Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 21-01-2015 t/m 31-12-2016

Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (Trb. 1979, 175);

Gelet op richtlijn nr. 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondenjongen en daarvan vervaardigde producten (PbEG L 91);

Gelet op verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en producten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (PbEG L 308);

Gelet op richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206);

Gelet op verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61);

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, en 5, tweede lid, van de Flora- en faunawet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Flora- en faunawet;

b. basisverordening:

verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61);

c. richtlijn 92/43/EEG:

richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206);

d. verordening (EG) 1007/2009:

verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PbEU L 286).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Als beschermde inheemse plantensoort als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de wet zijn aangewezen de in bijlage 1 bij deze regeling genoemde plantensoorten, met inbegrip van de bij deze bijlage behorende voetnoot.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Als beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet zijn aangewezen de in bijlage 2 bij deze regeling genoemde diersoorten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Als beschermde uitheemse dier- en plantensoort als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet zijn, voorzover het soorten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de wet betreft, en met uitzondering van de daarin voorkomende beschermde inheemse dier- en plantensoorten, aangewezen:

    • a. de soorten genoemd in bijlage A bij de basisverordening, met inachtneming van de tot die bijlage behorende opmerkingen over de interpretatie daarvan;

    • b. de soorten genoemd in bijlage IV bij richtlijn 92/43/EEG, voorzover deze soorten niet vallen onder de basisverordening;

    • c. de soorten genoemd in bijlage 3 bij deze regeling.

  • 2 Als beschermde uitheemse dier- en plantensoort als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet zijn, voorzover het soorten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de wet betreft en voorzover deze soorten niet reeds onder artikel 4, eerste lid, van deze regeling vallen, aangewezen:

    • a. de soorten genoemd in de bijlagen B, C en D bij de basisverordening, met inachtneming van de tot die bijlage behorende opmerkingen over de interpretatie daarvan, en met uitzondering van de daarin voorkomende beschermde inheemse dier- en plantensoorten;

    • b. Castor canadensis (Canadese bever), Canis latrans (Coyote), Martes zibellina (sabelmarter), Procycon lotor (wasbeer), Ondatra zibethicus (muskusrat), Martes pennanti (Canadese marter), Taxidea taxus (Canadese das) en Martes americana (Amerikaanse marter);

    • c. Zeehond als bedoeld in artikel 2, eerste onderdeel, van verordening (EG) 1007/2009.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Een wijziging van bijlage IV bij richtlijn 92/43/EEG geldt voor de toepassing van deze regeling met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, en 5, tweede lid, van de Flora- en faunawet in werking treden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 maart 2002

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber

Bijlage 1. lijst met beschermde inheemse plantensoorten als bedoeld in artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

Aangebrande orchis

Orchis ustulata

d

Aapjesorchis

Orchis simia

a

Bergnachtorchis

Platanthera chlorantha

d

Bijenorchis

Ophrys apifera

a

Bleek bosvogeltje

Cephalantera damasonium

a

Bokkenorchis

Himantoglossum hircinum

a

Brede orchis

Dactylorhiza majalis majalis

a

Brede wespenorchis

Epipactis helleborine

d

Bruinrode wespenorchis

Epipactis atrorubens

a

Dennenorchis

Goodyera repens

a

Drijvende waterweegbree

Luronium natans

a

Geelgroene wespenorchis

Epipactis muelleri

a

Gevlekte orchis 1

Dactylorhiza maculata

a

Groene nachtorchis

Coeloglossum viride

a

Groenknolorchis

Liparis loeselii

a

Groot zeegras

Zostera marina

a

Grote keverorchis

Listera ovata

d

Grote muggenorchis

Gymnadenia conopsea

a

Harlekijn

Orchis morio

a

Herfstschroeforchis

Spiranthes spiralis

a

Hondskruid

Anacamptis pyramidalis

a

Honingorchis

Herminium monorchis

a

Koraalwortel

Corallorhiza trifida

a

Kleine keverorchis

Listera cordata

a

Kruipend moerasscherm

Apium repens

a

Mannetjesorchis

Orchis mascula

a

Moeraswespenorchis

Epipactis palustris

a

Poppenorchis

Aceras anthropophorum

a

Purperorchis

Orchis purpurea

a

Rietorchis

Dactylorhiza majalis praetermissa

a

Rood bosvogeltje

Cephalanthera rubra

a

Soldaatje

Orchis militaris

a

Valkruid

Arnica montana

a

Veenmosorchis

Hammarbya paludosa

a

Vleeskleurige orchis

Dactylorhiza incarnata

a

Vliegenorchis

Ophrys insectifera

a

Vogelnestje

Neottia nidus-avis

a

Voorjaarsadonis

Adonis vernalis

b

Wantsenorchis

Orchis coriophora

d

Waterdrieblad

Menyanthes trifoliata

b

Welriekende nachtorchis

Platanthera bifolia

a

Wit bosvogeltje

Cephalanthera longifolia

a

Witte muggenorchis

Pseudorchis albida

d

Zomerschroeforchis

Spiranthes aestivalis

a

De letters a tot en met d in de derde kolom corresponderen met de onderdelen a tot en met d van artikel 3, eerste lid, van de wet en refereren naar de motieven voor opname in deze lijst van beschermde inheemse plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen en die:

  • a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd;

  • b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting;

  • c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of

  • d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten.

Bijlage 2. lijst met beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

ZOOGDIEREN

MAMMALIA

 

Wolf

Canis lupus

c

Nederlandse naam

Wetenschappelijke naam

Motief voor opname

VISSEN

PISCES S.L.

 

Aal

Anguilla anguilla

a

Haringhaai

Lamna nasus

a

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

KEVERS

COLEOPTERA

 

Brede geelrandwaterroofkever

Dytiscus latissimus

a

Gestreepte waterroofkever

Graphoderus bilineatus

a

Heldenbok

Cerambyx cerdo

a

Juchtleerkever

Osmoderma eremita

a

Vermiljoenkever

Cucujus cinnaberinus

a

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

LIBELLEN

ODONATA

 

Bronslibel

Oxygastra curtisii

c

Gaffellibel

Ophiogomphus cecilia

a

Gevlekte witsnuitlibel

Leucorrhinia pectoralis

a

Groene glazenmaker

Aeshna viridis

a

Noordse winterjuffer

Sympecma paedisca2

c

Oostelijke witsnuitlibel

Leucorrhinia albifrons

c

Rivierrombout

Stylurus flavipes

a

Sierlijke witsnuitlibel

Leucorrhinia caudalis

a

2 Sympecma braueri

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

DAGVLINDERS

LEPIDOPTERA

 

Donker pimpernelblauwtje

Maculinea nausithous

a

Grote vuurvlinder

Lycaena dispar

a

Moerasparelmoervlinder

Euphydryas aurinia

c

Pimpernelblauwtje

Maculinea teleius

a

Tijmblauwtje

Maculinea arion

c

Zilverstreephooibeestje

Coenonympha hero

c

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

TWEEKLEPPIGEN

BIVALVIA

 

Bataafse stroommossel

Unio crassus

a

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

motief voor opname

SLAKKEN

GASTROPODA

 

Platte schijfhoren

Anisus vorticulus

a

De letters a tot en met d in de derde kolom corresponderen met de onderdelen a tot en met d van artikel 4, tweede lid, van de wet en refereren naar de motieven voor opname in deze lijst van beschermde inheemse diersoorten die van nature in Nederland voorkomen en die:

  • a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd;

  • b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting;

  • c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of

  • d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten.

Bijlage 3. lijst met beschermde uitheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

Opperdieren

Primates

Alle soorten primaten (apen en halfapen)

ordo Primates

Nederlandse naam

wetenschappelijke naam

   

Roofdieren

Carnivora

   

Felidae

 

Bengaalse Kat

Prionailurus bengalensis

Canadese Lynx

Lynx canadensis

Caracal

Caracal caracal

Poema

Puma concolor

Roestkat

Prionailurus rubiginosus

Rode Lynx

Lynx rufus

Jagoearoendi of Otterkat

Herpailurus yaguarondi

Leeuw

Panthera leo

   

Viveridae

 

Fretkat

Cryptoprocta ferox

  1. inclusief Bosorchis - Dactylorhiza fuchsii, en Veenorchis - Dactylorhiza sphagnicola ^ [1]
Naar boven