Beleidsregels compensatie meldingsplichtige vuurwerkbedrijven

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-04-2002 t/m heden

Beleidsregels compensatie meldingsplichtige vuurwerkbedrijven

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

b. verzoeker:

degene die een inrichting drijft, waar ten hoogste 1000 kilogram consumentenvuurwerk wordt opgeslagen en als zodanig een melding heeft gedaan aan het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 4 van het Besluit opslag vuurwerk milieubeheer;

c. inkomensschade:

verlies van het inkomen uit opslag en verkoop van consumentenvuurwerk door het niet meer kunnen opslaan en verkopen van vuurwerk;

d. desinvesteringsschade:

de resterende fiscale boekwaarde van de onderdelen van het verkooppunt en de opslag die uitsluitend worden benut dan wel zijn aangeschaft met het oog op de verkoop van vuurwerk en welke door inwerkingtreding van het Vuurwerkbesluit overbodig of waardeloos zijn geworden.

Artikel 2. Schade

Er wordt slechts schade vergoed aan een verzoeker, die direct schade lijdt ten gevolge van het niet kunnen voldoen aan artikel 2.2.1 van het Vuurwerkbesluit. De vergoeding kan uitsluitend omvatten inkomensschade en desinvesteringsschade, die ontstaat door het noodgedwongen moeten beëindigen van de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk op de huidige locatie.

Artikel 3. Niet in aanmerking komende schade

Geen vergoeding wordt toegekend voor binnen het normale maatschappelijke risico of het ondernemersrisico vallende schade en schade die niet rechtstreeks voortvloeit uit de eisen van het Vuurwerkbesluit.

Hoofdstuk 2. Procedurebepalingen

Artikel 4. Verzoek om schadevergoeding

  • 1 Het verzoek om schadevergoeding wordt gedaan door het indienen van een correct en volledig ingevuld en ondertekend exemplaar van het door de minister vastgestelde formulier. De verzoeker omkleedt zijn verzoek om schadevergoeding met redenen.

  • 2 Het formulier, bedoeld in het eerste lid, kan worden verkregen bij het bevoegd gezag, bij de uitvoeringsinstantie Senter en via internet (www.senter.nl).

  • 3 Het verzoek om schadevergoeding wordt gericht aan de minister en wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op 31 december 2004 door middel van het formulier zoals genoemd in het eerste lid ingediend bij Senter, postbus 10073, 8000 GB te Zwolle.

  • 4 Bij het formulier dienen in ieder geval gevoegd te zijn: een accountantsverklaring en een verklaring van het bevoegd gezag dat de betreffende locatie niet voldoet aan de ingevolge het Vuurwerkbesluit gestelde eisen en niet zodanig is aan te passen dat wel aan voornoemde eisen wordt voldaan.

Artikel 5. Ontvangstbevestiging

De minister bevestigt de ontvangst van het verzoek om schadevergoeding zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst ervan, en stelt de verzoeker op de hoogte van de te volgen procedure.

Artikel 6. Beslissing op het verzoek

  • 1 De minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek om schadevergoeding op dit verzoek en deelt deze beslissing schriftelijk aan verzoeker mede.

  • 2 Een afschrift van de beslissing zal door de minister worden gestuurd aan het bevoegd gezag en aan de VROM-inspectie.

Artikel 7. Bepaling van de schadevergoeding

  • 1 De hoogte van de schadevergoeding wordt berekend aan de hand van het rekenmodel dat in de bijlage, behorende bij deze beleidsregels, is vastgelegd. Bepalend voor de hoogte van de schadevergoeding is het tijdstip waarop het verzoek volledig en correct is.

  • 2 Als basis voor het bepalen van de schadevergoeding worden de verkoopopbrengsten uit de jaren 1998, 1999 en 2000 genomen;

  • 3 De kosten van de gevraagde accountantsverklaring komen voor een vast bedrag van € 350 voor vergoeding in aanmerking

  • 4 De schadevergoeding wordt bepaald in geld.

Artikel 8. Betaling en terugbetaling

  • 1 Betaling van de toegekende vergoeding zal geschieden binnen vier weken na de bekendmaking van de beslissing op het verzoek.

  • 2 Indien op de huidige locatie, al dan niet in combinatie met een in de directe nabijheid van de locatie gelegen andere locatie, binnen het verstrijken van een termijn van 10 jaar na het laatste jaar waarin vuurwerk is opgeslagen en verkocht of na de toekenning van de schadevergoeding, vuurwerk wordt opgeslagen of verkocht, is de aanvrager gehouden uit eigen beweging dan wel op aanmaning de ontvangen vergoeding, inclusief wettelijke rente, terug te betalen.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 april 2002

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk

Naar boven