Regeling ammoniak en veehouderij

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 12-04-2017 t/m 12-12-2017

Regeling ammoniak en veehouderij

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 1, eerste en derde lid, van de Wet ammoniak en veehouderij;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

bijlage:

bij deze regeling behorende bijlage;

de wet:

de Wet ammoniak en veehouderij;

de minister:

de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Voor de berekening van de ammoniakemissie van een veehouderij worden de emissiefactoren toegepast die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

  • 2 Indien in een huisvestingssysteem een voer- of managementmaatregel zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling wordt toegepast, wordt de emissiefactor verlaagd met het bij die maatregel vermelde reductiepercentage.

  • 3 Indien in een huisvestingssysteem meer dan een voer- of managementmaatregel zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling wordt toegepast, wordt de emissiefactor verlaagd met het overeenkomstig bijlage 3 berekende reductiepercentage op basis van twee maatregelen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De minister kan voor een huisvestingssysteem dat niet in bijlage 1 is opgenomen een bijzondere emissiefactor vaststellen die bij de berekening van de ammoniakemissie wordt toegepast in plaats van de emissiefactor die anders zou worden toegepast ingevolge artikel 2.

  • 2 Een bijzondere emissiefactor wordt vastgesteld op aanvraag van degene die de veehouderij drijft of gaat drijven.

  • 3 De minister kan een bijzondere emissiefactor vaststellen indien naar zijn oordeel:

    • a. toepassing van het huisvestingssysteem voldoende bijdraagt aan de ontwikkeling van een huisvestingssysteem dat bijdraagt aan de bescherming van het milieu tegen de gevolgen van de ammoniakemissie,

    • b. het huisvestingssysteem zich leent voor toepassing in de praktijk,

    • c. de controleerbaarheid van de werking van het huisvestingssysteem voldoende is gewaarborgd, en

    • d. voldoende is gewaarborgd dat de ammoniakemissie overeenkomstig het Protocol voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij 2013a of een gelijkwaardige meetmethode wordt gemeten en dat over de wijze van meten en de resultaten van de metingen aan hem wordt gerapporteerd.

  • 4 Voor eenzelfde type huisvestingssysteem kan voor ten hoogste vier veehouderijen – en per veehouderij slechts voor een huisvestingssysteem – een bijzondere emissiefactor worden vastgesteld.

  • 5 Op aanvragen als bedoeld in het tweede lid, die betrekking hebben op eenzelfde huisvestingssysteem en dezelfde diercategorie, wordt in volgorde van ontvangst beslist.

  • 6 De beschikking tot vaststelling van een bijzondere emissiefactor wordt gegeven binnen twintig weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Een beschikking genomen op grond van artikel 4a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij wordt gelijkgesteld met een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze regeling.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ammoniak en veehouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 april 2002

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk

Bijlage 1. , bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling ammoniak en veehouderij

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Emissiefactoren voor de berekening van de ammoniakemissie van een dierenverblijf, inclusief de emissie van de mest die in het dierenverblijf aanwezig is.

RAV-code

Huisvestingssysteem per categorie

emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar

HOOFDCATEGORIE A: RUNDVEE

 
     

A 1

diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

 

A 1.1

grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m2 per koe (Groen Label BB 93.06.009)

5,7

A 1.2

loopstal met hellende vloer en giergoot of met roostervloer; beide met spoelsysteem (BWL 2001.28.V1)

10,2

A 1.3

loopstal met hellende vloer en giergoot; max. 3 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label BB 93.03.003V1; BB 93.03.003/A 93.04.004V1; BB 93.03.003/B 93.04.005V1; BB 93.03.003/C 93.04.006V1; BB 93.03.003/D 94.06.020V1)

10,2

A 1.4

loopstal met hellende vloer en spoelsysteem; max. 3,75 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label BB 94.02.015V1)

9,2

A 1.5

loopstal met sleufvloer en mestschuif (BWL 2010.24.V5)

11,8

A 1.6

ligboxenstal met dichte hellende vloer, met profilering, met snelle gierafvoer met mestschuif (BWL 2009.11.V4)

11,0

A 1.7

ligboxenstal met dichte hellende vloer, met rubbertoplaag, met snelle gierafvoer met mestschuif (BWL 2009.22.V4)

11,0

A 1.8

ligboxenstal met sleufvloer met noppen en mestschuif (BWL 2010.14.V4)

11,8

A 1.9

ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten, met mestschuif (BWL 2010.30.V4)28

6,0

A 1.10

ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag, met mestschuif (BWL 2010.31.V4)

7

A 1.11

ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten en met een mestschuif (BWL 2010.32.V3)19

11,8

A 1.12

ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten en mestschuif (BWL 2010.33.V4)19

12,2

A 1.13

ligboxenstal met roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten en mestschuif (BWL 2010.34.V6)

7

A 1.14

ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif (BWL 2010.35.V5)

7

A 1.15

ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten voorzien van emissiereductiekleppen en met mestschuif (BWL 2010.36.V4) 19

10,3

A 1.16

ligboxenstal met V-vormige vloer van gietasfalt in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif (BWL 2012.01.V2) 19

11,7

A 1.17

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem (BWL 2012.02.V3)19

5,1

A 1.18

ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif (BWL 2012.04.V3)

8

A 1.19

ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten en met mestschuif (BWL 2012.05.V2)19

11,0

A 1.20

ligboxenstal met vloer voorzien van perforaties en hellende profilering en mestschuif (BWL 2012.08.V1) 19

10,1

A 1.21

ligboxenstal met vlakke vloerplaten met tegelprofiel, hellende sleuven en regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen of -kleppen en mestschuif (BWL 2013.01.V2)

7

A 1.22

ligboxenstal met sleufvloer en mestschuif en in de doorsteken, wachtruimte en doorlopen een roostervloer met bolle rubber toplaag voorzien van afdichtflappen in de roosterspleten (BWL 2013.03.V1)

11,0

A 1.23

ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urineafvoergat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van emissiereductiekleppen, met mestschuif (BWL 2013.04.V2)

6

A 1.24

ligboxenstal met vloer met sterk hellende langssleuven, de vloerplaten aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif (BWL 2013.05.V2) 19

9,1

A 1.25

ligboxenstal met vlakke vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten met een hellend profiel naar regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif (BWL 2013.06.V1)19

10,3

A 1.26

ligboxenstal met hellende V-vormige vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten, met centrale giergoot en mestschuif (BWL 2013.07.V1) 19

9,6

A 1.27

ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten, met mestschuif en vernevelsysteem (BWL 2014.02.V1)19

10,3

A 1.28

Ligboxenstal met roostervloer, voorzien van rubber matten en composiet nokken met een hellend profiel, kunststofcassettes met kleppen in de roosterspleten en met mestschuif (BWL 2015.05)19

7,7

A 1.29

Ligboxenstal met geprofileerde hellende vloer met holtes voor gieropvang en -afvoer aan de zijkant en met mestschuif (BWL 2015.06)19

9,9

A 1.100

overige huisvestingssystemen

13,0

     

A 2

diercategorie zoogkoeien ouder dan 2 jaar

 

A 2.100

overige huisvestingssystemen

4,1

     

A 3

diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar

 

A 3.100

overige huisvestingssystemen

4,4

     

A 4

diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden

 

A 4.1

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1)

0,35

A 4.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

1,1

A 4.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3

1,1

A 4.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2)3

0,18

A 4.5

mechanisch geventileerde stal met een luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch

 

A 4.5.1

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3

0,53

A 4.5.2

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3

1,1

A 4.5.3

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3

0,53

A 4.5.4

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4)3

0,53

A 4.5.5

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwas-systeem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3)3

0,53

A 4.5.6

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3)3

0,35

A 4.6

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

0,53

A 4.7

mechanisch geventileerde stal met hellende roostervloer in combinatie met hellende schijnvloer onder de roostervloer (BWL 2012.09.V1)19

2,5

A 4.100

overige huisvestingssystemen

3,5

     

A 5

Vervallen

 
     

A 6

diercategorie vleesstieren en overig vleesvee van circa 8 tot 24 maanden (roodvleesproductie)

 

A 6.100

overige huisvestingssystemen

5,3

     

A 7

diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar

 

A 7.100

overige huisvestingssystemen

6,2

     

HOOFDCATEGORIE B: SCHAPEN

 
     

B 1

diercategorie schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg 1, 2

 

B 1.100

overige huisvestingssystemen

0,7

     

HOOFDCATEGORIE C: GEITEN

 
     

C 1

diercategorie geiten ouder dan 1 jaar

 

C 1.100

overige huisvestingssystemen

1,9

     

C 2

diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

 

C 2.100

overige huisvestingssystemen

0,8

     

C 3

diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen 26

 

C 3.100

overige huisvestingssystemen

0,2

     

HOOFDCATEGORIE D: VARKENS

 
     

D 1

fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg

 

D 1.1

diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)

 

D 1.1.1

vlakke gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem (Groen Label BB 93.03.001V1)

0,20

D 1.1.2

spoelgotensysteem met dunne mest en gedeeltelijk roostervloer (Groen Label BB 94.06.021V3; BB 94.06.021V1/A 97.01.049V1)

0,24

D 1.1.3

mestopvang in water in combinatie met een mestafvoersysteem (BWL 2006.07.V2)

0,15

D 1.1.4

ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal

 

D 1.1.4.1

oppervlak mestkanaal maximaal 0,13 m2 per big (Groen Label BB 96.03.033V2)

0,26

D 1.1.4.2

oppervlak mestkanaal maximaal 0,19 m2 per big (BWL 2001.14)

0,33

D 1.1.5

halfrooster met verkleind mestoppervlak (max. 60% van het totale hokoppervlak bestaat uit een roostervloer) (BWL 2001.16.V1)

0,39

D 1.1.6

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label (volledig roostervloer) BB 96.04.038V2)

0,18

D 1.1.7

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label (gedeeltelijk roostervloer) BB 96.04.038V2)

0,25

D 1.1.8

gescheiden afvoer van mest en urine door middel van

hellende mestband (Groen Label BB 96.06.040V1)

0,23

D 1.1.9

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,21

D 1.1.10

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3

0,21

D 1.1.11

koeldeksysteem (150% koeloppervlak) (BWL 2010.12.V3)

0,17

D 1.1.12

opfokhok met schuine putwand

 

D 1.1.12.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,07 m2 per big, ongeacht groepsgrootte (BWL 2001.13.V2)

0,17

D 1.1.12.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2 per big, echter kleiner dan 0,10 m2, en in kleine groepen, tot 30 biggen, gehuisvest (BWL 2004.06.V2)

0,21

D 1.1.12.3

emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2 echter kleiner dan 0,10 m2, in grote groepen, vanaf 30 biggen, gehuisvest (Groen Label; BB 99.06.072/A 99.11.080; BB 99.06.072/A 99.11.082) (BWL 2010.04.V3)

0,18

D 1.1.13

volledig rooster met water- en mestkanalen, eventueel voorzien van schuine putwand(en), emitterend mestoppervlak kleiner dan 0,10 m2(BWL 2010.05.V1)

0,20

D 1.1.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2)3

0,03

D 1.1.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.1.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3

0,10

D 1.1.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3

0,21

D 1.1.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3

0,10

D 1.1.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4)3

0,10

D 1.1.15.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3) 3

0,10

D 1.1.15.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3) 3

0,07

D 1.1.16

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

0,10

D 1.1.17

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1)3

0,07

D 1.1.100

overige huisvestingssystemen

0,69

     

D 1.2

diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

 

D 1.2.1

spoelgotensysteem, spoelen met dunne mest (Groen Label BB 93.11.012V2; BB 93.11.012V2/A 99.11.077)

3,3

D 1.2.2

kunststof schijnvloer met schuif onder de roosters (voormalig Groen Label BB 94.02.014V1)4

3,7

D 1.2.3

vlakke, gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem (voormalig Groen Label BB 94.04.018)4

4,0

D 1.2.4

mestschuif met gecoate, hellende keldervloer en giergoot (Groen Label BB 94.06.019)

3,1

D 1.2.5

mestgoot met mestafvoersysteem (BWL 2010.06.V1)

3,2

D 1.2.6

ondiepe mestkelders met mest- en waterkanaal (voormalig Groen Label BB 95.12.032)4

4,0

D 1.2.7

kraamopfokhok met hellende plaat (BWL 2001.17)

5,0

D 1.2.8

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label BB 96.04.037V1)

3,1

D 1.2.9

schuiven in mestgoot (BWL 2001.18)

2,5

D 1.2.10

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

2,5

D 1.2.11

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3

2,5

D 1.2.12

koeldeksysteem (150% koeloppervlak) (BWL 2010.15.V1)

2,4

D 1.2.13

mestpan onder kraamhok (BWL 2006.08.V1)

2,9

D 1.2.14

mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok (BWL 2010.07.V1)

2,9

D 1.2.15

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2)3

0,42

D 1.2.16

waterkanaal in combinatie met een afgescheiden mestkanaal of mestbak (BWL 2004.07.V1)

2,9

D 1.2.17

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.2.17.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3

1,3

D 1.2.17.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3

2,5

D 1.2.17.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3

1,3

D 1.2.17.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4)3

1,3

D 1.2.17.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3) 3

1,3

D 1.2.17.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3) 3

0,83

D 1.2.18

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

1,3

D 1.2.19

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1) 3

0,83

D 1.2.100

overige huisvestingssystemen

8,3

     

D 1.3

diercategorie guste en dragende zeugen

 

D 1.3.1

smalle ondiepe mestkanalen met metalen driekantroostervloer en rioleringssysteem (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) (Groen Label BB 95.02.027V1)

2,4

D 1.3.2

mestgoot met combinatierooster en frequente mestafvoer (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) (Groen Label BB 95.06.028)

1,8

D 1.3.3

spoelgotensysteem met dunne mest (Groen Label bij individuele huisvesting BB 95.10.030) (Groen Label bij groepshuisvesting BB 95.10.030/A 98.10.060; BB 95.10.030/B 99.11.078)

2,5

D 1.3.4

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label bij individuele huisvesting BB 96.04.036V1) (Groen Label bij groepshuisvesting BB 96.04.036V1/A 98.10.061)

1,8

D 1.3.5

schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) (BWL 2001.19)

2,2

D 1.3.6

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting) (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

1,3

D 1.3.7

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting) (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3

1,3

D 1.3.8

Koeldeksysteem

 

D 1.3.8.1

115% koeloppervlak (bij individuele huisvesting BWL 2010.16.V1)

2,2

D 1.3.8.2

135% koeloppervlak (bij groepshuisvesting BWL 2010.17.V1)

2,2

D 1.3.9

groepshuisvestingssysteem met voerligboxen of zeugenvoerstations, zonder strobed, met schuine putwanden in het mestkanaal

 

D 1.3.9.1

met metalen driekantroosters (BWL 2010.08.V2)

2,3

D 1.3.9.2

roosters anders dan metalen driekant (BWL 2006.09.V1)

2,5

D 1.3.10

rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed (BWL 2010.09.V1)

2,6

D 1.3.11

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie bij individuele en groepshuisvesting (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2)3

0,21

D 1.3.12

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.3.12.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3

0,63

D 1.3.12.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie

met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3

1,3

D 1.3.12.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3

0,63

D 1.3.12.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4)3

0,63

D 1.3.12.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3) 3

0,63

D 1.3.12.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3) 3

0,42

D 1.3.13

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

0,63

D 1.3.14

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1)3

0,42

D 1.3.15

gescheiden afvoer van mest en urine door middel van een V-vormige mestband in het mestkanaal met metalen driekant roosters op het mestkanaal (BWL 2008.11.V1)

2,2

D 1.3.100

overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting

4,2

D 1.3.101

overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting

4,2

     

D 2

diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder

 

D 2.1

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3, 5

1,7

D 2.2

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3

1,7

D 2.3

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2)3

0,28

D 2.4

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 2.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3

0,83

D 2.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3

1,7

D 2.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3

0,83

D 2.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4)3

0,83

D 2.4.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3) 3

0,83

D 2.4.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3) 3

0,55

D 2.5

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

0,83

D 2.6

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1)3

0,55

D 2.100

overige huisvestingssystemen

5,5

     

D 3

diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking

 

D 3.1

volledig roostervloer (BWL 2001.21.V1) 5

4,5

D 3.2

gedeeltelijk roostervloer

 

D 3.2.1

gehele dierplaats onderkelderd zonder stankafsluiter (BWL 2001.23.V1) 5

4,5

D 3.2.2

mestopvang in en spoelen met NH3-arme vloeistof (inclusief aanzuren)

(Groen Label BB 93.06.010V1; BB 93.11.011; BB 93.11.011/A 95.04.024) (BWL 2001.24.V1) 5

1,6

D 3.2.3

koeldeksysteem met metalen driekantroostervloer (170% koeloppervlak) (BWL 2001.25.V2) 5

1,7

D 3.2.4

mestopvang in met formaldehyde behandelde mestvloeistof in combinatie met metalen driekantroostervloer (Groen Label BB 95.02.025V2)5

1,0

D 3.2.5

mestopvang in water in combinatie met metalen driekant roostervloer (Groen Label BB 95.10.029V3) 5

1,3

D 3.2.6

koeldeksysteem (200% koeloppervlak)

 

D 3.2.6.1

met metalen roostervloer

 

D 3.2.6.1.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,8 m2 per varken (BWL 2010.19.V2) 5

1,5

D 3.2.6.1.2

emitterend mestoppervlak maximaal 0,5 m2(BWL 2004.08.V2) 5

1,2

D 3.2.6.2

met roostervloer anders dan metaal

 

D 3.2.6.2.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,6 m2 per varken (BWL 2010.20.V2) 5

1,6

D 3.2.6.2.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,6 m2, doch kleiner dan 0,8 m2 per varken (BWL 2001.01.V2)5

2,4

D 3.2.7

mestkelders met (water- en) mestkanaal; mestkanaal met schuine putwand

 

D 3.2.7.1

met metalen driekantroosters op het mestkanaal

 

D 3.2.7.1.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 per varken (Groen Label BB 97.07.056/A 97.11.059V2) (BWL 2004.03.V2) 5

1,0

D 3.2.7.1.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m2, maar kleiner dan 0,27 m2 per varken (Groen Label BB 97.07.056/A 97.11.059V2) (BWL 2004.04.V2) 5

1,4

D 3.2.7.2

met roosters anders dan metalen driekant op het mestkanaal

 

D 3.2.7.2.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 per varken (BWL 2004.05.V4) 5

1,5

D 3.2.7.2.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m2, maar kleiner dan 0,27 m2 per varken (BWL 2010.10.V3) 5

1,9

D 3.2.8

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL 2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13. V4; BWL 2009.20.V3; BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,9

D 3.2.9

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2004.02.V4; BWL 2005.01.V6; BWL 2006.04.V3; BWL 2006.05.V4; BWL 2008.06.V5; BWL 2008.07.V3; BWL 2009.01.V4; BWL 2010.25.V2; BWL 2011.14.V3; BWL 2014.01.V2) 3, 5

0,9

D 3.2.10

bollevloerhok met betonnen morsrooster en metalen driekantrooster

 

D 3.2.10.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,22 m2 per varken (BWL 2001.27.V3) 5

1,4

D 3.2.10.2

emitterend mestoppervlak maximaal 0,33 m2 per varken (BWL 2001.27.V3) 5

2,0

D 3.2.11

hok met gescheiden mestkanalen (BWL 2001.03.V1) 5

1,7

D 3.2.12

spoelgotensysteem met metalen driekantroosters (Groen Label BB 98.10.064) 5

1,2

D 3.2.13

spoelgotensysteem met roosters (Groen Label BB 98.10.065; BB 98.10.065/A 99.11.079V1) 5

1,7

D 3.2.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (BWL 2007.05.V5; BWL 2008.08.V4; BWL 2008.09.V4; BWL 2010.26.V2) 3, 5

0,15

D 3.2.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 3.2.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5)3, 5

0,45

D 3.2.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15.V6)3, 5

0,9

D 3.2.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6)3, 5

0,45

D 3.2.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4) 3, 5

0,45

D 3.2.15.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3) 3, 5

0,45

D 3.2.15.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3) 3, 5

0,3

D 3.2.16

gescheiden afvoer van mest en urine door middel van een V-vormige mestband in het mestkanaal met metalen driekant roosters op het mestkanaal (BWL 2008.11.V1)5

1,1

D 3.2.17

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie (BWL 2012.07.V3) 3

0,45

D 3.2.18

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2013.08.V1) 3

0,3

D 3.3

scharrel vleesvarkens

 

D 3.3.1

beddenstal met maximaal 0,14 m2 emitterend mestoppervlak per dier tot 50 kg levend gewicht en met maximaal 0,29 m2 emitterend mestoppervlak per dier vanaf 50 kg levend gewicht (BWL 2001.30)5

1,9

D 3.3.2

overige huisvestingssystemen scharrel vleesvarkens 5

3,0

D 3.100

overige huisvestingssystemen

3,0

     

D 4

additionele technieken

 

D 4.1

drijvende ballen in de mest 29% emissiereductie (BWL 2010.01) 17

n.v.t

D.4.2

Schuine wand in het mestkanaal

 

D 4.2.1

Schuine wand mestkanaal bij biggenopfok (D 1.1), 40% emissiereductie (BWL 2016.01) 27

n.v.t.

D 4.2.2

Schuine wand mestkanaal bij kraamzeugen (D 1.2) en vleesvarkens (D 3), 15% emissiereductie (BWL 2016.02) 27

n.v.t.

D 4.2.3

Schuine wand mestkanaal bij guste en dragende zeugen (D 1.3), 20% emissiereductie (BWL 2016.03) 27

n.v.t.

     

HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN

 
     

E 1

diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

 

E 1.1

open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) (BWL 2001.04)

0,045

E 1.2

mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (voormalig Groen Label BB 93.06.007)4

0,020

E 1.3

compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag (voormalig Groen Label BB 95.06.026)4

0,011

E 1.4

batterij met geforceerde mestdroging (kanalenstal) (BWL 2001.05)

0,208

E 1.5

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging

 

E 1.5.1

mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging (voormalig Groen Label BB 93.06.008)4, 6

0,020

E 1.5.2

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,4 m3 lucht per opfokhen per uur; mestafdraaien per vijf dagen, de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55% (Groen Label BB 97.07.058) 6

0,006

E 1.5.3

batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.31.V2; BWL 2007.06.V4) 6

0,002

E 1.5.4

batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.32.V2; BWL 2007.07.V4) 6

0,001

E 1.5.5

koloniehuisvesting met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2009.10.V2)6

0,016

E 1.6

batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel (Groen Label BB 99.06.071)

0,010

E 1.7

grondhuisvesting (strooiselvloer, roostervloer) (BWL 2001.06) 11

0,170

E 1.8

volièrehuisvesting

 

E 1.8.1

minimaal 50% van de leef ruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages (BWL 2005.02.V2)6, 10, 11

0,050

E 1.8.2

65–70% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband met 0,3 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2005.03.V2)6, 10,11

0,030

E 1.8.3

45–55% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien (BWL 2006.10.V3)

 

E 1.8.3.1

met 0,1 m3 per dier per uur beluchting 6, 10, 11

0,030

E 1.8.3.2

met 0,3 m3 per dier per uur beluchting 6, 10, 11

0,023

E 1.8.4

30 - 35% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m3 per dier per uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien (BWL 2006.11.V2) 6, 10, 11

0,014

E 1.8.5

55–60% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m³ per dier per uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien (BWL 2006.12.V2) 6, 10, 11

0,020

E 1.9

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,017

E 1.10

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,051

E 1.11

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5) 11

0,150

E 1.12

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0.051

E 1.13

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,051

E 1.14

Opfokhuisvesting met verhoogde roostervloer met daarboven oplierbare en/of opklapbare roosters (BWL 2015.03) 11

0,110

E 1.100

overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting

0,170

E 1.101

overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting

0,045

     

E 2

diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen

 

E 2.1

open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) (BWL 2001.07)

0,100

E 2.2

mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (voormalig Groen Label BB 93.06.007)4

0,042

E 2.3

compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag (voormalig Groen Label BB 95.06.026)4

0,024

E 2.4

batterij met geforceerde mestdroging (deeppitstal of highrisestal, kanalenstal) (BWL 2001.08)

0,463

E 2.5

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging

 

E 2.5.1

mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging (voormalig Groen Label BB 93.06.008)4, 6

0,042

E 2.5.2

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,7 m3lucht per dier per uur. Mestafdraaien per vijf dagen; de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55% (Groen Label BB 97.07.058)6

0,012

E 2.5.3

batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.31.V2; BWL 2007.06.V4)6

0,004

E 2.5.4

batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.32.V2; BWL 2007.07.V4)6

0,001

E 2.5.5

verrijkte kooien met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2005.11) 6

0,030

E 2.5.6

koloniehuisvesting met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2009.10.V2)6

0,030

E 2.6

batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel (Groen Label BB 99.06.071)

0,018

E 2.7

grondhuisvesting van legrassen (circa 1/3 strooiselvloer en circa 2/3 roostervloer) (BWL 2001.09)11, 23

0,315

E 2.8

grondhuisvesting met beluchting onder gedeeltelijk verhoogde roostervloer (perfosysteem) (BWL 2010.21.V1)11, 23

0,110

E 2.9

grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen

 

E 2.9.1

grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun (BWL 2001.10.V2)11, 23

0,125

E 2.9.2

grondhuisvesting met enkele buis onder de beun aan weerszijden van het legnest (BWL 2011.09.V2)11, 23

0,150

E 2.9.3

grondhuisvesting met mestbeluchting door middel van verticale ventilatiekokers (BWL 2011.10.V1)11, 23

0,150

E 2.10

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,032

E 2.11

Volièrehuisvesting

 

E 2.11.1

minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2004.09.V1) 6, 10, 11

0,090

E 2.11.2

45–55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2004.10.V3)

 

E 2.11.2.1

beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m³ per dier per uur 6, 10, 11

0,055

E 2.11.2.2

beluchtingcapaciteit minimaal 0,5 m³ per dier per uur 6, 10, 11

0,042

E 2.11.3

30–35% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2005.04.V1) 6, 10, 11

0,025

E 2.11.4

55–60% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2005.05.V1)6, 10, 11

0,037

E 2.12

Scharrelhuisvesting

 

E 2.12.1

scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden onder de roosters (twee maal per week afdraaien), bezetting 9 dieren per m2(BWL 2004.11) 6, 11, 23

0,068

E 2.12.2

scharrelhuisvesting met frequente mest- en strooiselverwijdering (BWL 2004.12) 6, 11, 23

0,106

E 2.13

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,095

E 2.14

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,095

E 2.15

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,095

E 2.100

overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting

0,315

E 2.101

overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting

0,100

     

E 3

diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken

 

E 3.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,025

E 3.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,075

E 3.3

stal met mixluchtventilatie (BWL 2005.10.V4) 11

0,183

E 3.4

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5) 11

0,180

E 3.5

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,075

E 3.6

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,075

E 3.7

stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL 2011.13.V4)11

0,180

E 3.8

stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL 2010.13.V5) 11

0,158

E 3.9

Stal met buizenverwarming (BWL 2017.01)

0,144

E 3.100

overige huisvestingssystemen

0,250

     

E 4

diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens

 

E 4.1

groepskooi voorzien van mestband en geforceerde mestdroging (Groen Label BB 95.12.039; BB 95.12.039/A 96.06.041; BWL 2009.23) 6

0,080

E 4.2

volièrehuisvesting met geforceerde mestdroging (BWL 2010.22.V1) 6, 11

0,170

E 4.3

volièrehuisvesting met geforceerde mest- en strooiseldroging (BWL 2010.23.V1) 6, 11

0,130

E 4.4

grondhuisvesting met mestbeluchting

 

E 4.4.1

mestbeluchting van bovenaf (BWL 2004.13) 11

0,250

E 4.4.2

mestbeluchting met verticale slangen in de mest (BWL 2004.14) 11

0,435

E 4.4.3

grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun (BWL 2010.03.V2)11

0,435

E 4.4.4

grondhuisvesting met mestbeluchting door middel van verticale ventilatiekokers (BWL 2010.37.V1) 11

0,435

E 4.5

perfosysteem op gedeeltelijk verhoogde roostervloer (Groen Label BB 98.10.066) 11

0,230

E 4.6

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,058

E 4.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,174

E 4.8

grondhuisvesting, mestbanden onder de roosters, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien (BWL 2007.10)6, 11

0,245

E 4.9

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,174

E 4.10

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,174

E 4.100

overige huisvestingssystemen

0,580

     

E 5

diercategorie vleeskuikens

 

E 5.1

zwevende vloer met strooiseldroging (Groen Label BB 93.03.002; BB 93.03.002/A 94.04.017V1; BB 93.03.002/B 96.04.034; BB 93.03.002/C 96.10.048)

0,005

E 5.2

geperforeerde vloer met strooiseldroging (Groen Label BB 94.04.016; BB 94.04.016/A 96.10.047)

0,014

E 5.3

etagesysteem met volledige roostervloer en mestbandbeluchting (Groen Label BB 97.07.057)

0,005

E 5.4

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,008

E 5.5

grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling (BWL 2001.11.V2) 11

0,045

E 5.6

stal met mixluchtventilatie (BWL 2005.10.V4)11

0,037

E 5.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,024

E 5.8

etagesysteem met mestband en strooiseldroging (BWL 2006.13) 6

0,020

E 5.9

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting

 

E 5.9.1

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens in etages met vervolghuisvesting

 

E 5.9.1.1

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting

 

E 5.9.1.1.1

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.5 (grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling) (BWL 2009.02) 12

0,040

E 5.9.1.1.2

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.6 (stal met mixluchtventilatie) (BWL 2009.03) 12

0,033

E 5.9.1.1.3

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.8 (etagesysteem met mestband en strooiseldroging) (BWL 2009.04)6, 12

0,018

E 5.9.1.1.4

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.10 (stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren) (BWL 2009.15)12

0,031

E 5.9.1.1.100

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.100 (overige huisvestingsystemen) (BWL 2009.08) 12

0,070

E 5.9.1.2

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting

 

E 5.9.1.2.1

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.5 (grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling) (BWL 2009.05) 13

0,038

E 5.9.1.2.2

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.6 (stal met mixluchtventilatie) (BWL 2009.06) 13

0,033

E 5.9.1.2.3

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.8 (etagesysteem met mestband en strooiseldroging) (BWL 2009.07)6, 13

0,015

E 5.9.1.2.4

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.10 (stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren) (BWL 2009.16) 13

0,030

E 5.9.1.2.100

uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.100 (overige huisvestingsystemen) (BWL 2009.09) 13

0,060

E 5.10

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5)11

0,035

E 5.11

stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL 2010.13.V5)11

0,021

E 5.12

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,024

E 5.13

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,024

E 5.14

stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL 2011.13.V4)11

0,035

E 5.15

Stal met buizenverwarming (BWL 2017.01)

0,012

E 5.100

overige huisvestingssystemen

0,080

     

E 6

additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag

 

E 6.1

mestdroogsystemen met geperforeerde doek (BWL 2001.36.V1)7

0,010/0,015

E 6.2

droogtunnel met oppervlaktedroging (dichte banden) (BWL 2001.37)7

0,010/0,015

E 6.3

lucht uit een composteringsunit met chemische luchtwassing (BWL 2001.38.V1)7

0,003/0,005

E 6.4

droogtunnel

 

E 6.4.1

droogtunnel met geperforeerde banden (BWL 2005.06.V2)7

0,001/0,002

E 6.4.2

droogtunnel met geperforeerde metalen platen (BWL 2007.09.V2)7

0,001/0,002

E 6.5

mestopslagloods met biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2011.04)7

0,009 / 0,015

E 6.6

mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2011.05)7

0,009 / 0,015

E 6.7

mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2011.06)7

0,003 / 0,005

E 6.8

afgesloten mestopslagloods 7

0,030/0,050

     

E 7

additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof

 

E 7.1

oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.17)14

0

E 7.2

ionisatiesysteem met negatieve coronadraden; 49% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.18)15

0

E 7.3

waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.19.V2)16

0

E 7.4

droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL 2010.29.V1)18

0

E 7.5

ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.01) 21

0

E 7.6

warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.02.V2)21

0

E 7.7

warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL 2012.03.V2)22

0

E 7.8

aanbrengen oliefilm in stallen met volières door middel van leidingen met sproeikoppen; 15% emissiereductie fijn stof (BWL 2015.01)24

0

E 7.9

aanbrengen oliefilm in stallen met gedeeltelijk rooster door middel van een olierobot; 30% emissiereductie fijn stof (BWL 2015.02)25

0

     

HOOFDCATEGORIE F: KALKOENEN

 
     

F 1

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken

 

F 1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,02

F 1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,05

F 1.3

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5)

0,11

F 1.4

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,05

F 1.5

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,05

F1.6

stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL 2011.13.V4)11

0,11

F 1.7

stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL 2010.13.V5)

0,10

F 1.100

overige huisvestingssystemen

0,15

     

F 2

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken

 

F 2.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,05

F 2.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,14

F 2.3

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5)

0,34

F 2.4

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,14

F 2.5

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,14

F 2.6

stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL 2011.13.V4)11

0,34

F 2.7

stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL 2010.13.V5)

0,30

F 2.100

overige huisvestingssystemen

0,47

     

F 3

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder

 

F 3.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,06

F 3.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,18

F 3.3

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,18

F 3.4

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,18

F 3.100

overige huisvestingssystemen

0,59

     

F 4

diercategorie vleeskalkoenen

 

F 4.1

gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer (BWL 2001.12) 9

0,36

F 4.2

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3, 9

0,07

F 4.3

mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering (BWL 2005.07)9

0,26

F 4.4

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,20

F 4.5

stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V5)

0,49

F 4.6

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,20

F 4.7

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,20

F 4.8

stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag (BWL 2011.13.V4)11

0,49

F 4.9

stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar (BWL 2010.13.V5)

0,43

F 4.100

overige huisvestingssystemen 9

0,68

     

F 6

additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof

 

F 6.1

oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.17)14

0

F 6.2

waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.19.V2)16

0

F 6.3

droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL 2010.29.V1)18

0

F 6.4

ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.01)21

0

F 6.5

warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.02.V2)21

0

F 6.6

warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL 2012.03.V2)22

0

     

HOOFDCATEGORIE G: EENDEN

 
     

G 1

diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden

 

G 1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,032

G 1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,096

G 1.3

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,096

G 1.4

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,096

G 1.100

overig huisvestingssystemen

0,320

     

G 2

diercategorie vleeseenden

 

G 2.1

binnen mesten

 

G 2.1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,021

G 2.1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,063

G 2.1.3

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,063

G 2.1.4

biofilter 70% emissiereductie (BWL 2011.03.V1)3

0,063

G 2.1.100

overig huisvestingssystemen

0,210

G 2.2

buiten mesten (per afgeleverde eend)

0,019

     

G 4

additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof

 

G 4.1

waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.19.V2)16

0

G 4.2

droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL 2010.29.V1)18

0

G 4.3

ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.01)21

0

G 4.4

warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.02.V2)21

0

G 4.5

warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL 2012.03.V2)22

0

     

HOOFDCATEGORIE H: PELSDIEREN

 
     

H 1

diercategorie nertsen, per fokteef

 

H 1.1

open mestopslag onder de kooi 2

0,58

H 1.2

dagontmesting met afvoer naar een gesloten opslag (Groen Label BB 94.02.013) 2

0,25

     

HOOFDCATEGORIE I: KONIJNEN

 
     

I 1

diercategorie voedster inclusief 0,15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd

 

I 1.1

mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine (BWL 2005.08.V1)

0,77

I 1.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,36

I 1.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,36

I 1.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,12

I 1.100

overige huisvestingssystemen

1,20

     

I 2

diercategorie vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd

 

I 2.1

mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine (BWL 2005.09.V1)

0,12

I 2.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2009.13.V4; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2013.02.V2; BWL 2015.04.V2) 3

0,06

I 2.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2005.01.V6; BWL 2008.06.V5; BWL 2014.01.V2) 3

0,06

I 2.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2008.08.V4; BWL 2007.05.V5; BWL 2013.08.V1)3

0,02

I 2.100

overige huisvestingssystemen

0,20

     

HOOFDCATEGORIE J: PARELHOENDERS

 
     

J 1

diercategorie parelhoenders voor de vleesproductie 20

 
     

HOOFDCATEGORIE K: PAARDEN

 
     

K 1

diercategorie volwassen paarden (3 jaar en ouder) 8

 

K 1.100

overige huisvestingssystemen

5,0

K 2

diercategorie paarden in opfok (jonger dan 3 jaar) 8

 

K 2.100

overige huisvestingssystemen

2,1

K 3

diercategorie volwassen pony's (3 jaar en ouder) 8

 

K 3.100

overige huisvestingssystemen

3,1

K 4

diercategorie pony's in opfok (jonger dan 3 jaar) 8

 

K 4.100

overige huisvestingssystemen

1,3

     

HOOFDCATEGORIE L: STRUISVOGELS

 
     

L 1

diercategorie struisvogelouderdieren

 

L 1.100

overige huisvestingssystemen

2,5

L 2

diercategorie opfokstruisvogels (tot 4 maanden)

 

L 2.100

overige huisvestingssystemen

0,30

L 3

diercategorie vleesstruisvogels (4 tot 12 maanden)

 

L 3.100

overige huisvestingssystemen

1,8

Eindnoten:

1) De emissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.

2) De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

3) De emissiefactor die bij de betreffende luchtwassystemen (en biofilters) staat vermeld, is gebaseerd op de toepassing van het luchtwassysteem bij een traditioneel (niet emissiearm) huisvestingssysteem. Indien het luchtwassysteem wordt toegepast in combinatie met een ander emissiearm huisvestingssysteem – niet zijnde een ander luchtwassysteem –-, wordt de emissiefactor van die combinatie als volgt berekend: efc = 0,01 x (100 – rpl) x efa (efc en efa zijn daarbij de emissiefactoren van de combinatie respectievelijk van het andere emissiearme systeem is; rplgeeft het reductiepercentage van de luchtwasser weer). Indien het reductiepercentage van het andere huisvestingssysteem evenwel hoger is dan 70 (efa < 0,3efo, waarbij efo de emissiefactor van overige huisvestingssystemen van de betreffende diercategorie is), dan geldt evenwel: efc = 0,01 x (100 – rpl) x 0,3efo.

4) In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

5) Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de emissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

6) De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de toegepaste additionele techniek (E 6) te worden opgeteld.

7) Additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag

a. Additioneel aan de emissiefactor van E 1.5, E 1.8, E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3, E 4.8, E 5.8, E 5.9.1.1.3 en E 5.9.1.2.3

b. Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5, E 1.8, E 5.8, E 5.9.1.1.3 en E 5.9.1.2.3; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8. De emissiefactor voor E 6.8 (afgesloten mestopslagloods) geldt alleen indien er geen andere additionele technieken (E 6.1, E 6.2, E 6.3 of E 6.4) worden toegepast.

8) Het onderscheid tussen paarden en pony's ligt bij een stokmaat (schofthoogte) van 156,0 cm.

9) Het aantal dierplaatsen dient te worden vastgesteld door het aantal dieren in de 10e week na opzetten te tellen.

10) Het volièresysteem is al dan niet van mestbandbeluchting voorzien. Bij toepassing van een mestnadroogsysteem moet de mest echter minimaal tweemaal per week worden afgedraaid.

11) De emissiefactor die bij het betreffende huisvestingssysteem staat vermeld, geldt ook bij aanwezigheid van een vrije, niet overdekte uitloop evenals bij de aanwezigheid van een overdekte uitloop, voor zover deze niet als permanente huisvesting wordt gebruikt.

12) Op het moment van overplaatsen naar de vervolghuisvesting bedraagt de bezetting in de stal met etages maximaal 71 dieren per m2.

13) Op het moment van overplaatsen naar de vervolghuisvesting bedraagt de bezetting in de stal met etages maximaal 48 dieren per m2.

14) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen: E 3.1, E 3.2, E 3.3, E 3.4, E 3.5, E 3.6, E 3.7. E 3.8, E 3.100, E 5.1, E 5.2, E 5.4, E 5.5, E 5.6, E 5.7, E 5.9.1.1.1, E 5.9.1.1.2, E 5.9.1.1.4, E 5.9.1.2.1, E 5.9.1.2.2, E 5.9.1.2.4, E 5.10, E 5.11, E 5.12, E 5.13, E 5.14, E 5.100, F4.1, F4.2, F4.3, F 4.4, F 4.5, F 4.6, F 4.7, F 4.8, F4.9 en F 4.100.

15) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen: E 5.1, E 5.2, E 5.3, E5.4, E 5.5, E 5.6, E5.7, E 5.9.1.1.1, E 5.9.1.1.2, E 5.9.1.1.4, E 5.9.1.2.1, E 5.9.1.2.2, E 5.9.1.2.4, E5.10, E 5.11, E 5.12, E 5.13, E 5.14 en E 5.100.

16) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen binnen de hoofdcategorieën E (kippen), F (kalkoenen) en G (eenden), met uitzondering van andere luchtwassystemen, de biofilter, de additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag E 6.3, E 6.4 en het huisvestingssysteem G 2.2.

17) Deze techniek kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen D 1.1.4, D 1.1.100, D 1.2.100, D 1.3.1, D 1.3.100, D 2.100, D 3.1, D 3.2.1 en D 3.100. Daarnaast is de techniek te combineren met de huisvestingssystemen D 1.1.5, D 3.2.10 en D 3.2.11 indien het mestkanaal dieper is dan 0,7 m.

18) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen binnen de hoofdcategorieën E (kippen), F (kalkoenen) en G (eenden), met uitzondering van de luchtwassystemen, de biofilter en het huisvestingssysteem G 2.2.

19) Voor dit systeem is een voorlopige emissiefactor vastgesteld als bedoeld in de Beleidsregels voorlopige emissiefactoren Regeling ammoniak en veehouderij.

20) Bij deze diercategorie kunnen dezelfde huisvestingssystemen en de bijbehorende emissiefactoren worden toegepast als die welke zijn opgenomen bij de diercategorie vleeskuikens (E 5).

21) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen onder de hoofdcategorieën E (kippen), F (kalkoenen) en G (eenden), met uitzondering van de luchtwassystemen, de biofilter en het huisvestingsysteem G 2.2.

22) Als onderdeel van de huisvestingssystemen E 3.8, E 5.11, F 1.7, F 2.7 en F 4.9 reduceert deze techniek ook de emissie van ammoniak, mits ook wordt voldaan aan systeembeschrijving BWL 2010.13 (.V5). In combinatie met andere huisvestingssystemen heeft deze techniek geen invloed op de ammoniakemissie. Deze techniek kan worden gecombineerd met alle huisvestingssystemen onder de hoofdcategorieën E (kippen), F (kalkoenen) en G (eenden), met uitzondering van de luchtwassystemen, de biofilter en het huisvestingsysteem G 2.2.

23) Deze huisvestingssystemen zijn ook toepasbaar in stallen waarin ouderdieren worden gehouden voor de productie van broedeieren voor trager groeiende vleeskuikens, de zgn. ‘mini-ouderdieren’. Het eindgewicht van de hennen van een koppel mini-ouderdieren bedraagt gemiddeld maximaal 2.400 gram. De bezetting van hennen en hanen samen is zodanig dat het beschikbare leefoppervlak per dier minimaal 1.200 cm2 bedraagt.

24) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen: E 1.8, E 2.11, E 4.2 en E 4.3.

25) Deze techniek heeft geen invloed op de ammoniakemissie en kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen: E 1.7, E 1.100, E 2.7, E 2.8, E 2.9, E 2.12.1, E 2.100, E 4.4, E 4.5, E 4.8 en E 4.100.

26) Geitlammeren tot een leeftijd tot 10 dagen worden niet meegeteld.

27) Deze techniek kan worden gecombineerd met de huisvestingssystemen D 1.1.100, D 1.2.100, D 1.3.100, D 1.3.101 en D 3.100. Daarnaast kan de combinatie van deze techniek met de huisvestingssystemen D 1.1.100, D 1.2.100, D 1.3.100, D 1.3.101 en D 3.100 worden gecombineerd met één van de beschreven luchtwassystemen bij de diercategorie D 1.1, D 1.2, D 1.3 respectievelijk D 3. In die situatie moet zowel aan de beschrijving van de techniek als aan de beschrijving van het luchtwassysteem worden voldaan. De emissiefactor voor de combinatie wordt dan berekend op basis van de formule die is beschreven in eindnoot 3.

28) Het huisvestingssysteem kan in nieuwe situaties niet meer worden toegepast. De voorlopig vastgestelde emissiefactor blijft gehandhaafd voor huisvestingssystemen waarvoor vergunning is verleend voordat de wijziging van de regeling in werking is getreden.

Indien in de tabel wordt verwezen naar een huisvestingssysteem wordt de bijbehorende emissiefactor uitsluitend gehanteerd bij de berekening van de emissie vanuit een dierenverblijf dat is of zal worden gebouwd overeenkomstig de beschrijving van dat huisvestingssysteem. De meest recente beschrijving kan worden opgevraagd bij het Kenniscentrum InfoMil (www.infomil.nl/helpdesk).

Bijlage 2. bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling ammoniak en veehouderij

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Reductiepercentages van voer- en managementmaatregelen.

Nr.

Maatregel

Reductiepercentage

   

Totaal

Vloer (RV)

Kelder (RK)

HOOFDCATEGORIE A. RUNDVEE

     
       

A 1

Diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

     
 

Beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar (PAS 2015.08-02) 3

5%

5%

5%

 

Melkureumgehalte van ten hoogste 19 mg per 100 ml (PAS 2015.09-01) 3

10%

10%

10%

         

HOOFDCATEGORIE D. VARKENS

     
       

D 1

fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg

     

D 1.1

diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)

     
 

Diervoeder met 0,5% benzoëzuur op productbasis bij 88% drogestof in combinatie met drijvende ballen in het mestoppervlak (PAS 2015.03-02)

40%1

16%

40%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 10 gram per kilogram (PAS 2015.04-01)

10%

10%

10%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 20 gram per kilogram (PAS 2015.05-01)

20%

20%

20%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 30 gram per kilogram (PAS 2015.06-01)

30%

30%

30%

         

D 1.2

diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

     
 

Diervoeder met 0,5% benzoëzuur op productbasis bij 88% drogestof in combinatie met drijvende ballen in het mestoppervlak (PAS 2015.03-02)

35%1

16%

40%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 10 gram per kilogram (PAS 2015.04-01)

10%

10%

10%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 20 gram per kilogram (PAS 2015.05-01)

20%

20%

20%

         

D 1.3

diercategorie guste en dragende zeugen

     
 

Diervoeder met 0,5% benzoëzuur op productbasis bij 88% drogestof in combinatie met drijvende ballen in het mestoppervlak (PAS 2015.03-02)

35%1

16%

40%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 10 gram per kilogram (PAS 2015.04-01)

10%

10%

10%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 20 gram per kilogram (PAS 2015.05-01)

20%

20%

20%

         

D 3

diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking

     
 

Diervoeder met 1% benzoëzuur op productbasis bij 88% drogestof (PAS 2015.01-01)

16%2

16%

16%

 

Diervoeder met 1% benzoëzuur op productbasis bij 88% drogestof in combinatie met drijvende ballen in het mestoppervlak (PAS 2015.02-01)

40%1,2

16%

50%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 10 gram per kilogram (PAS 2015.04-01)

10%2

10%

10%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 20 gram per kilogram (PAS 2015.05-01)

20%2

20%

20%

 

Verlagen eiwitgehalte van het diervoeder met 30 gram per kilogram (PAS 2015.06-01)

30%2

30%

30%

         

HOOFDCATEGORIE E. KIPPEN

     
       

E 5

diercategorie vleeskuikens

     
 

Snijmaissilage (PAS 2015.07-01)

43%

43%

43%

         

1. Bij toepassen van deze maatregel wordt bij de berekening van de ammoniakemissie het reductiepercentage van D 4.1 ‘Drijvende ballen in de mest 29% emissiereductie’, zoals opgenomen in bijlage 1, niet toegepast.

2. Deze maatregelen kunnen alleen worden toegepast bij vleesvarkens.

3. Deze maatregel kan niet worden gecombineerd met een andere maatregel.

Bijlage 3. bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling ammoniak en veehouderij

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Voor het berekenen van het reductiepercentage bij het combineren van twee maatregelen, bedoeld in artikel 2, derde lid, worden onderstaande formules gebruikt, waarbij:

  • a. RV het reductiepercentage is van een maatregel dat wordt gehanteerd bij de berekening van de emissie vanaf de vloer zoals opgenomen in bijlage 2;

  • b. RK het reductiepercentage is van een maatregel dat wordt gehanteerd bij de berekening van de emissie uit de mestkelder zoals opgenomen in bijlage 2;

  • c. R het reductiepercentage is van een maatregel dat wordt gehanteerd bij de berekening van de emissie vanaf de vloer en uit de mestkelder zoals opgenomen in bijlage 2;

  • d. het berekende reductiepercentage wordt afgerond op een veelvoud van 5%.

1. Deze formule wordt gebruikt indien de reductiepercentages die voor een maatregel voor de vloer en de kelder zijn vermeld in bijlage 2, onder RV onderscheidenlijk RK, gelijk zijn.

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Toe te passen reductiepercentage bij een combinatie van de maatregelen 1 en 2 = 100% – ((100%-R1) x (100% -R2))

waarin:

R1 = reductiepercentage behorende bij maatregel 1

R2= reductiepercentage behorende bij maatregel 2

2. Deze formule wordt gebruikt indien de reductiepercentages die voor een maatregel voor de vloer en de kelder zijn vermeld in bijlage 2, onder RV onderscheidenlijk RK, verschillend zijn.

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Toe te passen reductiepercentage bij een combinatie van de maatregelen 1 en 2 =

100% – V x ((100% – RV1) x (100% – RV2)) – K x ((100% – RK1) x (100% – RK2))

waarin:

V = het aandeel van de totale ammoniakemissie afkomstig van de vloer, te weten:

  • 10% voor de diercategorie D 1.1

  • 30% voor de diercategorieën D 1.2, D 1.3 en D 3

K = het aandeel van de totale ammoniakemissie uit de mestkelder, te weten:

  • 90% voor de diercategorie D 1.1

  • 70% voor de diercategorieën D 1.2, D 1.3 en D 3

RV1 = het reductiepercentage voor de emissie vanaf de vloer bij maatregel 1

RV2 = het reductiepercentage voor de emissie vanaf de vloer bij maatregel 2

RK1 = het reductiepercentage voor de emissie uit de mestkelder bij maatregel 1

RK2 = het reductiepercentage voor de emissie uit de mestkelder bij maatregel 2

Naar boven