middel van een besluit van het bestuur vastgesteld, waarbij voor verschillende hoogten van de omzet verschillende percentages kunnen worden vastgesteld.

  • 2 Van de fabrikant die champignons verduurzaamt, kan de heffing met een door het bestuur vast te stellen percentage worden verlaagd voor zover het de kwaliteitscontrole betreft, indien de fabrikant beschikt over een controlesysteem dat voldoet aan door het bestuur te stellen nadere regels.

Artikel 5

Indien de heffingsplichtige de gegevens die hem krachtens de Verordening PT algemene bepalingen, ten behoeve van de onderhavige verordening zijn gevraagd, niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt, wordt de heffing berekend over de dan door de voorzitter te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige ingevolge deze verordening van toepassing is, in welk geval de heffing wordt verhoogd met € 40,= in verband met administratiekosten.

Artikel 6

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door de voorzitter door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 Iedere heffingsnota is gedagtekend en bevat ten minste:

    • a. naam en adres van de heffingsplichtige;

    • b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend, en

    • c. het totaal van de heffing.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter de heffingsplichtige een voorlopige heffing opleggen tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 7

De voorzitter kan, indien hem uit te zijner beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens herzien en opnieuw opleggen

Artikel 8

  • 1 Betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota terstond invorderbaar:

    • a. zodra het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt, of

    • c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 9

Aan de heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 bedoelde termijn heeft betaald, kunnen de daaruit voortvloeiende extra kosten van € 22,50 in rekening worden gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 10

De invorderingskosten voortvloeiend uit het niet betalen binnen de gestelde termijn als bedoeld in artikel 8 en 9, zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel 11

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 10.

Artikel 12

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 13

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2003.

  • 2 Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2002 treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2003.

De verordening, de daarbij behorende toelichting, en de bijlage worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 3 juli 2002

J. van der Veen

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 28 november 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 8 januari 2003, nr. TRCJZ/2002/11766.

Bijlage als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder e., van het Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 3 juli 2002, houdende de vaststelling van een heffing op verduurzaamde producten voor het jaar 2003 (Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2003)

De bedoelde producten zijn:

  • -

    Pindakaas;

  • -

    Sauzen;

  • -

    Natte en droge soepen;

  • -

    Aroma’s;

  • -

    Limonades;

  • -

    Salades;

  • -

    Kindervoedsel, en

  • -

    Kant en klaarmaaltijden.

Naar boven